Talloor d’Or

Toen ik aan Bart vroeg om me een fijn restaurantje voor te stellen om samen met Gwen te gaan eten, zei hij onmiddellijk: Talloor d’Or! Ik belde en had zowaar nog een reservatie te pakken. Pas toen ik al had opgehangen, zei Bart dat het niet zomaar een bistrootje of zo was, maar wel een deftig restaurant dat je absoluut niet in Ledeberg zou verwachten. Ha bon? Gwen en ik gaan meestal naar de Griek of de Italiaan of zo…

Parkeerplaats bleek al geen evidentie te zijn: Ledebergplein én omliggende straten waren compleet volgeparkeerd, het bleek effectief quasi onmogelijk om een legaal plekje te vinden. Maar iets voor achten zaten Gwen en ik dus wel degelijk aan tafel en stelden we vast dat het inderdaad net iets duurder en gelukkig ook beter was dan hetgene waar wij meestal voor gaan.

We opteerden, zoals meestal, voor een aperitief, hoofdgerecht en dessert: een voorgerecht hoeft niet, zeker niet omdat het midden in de week was. Bij het aperitief – iets met gember, maar er staat geen kaart online – kwamen er verschillende hapjes. Geen idee meer wat ik precies had als hoofdgerecht, maar lekker was het zeker! Gwen nam een vegetarisch gerecht – Knolselder – hazelnootboter – prei – vin jaune – en was ook zeer aangenaam verrast. En als dessert was er voor mij Chocolade ganache – gezouten karamel – pistache – heel zwaar maar heel erg lekker – en voor haar Rabarber – basilicum – yoghurt – hibiscus.

Goedkoop was het er niet, maar wel onverwacht lekker, want zoiets verwacht je inderdaad niet in Ledeberg.

En verder? We hadden opnieuw een zeer fijne avond met onze standaard babbel over de kinderen, het werk, Latijn in het algemeen…

33 jaar beste vriendinnen and counting, jawel!

Girls’ Day, de krokuseditie

Merel heeft ervoor gekozen om, net zoals Kobe, haar communie niet te doen, maar voor een lentefeest te gaan. Ik vind dat een moedige beslissing, als je weet dat al haar vriendinnen wel hun communie doen. Maar we hebben het besproken en zij moet doen waar zij zich goed bij voelt. Het is niet alsof Bart en ik nog gelovig zijn…

Maar ook voor een lentefeest moet je kleren hebben, natuurlijk. Merel en ik trokken dus met de fiets de stad in. Merel sputterde wel wat tegen voor dat fietsen: het is niet dat ze niet genoeg kan fietsen, ze is bang van het soms drukke verkeer en de tramsporen. Gelukkig is een groot deel van onze route verkeersvrij of op zijn minst verkeersarm.

Enfin, we parkeerden de fietsen op de Korenmarkt, waaiden de C&A binnen en vonden daar twee fijne T-shirts, en een broek die ze eigenlijk wel wijs vond, maar de bijhorende T-shirt vond ze heel wat minder. Geen nood, de middag was nog lang. We hopten ernaast binnen bij de Hema en installeerden ons in de stralende lentezon op het terras daarboven met ons middageten. Ze genoot, en ik ook.

En toen ging het van winkel in, winkel uit. Het was overal pokkedruk en eigenlijk doen we dat geen van beide graag. Hmm. Tegen goed drie uur waren we het eigenlijk allebei kotsebeu, deden onze voeten, respectievelijk de rug zeer en was het meer dan welletjes. Maar helaas, geen kleren. We keerden nog eens op onze stappen terug, de C&A binnen, en besloten alsnog dat setje met die wijze broek te kopen: vindt ze iets beter, prima, en dan heeft ze in elk geval een mooie broek. Nu moeten we er enkel nog het gepaste shirt bij vinden. Soit, we zijn al zo ver…

Afsluiten deden we natuurlijk met een ijsje, of wat dacht u!

