Een nieuwe traditie?

Vorige week ging ik lunchen met Véronique op donderdag, en dat was ons beiden zo goed bevallen dat we dat deze week gewoon herhaalden.

Waar we vorige week in het STAM zaten, gingen we nu naar het KASK café, een voor mij nobele onbekende. Wel, het is me gigantisch goed meegevallen! Het aanbod is er vooral vegetarisch/veganistisch, maar je kan er evengoed lekker vlees krijgen, en dat voor zeer weinig geld. Je schuift gewoon aan aan de toog, bestelt wat je wil, betaalt, wacht even, en voilà.

Binnen is het ruim en licht, met veel hout, en buiten is er een zeer fijn, groot terras, waar het zalig zitten was. Het hipstergehalte is misschien vrij groot, maar wat had je anders verwacht van een kunsthogeschool?

En de prijzen? 5 euro voor een groot broodje, het kraantjeswater kregen we er gratis bij.

Achteraf lieten we ons ook nog een koffie en een royale portie tiramisu welgevallen, en we zagen dat het goed was! Yup, ik denk dat we hier nog terugkomen, ja.

Villa Ooievaar: de mosseleditie

Gelukkig is het niet allemaal kommer en kwel: Véronique kwam me gisteren ontvoeren om samen te gaan lunchen, en ik zag dat eigenlijk wel zitten. Het begint langzaamaan een beetje te beteren: ik kan stappen, ik kan de meeste bewegingen doen, ik kan zelfs zitten, maar werken zal er voorlopig niet inzitten. Vrijdagnamiddag afspraak bij de rugspecialist, op uitdrukkelijke vraag van mijn kinesist die me – letterlijk – al heel haar leven kent en dus ook vindt dat dit niet meer normaal is, dat het te lang duurt.

Maar Véro en ik reden dus naar de Villa Ooievaar, je weet wel, mijn vaste vrijdagse plekje om te lunchen. Ook zij komt er graag, ook al woont ze nu nogal wat verder.

Op hun facebookpagina hadden we gezien dat er mosselen waren voor de rappe – ze koken met voedseloverschotten – en we hadden geluk: er waren er nog! En toen ze ze voor onze neus kwamen zetten, keken Véro en ik even naar elkaar en schoten we in de lach: wat een porties zeg!

We zijn er vol goeie moed ingedoken, maar ik heb me toch moeten laten kennen: het was toch net iets te veel. En dan hebben we nog nauwelijks van de frietjes gegeten, of de béarnaisesaus. En dat allemaal voor tien euro per persoon!

We hadden oorspronkelijk nog aan een dessertje gedacht, maar dat was dus buiten die mosselen gerekend.

Enfin, voor wie Villa Ooievaar nog niet kent: op de baan tussen Mariakerke en Wondelgem, een aanrader. En ik denk dat ik er toch opnieuw elke vrijdag ga zitten, maar dan kwart over één. Wie zin heeft, mag altijd mee aanschuiven!

We’re on a boat!

Aangezien we niet echt een vakantie hebben deze zomer – we zijn in februari naar Djerba geweest – heeft Bart een paar kleinere dingen gepland, zoals Pairi Daiza een paar weken geleden, en zoals een boottochtje op de Leie vandaag. Ik heb getwijfeld of ik wel mee zou gaan, maar het is een boot voor tien man en we zijn met zes, ik ging ervan uit dat ik wel even ging kunnen liggen, en dat was ook zo, gelukkig maar.

Tegen half zes stonden we in Drongen aan de Leie en meldden ons aan. Het plan was om een uurtje te varen, dan te eten in de Halifax en dan terug te varen. Alleen… had Bart blijkbaar iets te snel gelezen en duurt de tocht naar de Halifax drie uren, niet drie uur in totaal met eten erbij. Euh… Gelukkig hadden de kinderen dat nog net op tijd gezien én was de Delhaize in Drongen open: Bart repte zich naar ginder – we vertrokken toch pas om zes uur – en haalde een ganse zak met hapjes en drankjes, slaatjes, dessertjes, the works. Zoals de kinderen achteraf verklaarden: eigenlijk was dat véél gezelliger dan op restaurant gaan.

Zelf hadden we van thuis al voor iedereen een drankje en een dekentje voorzien, en dat was blijkbaar geen luxe: het was niet koud, maar echt warm was het ook niet. Maar ik heb er wel intens van genoten, en vooral Bart strààlde toen hij daar aan het roer stond. De foto’s stralen dan ook diezelfde warmte uit.

Zelf heb ik nauwelijks aan het stuur gezeten, alleen eventjes overgenomen toen we iets te dicht bij de kant waren gevaren en vast zaten in de modder. Ach ja…

Tegen half negen waren we terug aan de steiger en hadden we eigenlijk nog een half uurtje over, maar de rug vond het meer dan welletjes en we zijn gestopt. Achteraf gezien jammer, want het beloofde een prachtige zonsondergang te zijn, maar ik was al blij dat ik mee was.

’t Is dan ver welletjes geweest he, met die rug…

Geocaching in Sint-Kruis-Winkel

Strikt genomen is het nog Gent, maar Sint-Kruis-Winkel is toch al gauw een dikke twintig minuten onderweg, zeker als je het veer neemt en dat net voor je neus wegvaart. Maar we waren absoluut niet haastig, mijn pa en ik, en we genoten van het tochtje.

