Geocachetoerist in Kortrijk. Met Véro natuurlijk.

Dat het al de hele week, en eigenlijk ook zowat de hele vorige week aan het regenen is, dat moet ik u niet vertellen. Gisteren in het containerpark ben ik zeiknat geregend.

Maar voor vandaag gaven ze droog en zelfs zonnig weer, en dus had ik met Véronique afgesproken om elf uur in Kortrijk. Ha ja, we wilden geocachen, maar ergens in ‘de blakke veld’ kun je nogal snel verkleumen en heb je geen schuilmogelijkheden. De stad werd het dus, en Kortrijk is voor beiden rond het half uur rijden. Ik ken Kortrijk trouwens aan geen kanten.

We spraken af op een parkingetje iets buiten ’t stad en reden dan samen de Budaparking binnen, waar we meteen konden starten met een korte multi. Er liggen twee reeksen van 5 labcachen + bonus en 6 korte multi’s met een bonusmulti, stof genoeg dus voor een hele middag.

We genoten van de zon, liepen ettelijke kilometers, regelmatig ook hetzelfde traject, en namen allebei behoorlijk wat foto’s. We zagen natuurlijk de Broeltorens, maar liepen ook een kerk binnen waar achteraan aan het plafond verschillende gulden sporen ophangen. Dat zouden we nooit geweten hebben zonder geocaching.

We moesten ons nog reppen om iets te eten te vinden, want om half twee gaan blijkbaar de meeste keukens toe. Maar bon, we waaiden nog op het nippertje binnen bij een uitstekende Italiaan en namen er de dagschotel. Dik in orde. Aansluitend gingen we het begijnhof verkennen en de caches daar opzoeken.

We doolden verder door de straten, zagen het Belfort, liepen tot aan het station en keerden op onze stappen terug, kriskras door Kortrijk heen. We vonden er trouwens ook – op aanraden van een jongmens dat ons CST moest scannen – de max van een schoenwinkel die felgekleurde schoenen op maat maakt. Daar ga ik volgende winter terug, zeker weten.

Tegen half zes was het behoorlijk donker geworden en dronken we nog een koffie in het Buda centrum, we waren blij dat we even konden zitten.

Omdat we nog wel eventjes tijd hadden en Véro’s gsm dringend moest opladen, reden we nog even tot aan de Groeninghepoort om daar nog een laatste paar caches te vinden. Toen was het welletjes voor Véronique, zodat ik haar terugbracht naar haar auto. Maar bij mij kriebelde het nog: er waren nog drie bonussen te vinden, en dat op ocharme een kilometer. Met de auto is dat een fluitje van een cent, zodat ik alsnog in het donker de drie bonussen ging oppikken.

Al bij al was het een zeer aangename, goed gevulde namiddag in bijzonder fijn gezelschap. Ik bedoel maar: twee dames van begin de vijftig die een volledige winkelstraat doorlopen om aan het begin en het einde de camera’s te tellen, zonder ook maar één etalage een blik waardig te keuren: dàt is de reden dat ik zo ongelofelijk graag de straten afdweil met Véronique.

Ik was stikkapot toen ik tegen kwart na acht thuis was, maar man, wat een héérlijke dag!

Cachen in Zelzate

In 2017 had ik al eens een lange geocachingtocht gedaan in Zelzate: Mietje Stroel, met zo’n 15 caches en een prachtige bonus. Nu zijn die caches voor het grootste deel gearchiveerd, maar is er wel een labcache met dezelfde naam.

Ik wilde graag nog een aantal caches afwerken voor 3 januari om een souvenir te krijgen en wilde vooral eens mijn kot uit, al was het maar om te testen hoe ver mijn lijf eigenlijk al gerecupereerd is van die operatie. Zelzate leek me daarvoor ideaal: een labcache die ik met de auto kon doen, een stedelijke omgeving waar ik makkelijk kon gaan zitten indien nodig, en amper tien minuten rijden.

