Lentefeest
Het is de moeite, dit jaar, met alle communie- en lentefeesten. Vorige week was er het feest van Liv, vandaag dat van Marne, overmorgen dat van Alexander, en volgende week dat van Kobe. Poeh.
Vandaag hadden we weer geen geluk met het weer: het was frisjes, en op een bepaald moment begon het zelfs te regenen. Maar we konden buiten aperitieven, en ook de kinderen hebben vrijwel de hele tijd buiten gezeten. Dik in orde.
Ook het eten was, zoals altijd bij Roeland, meer dan in orde. Het was allemaal eigenlijk zeer gezellig, tot Wolfs rug het welletjes vond, en ik met hem naar huis reed. Ik weet het, het is mijn familie, maar Bart was in een fijn gesprek, zo bleek, en mijn rug had er ook geen zin meer in. Enfin, een dik half uur na ons kwamen ook de anderen, thuis, daar niet van.
Fijne dag gehad, jawel.
365 – 10 mei 2018 – piñata
Van communiefeesten en strandwandelingen
Tegen twaalf uur werden we in Wetteren verwacht voor de eerste communie van Liv, samen met haar neefje langs Elses kant, Leon.
Het was meer dan in orde: op het terras hadden ze een prachtig versierde grote feesttent gezet, aansluitend aan de living, en met een paar warmtestralers was het er meer dan warm genoeg. Verderop in de tuin stond een groot springkasteel, en ik denk niet dat de kinderen veel ergens anders gezeten hebben dan daar.
Met Wolf moest ik lachen: hij was ook even gaan springen, maar kwam vrij snel terug: “Goh, mama, ik weet eigenlijk niet waarom ik een springkasteel zo leuk vond. Daar is toch niks aan?” Juist ja, groot worden, zeker?
Wolfs rug gaf het echter rond half vijf op, en dus reed ik met hem alvast naar huis, terwijl Bart nog even bleef met zijn moeder en de twee kleintjes.
’s Avonds reed ik dan met Wolf naar De Haan: hij moest om kwart over acht binnen zijn. Ik nam afscheid van mijn grote zoon, en maakte nog een strandwandeling. Stom dat ik mijn fototoestel niet mee had, maar gelukkig heeft mijn iPhone ook een zeer behoorlijke camera. Ik genoot…
Het was tien uur en al goed donker tegen dat ik thuis was, maar wat een heerlijke avond…
Dagje Wolf
’t Is niet dat we hem de voorbije dagen niet gehoord hadden via telefoon of Facetime, maar toch, Wolf werd hier keihard gemist, en eindelijk, eindelijk mochten we naar hem toe.
Opa stond hier netjes om 11.00 uur klaar, alleman werd de auto ingeladen, en we reden naar De Haan. Enfin, eerst naar Vlissegem – dat er vlak voor ligt en er een gehucht van is – om daar iets te eten. Kok sur Mer, het is er dik in orde, moet ik toegeven.
Exact om half twee liepen we het terrein van het Zeepreventorium op, de speelplaats over, langs de school, verder langs het pad richting Wolfs paviljoen.
Binnen kwam hij ons tegemoet, en ik nam nog snel een fotootje van de leefruimte en dan ook zijn kamer en het uitzicht uit zijn venster en zo, kwestie van vooral Omaly op de hoogte te houden :-p
We liepen even terug naar de auto om wat strandgerief op te halen, en liepen dan via de tunnel – die uitzonderlijk open was – naar het strand, om dan verder te wandelen over het zand tot aan De Haan zelf. Daar ploften we ons neer, begonnen de kinderen een kasteel te maken, en deden de volwassenen beurtelings een tukje.
Daarna moest er uiteraard een vieruurtje gegeten worden, in casu een pannenkoek, een ijscoupe – Wolf heeft er zich bijna buikpijn aan gegeten – en zo’n meringue voor ons pa en mij. Ons pa had gesnoven toen hij las dat ik de mijne de vorige keer nauwelijks op kon: “Ik zou daar niet veel spel van maken ze!”. Awel, hij heeft stukken uitgedeeld aan zijn kleinkinderen, en had er dan nog moeite mee. Ja man…
Daarna wandelden we rustig over een stukje dijk en een duinenpad terug naar het Preventorium.
En toen moesten we afscheid nemen, en hadden vooral de twee kleintjes het lastig. Hun grote broer is hun held, weet je wel…
Enfin, we hadden een prachtige dag, en we kijken keihard uit naar zaterdag, wanneer we hem mogen ophalen voor een lang weekend.
