Onze Cthulhucampagne gaat door bij de Dungeon Master in de buurt van het station, in een appartementsblok uit begin vorige eeuw. Er zijn in bijvoorbeeld de traphal nog verschillende art nouveau-elementen te bespeuren, verschillende huizen in de buurt zijn zelfs volledig in die stijl.
Nu moest hij een van ons nog iets meegeven dat in zijn kelder stond, en liet hij terloops, langs zijn neus weg, vallen dat er een halve bunker onder het gebouw zat, een echte schuilkelder uit de wereldoorlogen. Dat moest hij geen twee keer zeggen natuurlijk: wij met zijn allen de kelder in!
En ja, die kelder wordt nog steeds onderhouden: proper, droog, met extra verstevigingen bij de deur en de luiken, met ijzeren balken en al. De max, gewoon! Kijk zelf:
Omdat ons pa vrijdag in het ziekenhuis was opgenomen, wilde ik zaterdag toch ook nog even langsgaan om te gaan luisteren hoe het ermee was.
Om een of andere reden kreeg ik mezelf pas tegen een uur of vier uit mijn zetel, maar ik wilde met de fiets gaan omdat ik dan onderweg al mijn caches even kon nakijken en in orde zetten. En ja, dat duurt toch altijd langer dan ik inschat, zeker als ik er enkele moet vervangen. Maar ik genoot van het tochtje en stak zowaar nog enkele nieuwe weg, als verlenging van het bestaande rondje.
Ik was dan ook nét iets later thuis dan gepland, zo’n half negen in plaats van half zeven, maar ik had er ongelofelijk veel deugd van gehad, én ik was ook echt lang blijven kletsen bij ons pa.
Die krijgt nu baxtervoeding en begint zich beter te voelen, maar eten lukt aan geen kanten.
Kobe wilde vandaag oefenen met zijn maten voor de proclamatie: ze brengen een nummer van Nirvana, en Kobe speelt basgitaar. Alleen: Alec woont in Drongen en dat is nogal ver om te fietsen met een zware basgitaar op je rug. Aangezien het voor een keertje stralend weer was en er een goeie reeks geocaches daar in de buurt ligt, wilde ik Kobe wel brengen, als hij mijn fiets op de drager wilde zetten.
En dus ging ik vrolijk fietsen en geocachen, terwijl er vlijtig geoefend werd. Man, ik heb ervan genoten! Prachtige plekjes daar langs de Leie, en dan vooral het veer in Baarle.
Toen ik een berichtje kreeg van Kobe, ben ik hem weer gaan ophalen en het klinkt eigenlijk al behoorlijk goed.
Maar het is dus goed toeven daar in Baarle, geloof me.
Bart had via een vriendin die blijkbaar toch niet kon gaan, tickets gekregen voor de namiddagvoorstelling van Het Zwanenmeer in de Capitole. Omdat ik wel hou van ballet en deze klassieker nog nooit had gezien, zei ik niet nee, natuurlijk.
De Capitole is eigenlijk geen ideale zaal: omdat ze beschermd is, mag er ook binnenin niks veranderd worden, maar… de stoelen staan gewoon plat en vooral ook niet geschrankt maar gewoon recht achter elkaar, zodat je niet altijd alles kan zien. Voor een concert is dat niet zo problematisch, bij een ballet ligt dat wat moeilijker. Dat hoorden we ook meer dan uitgebreid door de commentaren van de zes zestigers achter ons, die eigenlijk niks anders gedaan hebben dan geklaagd. Tsja, als je dichter wil zitten, moet je betere kaarten kopen, toch? Maar ik zat aan de middengang en zag dus prima.
En het stuk zelf? Ach ja, bijzonder klassiek ballet dus, goed geënsceneerd, degelijke vertolking, maar niet iets waarvan je ‘wow’ zegt. Ik kreeg er geen kippenvel van, terwijl dat ik dat soms wel heb, ja.
Blij dat ik het gezien heb, maar ik heb het dan ook gezien.
Toen Wolf enkele maanden geleden af kwam met het feit dat hij de marathon ging lopen, schudde ik ongelovig mijn hoofd. Het idee alleen al! Maar blijkbaar zou hij hem lopen samen met Tiemen – diens moeder had hen uitgedaagd – Arend-Jan en Toon. Van die laatste wist ik al dat hij dat uiteindelijk niet zou doen, en Arend-Jan is vorige week stevig gevallen met de fiets en was geblesseerd. Ook voor Wolf was het nog onzeker: in december waren we naar de orthopedist gegaan omdat Wolfs heup pijn deed bij het lopen, en hij had toen steunzolen gekregen. Alleen zorgden die bij de training voor nog meer problemen, zodat hij die op aanraden van zijn kinesist nog even achterwege liet. Het resultaat was namelijk dat zijn ene voet echt wel veel pijn begon te doen, zodat hij een tijdje zelfs moeten stoppen is met lopen.
Maar vandaag, vandaag stond hij er. Snipverkouden, dat wel, maar verder topfit, en met een haalbare voet, kuit en heup, zei hij. Hij had wel nog nooit meer dan 20 kilometer gelopen, maar dat is een zaak van mind over matter, verklaarde hij, en hij is koppig genoeg. Van wie zou hij dat hebben, hmm?
Enfin, Bart bracht hem naar zijn kot, en vandaar ging hij met de fiets naar de start. 15.000 lopers, je kon niet in de buurt komen met een auto, vandaar.
Bart en Merel gingen hem een eerste keer aanmoedigen aan frituur Lily, op de Vlaamse Kaai. Ik was niet mee, ik ging intussen opa ophalen.
Na het middageten reden we – Merel, opa, Bart en ik – naar Barts kantoor aan de Foreestelaan. De marathon passeerde namelijk langs de Moutstraat, een vijftigtal meter verder. We parkeerden, deden opa een klein eindje wandelen, en Bart nam twee plooistoelen mee uit het kantoor.
Ik vond dat Wolf er nog redelijk fris uitzag, maar hij vertelde achteraf dat hij al rond kilometer 13 pijn begon te krijgen in heup en onderrug, en dat hij meermaals aan opgeven had gedacht. Maar daar was hij te koppig voor, en zijn supporters hielpen ook wel: Arwen stond hem samen met Elin op een viertal plaatsen op te wachten, en ook zijn maten stonden diverse keren op het parcours. Aan de eindmeet stond er zelfs een man of tien hen op te wachten.
In totaal deed hij er 4.15 uur over, Tiemen klokte af op 3.26 uur. Chapeau. Ze zijn nog met zijn allen naar de McDonalds gegaan en rond vijf uur ben ik hem gaan ophalen. Hij was stikkapot, alles deed pijn, maar trots!
Is het voor herhaling vatbaar? Niet echt, vond hij: apesaai. Tiemen is overigens dezelfde mening toegedaan. Maar ze hebben nu wel bewezen dat ze het kunnen, dat ze er staan. Ik kan alleen maar bewondering tonen.