Een zomerse zondag om duimen en vingers bij af te likken.
Zo was er de zelfgemaakte confituur en daarna een koud buffet om u tegen te zeggen. Mijn echtgenoot is echt wel de max.
En toen trokken ons pa en ik er nog op uit om de rest van de geocache in park Halfweg te gaan zoeken. Helaas, de cachegoden waren ons niet goed gezind: de servers lagen plat! Geen mogelijkheid dus om de tussenpunten te gaan zoeken. Twee van de vijf ontbrekende tags konden we nog lokaliseren door op het gevoel af te gaan, en jawel, ook de uiteindelijke cache kon ik vinden puur op ervaring. We vonden er wel een enorme twaalfstammige boom – je moet de tweede foto met ons pa erbij maar eens bekijken – en een handgekapte prauw. Wijs!
We hadden alweer een zeer fijne wandeling, maar ik heb er helaas ook reuzeberenklauw gespot. Gelukkig werd die blijkbaar al regelmatig afgedaan, ’t stad moet er dus wel van weten. En ja, die is dus vlotjes drie meter hoog he!
Plots stonden we ook tussen de schapen: de Gentse stadsherder kwam even langs met de beestjes, die in de zomer sowieso gebaseerd zijn aan de Watersportbaan.
Aansluitend was er ook nog taart in de tuin met Marleen: die kwam haar verjaardag vieren ^^
Halverwege mei was ik gaan rondrijden in Wondelgem om de nodige info te verzamelen voor een Wondelgemse labcache. Toen had ik vastgesteld dat je niet zomaar een labcache mag leggen, maar dat je daarvoor een uitnodiging moet krijgen of je kandidaat stellen. Hmpf.
Maar eigenlijk kwam die toestemming er vrij snel, en eerder deze week zette ik de labcache op poten. In tegenstelling tot een gewone cache heb je hier geen fysieke cache zodat de cache ook niet moet goedgekeurd worden door Groundspeak. Ze laten enkel wel ervaren cachers toe en vertrouwen op je kennis.
Toen het rondje er helemaal lag, heb ik wel een paar bevriende cachers gecontacteerd met de vraag of een van hen een testrun wilde doen: dat kan namelijk wel. De Evergemse Luc deed hem deze ochtend en gaf me de nodige feedback: vier punten waren prima, de vijfde locatie vond hij wat veraf, en het was ook jammer dat er geen bonus te vinden was, een effectief fysieke cache waarvan je de coördinaten te weten komt wanneer je de labcache oplost.
“Goh”, stuurde ik hem, “zin om af te komen en samen op zoek te gaan naar een bonuslocatie?” Een kwartier later stond Luc met de fiets voor mijn deur en toerden we samen rond. Het dienstencentrum werd vervangen door Kasteel Morek en we toerden rond tot we aan een bospaadje een ideale boom vonden, niet te ver van de Dries. De Dries zelf was geen optie omdat daar al een fysieke cache ligt.
Ondertussen heb ik ook een fijne babbel gehad met Luc en deed het wel deugd om ook wat feedback te krijgen.
En nu maar hopen dat de bonuscache snel goedgekeurd wordt, zodat alles online kan.
Het wordt moeilijk om nog in de omgeving plekjes te vinden waar ik kan gaan cachen met ons pa. Hij kan echt niet ver meer gaan, dus twee kilometer is zowat het maximum, en de meeste rondjes zijn iets langer. Tsja.
Mijn oog was zondag gevallen op een multicache in park Halfweg. Dat is dat parkje dat begint aan dat pad naast het nieuwe dierenasiel aan de Watersportbaan, en loopt tot aan de appartementen naast de Drongensesteenweg. Ik had er, om eerlijk te zijn, niet veel van verwacht.
De cache zelf was een specialleke: tien tussenpunten waar je telkens een klein briefje zocht met punten op een raster. Als je al die verschillende rasters samenlegt, krijg je de coördinaten van de bonus. Ha!
We pikten nr. 1 op met de auto en parkeerden aan nr. 2: de hele wandeling is te ver voor ons pa, we gaan het in twee keer doen. En toen bleek dat het wandel/fietspad zo’n betonnen strook is die ze tegenwoordig overal rond Gent aanleggen en waarop het zalig fietsen en wandelen is. We passeerden langs het rood brugje van het eiland Malem, moesten af en toe zoeken naar de tag, maar vonden vooral een prachtig aangelegd park met vooral ook een hele mooie vijver met steiger.
Maar het was heet en het was welletjes voor ons pa – hij liep alweer naar zijn adem te trekken als een oude blaasbalg – zodat we op onze stappen terugkeerden. Deel twee zal voor een andere keer zijn.