Om vier uur lag ik in mijn zetel en was Merel combinaties aan het uitproberen.

Geef toe… Het mag er zijn! Nu nog de T-shirt, schoenen, zaal, foto’s, uitnodigingen… Enfin, alles eigenlijk nog. Tsja…

 

Gedichtendag 2022

Oi! Ik was de gedichtendag van vorige week zowaar vergeten! Schande over mij!

Ik had al op voorhand zitten nadenken over welk gedicht ik zou posten, maar zowat al mijn favorieten zijn de vorige jaren al aan bod gekomen.

En toen zag ik het Gent Magazine, en daarin een gedicht over mijn stad van Rhea Cecile. En ik dacht: waarom ook niet? Want poëzie, dat moet je toevallig tegenkomen.

Gent

Zie de stad
als niets dat nadert.

De straten tot de nok
gevuld met drommen hoekstenen en dokken

die elkaar verdragen. Ik wieg me
langs vaarten en vertier naar

rimpels van de binnenstad.
Ze wachten weemoedig op mijn teken en buigen

zalvend de nacht om tot ochtendlicht hees
over wuivende huizen valt.

In een drieluik van nissen blijkt huiswaarts
waar hoeders op torens me sturen.

Binnen wordt buiten
                   – contouren van gulle steegjes

en weids als de blik van passanten
inhaleer ik

de stad
als alles dat voor me ligt.

 

De gedichten van vorige jaren:

2021: William Shakespeare met Sonnet 18
2020: Hugo Claus met Achter deze gevel
2019: Hans Lodeizen met Kus me.

2016: onze trouwhaiku
2015: Rainer Maria Rilke Herbsttag
2014: Horatius met zijn Leuconoë, het gedicht waarin carpe diem ook echt geschreven staat
2013: Jan Engelman met Vera Janacopoulos
2012:  Horatius over de Soracte, mijn sneeuwgedicht
2011: een anoniem Oud-Grieks gedicht,
2010: Cees Buddingh met zijn Blauwbilgorgel
2009: Paul van Ostaijens Melopee
2008: Hans Andreus met Voor een dag van morgen
2007: Catullus met Odi et Amo
2006: Catullus met mijn allerfavorietste gedicht, en ook zijn carmen 5 Vivamus

Een fijn cacheke in Drongen

Op de geocaching pagina kan je heel mooi je statistieken bekijken: hoeveel caches je hebt, hoe ver die van je huis liggen, in welke maanden en op welke weekdagen je de meeste caches vindt, hoe veel je van elk type cache al hebt gevonden, dat soort dingen.

Daar zit ook een cachekalender bij, met op elke dag van het jaar hoeveel caches je al gevonden hebt op die bewuste kalenderdag. Maandag was het eerste nog witte vakje in die cachekalender: blijkbaar heb ik in geen van de voorbije zes jaar al een cache gevonden op 17 januari. Tijd om daar iets aan te veranderen, dus.

Het was half vier, ik was klaar met lesgeven, had nog een restje energie, zag vooral dat het prachtig weer was, en had ook gezien dat er in Drongen nog een onontdekte cache lag. Vijf minuten rijden, meer niet, dik in orde. Ik reed dwars door Drongen heen, een doodlopende straat in, en ontdekte daar iets compleet onverwachts op het einde van die straat, waar rechts een wandelpad begint.

Euhm, jawel. Dat heb je goed gezien: een bord van een station en een overwegsignaal, naast een haag, een waterpartij en een wandelpad. Zo te zien werken beiden nog, want ze zijn aangesloten op het elektriciteitsnet en volgens commentaren bij de cache kan er gerinkeld worden.

Even een paar duidelijkere foto’s van zowel het pad als de voorwerpen:

De cache heeft meteen een favorietpunt gekregen, gewoon door het hoge absurdismegehalte.

Zeg nu zelf: WTF??