Een korte familiebrunch…
Elk jaar opnieuw is er de familiebrunch met de familie van mijn ma. Er werd dit jaar even getwijfeld of het wel zou doorgaan, zo kort na het overlijden van Klaartje, maar bon, we zien elkaar al zo weinig…
Tegen twaalven stond ik dus in Ursel: ik was alleen gereden, Bart was al ietsje eerder vertrokken met de kinderen in zijn nieuwe auto. We wilden met twee auto’s rijden omwille van Wolf, en ik maakte van de gelegenheid gebruik om nog snel een cache op te pikken in Zomergem.
Om eerlijk te zijn: ik heb het niet zo op familiebijeenkomsten. Ik heb het sowieso al niet op bijeenkomsten, ik vind dat verschrikkelijk uitputtend, en je familie kies je dan ook nog niet zelf…
Enfin, ik zat goed en wel aan het dessert, toen Wolf liet verstaan dat het niet meer ging. Eerst ging Bart met hem naar huis rijden, maar eigenlijk was die in een interessant gesprek verwikkeld en zat ik toch niks te doen, zodat ik met Wolf naar huis gereden ben. Mijn rug vond het niet erg…
Tegen vijven waren ook Bart en de kinderen thuis, en kon er nog vrolijk gerolschaatst worden. Ha ja, de dag was in de gietende regen begonnen, maar allengs was het opgeklaard en tegen de late namiddag was het zalig buiten. Ik had zelfs nog snel een was gedaan en opgehangen.
Drukke zondag
Voor een zondag was het vandaag eigenlijk behoorlijk hectisch. We moesten deze middag namelijk gaan eten in Kruishoutem voor nonkel Stafs verjaardag, maar Kobe is op scoutsweekend, en kon maar afgehaald worden tegen half twaalf ten vroegste.
Iets voor negenen stond ik dus op, bakte de verse croissantjes, gaf en passant de eenden nog eens eten, schminkte me al volledig, en stapte tegen half elf al in de auto. Langs mijn neus weg zei ik tegen Bart nog dat hij me maar moest bellen als hij me nodig had. Waarop hij: “Goh, ik denk dat ik het wel alleen af kan…”
Ik was een half uurtje vroeger vertrokken om in de stralende zon nog een paar caches daar in Sint-Niklaas te zoeken, en dat deed ik dus. Ongelofelijk zalig weer!
Maar terwijl ik daar ergens aan een bosrand liep, ging de telefoon: “Schat, de douchekraan is kapot, ze blijft maar stromen! Wat moet ik doen?” Oi! De thermostaat van die kraan is al een jaar of twee kapot, denk ik, maar de service van Villeroy en Boch is nu niet meteen om over naar huis te schrijven, je moet dit hallucinante verhaal nog maar eens lezen. Toch had ik een maand geleden een poging ondernomen om iemand te contacteren, maar helaas. Nu was het ding blijkbaar helemaal gesneuveld. “Euh, het water uitzetten misschien?” “En hoe doe ik dat?” Ik overwoog even om een uitleg te beginnen over het zoeken een klein leidingkraantje achteraan de cabine, maar dacht toen dat het misschien simpeler kon tot ik weer thuis was. “Zet de hoofdkraan uit?” “En waar vind ik die hoofdkraan?” ’t Is dat mijne vent voor de rest zo ne zaligen is, want voor zijn praktische kant ben ik niet met hem getrouwd, nee. Enfin, hij kreeg het water toch afgesloten, en vertrok op zijn eentje al richting Kruishoutem zo rond half twaalf. Wij gingen dus wel achterkomen naar het restaurant zelf.
Ik pikte Kobe op die nog niet klaar stond, zoals eigenlijk beloofd, en we zaten dus een kwartiertje achter op schema. Ach ja… Thuis draaide ik de hoofdkraan weer open zodat Kobe kon douchen, kleedde ik me om, laadde mijn auto vol kinderen, en reed naar ’t Raadsel in Kruishoutem. De kleintjes konden niet snel genoeg op de trampoline buiten zitten, terwijl wij genoten van het heerlijke eten, het gezelschap, en het humeur van mijn schoonmoeder.
De drie grote – Louis, Margaux en Wolf – wilden tussen voor- en hoofdgerecht snel een cache zoeken die vlak in de buurt lag, maar lieten zich meeslepen naar de volgende caches, en verdwenen bijna drie kwartier van de radar, goed om de start van het hoofdgerecht te missen. Het restaurant vond dat gelukkig niet erg, maar Nelly was ziedend. Tsja, pubers, dat was in onze tijd niet anders, ik heb daar ook nog voor onder mijn voeten gekregen op familiefeesten.