Ik moest vandaag even in ’t stad zijn om een paar dingen te halen – vaderdag, en korte broeken voor de jongens en shorts voor Merel – en deed dat uiteraard per fiets. Eigenlijk was het zelfs om 11.00 uur al warm, moet ik toegeven. Maar ik wilde ook nog twee caches oppikken, de bonussen van de labcaches die in Gent Centrum liggen. Eentje daarvan ligt aan de Sint-Antoniuskaai, wat zorgde voor toch wel knappe foto’s met die staalblauwe lucht.
Ik fietste verder ’t stad in, haalde wat ik moest halen, en merkte dat een van de zijdeuren van Sint-Baafs toch echt wel knap is.
Enfin, ik repte me naar huis en wist andermaal dat het idioot is om vanuit Wondelgem met de auto naar ’t stad te gaan. Tenzij het regent natuurlijk, of je massa’s gerief nodig hebt.
Jawel, het komt nog goed met dat sociaal leven! Vorige week verschillende mensen op mijn terras, vandaag heb ik zelf de auto genomen richting Antwerpen.
Bart had zijn kasten uitgekuist en twee Macbooks gevonden die niet meer wilden opstarten, en ik had gevraagd of iemand daar nog iets mee kon doen. Philip zag dat onmiddellijk zitten, maar we wilden die dingen eigenlijk wel rap uit ons huis.
Rond een uur of vier reed ik dus richting Frankrijklei, naar Philips appartement, nog voor heel even toch. Nu mag je dus ook binnen mensen ontvangen, zolang je maar op afstand blijft, iets wat we dan ook deden. Ik zette me op ’t gemak in een zetel terwijl hij goulash maakte, en we kletsten honderduit. Alweer niet eens over larp, en daar ken ik hem tenslotte van.
Terwijl de goulash opstond, maakten we een wandelingetje doorheen de wijk, want het regende eens niet en ik wilde graag een labcache doen “Met de begijntjes op pad”. Ik heb er Spaanse omwallingen gezien waar ze zo ongelofelijk veel meer mee kunnen doen, en dan de buitenkant van het begijnhof en zo. Fijne wandeling, nog veel beter gezelschap.
En toen wandelden we over straat als twee moslims in de ramadan: ik met een boodschappentrolley vol gerief, hij met een grote kookpot ^^ Maar op die manier leerde ik ook eens Margaux kennen, Philips vriendin met wie hij binnenkort gaat samenwonen. We aten goulash, kletsen vooral over sterrenrestaurants en hadden een zeer gezellige avond.
Vandaag ben ik tussen de buien door – het is echt niet koud – toch even in Wondelgem gaan rondrijden om de info voor een labcache te verzamelen.
Ik legde al eerder uit wat dat is, maar ik herhaal even: dat is een aparte app, ook van geocaching organisatie Groundspeak, en ze tellen mee met je gewone caches, maar ongelofelijk leuk! Je krijgt een beginpunt en pas als je daar effectief op tien meter afstand bent, opent de app een uitleg en moet je een vraag beantwoorden. Heel vaak gaan labcaches dus om historische uitleg en dergelijke. Als je vraag 1 hebt beantwoord, krijg je toegang tot de tweede locatie, maar ook daar moet je effectief naartoe als je de vraag wil krijgen. Per opgeloste vraag krijg je trouwens een extra op je teller van gevonden caches. Zo gaat het snel, natuurlijk. En blijkbaar hebben de meeste labcaches ook een bonus, een effectief verstopt potje waarvan je de coördinaten maar krijgt als je de volledige labcacheronde hebt opgelost.
Ik deed er eentje met Wolf in Ronse, twee met Merel in Gent en een (en een stukje) in Eeklo met ons pa. Ferm amusant, en coronaveilig want je zoekt niks fysieks. Ik heb al stukjes van leuningen geteld, stenen rond een beeld, geboortedata ingegeven en dergelijke, dat wel.
En dus dacht ik: er is helemaal niks van die orde in Wondelgem, ik zoek dus zelf vijf van de ’toeristische hotspots’ hier in ons dorpje. Ik heb al eens stevig moeten nadenken, maar bon :-p
Enfin: coördinaten verzameld, vragen opgesteld, antwoorden gezocht: ik was klaar om de labcache in te dienen. Euh… Hoe? Waar? Dat zit blijkbaar niet in de gewone website? Hmmm?
En toen vond ik na wat gezoek dat je blijkbaar niet zomaar labcaches kan opstellen, maar dat je je kandidaat moet stellen. Hmpf.
Ik contacteerde een medecacher die er wel al twee heeft opgesteld, maar die wist me te vertellen dat hij zelf door Groundspeak was gecontacteerd omdat hij vroeger al een paar labcaches had gedaan. Nog meer hmpf.