In SKW parkeerden we ons aan de Moervaart en trokken het koppelingsgebied binnen om er een pracht van een wandeling te maken en ronduit knappe caches te vinden. We hebben vier caches gevonden vandaag, ik heb vier favorietpunten uitgedeeld, en normaal gezien ben ik daar niet zo scheutig mee.

Cache één was een eenvoudig doordenkertje, nummer twee was met een slot van een kluis en vroeg ook wel wat denkwerk. Ik had geluk dat mijn euro snel gevallen was.

Tegen dan waren we net geen kilometer ver en moest ons pa al even rusten: hij had geen evenwicht en haalde zwaar adem, al ontkende hij dat laatste ten stelligste. Toen ik hem zei dat we nog geen kilometer ver waren, geloofde hij me niet, maar zo’n geocache app liegt er niet om. Tsja.

Cache nummer drie was een pareltje dat ik eerder per toeval openkreeg, en die ik dan ook niet meer toekreeg tot ik effectief het mechanisme achterhaalde. Mooi mooi mooi!

En dan nam ons pa zijn pil van vier uur in, helaas zonder water, want dat had ik niet mee en daar had hij ook niet om gevraagd. Natuurlijk bleef ze in zijn keel steken, en dus gingen we op aanraden van andere wandelaars even verder tot aan een klein hoveke, waar drie mensen rustig op hun koerke zaten te kletsen. Ik vroeg om een glas water, en kreeg meteen de uitleg dat de eigenaar 95 was, daar ter plekke was geboren, nog steeds met de fiets reed en met de auto, en dat zijn vrouw 91 was en de zoon 71. Zeer sympathieke mensen, en ons pa knapte een pak op van dat glas water. Zozeer zelfs, dat hij niet meteen naar de auto terug wilde wandelen – we zaten intussen op anderhalve kilometer – maar nog langs een bospad tot aan de Moervaart, waar er nog twee caches lagen, wilde stappen. Dapper gingen we op weg, maar voor ik de volgende bankkaartcache oploste, heb ik hem toch voorzichtig gedumpt op een elektriekkastje, want hij was weer zwaar achter zijn adem aan het trekken. Wat geen waar was, volgens hem, maar bon.

Enfin, we wandelden terug naar onze auto, legden in totaal 2.8 kilometer af, en de laatste 300 meter zijn we om de 40 meter moeten stoppen, want het ging niet meer. Koppig, dat is hij wel, ik mocht de auto niet halen.

Ik denk dat ons pa vooral van zichzelf verschoten is: dat hij 2.5 kilometer niet meer kan wandelen zonder duizend keer te stoppen. Ik bedoel maar: we hebben er – met zoeken naar caches en al – drie uur over gedaan. En dan ging het nog niet op het einde.

Hij heeft me beloofd dat hij thuis vanaf nu elke dag – als het weer het toelaat – ging wandelen. Een klein tochtje maar, vanaf zijn deur via de Westeling langs de Adolf Lievensstraat en zo terug. Hij heeft zijn alarm aan, als er dus iets gebeurt, is er altijd snel iemand. Maar bon, dat heeft hij al ettelijke keren beloofd. Ik hoop dat hij nu voldoende geschrokken is van zichzelf om er ook echt iets aan te dóen deze keer. Want het zal alleen maar beteren als hij zelf begint te wandelen, iets wat al zijn dokters vragen, overigens.

Mja. ’t Is ne Rombaut, zeker?

Reparatietochtje

Morgenvroeg vertrekken we naar Bordeaux, en dus wilde ik eigenlijk nog graag al mijn caches in orde zetten. Sommige waren nogal lang verwaarloosd omdat ik er gewoon niet geraakte. Die in het park in Mariakerke had ik eerder deze week nog eens in orde gezet. Allemaal goed en wel, dat geocachen, maar daar kruipt wel werk in, en als niemand zelf caches zou leggen, zou er simpelweg niks te cachen vallen.

Ons pa en ik reden vanmiddag daarom eerst even tot aan de Gaardeniersbrug en voorzagen daar een nieuw exemplaar. Aansluitend waagde ik me in de Wondelgemstraat waar ik wonderwel een vrije parkeerplaats vond, en we samen fruit gingen inslaan. Ik vond er aardbeien voor 3 euro per kilo, nog genoeg, maar bon, en ons pa sponsorde want het was de bedoeling er confituur van te maken.

Daarna reden we verder richting ’t stad om aan de Oude Beestenmarkt de cache te vernieuwen. Ons pa keek zijn ogen uit naar de Scaldissluis en de kajakpassage en we wandelden ook verder langs de opengelegde Reep tot aan het standbeeld van Willem.

Daarna reden we nog even tot aan de Brusselsepoort om daar de sluis te bekijken en een nieuwe cache te hangen, en dat was dat.

Ons pa was blij dat we toch vertrokken waren, ook al regende het toen hij thuis wegreed en had hij gehoopt dat ik hem niet mee op sleeptouw zou nemen. Maar hij moet wandelen, hij moet bewegen, en dat doet hij thuis niet of nauwelijks, en dus verplicht ik hem. Stiekem denk ik dat hij het nog zo erg niet vindt ^^