Een poging tot geocachen

Gisteren had Kobe maar een half uurtje fagotles: er was geen orkestrepetitie door ziekte van de leraar. Op zich is dat dus eigenlijk niet de moeite om naar huis te rijden en terug: we zouden amper tien minuten thuis zijn. Maar vlakbij de muziekschool ligt een van mijn caches die moest vervangen worden, en dus reed Merel met me mee en maakten we er een wandelingetje van. Met overigens prachtige paddenstoeltjes in een boom.

Omdat ik nog in geen twee maanden een geocache had gezocht en er nog eentje zat in Sleidinge, reden we ook tot daar. De cache zelf vonden we snel, maar het kokertje in handen krijgen? Dat was een ander paar mouwen. De beschrijving sprak van een magneet aan een touw van anderhalve meter, maar ik dacht er met mijn magneetstok van een meter wel bij te kunnen. Niet dus, en magneetstok de koker in. Hmpf. We gaan nog eens terug mogen komen om hem op te vissen met, jawel, een magneet aan een touw.

Maar bon, we hebben genoten van het momentje buiten in het zalige weer.

En we hebben dat nog verlengd, want tegen zes uur ben ik met de mama van Julie en onze vier meisjes naar de dansles aan de Galveston gefietst. Ha ja, als het mooi weer is, waarom niet? Het is amper drie kilometer…

Geocachen in Lemberge

Véronique had het al eventjes gezegd: ze waren begin augustus terug uit Italië en moest vandaag met Léonore naar de tandarts hier in Gent. Ideaal dus om dan samen iets te doen, en wat beter dan geocachen?

Eerst gingen we met zijn allen – minus Bart, want die zat op kantoor – eten in Villa Ooievaar en de bedoeling was dat we van daaruit meteen doorreden naar Lemberge om daar te cachen – dat is al een beetje in Véroniques richting, aangezien ze nu in Ronse woont – maar er was nog zó veel over van de macaroni dat we toch maar eerst even langs huis gepasseerd zijn om het restorestje in de ijskast te gaan zetten. In Lemberge was het warm maar wel fijn om wandelen, en af en toen ook frustrerend omdat we sommige caches niet vonden.

Een terrasje zat er wegens tijdsgebrek niet in, maar het was alweer een zeer fijne, rustgevende en aangename middag. Vakantiegevoel, iemand?

Saleich dag 6: de laatste

Morgen moet ik alweer naar huis, en dus was dit vandaag mijn laatste échte dag hier.

Ik ben deze voormiddag eigenlijk vooral veel geld kwijt geraakt. Véél geld, en ze hadden me nochtans zo gewaarschuwd voor die verleidelijk grote markt in Saint Giron…

Monica en ik reden samen door, Muriel en Eve kwamen achter, en Carmen stond met haar zelfgemaakte quiches, briks en desserten ergens op een andere markt. Eerst kwamen we bij een handelaar in muziekinstrumenten, waar ik ongelofelijk twijfelde over een prachtige, handgemaakte maar ook met kennis van zaken in elkaar gestoken handtrommel. Maar 120 euro vond ik nogal veel, ja. Voor tien euro kocht ik echter zo’n heerlijk schud-ei, een of andere houtsoort gevuld met korreltjes die een prachtig geluid maken. Wat verderop stak ik voor 16 euro een echte Opinel op zak, kocht ik twee zomerhoeden voor tien euro, en nog wat verder kwam ik prachtige rokken van Indische zijde tegen. Ik heb voor mezelf een donkerpaarse gekocht en voor Merel een zwarte, samen 60 euro. Tsja. En toen bleek er ook een standje met van die handgemaakte boekjes in embossed leer ingebonden, een ideaal cadeautje voor Kobe. Ik nam er voor mezelf ook eentje mee, en dan nog 6 van die kleintjes voor de Vossen. 34 euro eraan voor de moeite. Twee armbandjes voor Wolf maakten me ocharme 6 euro armer, en toen ging ik alsnog de handtrommel halen omdat het zo’n zalig ding is. De verkoper was al gezakt naar 100, en ik had nog welgeteld 110 euro op zak. En toen wilde ik er eigenlijk nog een speciaal gewatteerd tasje erbij dat eigenlijk 20 euro kostte, maar voor die tien euro was het oké. En toen bleek er geen bâton bij te zitten. Waarop de verkoper bedenkelijk keek, ik mijn portefeuille liet zien, en hij er met een grijns de speciale klopper gewoon bij stak. Ik moest wel beloven dat ik contact ging opnemen als er een probleem was, en hij toonde ook hoe ik het vel moest opspannen en ontspannen. Enfin, veel geld kwijt, maar een zalig ding.

Intussen hadden we ook Muriel en Eve opnieuw ontmoet en kochten we een gigantisch lekkere, maar sowieso gigantische burger van pulled porc noir, zoals ze het hier zo mooi zeggen.

