Luie maandag, of toch niet helemaal

We stonden op met de wekker, want om half negen bracht ik mijn liefste naar het station van Vielsalm: hij had om twee uur een afspraak in Gent, waar hij niet onderuit kon.

Buiten had het licht gevroren, ik moest mijn ruiten afkrabben, maar het zag er wel prachtig uit, de zon op dat laagje rijm.

Enfin, er werd ontbeten en opgeruimd, tegen tien uur moesten we in principe het huisje verlaten. Ik geef u wat foto’s van het huis mee, helaas niet in zijn propere en opgedekte staat, maar wel na het opruimen. Ons kamer, waar de kinderen sliepen, met een kleine schoendooskamer waar Bart en ik sliepen (en dus rustig konden doorslapen nadat zij wakker waren) en met een eigen badkamer.

Ons ma en pa zaten nog een verdieping hoger, met eerst hun bedden, en in dezelfde heldere ruimte een badkamer. Onder het schuine, lage stuk van het dak, was een kinderspeelkamertje gemaakt, maar de meisjes hebben daar eigenlijk nauwelijks gezeten. Ik kan me voorstellen dat het anders is, als het een gans weekend regent…

Beneden waren er nog twee slaapkamers, een badkamer, twee losse toiletten, een kaartkamertje en een overloopje, naast uiteraard de ruime keuken en de zitkamer. En een lange gang met lage balken :-p maar ongelofelijk veel plaats voor natte laarzen.

Enfin, tegen half elf zaten we in onze respectieve auto’s, en reden we richting Troisponts om nog een wandeling te maken.

We reden door naar Troisponts zelf, maar omdat oma het om half twaalf nog veel te vroeg vond om al op zoek te gaan naar een restaurantje, deden we eerst nog van geocache.

Troisponts was op zich niet veel soeps, maar we vonden er wel een pizzeria, en hadden toch tegen kwart over een ons eten.

Aansluitend namen we afscheid van oma en opa, en reden Roeland en ik nog door naar Remouchamps, om er met de kinderen de prachtige grotten te bekijken. Ik was eigenlijk nog behoorlijk blij dat de oudjes niet mee waren, want al die trappen, dat zou te veel van het goede geweest zijn.

Op de terugweg duurde het niet eens zo lang voor ze op de achterbank lagen te slapen, door alle files heen. Wolf bleef wakker en hield me gezelschap, en tegen acht uur waren we in Wondelgem. Merel wilde zelfs geen eten meer, ik heb haar gewoon van de achterbank geplukt, naar boven gedragen, slaapkleedje aangetrokken, en in bed gelegd. Ze vond dat zalig.

Maar hier thuis was de tafel gedekt, brandden de lichten, waren de gordijnen gesloten, en was het gezellig. En vooral: mijn liefste was er.

Heerlijke zondag

Echt lang sliepen we niet, met al dat leven in het huis. Maar onze kinderen zijn meesters in het geruisloos opstaan, in tegenstelling tot die van Roeland. Toen ik beneden kwam, was met andere woorden het ontbijt al volop bezig, was Roeland al om verse koffiekoeken en brood gegaan, en geurde het naar koffie.

Mijn pa, Roeland en de drie jongens reden na het ontbijt naar La Glaize voor een pracht van een oorlogsmuseum. De vrouwen zagen dat niet zitten, en in de plaats daarvan gingen we met ons vijfjes eerst om extra boodschappen, en daarna heerlijk wandelen in de bossen. Bart bleef liever thuis, in alle rust – en ook wel om zijn knie een beetje te ontzien – en kookte intussen spaghetti. Fair deal!

Het bos was betoverend: perfecte kleuren, een lichte nevel tussen de bomen, en een heldere herfstzon.

Thuis was het ronduit fantastisch weer om buiten te zitten, en dat deden we, met een aperitiefje in de zon, terwijl de kinderen op de speeltuin speelden.

