MiramirO op het Spaanskasteelplein

Voor de niet-Gentsefeestengangers onder u: MiramirO is het straattheaterfestival dat tijdens het tweede deel van de Gentse Feesten plaatsvindt op diverse locaties in de stad.

Ik kon met de kinderen uiteraard weer naar het EFTC trekken, er waren genoeg acts die we nog niet gezien hadden, maar ik wilde eigenlijk ook nog wel een beetje straattheater meepikken. Qua parking hadden we gigantisch veel chance: een mooi plaatsje op amper één straat van het Spaanskasteel, aan de lagere school.

Daardoor waren we een half uur te vroeg op het plein, en zagen we nog net een stukje van de voorstelling Timber van The Primitives. Jammer dat we het niet helemaal gezien hebben, het zat knap in elkaar, en ik heb goed gelachen, vooral met de subtiele verwijzingen en subtekst die de heren in de voorstelling hadden gestoken. Foto’s en bespreking zijn na te lezen op Gentblogt, uiteraard.

Op basis van diezelfde bespreking wilde ik zeer graag met de jongens naar Het Kleutertrommelbos, op de Sint-Baafssite. Ivan was daar zeer over te spreken, maar ik moet toegeven, onze kinderen vonden het gewoon saai. Ja, ze mochten op een trommeltje slaan, of met een tamboerijn of conga schudden, maar dat was het dan ook wel zo’n beetje. Er zat geen sfeer in, en de liedjes duurden vaak ook te lang. Kobe wilde zelfs niet meer meedoen, en is in zijn buggy gekropen om een dutje te doen. Dat zegt genoeg, vind ik.

Daarna zijn we, samen met San en haar kinderen, alweer, terug naar het Spaanskasteelplein gegaan voor de voorstelling Esféric van La Furtiva.

Ik moet toegeven, ik was onder de indruk. De officiële tekst luidt:

Esféric is een statische straatvoorstelling die dans, muziek, theater en het visuele met elkaar laten samensmelten. Twee mensen leven in hun eigen wereld, die bestaat uit een transparante zeepbel.

Ze bewegen zich elk afzonderlijk door de straten van de stad tot ze op een gegeven moment  elkaar ontmoeten. De twee karakters willen elkaar leren kennen, maar zitten elk geïsoleerd in hun bol. De bol is een poëtisch element, een metafoor voor de communicatie tussen de mensen. Uit de bol komen staat voor de geboorte van een nieuw leven; meer bepaald het verlaten van de ene fase om zich te begeven naar een andere -nieuwe- fase. Een van de twee personages heeft er geen moeite mee om de bol te verlaten en zich te begeven naar die andere wereld, terwijl het voor die andere een traumatische ervaring is omdat ze bang is voor wat er zal komen en wat er met haar zal gebeuren. Door een gebrek aan vertrouwen wordt de bol een doorzichtige wand die hoger en dikker is dan een echte stevige muur.

Door middel van dans gaan ze met elkaar communiceren, maar na het afbreken van het transparante pantser wordt de relatie tussen de mensen vermoeiend, gecompliceerd en merk je al gauw dat deze relatie gebaseerd is op macht.

Zelf zag ik een woordeloze, sterk poëtische voorstelling. Twee danseressen bevinden zich elk in een grote plastieken bol, en voeren een prachtige choreografie uit. Uiteindelijk zoeken ze contact met elkaar, en verlaten, de een al aarzelender dan de ander, hun bol. Ook dan blijven ze dansen, maar blijkt dat de ene de baas wil spelen over de andere, wat uiteraard voor conflict zorgt. Zelfs iemand uit het publiek wordt erbij betrokken, gewoon om de ander jaloers te maken. Na verloop van tijd slaagt de ene erin om de ander opnieuw in haar bol op te sluiten, en neemt de danseres in de bol de bewegingen over van een glazen bol die de ander in handen heeft. Ongelofelijk mooi om zien, en prachtig gechoreografeerd. Mooi, mooi.

