Izy

Bart heeft enkele jaren geleden geïnvesteerd in Izy, een koffiehuis dat intussen is uitgegroeid tot een reeks koffiehuizen. De naam komt van Izegem, want de oprichter begon met een rijdende koffiebar ginder onder een brug. Intussen zijn het bijzonder hippe adresjes in de meeste Vlaamse steden – 13 vestigingen intussen – met twee adressen in Gent: eentje op de hoek van de Plateaustraat, waar vroeger de Illy koffie zat, en eentje op de hoek van de Groentemarkt en de Lange Munt. En hip als in: geen koemelk, alleen plantaardig; alle rare soorten koffie, zoals onder andere Pumpkin Spice Latte; en verdomd duur. Zo’n PSL kost maar liefst 7 euro, een gewone latte macchiato 5 euro. Maar je hebt er wel een zeer fijne locatie voor, en het is er goed zitten, heb ik vandaag ontdekt.

Ik blijf standaard in de Labath zitten, mijn vaste stekje als ik op Merel moet wachten. Maar vorig jaar was dat enkel op donderdag, tussen vijf en zes, want op woensdag had ze les van half vier tot zes, en dan is het wel al eens de moeite om terug naar huis te rijden. Ze had toneel op school tot drie uur: ik pikte haar daar op, zette haar af aan de Poel, reed naar huis, en ging haar weer ophalen om zes uur.

Dit jaar heeft ze ook op woensdag les van vijf tot zes, en op dat uur is het complete onzin om naar huis te rijden en terug, want dan ben ik amper een kwartiertje of zo thuis. Op woensdag ga ik nu dus in de Labath zitten, op donderdag heeft Bart als investeerder een Izy-kaart, waardoor je enkel op donderdag één koffie gratis krijgt. Ahaa! Perfect dus voor de blokfluitles. Ik spring ervoor even binnen in de Hema of de C&A of wat ik ook nodig heb, en ga dan een koffie drinken.

En dan raak je blijkbaar ook in gesprek met oudere, cello-spelende Amerikanen die in Gent in een herenhuis wonen maar de term niet kennen, en ook het woord gentry niet, wanneer je hen dat probeert uit te leggen.

Soit, die Izy, daar gaan ze me nog zien, denk ik dan.

Ontbijt – of noem het gerust brunch – in Cocotine

Merel en ik hebben afgesproken dat we elke vakantie gaan ontbijten. Ze vindt dat zalig om te doen, en het is ook wel een fijn momentje voor ons twee.

Ik vroeg even rond op Facebook voor fijne adresjes, kreeg tal van suggesties, en ging voor iets dat hier in de buurt lag – een vreemde locatie, maar bon – en dat er bijzonder rozig uitzag. Rozig uit te spreken op zijn Frans, welteverstaan.

En jawel, Cocotine stelde niet teleur: een heel licht en gezellig interieur, met veel blank hout – Ikea was duidelijk aanwezig – en oudroze, muntgroen en pastelblauw. Waar ik me wel blauw – en niet de pastelvorm – aan ergerde, was dat de menu enkel online te vinden was (wat me op zich niet zo erg stoorde) maar uitsluitend in het Engels. Merel kan nu wel goed Engels, maar wat moet een mens zich in hemelsnaam voorstellen bij een “beauty bowl”? Een schoonheidskommetje? Alsof overigens de meeste mensen het verschil kennen in het Engels tussen een strawberry, een raspberry, een blueberry of een elderberry. Ik hoorde dan ook een tante tegen haar nichtje vertalen en zeggen dat ze het ook niet wist. En dit voor een fijn plekje in de Gentse Meulestee, waar het uiteraard stikt van de Engelstalige mensen en de toeristen…

Maar bon, de ergernis was snel vergeten toen het ontbijt ook effectief op tafel verscheen. Ik was gegaan voor een ‘beauty bowl’, ’t is te zeggen een grote kom met yoghurt, granola en stapels vers fruit van alle mogelijke soorten. Bijzonder lekker, bijzonder instagramwaardig en daarom ook voorzien van een kartonnen kaartje voor ’the gram’. Merel had datzelfde genomen, maar ook nog pancakes besteld. Ik had daar toen al mijn twijfels bij, maar bon.

Oh, en de koffie? Voorzien van goudfoliesnippers op het melkschuim, en een bloemetje: zowaar de mooiste koffie die ik al ooit gehad heb.

En toen hadden we eigenlijk feitelijk allebei al meer dan genoeg, en kwamen de sojapancakes – een gewone versie is er blijkbaar niet – nog op tafel: twee grote exemplaren die we met moeite opkregen en die op zich al voldoende zijn als ontbijt.

Niet meteen de Amerikaanse fluffy pancakes maar iets brodiger en ook echt wel lekker. En eigenlijk dus ook veel te veel.

Ik heb ’s middags niet meer gegeten, Merel heeft de overschot van haar beauty bowl meegekregen in een potje en heeft dat opgegeten als middagmaal. Dat zegt genoeg over de porties.

Voor de goedkoop moet ge het niet doen, maar als ge er een middagmaal mee uitspaart, is het zeker zijn prijs waard. En ja, het is superverzorgd, in een heel mooi kader, met aandacht voor het visuele.

Nu nog een deftige Nederlandse vertaling van hun menu, en ik ben helemaal tevreden. En ja, we komen nog wel terug.

 

Zaz op Gent Jazz

Bart heeft me afgelopen winter Zaz leren kennen: een Franse chanteuse met zowel heel erg vrolijke uptempo liedjes als ingetogen songs. Vaak zijn ze swingend, jazzy, maar soms hoor je er ook gewoon onmiddellijk Piaf in. Heel Frans dus.