Enfin, tegen half vijf vertrokken we opnieuw, en Merel en ik hadden zin om de rest van het lokale cacherondje af te werken. Alleen… intussen was het beginnen motregenen. Goh, niet erg, dachten we, ’t zal wel stoppen. Ja gij… Waren we bij de eerste cache nog relatief droog gebleven, dan was het bij de tweede cache al serieus aan het regenen, en dan vonden we het ook gewoon niet meer leuk. We zijn dan maar naar huis gereden, onze pyjama’s aangetrokken, en gezellig in de zetel gekropen. Ideaal einde van een drukke zondag.
Oh ja, en tussendoor zijn Bart en ik er toch nog in geslaagd om met vereende krachten, zoekwerk en denkwerk de douchecabine toch van het waternet af te sluiten, zodat de rest van het huis weer water heeft. Lang leve afsluitkraantjes op logische plaatsen… *roloog*
103
103 is ze geworden, mijn tante Angèle. Nu ja, niet echt mijn tante, eerder groottante. Ze was het kleine zusje van mijn oma die vorig jaar is gestorven, maar zij had zelf geen kinderen, ook al had ze er doodgraag gehad. Het heeft niet mogen zijn…
Tant’Angèle was vooral een heel speciale, fiere madame, maar ook heel warm. Ene die de controverse niet schuwde, en graag stevig discussieerde. Eigenlijk had ik niet zo veel contact met haar, maar da’s ook omdat ik niet zo’n sociale ben, en dus ook geen behoefte voelde om, de enkele keer dat we in Knokke waren, bij haar binnen te springen.
Toch was ik blij dat de kleinkinderen van haar zus, wij dus, gevraagd waren op de begrafenis vandaag. Toen tante 100 werd, was de hoop te groot en waren wij niet gevraagd. Toen heb ik dat aan mijn laars gelapt, en ben ik met de kinderen eventjes binnengewaaid in de namiddag.
Nu had vooral mijn nichtje Caroline een stevige niet-mis-te-verstane mail gewisseld met een van mijn tantes, en waren we dus toch welkom. Aangezien het een vrijdag was, kon lang niet iedereen natuurlijk, maar eigenlijk waren we nog met zijn tienen of zo.
Enfin, om half elf zaten we dus met zijn allen in een zeer stemmige kapel in Duinbergen, met een jonge pastoor, en een prachtige sopraan, die ik pas later herkende als een van de stemcoaches van Furiant. Kan niet missen dat ik vond dat ze zo goed zong…
De dienst was eenvoudig maar mooi, en eigenlijk was er, gezien tant’Angèles leeftijd, nog vrij veel volk aanwezig.
Daarna reden we met zijn allen naar de oude begraafplaats waar sinds 1977 ook nonkel Gerard begraven ligt.
Aansluitend toonde ik aan Caroline wat geocachen was, want er lag vlakbij een cacheke verborgen. Best gezellig, zo met zijn tweetjes.
De maaltijd was wat verderop in een fijne brasserie, en het bleek een prima keus te zijn, want het eten was echt lekker: een eenvoudige tomatensoep, heel fijn gesneden varkensgebraad in een lichte pepersaus met toch wel de beste gecaramelliseerde appeltjes die ik ooit gegeten had, en een dessert van tarte tatin met duidelijk zelfgemaakt roomijs. Dik in orde!
Rond drie uur ging iedereen huiswaarts, maar ik wilde nog een paar caches vlak in de buurt oppikken. Eentje was foetsie, de andere waren simpel verstopt, en een laatste was echt heel mooi gedaan. Tegen dan was ik zo wat uitgewaaid, helemaal zen, en klaar om terug naar huis te rijden.
Weet ge, tante, het was eenvoudig maar stijlvol. Precies zoals gij zelf wijs zoudt gevonden hebben.
365 – 12 januari 2018 – tante Angèle
Nieuwjaar in uitgesteld relais
Het is nu toch al een paar jaar zo dat we pas de zondag na nieuwjaar naar Ronse gaan. Ik vind dat een prima idee: zo kan iedereen op nieuwjaar zelf rustig wakker worden, uitbuiken en suffen. En dan geniet je extra van het diner op die zondag.
Vandaag waren we dus netjes om twaalf uur present bij Omaly, en zij was een heel pak minder zenuwachtig dan op kerstdag, gelukkig maar. De sfeer zat meteen heel anders, veel gemoedelijker. Er waren hapjes, en er waren meteen ook nieuwjaarsbrieven, uiteraard.
En toen was er zalm, en daarna een fantastische kalfsblanket, en uiteraard nog taart ook.
We wasten af, ruimden op, en we zagen dat het goed was. Meer moet dat toch niet zijn, zo’n familiefeest?