Daarna gingen de kinderen even spelen op het kleine, overvolle speeltuintje, en zochten we een plaatsje voor Noah en Uri met Cirque No Problem. Dat de voorstelling goed was, ook dat hadden we al op Gentblogt gelezen. Het koppel acrobaten toonde hun kunsten met het nodige gevoel voor humor, al stond Uri op een bepaald moment zelf serieus te lachen. Blijkbaar waren we nogal een apart publiek, zoals de jongeman die moest helpen de trapeze recht te houden, en dan zelf maar op een bepaald moment aan die trapeze ging hangen. Ook nooit geweten dat de naam Tom voor zoveel hilariteit kon zorgen. Ik heb in elk geval smakelijk gelachen, en de kinderen waren razend enthousiast. Wolf weet meteen weer waarom hij naar de turnles gaat :-p

Ik heb in elk geval weer een zeer aangename middag gehad op de GF, zonder loden hitte deze keer, en gelukkig ook zonder de voorspelde buien.

Fietsje

Jawel, alweer een nieuw fietsje is in ons bezit, het tweede op een paar weken tijd. Kobe verjaart namelijk zondag, en hij heeft al alle speelgoed waar hij van kan dromen. Wat hij echter nog niet heeft/had, is een eigen fiets. Je weet wel, zo’n kleutermodelletje met steunwieltjes, waar hij dan later echt op kan leren rijden. Het fietsje waar Wolf op leren rijden heeft, was namelijk geleend, en is terug naar de rechtmatige eigenaars.

We hebben er eentje gevonden in Huis Tanghe, een schitterende fietswinkel aan het Vanbeverenplein, waar ik het bestaan niet eens van kende. Het is een stevig modelletje geworden in het zwart en rood (met een beetje grijs, zoals Kobe aan de telefoon met zijn oma aanvulde), en met konijntjes op. Hij is in elk geval apetrots, maar mag er nog niet op rijden voor zondag. Daarom ook nu nog geen trotse foto :-p

Daarna hebben we een tweede ontdekking gedaan (ik was er ooit gepasseerd maar had het niet goed kunnen bekijken): de max van een parkje met speeltuin aan de Gentseaardeweg. Het is op twee heuveltjes gebouwd, en omvat een hoop klim- en evenwichtstuigen, waar vooral Wolf nogal gek van was. Zodra mijn fiets gerepareerd is, gaan we er zeker nog naartoe fietsen, wie weet zelfs om te picknicken 🙂

parkje

(Tiens, het ziet er kleiner uit op de foto dan in het echt. Kobe raakte de linkse heuvel zelfs niet eens zonder hulp op, dat zegt toch al iets.)

EFTC

Ofte het Europees FigurentheaterCentrum. Dat is waar wij (de kinderen, mijn ma en ik) de snikhete namiddag hebben doorgebracht. Dat het heet ging zijn, dat wisten we op voorhand, gelukkig maar. Maar de Gentse Feesten kan je nu eenmaal niet verleggen, en als we dus iets wilden zien, dan moesten we de warmte maar trotseren.

Ik heb me geparkeerd op het Vanbeverenplein, en daar hebben we, tot vooral groot jolijt van Kobe, de tram genomen tot aan het Gravensteen. Vandaar is het maar een stap meer tot aan de Trommelstraat, waar het voornoemde EFTC gevestigd is. Ik had water mee, en wafeltjes, maar de Gentse Feesten blijven niet gratis als je de horeca niet steunt, en dus hebben we uiteraard ook ter plaatse drank en spijs gekocht.

Niet dat het EFTC gratis is: hier moet je betalen, terwijl je dezelfde voorstellingen ook gratis op diverse plaatsen in de stad kan zien. Maar hier zit je dan ook op een rustige binnenkoer, onder grote parasols, en heb je gegarandeerd een stoel.

Over de voorstellingen zelf kan ik vrij kort zijn: je kan het ganse verslag van Veerle met foto’s van Max Van Hemel nalezen op – uiteraard – Gentblogt, en wel hier. De eerste voorstelling was een circus, en vrij onderhoudend. Kobe heeft in elk geval goed gelachen, al had hij echt last van de warmte, en zou hij liefst van al in zijn bedje geslapen hebben.

