Geocachen in Lochristi (deel 1)

Zondag nam ik ons pa nog eens mee op sleeptouw om te gaan cachen. Pro forma protesteerde hij nog wat, maar ik zag de lichtjes in zijn ogen, én hij had zijn pet en zijn sjaal meegebracht van thuis, eigenlijk had hij dus geen bezwaar.

Ja, het was fris en grijs buiten, en op het randje van regenen, maar we hebben er toch deugd van gehad. Cacher Francobello is bezig met een ganse reeks caches te leggen in Lochristi, 31 stuks tot zover, en wij deden er de eerste zes van. Allez ja, nr. 1 was al geen spek voor ons bek, want daar heb je een hengel voor nodig aangezien hij op een meter of 5 hoogte hangt, maar dat wisten we wel op voorhand.

We reden van de ene cache naar de andere en op het eind wandelden we gewoon een stuk langs een wegel naar de volgende cache. Gelukkig werden ze wel allemaal redelijk vlot gevonden.

Op de terugweg keken we nog even een van mijn caches na en bestudeerden we vooral een werfbord dat een mysterie bleef voor ons: moeten die putdeksels nu open of dicht? En hoe zit het met die werfhekkens?

Enfin, de koffie en de taart smaakten dubbel zo goed na onze wandeling!

Eerste prik voor Merel

Het was met een bang hartje – eentje dat duidelijk nogal snel klopte – dat Merel naast me in de auto richting vaccinatiecentrum zat. Spuitjes, nee, ze is er geen held in.

Ter plaatse zag ze de stroom kinderen die ernaartoe gingen en terugkwamen, en ja, ze leefden warempel nog allemaal. Ze kneep in mijn hand en stapte dapper verder. Aan de ingang stond een koppel tropenreizigers ons op te wachten met een antibacteriële gel, achter hen stond een heuse olifant en wat verderop lag een tijgerin met kittens. Ah bon? Jawel, de hal was omgetoverd tot een halve jungle, “Let it go” schalde door de boxen en Merel kreeg zelfs een potloodje en een tekenspelletje in de hand gedrukt. Intussen werd haar ID-kaart gescand en dergelijke, maar zelfs mijn zesdestudiejaartje was afgeleid, en dat was perfect, ze had het niet eens door. Helaas, op de evenwichtsbalk werd ze wel krokodillenvoer…

Een meer dan vriendelijke, zeer professionele dame stelde haar nog wat later op haar gemak, legde geduldig uit wat ze precies ging doen, en gaf haar zonder problemen haar inenting. Merel opgelucht, ik opgelucht.

We wachtten nog een kwartiertje in de wachtzaal, terwijl een al even vriendelijke assistente vrolijk kwam kletsen. Ze wist te vertellen dat ze de vorige weken, bij de boosterprikken van de volwassenen, tot meer dan 6000 prikken per dag gaven, minder dan 1 minuut per persoon bij de verpleegkundige van dienst. Als volwassene heb je net graag dat het snel en efficiënt gaat. Bij de kinderen hadden ze in dezelfde tijdsspanne 900 prikken voorzien: veel meer tijd dus om alle kinderen op hun gemak te stellen. En als het een uur duurt om eentje een prik te geven, dan is dat maar zo.

Merel huppelde nog net niet naar buiten, deed nog snel even een limbo aan de uitgang, en zag dat het goed was.

Die tweede prik, dat wordt een fluitje van een cent. Dankjewel, Stad Gent, voor je helden!

Containerparkkafka

We moesten al een tijdje dringend naar het containerpark. Je kent dat wel: opgestapelde rommel die zich maar blijft uitbreiden.

Bon, vandaag hadden we toch niet zo veel beters te doen, dus laadden Wolf, Kobe en Merel de auto vol, en Kobe reed met me mee richting de Gaardeniersstraat. In vogelvlucht ligt dat containerpark op een goeie kilometer, denk ik, maar de ingang is net iets moeilijker te bereiken voor ons. Goed, we hoeven zelfs niet aan te schuiven, chanceke. Alleen… wordt mijn Ivagokaart geweigerd. Ik stap dus uit – en veroorzaak een kleine file – en zoek een medewerker, in de intussen gietende regen. “Ha ja madammeke, ge zijt verhuisd zeker?” “Euh nee?” Hmm. Bleek dat de lezer mijn kaart niet meer aanvaardde. Nu, ik moet wel toegeven dat ze in een snikhete auto had gelegen en dus een beetje gekromd was, maar dan nog.

Hmpf.

Er is gelukkig een ‘afrijstrook’, want nee, ik mocht het containerpark niet binnen, klantnummer of niet, volle auto of niet. Vanuit de auto belde ik naar Ivago, en die wisten me te zeggen dat ik een nieuwe kaart kon ophalen in de Proeftuinstraat. De andere kant van Gent, tegen Zwijnaarde, weetuwel? Een klein half uurtje rijden. Soit, Kobe protesteerde nog niet te erg – die doet toch niks anders dan gamen – en wij reden dan maar naar de Proeftuinstraat. De kaart was snel vervangen, maar het ging wel twintig minuten duren voor ze effectief geactiveerd ging zijn en we het containerpark op konden.