Na het eten was het algemeen tuktijd. De kinderen keken in alle rust naar een film, ons ma kroop in haar bed, ons pa probeerde nog wakker te blijven maar kroop toen ook in een willekeurig bed (om ons ma niet wakker te maken), Roeland legde zich languit in het gras, en ik nam een stoel en ging bij Sarah in de zon zitten.

Een koffie en een stukje taart later zetten we alle grut terug in de auto, en reden een heel eind verder om opnieuw te gaan dammen. Het duurde even tegen dat we een goed plekje vonden, maar het bleek subliem afdambaar te zijn.

Het werd stilaan donker, tijd om terug naar het huisje te gaan en de kinderen te laten opwarmen, en rustig te eten. Roeland sneed nog een pompoen, de kinderen mochten nog even op de schermen, en dat was dat. Fijne dag, echt wel fijne dag.

Familieweekendje Ardennen

Het weekend in de Ardennen vorig jaar, met mijn ouders en mijn jongste broer met gezin, was ons zo goed meegevallen, dat we dat dit jaar met alle plezier opnieuw wilden doen. Een geschikt weekend vinden bleek niet evident, maar uiteindelijk bleek dit zelfs ideaal, want we konden er de maandag nog bij nemen.

Gisteren, een uurtje na schooltijd, reden we gepakt en gezakt naar Vielsalm, om in de max van een verdwaalhuis terecht te komen. Neem dat gerust letterlijk, want op zaterdagmorgen stond de vierjarige Marne plots huilend bij opa op de kamer: ze was de weg kwijt! Voor elf personen waren er een hoop hoekjes, kantjes, drie badkamers, vijf kamers, een grote keuken, een aparte zitkamer, en nog wat kleine kamertjes links en rechts.

We kwamen toe, aten gezellig met oma en opa kaas en brood, en staken de kinderen in bed.

De volgende ochtend, deze morgen dus, stonden de jongens al snel vrolijk te voetballen in de stralende zon, terwijl de volwassenen rustig genoten van een koffie, en bespraken waarheen we zouden wandelen.

Na wat gediscussieer kroop opa, die zich niet echt goed voelde, terug in bed, en gingen wij de omgeving verkennen. Enfin, dat dachten we. Want voor we het goed en wel beseften, wandelden we van ons gehucht Ville au Bois tot in Vielsalm zelf. Een prachtige wandeling, maar niet echt de bedoeling met Barts knie. Maar bon, we waren er nu toch, het was middag, en we konden eten op een prachtig terras, buiten in de zon, met een schitterend uitzicht.

Om maar aan te geven hoe heerlijk het er zitten was: zelfs Bart vond het niet erg om buiten te zitten. We namen de overschot mee voor opa die nog lag te slapen, wandelden door het stadscentrum, en keerden op het gemakje terug naar het huisje, via een tank. En daar moet op geklommen worden, natuurlijk.

Een koffie en rustmoment later begon Bart vrolijk aan het avondeten, terwijl wij met zijn allen op zoek gingen naar een afdambaar riviertje. Het duurde wel even voor we iets deftigs vonden, maar toen kon er stevig gedamd worden, tussen een vrij woest landschap.

Nands laarzen hielden het niet droog, en onder groot gejoel werden er pieslaarzen uitgegoten.

Toen we thuis kwamen, geurde het hele huis al naar everzwijnenragout. We staken de kinderen in bad of onder de douche om op te warmen, Bart voorzag knabbeltjes, en we waren net op tijd om de rugbyfinale van de All Blacks tegen de Wallabies te bekijken. Héérlijk, en spannend!

En toen konden we Barts heerlijke eten alle eer aandoen. Hij had er veel werk aan, maar het was dan ook lichtelijk fantastisch.

En toen vlogen de kinderen in bed, en speelden wij nog rustig een spelletje Gent Expert. Dat mijn broer twee maal won, verdoeme!

Enfin, het was een prachtige, zonnige, warme, liefdevolle dag!

 

“Hoe is dat nog met uw ma?”

Ik krijg de vraag uit de titel heel vaak, eigenlijk.