De tweede voorstelling was helaas niks voor ons. Ik ken het Gilgameshepos, en ik moet toegeven, de Irakese acteur deed dat knap en in vlekkeloos Frans, maar… Het was verteltheater, waarbij hij maskers gebruikte om de verschillende personages uit te beelden, maar geen poppentheater. Op zich wellicht een knappe voorstelling, maar hoegenaamd niet geschikt voor het EFTC, laat staan voor Vlaamse kinderen.

Omdat die zich verveelden, zijn we gaan rondlopen, hebben even staan kijken bij een goochelaar, en hebben ons gewoon een weg door het volk gebaand. Tegen 17.15u waren we terug in het EFTC voor de volgende, lange voorstelling. Blijkbaar ging het om het eindwerk van een groep jonge, internationale poppenspelers; maar ik heb me in alle ernst de vraag gesteld of ze er hiermee werkelijk door waren. Het was bizar, niet te volgen, en soms ronduit psychedelisch. Ok, het moet een droomwereld voorstellen, maar dan graag eentje met toch ietsje van logica? Wij zaten met een aantal te kijken met open mond, met een heel erg groot WTF-gehalte. De kinderen waren echter gefascineerd, en Wolf heeft blijkbaar zelfs het hele verhaal uitgelegd aan Max, de fotograaf. Persoonlijk denk ik dat de spelers behoorlijk wat gesnoven hadden toen ze de voorstelling samenstelden. Tsja…

En toen was Kobe helemaal steendood, en heb ik ze thuis een boterham gegeven, even goed afgespoeld onder de douche, en in bed gestoken. Het was meteen stil.

Tiens tiens.

Gentse Feesten

Vandaag moest ik om 13.20u bij de gynaecoloog zijn – alles is trouwens in orde, dank u – en daarna wilde ik met de kinderen naar de Gentse Feesten. Het feit dat de dokter net een bevalling moest doen, en dus een uur vertraging had, dat namen we er maar bij. De jongens hebben zich voorbeeldig gedragen, en rustig en stil zitten spelen in de wachtkamer.

Daardoor waren we pas ietsje na drie op Barts parkeerplaats in ’t stad. Toch gemakkelijk, zo’n eigen plaatsje vlak in het centrum: ik ga dat missen, wanneer het kantoor verhuisd is. Soit, ik dwaal af: we namen de buggy, de nodige flesjes water en dergelijke, en begaven ons doorheen de Veldstraat. Omdat ze zo braaf waren geweest, had ik de kinderen een ijsje beloofd, en waar beter dan bij de Australian Ice Cream? Wolf nam aardbeien, en die was nogal zoet. Hij had er dan ook vrij snel genoeg van, en heeft dan gewisseld met mijn Butterscotch. Kobe kreeg een gigantische bol kokosnootijs in handen, en gaf geen krimp: zonder veel commentaar of poeha verdween het ijsje langzaam maar zeker :-p Als het ook maar eten is, bij dat kind :-p

We waren net op tijd op de Korenmarkt om daar een paar rare vogels te zien passeren, en daarna hebben we even gewacht om de puppetbuskervoorstelling te zien van Garin-Trousseboeuf met Le Castelet de Josette. Het was helaas in het Frans, maar doordat de geanimeerde zandzakjes (ongelofelijk knap in al hun eenvoud) bijzonder sterk visueel bezig waren, gaf dat eigenlijk niet voor de kinderen. Die hadden meer last van de warmte dan van het Frans. Ook de zonnecrème die Max (een van Gentblogts hoffotografen) uitleende, was zeer welkom.

20100720_josette1_sm

Daarna heb ik even getwijfeld, maar zijn we toch nog gebleven voor de volgende voorstelling, en dat was pas echt een schot in de roos. Cie La Mallette met Il est une fois… bracht een quasi woordenloos, maar zowel auditief als visueel sterk verhaal over een wolf. Die wil perse een schaapje als avondmaal, maar raakt maar niet voorbij de alerte herder. Als hij op een bepaald moment zijn poot bezeert en die in het verband stopt, maakt hij er een schaapje van. De honger wordt hem te sterk, en in al zijn miserie hakt hij zijn eigen poot af, in de waan dat het een echt schaap is. Groot is dan ook zijn verbazing als het beestje echt tot leven komt, en nogal psychopathisch blijkt te zijn.