Maar uiteraard stond ik voor de brug. Tsja. Dan maar eerst, tevergeefs, de ‘Ergernis van Zelzate’ gaan zoeken, een cache die speciaal daarvoor in de buurt van de brug ligt. Helaas, tegen dat ik terug in de auto zat, was de brug alweer dicht geweest en opnieuw open. Gelukkig lag aan de overkant van de baan nog zo’n “Ergernis van Zelzate nr. 2”, die ik wel vond, en toen kon ik gelukkig eindelijk wel over de brug.

De labcaches konden vlot gevonden worden, het was aan het motregenen, maar eigenlijk vond ik dat niet zo erg. En de fantastische bonus van de vroegere ronde Mietje Stroel is nu de bonus van de labcache, gelukkig maar. Het blijft een zalige!

In het terugkeren reed ik langs het water richting een cache die ik in 2017 niet gevonden had, waar ik nu een tip voor gekregen had, en die ik nu meteen vond. Geen idee waarom, maar daar werd ik zo gelukkig van…

Enfin, het was donker en nat tegen dat ik terug thuis was, ik was moe, maar ik was vooral helemaal uitgewaaid en eindelijk ook gewoon fysiek moe.

Een fijne laatste cachedag voor 2021!

Travel Bug Hotel

Toen ik vanmiddag met Merel naar de Action reed om er een cadeautje vanwege haar voor haar broer te zoeken, zag ik er een prachtig vogelhuisje staan, eentje in de vorm van een hotelletje. Ze hadden ook nog een café en een skistation, maar dat hotelletje was precies wat ik nodig had.

Hoezo, nodig? Wel, bij het geocachen kan je ook Travel Bugs tegenkomen, kleine metalen plaatjes met een code op, vaak vastgemaakt aan een of ander speelgoedje of prullarium. Je neemt die mee vanuit een cache die je hebt gevonden en dropt hem in een andere cache, al naargelang het doel van de bug. Dat kan zijn zo veel mogelijk kilometers afleggen, maar even goed in New York geraken, dat soort dingen.

Nu, veel caches zijn maar ter grootte van een filmrolletje, en daar kan je dus geen TB in kwijt. Daarom vind je her en der TB hotels: iets grotere caches waarin dus meer dan genoeg plaats is voor ettelijke TBs. Ik had al lang zitten denken om er eens eentje te maken, maar ik ben absoluut niet creatief in dat soort dingen. Tsja.

Tot ik dus dat vogelhuisje zag, dat er gewoonweg perfect voor was, met opschrift ‘Hotel’ en alles. Ideaal voor aan onze schommel hier thuis. Het is geen ideale plek voor een cache – het staat er dan ook uitdrukkelijk bij dat het een voortuincache is – maar wel voor een TB hotel, want hier in het Gentse zijn er vrijwel geen.

Op de plaats van het gaatje voor de vogels zit dan een buisje met het logrolletje, zodat hij kan gelogd worden, en opzij zit er een klepje voor de TBs.

Wel, ik ben er eigenlijk best wel trots op, ja! En hij werd ook onmiddellijk gelogd, door een paar bevriende cachers die meteen ook een kop koffie kregen.

Yup, ’t is eigenlijk best wel gezellig, zo’n hotel.

Geocachen in Ertvelde, tussen de buien door

Het is al de hele week kutweer, en met die corona was ik daarvoor ook al niet buiten geweest. Toen ik in mijn geocache app zag dat ik nog twee dagen had om een bepaalde souvenir te behalen – een soortement sticker die je kan halen als je een bepaalde opdracht volbrengt – en dat ik daarvoor nog een aantal caches moest halen, dacht ik: “Ik ga toch eens kijken wat er nog min of meer in de buurt ligt”.

En jawel, in Ertvelde centrum lag nog een labcache van 5 caches met een bonus, net genoeg om die opdracht te halen. De regen deze voormiddag was achterwege gebleven en de zon scheen zowaar!

Bart was naar zijn moeder, Merel was naar Julie en de jongens waren aan het studeren: niks dat me tegenhield dus. Ik de auto in, naar Ertvelde getuft en daar vijf vragen opgelost en een fysieke cache gezocht.