Voor wie niet mee is: mijn moeder kreeg in het begin van maart de diagnose pancreaskanker: een ongeneeslijke, zeer virulente soort. De prognose zonder behandeling was: zes weken.

Intussen zijn we zeven maanden verder, en is het antwoord: “Goed, feitelijk.”

We hadden ons toen schrap gezet voor een snelle aftakeling, en ons ma had geopteerd voor de zwaarst mogelijke chemotherapie. Die had het meest kans van slagen, maar zou ook wel eens het meest problemen kunnen opleveren. We waren het er in elk geval over eens dat we alles gingen bekijken in functie van de levenskwaliteit: als ze telkens een week doodziek zou zijn, dan was dat geen menswaardig leven meer.

Maar ons ma is een ongelofelijk sterke madame, dat wisten we eigenlijk al. Ze kreeg de eerste zware reeks behandelingen, en eigenlijk had ze daar niet echt veel last van. Waar veel mensen een paar dagen gewoon niet eens uit hun bed raken, bleef zij rustig haar huishouden en haar leven verderzetten. Ja, ze was nog steeds moe, en ja, soms was ze op de derde dag na de chemo wel wat misselijk. Enfin, niet eens misselijk, gewoon mottig, zoals wanneer je een kater hebt, of aan het begin van een griepje zit. En ja, haar handen en voeten konden vreselijk tintelen, zeker bij aanraking van koude dingen, maar dat was het zowat.

Zo belde ze eens in de namiddag dat ze wat moe was. Ze was naar de markt geweest, had het gras afgereden, gekookt, een was opgehangen en de afwas gedaan. Awel, ik weet niet hoe het met u zit, maar op mijn zeventigste zal ik daar wellicht ook wel wat moe van zijn, ook zonder kanker en zwaar vergif in mijn lijf, nu niet voor ’t een of ’t ander.

De scans na de eerste reeks chemo wezen uit dat de vlekken op de lever verkleind waren, ook die op de longen, en dat de pancreastumor ook niet vergroot was. Dit noopte de dokters om voor een tweede reeks even zware chemo te gaan: haar lichaam reageerde goed, en het had duidelijk effect.

Dus gingen we voor een tweede reeks, zette ik haar op donderdag af om acht uur ’s morgens, en ging ik haar in de namiddag opnieuw halen, om de drie weken deze keer. De effecten op haar lijf waren dezelfde, echt veel last had ze er eigenlijk niet van. Haar haar was uitgedund, maar aangezien ze van nature gezegend is met een gigantische kop haar, valt dat eigenlijk ook allemaal bijzonder goed mee.

Zeg nu zelf: mijn doodzieke ma, eind augustus in Planckendael.

IMG_8235

Of, zoals we haar eigenlijk beter kennen (sorry hé ma)

IMG_7941

In september kwam er een nieuwe scan aan het einde van chemoreeks twee, en die was ronduit positief: de levervlekken waren zo goed als verdwenen, die op de longen was maar een klein puntje meer, en zelfs de pancreaskanker was sterk gekrompen! Euforie! Of zoals de dokter zei: “Mevrouw, u bent er nu beter aan toe dan op het moment dat de diagnose werd gesteld, en bij pancreaskanker is dat uitzonderlijk!”

Normaal gezien krijg je na twee zware chemoreeksen enkel nog een onderhoudskuur, maar de dokter wou eigenlijk iets tussenin: niet meer de zware chemo, maar ook niet de lichte, aangezien de kanker nog steeds netjes reageert.

Enfin, morgen breng ik haar opnieuw naar de oncologie voor een eerste behandeling van de derde reeks.

Het gaat beter, voorlopig, dan we ooit hadden durven dromen, want om eerlijk te zijn: noch zijzelf, noch wij hadden gedacht dat het nog langer dan zes maanden ging duren. Maar intussen is ze nog een week naar Lesbos geweest, gaat ze in november tien dagen naar Tenerife, en gaan we nog eens met de familie een weekendje naar de Ardennen. Ze ziet dat allemaal volledig zitten, op haar wilskracht zit nog geen sleet. Alleen haar haar vindt het intussen welletjes, maar ik ben er zeker van dat ze hip zal staan met een sjaaltje.

