Rondje Blaarmeersen met rugbymatch als dessertje

Deze namiddag moest Wolf om kwart voor twee aan de Blaarmeersen zijn: zijn eerste rugbymatch in, goh, jaren. Het was stralend weer, geen beetje koud, de match begon maar om drie uur: ideaal voor mij om even rond de vijver te wandelen en een cacheke aan de overkant te zoeken.

Wel, ik heb intens, maar intens genoten. De cache heb ik niet gevonden, maar ik ben wel lekker in een boom geklauterd en ik heb prachtige herfstfoto’s genomen.

Helemaal uitgewaaid was ik net op tijd voor de match. Ik was eigenlijk niet van plan te blijven, maar het was mooi om zien, het was heel erg lang geleden, en ik zat op mijn gemak. Wolf heeft enkel de laatste tien minuten gespeeld – hij was dan ook invaller, heeft nog niet echt veel getraind – maar kreeg wel complimenten van medespelers en trainer. Goed zo!

En toen ging ik nog even boodschappen doen in de Delhaize daar vlakbij, terwijl Wolf rustig kon douchen en nog iets drinken.

Best wel trots op mijn oudste.

Lights on Van Eyck

Bart weet waar hij me mee naartoe moet nemen. Hij krijgt als CEO namelijk alle mogelijke uitnodigingen, zoals pakweg de voetbal. Dat is aan mij niet besteed. Alle culturele evenementen daarentegen, daar mag hij me altijd voor uitnodigen. Soms valt dat al eens tegen, op andere momenten geniet ik met volle teugen, zoals hier of hier.

Vandaag waren we op uitnodiging van advocatenkantoor De Groot De Man in de Sint-Niklaaskerk voor een walking dinner en de show van Lights on Van Eyck, een projectie op het interieur van de kerk.

We deden aan netwerken, aten prima, kregen een deskundige uitleg van een Gentse gids en dan in twee delen de lichtshow. Deel een werkte vooral met grote beweegbare panelen op robotarmen, maar daar zag ik niet zo meteen de meerwaarde van de locatie: die werd amper gebruikt. In deel twee kwam dat meer tot uiting en werd er op het volledige interieur geprojecteerd. Knap, maar om eerlijk te zijn was ik niet zo onder de indruk. Ik mag dan misschien een snob zijn, maar als je Klimt gezien hebt in La Base Sous-Marine in Bordeaux, dan weet je pas goed wat zo’n projectie kan doen.

Al bij al een fijne avond, daar niet van, met vooral een gesprek met twee oudere zussen, kunstgericht, de ene een schilderes, de andere een advocate. Amusante conversatie, interessante dames.

 

En vooral: tegen tien uur waren we weer thuis ^^

Donderdagnamiddagen…

Elke donderdag heeft Merel blokfluitles in ’t stad, op de Poel. Meestal ga ik intussen gewoon koffie drinken in de Labath. Alleen is dit jaar haar les van kwart over vijf tot kwart over zes, en moet ik dus telkens ook een kwartiertje in de auto wachten omdat de Labath om zes uur sluit.

Soms ga ik ook gewoon de stad in om nog iets te zoeken of te kopen. Daar geniet ik eigenlijk ook behoorlijk van, al is het soms stressy om op tijd terug te zijn aan de school, want anders begint de dochter te panikeren als ze me niet vindt.

Maar elke keer weer moet ik over de Grasbrug, en elke keer weer geniet ik van het uitzicht.

En toen ik in het terugkeren passeerde aan het klaslokaal, stond het raam gewoon open – corona, weetuwel? – en kon ik binnenkijken hoe zij aan het spelen was, met Tomma op de clavecimbel als begeleiding.

Mooi, toch?

Nu dat weer?

Hmm. Ik had het al eerder deze week gevoeld: ik heb een blaas. Nu is het niet de bedoeling, dacht ik zo, dat je voelt dat je een blaas hebt, tenzij je heel dringend naar het toilet moet. Maar ik had zo’n licht zeurderig gevoel in mijn onderbuik. Even dacht ik aan een blaasontsteking, maar dat verwierp ik: uit vroegere ervaringen wist ik dat blaasontstekingen meestal gepaard gaan met het pissen van bloed en een heel erg pijnlijk, branderig gevoel bij het plassen. Oh, en een sterk verhoogde plasdrang. Quod non.

Vannacht werd ik wakker van de pijn in mijn rechternier. Oh? Ik kon nog moeilijk slapen, het ding deed echt wel vervelend. Dus trok ik tegen tien uur naar de dokter van wacht. Verdict: een zware blaasontsteking die al opklimt richting nieren.

Je moet dus geen bloed plassen om een ontsteking te hebben. En het bleek al een zware te zijn, eentje met slecht karakter. Daar zijn dus ook zware antibiotica tegen gegooid, kwestie van erger te voorkomen. Allez hup, dit kon er ook wel weer bij.

Wat wel verfrissend was: een dokter van wacht die me niet behandelt alsof ik gatachterlijk ben, maar het gewoon heeft over ontstekingswaarden en leukocyten en zo. En het in deftige termen uitlegde in plaats van kleutertaal. Fijne mens.
En ook: in wat een prachtig land leven wij, zeg? Ik kan in het weekend zomaar naar een dokter die me grondig onderzoekt, en ik betaal daar zes euro voor. 6 euro. Man man man.

Etentje met Gwen en Erik

De vorige keer dat ik iets ging drinken met Gwen stelden we vast dat het eigenlijk wel leuk zou zijn om nog eens samen iets te gaan eten met de mannen erbij. Datum vastgelegd, en dat was dat.

Enfin, dat was nog buiten een restaurant gerekend, want dat viel wat meer tegen. Uiteindelijk vond Gwen nog een tafeltje in Alain Provist in Sint-Amandsberg, vlak bij hen. Voor ons was het parkeren iets moeilijker, maar bon.

Het werd een gezellige avond met fijne gesprekken, af en toe een stevige discussie en vooral met het gevoel dat er mensen zijn die je al 30 jaar kent, met wie je een half leven hebt gedeeld, en dat je dat nog steeds bijzonder fijne mensen vindt.

Missie geslaagd.