Enfin, ’t ligt allemaal klaar en ik heb fijn rondgehost vandaag. Nu maar hopen dat ze me contacteren, dan kan ik ook Wondelgem op de labcachekaart zetten.
Meestal heb ik op woensdag niet te veel te doen. Allez ja, buitenshuis dan, ik weet altijd wel wat gedaan, vooral qua schoolwerk.
Deze morgen hielp ik rond kwart voor acht Kobe met pancakes te bakken – hij mocht ontbijten op school – en daarna pakte ik zelf een en ander in qua koffiemateriaal: mijn campinggasvuurtje, de bialetti, koffie, een hoop bekers, lepeltjes, melk en suiker, en ik reed vrolijk met de fiets richting school.
Ha ja, onze zesdes hebben vandaag eindelijk hun uitgestelde en sterk beperkte uitvaart. Er is een digitale show opgenomen, en daarvoor spraken ze af op ’t veld voor een ontbijtje in klasbubbels. Ontbijten heb ik dus niet gedaan, maar wel verse koffie gemaakt voor een aantal mensen. En deugd gehad van de lachende gezichten van de zesdes, dat ook.
Daarna was er dus de uitvaartshow, en aansluitend reed ik vrij snel naar huis: Bart had zoals altijd gekookt voor ons.
Kobe had dan weer om twee uur een miniconcert voor fagot. Al zat daar ook wel enige miscommunicatie tussen mij en mijn zoon. Hij had gezegd: een tiental minuten om een stukje op te nemen met een pianiste, in het Guislain.
Om zeker te zijn – het Guislain heeft nogal wat ingangen – vroeg ik het exacte adres tijdens het eten. Bleek het de Sint-Juliaanstraat te zijn, een zijstraat van de Ottergemsesteenweg, aan de andere kant van Gent in plaats van hier in Wondelgem. Oh yo, best dat we het nog even nakijken of we waren grandioos verkeerd geweest.
Enfin, wij daarnaartoe. Er was niet meteen parkeerplaats, dus zei ik tegen de uiterst behulpzame verpleegster aan de ingang dat ik wel in de auto zou wachten. Euh, zei die, dat is wel lang, toch? Er ging een wenkbrauw omhoog. Blijkbaar was het geen opname maar een heus miniconcert van twee fagotten en een zanger voor de geriatrische patiënten in het centrum. Eerst even inspelen en dan om half drie het concertje. Ah bon. De verpleegster heeft me op de privéparking van de instelling geposteerd en ik ben dus uiteraard komen luisteren.
Omdat ik dus onverwacht aan de andere kant van Gent zat en iets langer werd opgehouden, heb ik Kobe dan maar verplicht om mee even een drietal caches in orde te zetten en ééntje te zoeken. Ik had niet echt de indruk dat hij het erg vond ^^ Het was overigens lang geleden dat ik nog eens op zwier was met mijn jongste zoon, en dat deed wel eens deugd, ja.
Enfin, terug thuis was er tijd voor een vieruurtje, wat verbeterwerk, en dan richting Vinderhoute voor een sessie bij de psycholoog met Merel. Deze keer was het niet de bedoeling dat ik erbij was, maar ik zag het ook niet zitten om de wandeling te doen van de Oude Kale – mijn heup, waarvan de slijmbeurs quasi nonstop overbelast is door mijn rug, deed pijn – en dus heb ik een stoel gevraagd en heb ik me gewoon aan de kant van de weg zetten lezen. De Molenstraat is plaatselijk verkeer, maar man, volk dat daar woont en werkt, niet te geloven! Er moeten daar een paar vakkundig verborgen gigantische woontorens en kantoorgebouwen staan, dat kan niet anders.
En toen ik thuis kwam, viel mijn euro dat morgen alles dicht was, en dat ik eigenlijk mijn zinnen gezet had op een deftige partytent, want morgen is er DND buiten. Ik dus nog richting Brico, waarbij dezelfde bijzonder behulpzame jongeman van de vorige keer me uitlegde waarom hij die van 110 euro duidelijk meer aanraadde dan die van 40. En nee, die gast krijgt daar geen commissie op. Die van 40 is plastiek met plastieken buizen, die duurdere is in stof met stevige metalen buizen en véél makkelijker op te zetten. Ha bon, die dus. En meteen ook alles netjes in mijn kar gelegd, want hij herinnerde zich zelfs nog dat ik een kapotte rug heb.
Aan de kassa werd er afgerekend door een iets oudere dame, die meteen ook vroeg of het wel zou gaan om het in mijn koffer te leggen. Toen ik zei dat ik wel behulpzame handen ging vinden op de parking, riep ze meteen een van de jonge gasten om het ding in de auto te leggen.
Mooi, mooi.
Nu nog een paar dagen goed weer, en we kunnen er weer tegen.