Op jouw gezondheid, ma. Ik ben nog niet bereid je af te geven.

Familiefeest

Twee keer per jaar komen we samen met de familie van Barts moeder, en eigenlijk is dat altijd best gezellig: Barts moeder, haar broer en schoonzus, en de jongste ongetrouwde broer die intussen ook al in de 70 is. En dan de generatie daaronder: Barts broer met vriendin en twee kinderen, wij, Barts neef met vrouw en drie kinderen, en het ongetrouwde nichtje. Fijne bende, en altijd leuk om te kletsen.

Nelly wou eens iets nieuws uitproberen voor de groep, en dat werd het Konijntje op een paar kilometer van haar deur, met een speeltuin bij. We hadden in elk geval al het weer aan onze kant: we konden de kinderen regelmatig losrukken van hun schermen en buitengooien.

Ook het eten mocht er zijn, gelukkig maar. En voor het eerst aten de drie oudste geen kindermenu meer, maar gewoon een volwassen menu met ons mee.

Ze worden zo groot, meneer…

Plopsa!

Geef toe, een beter moment om naar Plopsaland te gaan, was er toch niet? Eind van de vakantie, stralend weer, en we zaten toch al in De Panne, waar we sowieso voor de middag uit de hotelkamer moesten zijn. Het werd dus een rustig ontbijt, alles inpakken, en de auto gaan parkeren op de grote parking van de tweede vestiging van ons hotel, zodat we de kusttram tot aan Plopsaland konden nemen. Beste. Suggestie. Ever! De files in zowel heengaan als terugkomen waren de moeite, daar in Adinkerke.

We waren er tegen half twaalf, en ik ging er snel vandoor met beide jongens, terwijl mankende papa zich samen met de rest van de familie over Merel ontfermde.

Voor de Supersplash hoefden we amper tien minuten aan te schuiven, en achteraf in het bootje heb ik nog snel een paar foto’s genomen.

En toen gingen we in de Dragon. Kobe wilde wel, maar met een bang hartje: zijn eerste echte rollercoaster! Het was wel twintig minuten aanschuiven, en wat doet ne mens dan? Spelen met het fototoestel, natuurlijk!

 

Maar Kobe was eigenlijk wel bang, ja. Tot het ding goed en wel in gang was: toen vond hij het de max! Kijk zelf maar: een voor- en tijdensfoto!

En toen was het tijd om te eten, en zagen we de anderen terug bij een pak frieten. Daarna repten we ons naar de, tsja, hoe heet dat ding? Feestzaal?

Er was namelijk een optreden van eerst Prinsessia, en daarna Ghost Rockers! Liv was vooral zot van de eerste, ons drie gasten zaten te wippen op hun stoel voor de tweede. Het was in elk geval wel goed gebracht, en kort maar krachtig.

Daarna wist Wolf zijn tante te strikken om op de Anubis te gaan – mij niet gezien zeg! – en deden wij wat rustiger dingen in Mayaland: tulpen, waterlelies, een paar andere dingen zoals koffie drinken…

En toen deden we iets vrij onverwachts: we zijn met de hele familie, inclusief Bo en Merel, maar wel zonder Omaly, op de Rollerskater, ook wel Wasmachine genoemd, gegaan. Ik dacht echt dat Merel ging huilen, maar ze vond het super, en wou nog eens! Helaas was de rij te lang, en was het eigenlijk ook wel wat welletjes. We namen het treintje terug naar de ingang om de voeten van Omaly en de knie van Bart te sparen, zagen in het passeren nog de parade, en namen de tram richting auto, om dan wat file te trotseren op de E40. Toch nog. Dju.