20100720_malette8_sm
Wolf kon het verhaal detail per detail navertellen, Kobe was ongelofelijk onder  de indruk, en bij momenten gewoon bang van de wolf.

We waren er niet alleen: ook San (van Gentblogt) was er met haar vier kinderen, samen met de fotograaf Max, en die hebben dan ook een mooi verslag geschreven, wat u alhier kan lezen en fotografisch kan bewonderen. Beide fotootjes hier zijn dan ook van Max Van Hemel, en kan u in het groot zien op Gentblogt.

Daarna zijn we naar huis teruggekeerd: vooral Kobe was doodop van de emoties en de warmte.Verder dan de Korenmarkt zijn we dus niet geraakt, en eigenlijk hoefde dat niet ook.

Neptunus

Voor de Gentenaars onder u die het Gentse openluchtzwembad Neptunus nog niet kennen: shame on you!

Voor ons is het bijzonder praktisch, het ligt op amper een kilometer van hier. Omdat ze ons zowat de warmste dag van het jaar voorspelden, leek het me wel wat. Oorspronkelijk ging ik met ons ma en de kinderen naar de Blaarmeersen gaan, maar zij zit met een wondje aan haar scheenbeen dat maar niet wil genezen en ontstoken is, en ze gaat dus liever niet in het water. Volkomen begrijpelijk, overigens. De Blaarmeersen zag ik niet zitten met de kinderen op mijn eentje, maar het zwembad hier wel, omdat er ook kleedhokjes en zo zijn, en ik vooral op een paar minuten weer thuis sta. Ik belde even naar mijn ma, en zij had eigenlijk wel zin om mee te gaan, en mijn pa ook, maar dan ietsje later, als de ergste hitte voorbij was.

Zo kwamen we netjes tegen tien over vijf aan aan het zwembad, en ik had de indruk dat het maar goed ook was, dat we zo laat waren: er gingen ganse drommen mensen naar huis, en nóg was het er behoorlijk druk.

We zochten een plekje niet ver van het kinderzwembad, en ik begon te smeren. Zodra de kinderen klaar waren, zei ik dat ze al naar het water mochten, verwachtende dat ze naar de ondiepe kant zouden gaan, en oma en opa dat in de gaten zouden houden. Zelf begon ik mijn armen en schouders ook wat in te smeren. Een paar seconden later hoorde ik Wolf roepen, en ik rukte me om: de kinderen waren meteen van de glijbaan gegaan, waar Kobe net niet meer kon staan, en die was dus kopje onder. Ik heb alles laten vallen (letterlijk, merkte ik later) en ben naar het water gespurt, waar Wolf zijn broer al boven water had gevist. Kobe was verschoten en nogal aan het sputteren, maar er was geen enkel probleem, en een paar tellen later zat hij met oma in het ondiepe te spelen. Mijn hart!

Al bij al is het een hele fijne namiddag geworden, met enthousiaste kinderen, een opa die vrolijk heeft meegezwommen en gespeeld, en een oma die het toch niet kon laten om geregeld het water in te gaan. En ik, ik heb genoten van het gezelschap en de verkoeling van het water.

Gentse les

Toen er een bericht verscheen destijds op Gentblogt dat er een reeks lessen Gents werd georganiseerd, konden we er met drie niet snel genoeg bij zijn. Letterlijk dan wel, want de eerste reeks was dadelijk volzet. Wel kon Veerle ons inschrijven voor de tweede reeks, vanaf januari. Zeven lessen op maandag, om de veertien dagen, voor veertien euro, van half acht tot kwart over negen, gegeven door Freek Neirynck. Dik in orde!

En toen kwam de eerste les.