En toen was het echt welletjes geweest en was de markt eigenlijk – gelukkig – ook afgelopen. We reden huiswaarts, ik deed een siësta, en Eve knutselde een geocache in elkaar. Zelf willen ze niet echt geocachen omdat ze liefst zo min mogelijk online willen te vinden zijn, maar ze vond het wel een fantastisch idee om er eentje in de buurt te leggen en te onderhouden. Het werd een heel mooi queer-feminist doosje, en dan moesten we uiteraard ook nog de wandeling maken die Monica en ik op de eerste dag hadden gemaakt.

Sommige foto’s kon ik opnieuw nemen, en ik moet toch wel toegeven dat mijn techniek intussen behoorlijk wat is verbeterd. Allez, hoop ik dan toch.

En de cache locatie? Een ronduit prachtige oude kastanjeboom die helemaal gedraaid is en achteraan een soort holte heeft, ideaal voor een cache natuurlijk. Knap gezien!

Eindigen deden we die avond met een koud buffetje en een karaoke, buiten onder de grote schuur. Elk hebben we een nummer gezongen, maar wel met de blonde Olgapruik op en een drinkhoorn als micro. Trànen  gelachen! En nee, daar zijn geen foto’s van. En waarom had ik die dingen mee, zult u zich misschien afvragen? Wel, het was een ideetje van Monica om eventueel rond magisch-realisme te werken, maar eigenlijk zijn we daar niet eens aan toe gekomen.

Saleich dag 5

Omdat we gisteren nu eigenlijk niet zo veel foto’s hadden genomen, trokken Monica en ik naar een vlakbij gelegen dorpje, Urau, om er nog wat fototechniek te leren. Als in: ik ben zot van texturen maar dat maakt doorgaans geen goeie foto, tenzij je echt met reeksjes werkt. Ik val ook echt op details, en misschien moet ik dus eigenlijk aan macrofotografie gaan doen, denk ik dan.

Ze heeft me dan ook opdrachten gegeven rond stenen, details, luiken en dergelijke. Veel goeds kwam daar – zoals verwacht – niet uit, maar toch nog een paar haalbare beelden. Zo was er bijvoorbeeld een ongelofelijk mooie luikjeshouder. De tweede foto is de goeie, de rest is, tsja, kadering.

En dan nog wat losse foto’s en een ongelofelijk kitscherige “postkaartfoto”.

Er was alweer uitstekend eten, en daarna reden we naar Salies en Salat om her en der wat caches te zoeken. In Touille zaten er twee, hebben we niet gevonden, maar we hadden wel een pràchtig uitzicht.

Er werd koffie gedronken op een terrasje, een taartje gegeten, en verder niet zo heel veel. Al kan je er ook wel van leren hoe je een koffie op foto zet.

En toen was er wel nog tijd voor een workshop food fotografie. Dat is, naast natuurlijk je toestel kennen, vooral een kwestie van tips and tricks. En geduld, dat ook.

En toen waren er sardientjes op de barbecue met, uiteraard, groenten uit de tuin. Die de dames die avond zelf nog hadden geplukt. Met als voorgerecht een chevice en als dessert Griekse yoghurt met ananas en een lokale specialiteit.

 

Saleich: dag twee

Vijf over acht werd ik door heerlijke geuren naar de ontbijttafel gelokt: Carmen had pancakes gebakken, maar onder andere met ricotta. Ongelofelijk lekker!

Intussen had ik al gedoucht, want het weer is hier vooral enorm vochtig. Rond de 30 graden ’s middags, dat ook, en de zon brandt stevig, maar het is vooral de vochtigheid die het zo drukkend maakt. Laat ik even visueel verhelderen: het eerste is mijn haar bij het opstaan, het tweede na een douche en het gebruik van de haardroger en het derde na een wandeling van een uur of twee vlak voor de middag. Hmpf. Vakantiehaar, noemen ze het hier.

Bon, na het ontbijt wandelden Monica en ik naar de Chapelle de Vallatès, twee kilometer in vogelvlucht en de trotse bezitter van een geocache. Uiteraard kreeg ik ondertussen les over compositie, vluchtlijnen en vonden we eindelijk ook hoe ik die bloody autofocus van mijn toestel kon temmen. Een paar beelden van onderweg:

En toen vond Monica ook haar eerste geocache ^^

Na nog wat extra uitleg wandelden we met een omwegje terug, een goeie 5 kilometer in totaal en wellicht een halve liter zweet. Ik kan goed tegen de warmte, maar hier zweet ik er me wel te pletter bij.

Na het middageten (met gevuld brikdeeg en groenten uit de moestuin en van de markt, en een stukje taart dat Carmen nog over had van haar kraampje op de markt)

en een korte rustpauze – kwestie van de rug te laten bekomen – reden Monica en ik naar Saint-Giron, het dichtstbijzijnde stadje: er moesten kaartjes gekocht worden, koffie gedronken, foto’s genomen en geocaches gezocht, of wat dacht u? Die geocaches waren onder andere in een mooi bos met een stevige stijgingsgraad, en het was eigenlijk wel jammer dat we niet de tijd hadden om het hele rondje te doen, aangezien we toch al tot het hoogste punt waren gekomen. Maar het was zo al tegen zevenen voor we terug waren.