Dagje zee

Elk jaar gaan we met Barts familie op weekend. Het is al naar zowat overal geweest, en deze keer had Koen de zee voorgesteld. Met kleine kinderen is dat altijd fijn, zelfs al was het slecht weer geweest. Maar kijk, ook deze keer waren de weergoden ons gunstig gezind: het was echt stràlend weer! Ik had eigenlijk niet eens topjes meegenomen, alleen gewone T-shirts, maar wel mijn badpak omdat er in het hotel ook een zwembad was. Nog een chance, want aan het strand was het in de namiddag echt wel warm. Serieus warm zelfs.

Ik begon de dag met een nieuwe foto vanuit Nelly’s raam – ons kamer heeft zijdelings zeezicht, en dat pakt niet zo op foto – en daarna gingen we ontbijten.

Na het eten splitsten we op: Wolf en ik gingen eerst even het strand om op te kijken of er kon gevliegerd worden – helaas, te weinig wind – en trokken daarna de binnenstad in om te geocachen. We liepen wel eerst even mee met de anderen, die tot aan de grote buitenspeeltuin gingen, en konden op die manier toch nog de cache van gisterenavond invullen.

Toen ging het over de Esplanade naar de bibliotheek, waar we een bijzonder fijne cache konden loggen. En omdat we toen toch al aan het stappen waren en het niet zo ver meer was, besloten we ook nog twee andere caches te zoeken. De ene hebben we niet gevonden, ook al omdat er veel nieuwsgierige blikken begonnen te komen, maar de volgende, in een bunker, dan weer wel. Het leuke aan dat geocachen is dat je op plekjes komt waar je anders nooit zou passeren. En toen was het tijd voor het middageten, en keerden we in stevig tempo naar het hotel terug. We moesten wel nog door de zaterdagmarkt passeren, en kon ik niet weerstaan aan de grote blauwe kijkers van Wolf, en kocht ik hem een pet. Tsja…

We hadden er intussen iets meer dan vier kilometer op zitten, en de pizza smaakte dubbel zo goed! Daarna was het tijd om strand- en zandgerief te verzamelen, en de dijk over te steken. Bart, Koen en Bo deden een middagdutje, Nelly en Else huurden strandstoelen, en de kinderen amuseerden zich rot! De zee was – voor de Noordzee toch – een onmogelijk blauw, en de zon was heet.

Na een tijdje kwam Bart boven water, en nog iets later Koen met Bo. En toen was het tijd voor het serieuze werk, en moest er een écht kasteel gegraven worden. Alleen jammer dat het net eb werd, ze gingen hun bouwsel niet meer verslonden zien worden door de zee. En ijsjes, uiteraard waren er ijsjes.

Tegen zessen werd het welletjes: Bart wilde zijn knie wat rust gunnen, en er moest dringend gegocart worden. Aan Nelly en mij was dat niet besteed, maar de jongens kregen elk hun eigen gocart, en de meisjes mochten achterop bij Koen en Else.

En toen was het tijd voor bad, copieus avondmaal, en bed. Voor een tweede avondwandeling had niemand nog fut, eigenlijk. Maar man, was me dat een zalige dag zeg!

IMG_8340

Klein feestje

Kobes vriendjes waren, op één na, allemaal op reis gisteren, en ook vandaag waren enkel de oma’s beschikbaar. Dus stellen we de algemene feestjes uit, en hielden we vandaag een mini-feestje met Omaly, oma en opa. Ik voorzag wat zoute knabbels voor bij het aperitief, er was boursinsoep, rosbief met een heerlijke sla en kroketjes – en de obligate boontjes met azijn voor mijn pa -, versgemaakt vanille-ijs met kersen, frambozen, meloen, blauwe bessen en aardbeien, en daarna nog koffie met chocoladetaart en mislukte aardbeien-yoghurttaart.

Meer dan genoeg dus.

En Kobe? Die genoot ervan om in het middelpunt van de belangstelling te staan, en samen met zijn opa de ijscrème uit de pot te schrapen. Merel was intussen blijkbaar zo moe, dat ze op mijn schoot in slaap is gevallen, en gewoon twee uur nog heeft liggen slapen in de zetel. Tsja…