Mja. We kregen uitleg waarom er geen vaste schrijfwijze was voor het Gents, en dat iedereen maar moest zien op te schrijven op zijn eigen manier. Oei. We hoorden dat er verschillende types Gents waren, en dat je als ingeweken Gentenaar vaak nog de grootste Gentse woordenschat verzamelt. We luisterden vooral ook naar veel Gentse liedjes. Helaas werd daar niks mee gedaan: soms verstond je de helft niet, en dan moest je het maar vragen, zei hij. Alleen, als je het niet begrepen hebt, hoe kan je het dan vragen? Van liedjesteksten uitdelen op kopie had hij duidelijk nog nooit gehoord, daar zouden we wat aan gehad hebben. Ook de pauze van een kwartier was er wat veel aan: hij had daar als roker misschien wel behoefte aan, maar de cursisten duidelijk niet (de meesten bleven dan ook in het lokaal). Iedereen moest zich ook voorstellen in het Gents. Euhm? Is het niet de bedoeling om het eerst te leren, en dan pas te spreken? Soit, het ging voor sommigen goed, voor anderen beter…
Er volgde wel nog een reeks gedicteerde woordenschat en uitdrukking, jammer genoeg het enige echt bruikbare uit de les.

We gingen alledrie buiten met een gemengd gevoel. Mja. Volgende keer beter zeker?

Alleen herhaalde het lesstramien zich keer op keer. Er kwam af en toe een spreker in het Gents, de voertaal was uiteraard continu Gents zodat je de klanken oppikte, maar de talloze liedjes bleven onbegrijpbaar. Freek gaf ons wel huiswerk, en spendeerde zo bv. twintig minuten aan het dicteren van een Nederlandse tekst, die wij dan thuis moesten vertalen naar het Gents. Kopietje, iemand?

Zo merkte ik dat mijn enthousiasme wegebde. Ja, ik leerde wel bij, en dat vond ik wel leuk, maar dat had ik op een kwartier ook kunnen leren, zonder dat ik daarvoor bijna twee uur en een babysit moest voorzien. Ik miste een les omdat ik ziek was, en bleek het niet eens jammer te vinden. Helaas mag je maar één les missen om je ‘diplom’ te krijgen, en dat oudercontact op maandagavond was er dus te veel aan. En dus heb ik de laatste les ook maar meteen overgeslagen. We hadden wel een opstel moeten schrijven in het Gents, maar wist ik veel… Ik kan wel wat Gents, maar zoveel had ik nu ook weer niet bijgeleerd.

Conclusie? Een sympathieke Gentenaar met uitstraling heeft daarom nog niet meteen pedagogische kwaliteiten. Freek kan misschien prachtig Gents, maar als leraar heeft hij me zwaar geërgerd (wellicht ook omdat ik zelf leraar ben). Je moet ook niet aan de cursus beginnen als je nog totaal geen Gents kan, want er wordt duidelijk een basiskennis verwacht.

Jammer, een gemiste kans, vind ik.

Fietsregistratie Wondelgem

Wie geregeld met de fiets in Gent rondrijdt, weet het al langer: een ongelofelijk stevig fietsslot is een must, want wie zijn fiets even onbeheerd en niet op slot achterlaat, is hem gegarandeerd kwijt. Is het niet voor langdurig gebruik, dan is het iemand die snel ergens wil zijn, en daarna je geliefkoosde stalen ros gewoon ergens achterlaat.

Voor dat laatste zijn er natuurlijk de fietsregistraties: de politie van Stad Gent graveert, in samenwerking met de Dienst Mobiliteit, gratis en voor niks je rijksregisternummer in het frame van je fiets, zodat die ten allen tijde kan terugbezorgd worden, en er eigenlijk nooit discussie is over de feitelijke eigenaar.

Morgen (woensdag 17 maart) kan je daarvoor terecht op de parking van de Delhaize in de Botestraat in Wondelgem, tussen 13.00 en 15.00 uur. Het enige wat je moet meebrengen, is je fiets (duh) en je identiteitskaart.

Meer informatie over de fietsregistratie is te vinden op de website www.politiegent.be (in de rubriek ‘vraag & antwoord’) of door te telefoneren naar het Commissariaat Wondelgem op 09 266 64 08.

Men belooft mooi weer voor morgen, dus je hebt geen excuus, ook al woon je in het centrum van Gent, om even tot in Wondelgem te fietsen.