En toen had Monica stoverij gemaakt ter ere van de Belgische feestdag en er waren verse frieten en pruimpjes in de oven als dessert en heb ik andermaal veel te veel gegeten.

We zijn ook vooral met zijn vijven blijven zitten tot half elf of zo, daar buiten op het terras onder het hoge afdak.

Yup, vakantie.

Geocaching in Sint-Kruis-Winkel, deel twee

Aangezien we vorige week niet alle caches van dat ene rondje in Sint-Kruis-Winkel hadden gevonden, togen ons pa en ik vandaag weer naar ginder om de resterende drie te gaan zoeken. Enfin, degene die we de vorige keer niet hadden gevonden en nog twee andere.

Deze keer was het ook iets minder ver: ik wou het ons pa geen tweede keer aandoen ^^

De eerste cache ontraadselden we deze keer vlotjes, bij de tweede simpele oppikker zaten twee dames, en daar hebben we toch eerst tien minuten mee moeten kletsen voor ze verder fietsten en wij de cache konden te voorschijn halen. Maar wel een prachtig uitzicht.

Cache nummer drie kregen we helaas niet open en we wilden niks forceren… Maar al bij al was het andermaal een zeer mooie wandeling en waren we nog meer dan op tijd thuis, want ik moet nog al mijn spullen bijeen zoeken voor ik morgen naar het uiterste zuiden van Frankrijk trek.

Geocaching in Sint-Kruis-Winkel

Strikt genomen is het nog Gent, maar Sint-Kruis-Winkel is toch al gauw een dikke twintig minuten onderweg, zeker als je het veer neemt en dat net voor je neus wegvaart. Maar we waren absoluut niet haastig, mijn pa en ik, en we genoten van het tochtje.

In SKW parkeerden we ons aan de Moervaart en trokken het koppelingsgebied binnen om er een pracht van een wandeling te maken en ronduit knappe caches te vinden. We hebben vier caches gevonden vandaag, ik heb vier favorietpunten uitgedeeld, en normaal gezien ben ik daar niet zo scheutig mee.

Cache één was een eenvoudig doordenkertje, nummer twee was met een slot van een kluis en vroeg ook wel wat denkwerk. Ik had geluk dat mijn euro snel gevallen was.

Tegen dan waren we net geen kilometer ver en moest ons pa al even rusten: hij had geen evenwicht en haalde zwaar adem, al ontkende hij dat laatste ten stelligste. Toen ik hem zei dat we nog geen kilometer ver waren, geloofde hij me niet, maar zo’n geocache app liegt er niet om. Tsja.

Cache nummer drie was een pareltje dat ik eerder per toeval openkreeg, en die ik dan ook niet meer toekreeg tot ik effectief het mechanisme achterhaalde. Mooi mooi mooi!

En dan nam ons pa zijn pil van vier uur in, helaas zonder water, want dat had ik niet mee en daar had hij ook niet om gevraagd. Natuurlijk bleef ze in zijn keel steken, en dus gingen we op aanraden van andere wandelaars even verder tot aan een klein hoveke, waar drie mensen rustig op hun koerke zaten te kletsen. Ik vroeg om een glas water, en kreeg meteen de uitleg dat de eigenaar 95 was, daar ter plekke was geboren, nog steeds met de fiets reed en met de auto, en dat zijn vrouw 91 was en de zoon 71. Zeer sympathieke mensen, en ons pa knapte een pak op van dat glas water. Zozeer zelfs, dat hij niet meteen naar de auto terug wilde wandelen – we zaten intussen op anderhalve kilometer – maar nog langs een bospad tot aan de Moervaart, waar er nog twee caches lagen, wilde stappen. Dapper gingen we op weg, maar voor ik de volgende bankkaartcache oploste, heb ik hem toch voorzichtig gedumpt op een elektriekkastje, want hij was weer zwaar achter zijn adem aan het trekken. Wat geen waar was, volgens hem, maar bon.

Enfin, we wandelden terug naar onze auto, legden in totaal 2.8 kilometer af, en de laatste 300 meter zijn we om de 40 meter moeten stoppen, want het ging niet meer. Koppig, dat is hij wel, ik mocht de auto niet halen.

Ik denk dat ons pa vooral van zichzelf verschoten is: dat hij 2.5 kilometer niet meer kan wandelen zonder duizend keer te stoppen. Ik bedoel maar: we hebben er – met zoeken naar caches en al – drie uur over gedaan. En dan ging het nog niet op het einde.

Hij heeft me beloofd dat hij thuis vanaf nu elke dag – als het weer het toelaat – ging wandelen. Een klein tochtje maar, vanaf zijn deur via de Westeling langs de Adolf Lievensstraat en zo terug. Hij heeft zijn alarm aan, als er dus iets gebeurt, is er altijd snel iemand. Maar bon, dat heeft hij al ettelijke keren beloofd. Ik hoop dat hij nu voldoende geschrokken is van zichzelf om er ook echt iets aan te dóen deze keer. Want het zal alleen maar beteren als hij zelf begint te wandelen, iets wat al zijn dokters vragen, overigens.

Mja. ’t Is ne Rombaut, zeker?