Tsja. We hadden de keuze tussen 20 minuten wachten in de auto, of even naar de Albert Heijn wat verderop, om er rare Nederlandse dingen te gaan kopen, zoals roze koeken en rare hagelslag en drop en zo. Die keuze was snel gemaakt, zeker met zo’n vreetmonster in de auto.

Een goed half uur later reden we probleemloos het containerpark op, haalde Kobe alles vakkundig uit de auto, en twee uur nadat we aangezet waren, waren we uiteindelijk weer thuis. Een hoop rommel armer, een hoop boodschappen én een nieuwe Ivagokaart rijker. Maar die gaan we deze keer níet meer in de auto laten liggen, zeker weten.

Een gezellige vaccinatie

Nooit gedacht, maar wat een gezellige vaccinatie was dat zeg!
Net toen ik de vaccinatieboeg wilde binnengaan, hoorde ik mijn naam roepen: een klasgenote uit het middelbaar! Al kletsend liepen we naar de vaccinatie zelf, wetende dat we daarna nog verder konden praten.

Bij het inspuiten zag de verpleegster in kwestie blijkbaar op haar computer dat ik een leraar was en vroeg me waar ik lesgaf. Blijkt dat ik nog lesgegeven heb aan haar dochter ^^ Het werd nog een gezellige babbel.

Hilde zat intussen al lang in de wachtzaal en had wel gedacht dat ik alweer iemand ging kennen waardoor ik later was. We zetten onze stoelen bij elkaar en kletsten gezellig verder, tot een voorbijkomende dame ook heel enthousiast hallo zei: een derde klasgenote, die ik ook al dertig jaar niet meer gezien had! We schoven allemaal op naar een plekje met drie vrije stoelen, en we zijn langer dan ons toegemeten kwartier blijven zitten, denk ik.
Ik had de vorige keer al een fijn gevoel in dat vaccinatiecentrum, maar dat was deze keer nog veel fijner. Zo wil ik nog geboosterd worden!

Schoenperikelen

Hmm, in de winter heb ik eigenlijk altijd één paar schoenen dat ik dan zo goed als de hele tijd draag. Na het einde van de winter moet ik ze doorgaans dood verklaren. Dat was dit jaar niet anders, alleen had ik nog geen vervangpaar. En intussen waren mijn vorige botjes – enkellaarsjes, hoho – echt wel dood, als in: gaten in de zolen en zo. Het was destijds stomweg een paar uit de Lidl geweest dat bijzonder goed zat.

Ik denk dat ik de voorbije dagen vijftig paar aangehad heb. Eerder was ik al in de Torfs en de VanHaren gaan kijken, maar helaas, ofwel met hakken, ofwel van die hele lompe zolen zoals bij Dr. Martens. Pas op, ik heb niks tegen Dr. Martens, ik vind dat zelfs heel knap, maar ik ben al niet bepaald elegant van mezelf: als ik dat soort schoenen draag, ben ik al helemaal een dragonder. En als ik een combatmodel wil, dan draag ik gewoon mijn combats, ik heb tenminste echte staan.

Bon, het doel was dus: platte enkellaarsjes, bij voorkeur zwart, met een niet te lompe zool, een zijrits – want op slechte dagen kan ik me niet voldoende bukken om ze te strikken – voor een brede voet, hoge wreef en steunzolen.

Quod non.

In ’t Fabriekske heb ik echt wel 30 paar geprobeerd, maar altijd gewoon te strak. En een maat of twee maten groter hielp doorgaans niet. Meh.

Een paar mensen had me Matton aangeraden, aan de Zuid. En ja, ze hadden me er ook wel bij gewaarschuwd dat het daar niet goedkoop ging zijn. Merel en ik maakten er een namiddagje van: zij moest nog een cadeautje hebben voor Poppy’s verjaardag. Wij tweeën dus naar de Zuid: rondlopen in de Hema, de Pipoos, de Flying Tiger, een vieruurtje eten bij de Panos, en dan naar Matton. Ik vrees dat we er drie kwartier kwijt zijn geweest, maar de service is dan ook buiten categorie.

Je legt uit wat je zoekt en wat je probleem is. De winkeldame denkt even na, en komt dan met een stapel schoendozen naar beneden, want er staan niet echt veel schoenen uitgestald, de winkel is trouwens ook heel onopvallend. Je past, je zegt wat je niet bevalt, wat je anders wilt, en ze komt met een nieuwe reeks dozen af. En ja, dat werkt, want die kennen ‘hunnen artikel’ zo ongelofelijk goed…

Bij de zwarte schoenen zaten geen voltreffers in mijn maat, maar ik werd prompt verliefd op een paar felrode El Naturalista’s. Mijn maat zat er eigenlijk niet tussen, maar die maat groter zat eigenlijk ronduit fantastisch en mijn tenen hadden plaats met hopen. Ik heb getwijfeld, maar ik heb ze uiteindelijk gekocht, ja. 205 euro, ik heb me bijna verslikt. Aan de andere kant: het is niet alsof ik het niet kan betalen, en mijn voeten zijn echt wel belangrijk en een groot probleem.

En dus loop ik nu te pronken met prachtige dieprode laarsjes. Nu toch nog eens voorzichtig verder zoeken naar een paar zwarte die net iets minder duur zijn, dacht ik zo.