Doen!

Hulp gevraagd

Lieve lezertjes,

ik vraag jullie hulp niet vaak, maar dit ligt me wel bijzonder nauw aan het hart: mijn allerliefste Bart dingt mee naar de titel van “De Gentse ondernemer”. Als je dit blog een beetje volgt, weet je dat hij een echte ondernemer is, en dat we allebei Gent bijzonder hoog in het hart dragen.

Daarom: kan je even stemmen op hem? Want een deel van de punten worden bepaald door het publiek. En dat zijn jullie, uiteraard.

Dit is trouwens hoe Bart het zelf verwoordt op zijn website Ondernemer in Gent

Ik schrijf hier ondertussen iets meer dan 4 jaar mijn gedachten neer op dit blog, Ondernemer in Gent.

De eerste blogpost vind je hier terug: Verhuis naar Gent! Vol enthousiasme schreef ik toen mijn plannen neer – weg uit de zolderkamer in Wondelgem, naar het centrum van de stad; weg van het ‘bijberoep’ statuut, naar full-time ondernemen.
Dat zijn ondertussen (naast een aantal andere persoonlijke stokpaardjes) de twee rode draden doorheen dit blog geworden, zoals de titel het al aangeeft: ondernemen, en Gent.
Nu zoekt de stad Gent ambassadeurs, om zowel dat ondernemerschap als de liefde voor Gent uit te dragen.
Uiteraard voelde ik me onmiddellijk geroepen. Wie me op Twitter volgt, of mijn presentaties een beetje in de gaten houdt, weet dat ik geen gelegenheid ongebruikt laat om mijn passie voor zowel ondernemen als mijn stad uit te dragen.
Ik wist dan ook de jury te overtuigen: niet alleen van mijn passie, maar ook van het feit dat ik samen met mijn compagnon Dirk op vier jaar tijd Netlash uitgebouwd heb van ‘2 man op een zolderkamer’ naar een bloeiend en nog steeds groeiend bedrijf van 18 mensen.
Maar nu heb ik jullie hulp nodig.
De jury nomineerde me bij de laatste 3 in de categorie ’technologie’. Nu is het aan het publiek om te stemmen.
Ik blijf mijn ‘goesting’ voor ondernemen en mijn ‘goesting’ in Gent verder uitdragen. Maar ik wil dit ook formeel samen met de stad Gent doen.
Kunnen jullie me helpen? Stem voor Bart De Waele op www.gentseondernemer.be.
Bedankt!
(Oh, en terwijl jullie toch stemmen, kleur ook eens een bolletje bij deze sympathieke medekandidaten: Jeroen De Wit, RGBScape (categorie Studentondernemer) en Bjorn Accoe, Idee Fiks (categorie Creatieve Ondernemer). Ze verdienen het.)

Gentblogt viert feest

Sinds een goeie maand of zo zit ik in de redactie van Gent Blogt, het stadsblog van de mooiste stad van Vlaanderen.

En daarom kan u me vanavond normalerwijs (ik ben niet de meest sociale persoon ter wereld) op het verjaardagsfeestje vinden. Kom gerust hallo zeggen. Maar zorg eigenlijk gewoon dat u er bent, en ik trakteer u op een drankje.

gb

Korenlei Twee

Een paar weken geleden hadden Bart en ik onverwacht een avondje zonder de kinderen (lang leve oma), en dan gaan we graag – als echte Bourgondische Vlamingen – iets eten.

Omdat het al eventjes geleden was, wilden we er meteen wel iets meer dan ‘iets’ van maken, en werd het een van Gents betere restaurants, of dat hadden we ons toch laten vertellen.

De Korenlei kan in elk geval wel tellen als locatie natuurlijk, al ligt dit restaurant eigenlijk in het verlengde van de brug, en loop je er dus gewoon binnen als je de Korenlei afloopt. Je kan er terecht voor lunch, diner, maar er is ook een terras voorzien, en een ruimte voor grotere groepen. Eigenlijk is het gewoon een groot herenhuis, waarbij de keuken blijkbaar in de kelder is gelegen, en de eetruimte bestaat uit de verschillende kamers die in elkaar overlopen.