Ik moest er ook in de Stoepekapel zijn, waar ik echt staan kijken heb naar de moderne glasramen. Mooi, maar mooi!

Ik was helemaal lekker uitgewaaid, lekker zen, en de souvenir was gehaald. Booyah!

Kooravond op verplaatsing

Wat doe je, wanneer je repetitielokaal op het parcours van het Lichtfestival ligt en je dus in geen velden en wegen parkeerplaats zal vinden? De repetitie verplaatsen naar de kerk van De Pinte.

De nieuwe leden – en dat zijn er wel een pak – waren grotendeels verontschuldigd: het zijn vaak studenten zonder vervoer en vooral met een lang weekend en dus niet in Gent. Goh, voor een keertje kon dat wel, vond dirigent Geert Soenen.

Het was dus vooral de harde kern, maar we zongen op niveau, zei Geert, en hij was meer dan tevreden. Dat belooft voor ons concert op 30 januari!

Maar ik wilde nog even de adrenaline die zingen me toch altijd oplevert, uit het systeem en deed een korte wandeling in De Pinte centrum om er een paar – of wat had u gedacht? – labcaches te vinden. Op een klein half uurtje stond ik terug aan mijn auto, en ik wist nog maar eens hoe graag ik ’s nachts eigenlijk rondloop in een stad of dorp.

 

Sportdag

Ik heb echt wel lieve collega’s!

Op vrijdag heb ik normaal gezien vijf uur les, maar vandaag was het sportdag voor de tweede en derde graad. Ze hadden me kunnen inschakelen voor de laatste projectdag van de eerstes, of dus een ganse dag doen meegaan met een bepaalde klas op die sportdag. Dat eerste doe ik écht niet graag, en dat tweede is zelfmoord voor mijn rug, want een hele dag mee met een groep, dat trek ik niet. Maar niet inschakelen, dat is eigenlijk ook niet fair.

Maar daar hadden ze dus wel iets op gevonden: ik werd ingeschakeld om foto’s te nemen! Als in: ik rij gewoon van de ene locatie naar de andere en zorg dat er foto’s zijn, bovenop de foto’s die mijn collega’s trekken en doorsturen. En dat, dat zag ik dan wel weer helemaal zitten!

’s Morgens heb ik wel eerst nog een dringende boodschap op alle kanalen van de school moeten zetten, maar daarna kon ik rustig naar Langerbrugge rijden, hier zo’n 3 kilometer van, om te kijken wat onze zesdes daar aan het uitspoken waren.

Daarna reed ik via Zomergem naar Beernem: blijkbaar was de autostrade geen goed idee op dit moment. Niet erg, zo kon ik snel nog papieren gaan tekenen bij mijn broer op kantoor.

Tegen elf uur stond ik in Beernem om daar foto’s te nemen van alle mogelijke sporten tegen een strakblauwe lucht. Heerlijk! Die foto’s zijn hier terug te vinden, overigens.

Maar ik kreeg wel wat honger en ging op zoek naar iets om te eten. Hmm, niet in Sint-Joris-Ten-Distel zelf, zo bleek. Gelukkig lagen daar wel een aantal caches en vooral ook een fijne labcache. Ik heb die dan maar opgelost.

Het was mijn bedoeling om tegen twee uur terug richting de sportdag te gaan om nog extra foto’s te nemen, maar het was tegen dan beginnen regenen, en dan is de lol er natuurlijk wel wat af, al zeker omdat mijn fototoestel nu niet direct waterbestendig is.

Ik reed via Ursel naar huis en dacht dat het het ideale moment was om toch nog ne keer binnen te springen bij mijn nog nét geen honderdjarige oma. Ik heb haar in meer dan een jaar niet gezien: corona en andere toestanden. Maar jawel, ik kom in de gang en die is afgesloten met een lint. Hmm? Bleek er sinds die ochtend een uitbraak te zijn van corona en ze zat dus in quarantaine. Allez hup.

Ik ben dan maar twee koffiekoeken gaan halen bij de bakker om de hoek en ben naar huis gereden. Een mooie dag om de vakantie mee in te zetten, alleen jammer van de regen.