Als verrassing voor onze trouwverjaardag kocht hij meteen vier VIP-tickets voor haar optreden op Gent Jazz, met daarvoor Isolde Lasoen en Hooverphonic. We vroegen Gwen en Erik mee, op het moment dat Gwen me voorstelde om samen naar Zaz te gaan: ik was het hen gewoon vergeten vragen!

Enfin, wij tegen zes uur de fiets op en al een aperitiefje op het terras ginder op Gent Jazz, tegen zeven uur kwamen ook Gwen en Erik toe. Isolde Lasoen hoefde ik niet meteen te zien: fijne soundscapes, dat wel, maar verder niet mijn ding. We kletsten, aten, gingen naar Hooverphonic kijken en waren onder de indruk van zo veel podiumprésence, zo veel stem. En het blijven goeie songs ook. Geef me toch maar Geike Arnaert ipv een van die jonge meisjes…

En toen was er dessert, en toen was er vooral ook Zaz. Beneden stond het stampvol, wij zaten gelukkig op de eerste rij van de tribune en zagen alles perfect.

En Zaz? Het mens is 43, ik weet niet wat ze gesnoven had, maar ze was meer dan hyperactief. Eigenlijk zelfs bijna storend actief: zelfs bij een rustig nummer, wanneer het dan even instrumentaal was, stond ze te springen. Maar verder? Niks op aan te merken: wat een stem! Wat een présence! Wat een songs! Ze had zelfs de moeite gedaan om een tekstje te laten vertalen in het Nederlands en dat dan aandoenlijk voor te lezen. En dan was ze bijzonder opgetogen om te horen dat we eigenlijk zo goed als allemaal Frans begrepen. Al moet ik toegeven dat ik dat bijzonder radde Frans van haar niet altijd volledig mee had…
Wat me wel stoorde – en blijkbaar Bart ook – was dat ze voortdurend aan haar oortjes zat te prutsen. Ofwel was er echt iets mis met de techniek, ofwel is het een tic van haar. Maar ik had echt zin om te roepen: “Mens, pauzeer dan even uw concert en laat naar die dingen kijken!”

Oh, en moet dat echt zo vreselijk luid? Ik had oordopjes in – niet mijn goeie, ik was ze vergeten – zat op een behoorlijke afstand van het podium en het was nog te luid. Serieus!

In elk geval was het een bijzonder aangename avond aan de zijde van de man met wie ik 27 geleden getrouwd ben, én mijn getuige en haar echtgenoot, met wie we 27 jaar geleden samen op het vliegtuig richting Spanje gestapt zijn.
Lange vriendschappen zijn de mooiste…

Fourchette

Bart had een verrassing in mijn agenda gezet, maar hij weet dat ik niet van complete verrassingen houdt, en dus wist ik dat we gingen eten in de Loods 21, de nog compleet open loods naast zijn vroegere kantoorgebouw.

Het concept was me snel duidelijk, net als het beoogde publiek: de typische Gentse bohemien chic. Op voorhand moest je je keuze maken voor een bepaalde menu waarbij elk gerecht werd gemaakt door een topchef. Bart koos het menu waarvan we nog de minste restaurants kenden, en daarvoor kregen we een soortement boekje als een kleurenwaaier, met afscheurbare strookjes waarvoor je telkens een gerecht kon halen. Je kon de volgorde en de timing dus perfect zelf bepalen.

De locatie was al bij al vrij koud en ik was blij dat ik een vestje aanhad, maar dat kon niemand de organisatie kwalijk nemen: de oorspronkelijke locatie was in Sint-Amandsberg, maar die was twee weken geleden afgekeurd door de brandweer. Chapeau dat ze nog zo snel een alternatief hebben gevonden!

En het eten? Goh… Zeker niet slecht, maar ook niet indrukwekkend. Dat kan eigenlijk ook niet, aangezien ze voor enkele honderden mensen moesten koken.

Het was wel weer een ervaring, maar als we dit herhalen, zal het met vrienden zijn, want daarvoor is het perfect geschikt.

Fietstochtje door Gent

Een heerlijke zonnige zondag, ons pa die ziek is en dus niet komt, en een reeks geocaches die onderhoud nodig hebben = een fietstochtje in Gent.

Eerst keek ik enkele caches na die niet gevonden waren, maar die wel nog netjes op hun plaats zaten. En toen kwam ik in Gent centrum waar ik enkele labcaches van de Kabouterreeks wilde doen. Man, wat was dat zeg!

Ik geef toe, het is een lang weekend en dus morgen ook nog een vrije dag, en het is schoon weer, maar het was in het centrum echt over de koppen lopen! Ik denk dat ik mijn fietsbel een keer of honderd heb gebruikt, want volgens toeristen is de omgeving van het Gravensteen, de Kraanlei en de volledige Vrijdagmarkt ook allemaal verkeersvrij gebied. Hier en daar ben ik ook gewoon afgestapt en ben ik te voet gegaan, want dat was een pak veiliger. Serieus, het was gewoon niet meer leuk.

De caches daarentegen werden vlotjes gevonden, al dan niet met een filmpje erbij, en de volle logrolletjes van mijn eigen caches werden fluks vervangen.

Gent is daarbij ook echt wel een fietsstad geworden – behalve dan het overvolle centrum – want overal waar ik kwam, vooral dan langs het Westerspoorringpad, reed het vol met vrolijke fietsers. Aan het Blauw Brugje stond ik zowaar als fietser drie – 3! – keer voor het licht omdat er zo veel fietsers aan het aanschuiven waren. Heerlijk…