Onze eerste indruk was: gezellig, maar druk. Het restaurant zat goed vol, en we kregen een tafeltje in een van de achterste kamers. Quasi onmiddellijk werd de kaart gebracht, en nam men de drankjes op.
Het menu van 50 euro (zonder wijnen, 63 euro met) zag er heerlijk uit, maar eigenlijk zagen bepaalde gerechten van de kaart er nóg aanlokkelijker uit, zodat we à la carte bestelden.
Mijn wederhelft bestelde meteen een karaf rode wijn (15 euro) als opener, ik hield het bij een glas versgeperst fruitsap (4 euro). Beide kwamen er gezwind aan, vergezeld van een paar knap gepresenteerde voorafjes.

Intussen werd wel duidelijk dat de tafeltjes écht wel dicht bij elkaar staan. De tafel naast ons voerde een geanimeerd businessgesprek, en we konden het niet alleen woord voor woord verstaan, het overstemde bij momenten ons eigen gesprek. Ik begrijp de behoefte om zoveel mogelijk volk in je restaurant kwijt te kunnen, maar dan boet je wel aan comfort in, en dat is jammer.

Want het eten was ronduit heerlijk: verfijnd van smaak, goeie porties, en heel mooi gepresenteerd. Als voorgerecht had ik geopteerd voor een klassieker: door de chef bereide terrine van ganzenlever, witloofslaatje met appel, gekarameliseerde nootjes, briochetoast en hazelnootdressing (23,50 euro). Mijn liefste had de carpaccio van hert met witte truffelolie, zalfje van pompoen, ruccola en crumble van sjalot van het suggestiebord gekozen, en had daar geen moment spijt van (19,90 euro).

Ondanks de drukte (die trouwens, door de verschillende kamers, eigenlijk niet opviel) werden de gerechten in een optimaal tempo gebracht: net niet te snel, maar zeker ook niet te traag.

Een snel tussengerechtje van sorbet werd ons door de kok zelf gebracht, en met plezier verorberd.

Iets later werd ons dan het hoofdgerecht voorgeschoteld: kalfsniertjes met Gentse “Tierentijn”, jonge aardappeltjes en oesterzwam (24,00 €) voor mijn tafelgezelschap, hazenrug, ravioli gevuld met wilde champignons en bloedworst, gekarameliseerde appeltjes, chutney van vijgen en een wildsausje met speculooskruiden (31,00 €) voor mezelf. De niertjes kwamen in een stoofpotje, waaruit aan tafel een deel op een bord werd geschept, maar de rest netjes in het potje werd warmgehouden. De hazenrug was perfect rozig gebakken, en kwam met een heerlijke speculoossaus, die ik ongelofelijk graag zou namaken, om eerlijk te zijn.

Bart en ik zijn ervan overtuigd dat een goeie crème brûlée de lakmoesproef is voor een restaurant, en die proef wilden we hier wel eens ondergaan. 8,50 euro is niet goedkoop, maar Korenlei Twee doorstond de test met vlag en wimpel.

Koffie hoefde niet meer, zodat we, met een fles spuitwater van 6,50 euro, afklokten op 140,90 euro voor ons tweetjes. Niet goedkoop, maar zijn geld zeker waard.

Alleen volgde toen een domper op een verder zeer aangename avond: na het dessert vroegen we de rekening, en die liet toch wel meer dan 20 minuten op zich wachten. Als je je al hebt ingesteld op je vertrek, is dat lang. We zagen ook een heel tijdje niemand meer in ons deeltje van het restaurant, en dat geeft een spijtig, frustrerend gevoel.

Onze conclusie? Een dikke aanrader qua eten, maar de omkadering kan iets beter. En net dàt maakt het verschil tussen een gewoon goed restaurant, en een sterrenrestaurant. Jammer, eigenlijk.

Korenlei Twee
9000 Gent
09/224.00.73
Open van 12u tot 14.30u en 18u-23u, gesloten op zondag en maandag.
http://www.korenleitwee.be

(Dit bericht is eerder al verschenen op Gent Blogt)