First to Find

Bij het geocachen gaat het om het plezier van het zoeken, het ontdekken van plekjes, en het wandelen of fietsen. Het is niet alsof je er iets mee wint, en toch zit er een sterk competitieve kant aan: om ter meest, om ter moeilijkst, om ter snelst…

Zo is het ook altijd een wedstrijd om op het ‘podium’ van een cache te staan: First to Find, Second to Find, Third to Find. Ik had al eens een STF gescoord een tijd geleden bij een nieuwe cache in de buurt van het Gaardenierspad hier in Wondelgem.

Maar vandaag was ik rustig bezig, had ik al vanalles gedaan, net (nogal laat) gegeten, en kom ik dus terug aan mijn bureau, wanneer ik in mijn inbox zie dat er een nieuwe cache is uitgekomen op een vijftal kilometer. In Sleidinge. Oh yo en al!

Ik geef het toe: ik ben in mijn auto gesprongen en naar Sleidinge gereden: op een simpele maandagmiddag maak je meer kans dan op pakweg een zaterdagavond, wanneer er veel meer volk beschikbaar is. En jawel, ter plekke had ik de nieuwe cache al snel gevonden in een buis van een vuilbak. Maar het is niet omdat ik het potje zag zitten, dat ik het ook kon pakken! De hint bij deze nieuwe cache was: “Magneetkracht of drijfkracht”. De magneet die ik bij had, was helaas niet sterk genoeg, maar ik had nog wel een kwart bidon water in de koffer staan. Bon, teruggelopen naar de auto, water in de buis gegoten, en jawel, mijn eerste First To Find was een feit! Yay!!

Ik dacht: ik heb nog eventjes, laat ik dan maar meteen de korte multi van Ronde van Evergem – Sleidinge erbij nemen. Dat bracht me vanop de markt in ocharme tien minuten te voet tot in de velden. Mooi!

Het is misschien stom, maar de combinatie van de FTF, de geraapte kastanjes en de korte wandeling in de wind gaven me een bijzonder voldaan gevoel. Heh.

 

The Expanse

Wie me kent, weet dat ik een grote fan ben van zowel science fiction als fantasy. Dat mogen boeken zijn, strips, films, larps… Regelmatig vraag ik op Facebook naar nieuw kijk- en leesvoer, en dankzij mijn geweldige, diverse en geeky vrienden krijg ik massa’s aanraders.
Eentje die telkens terug kwam, was de reeks The Expanse op Netflix.

Ik geef het toe, Bart en ik waren na de eerste twee afleveringen – die kans geven we zo goed als altijd, het moet al echt erg zijn al we na één aflevering afhaken – nog niet helemaal overtuigd. Als in: had ik niet aangedrongen, dan hadden we opgegeven. Maar man, die reeks groeit! En groeit!!!

Het is voor een keer ook een zeer realistische sci-fi: geen glimmende omgevingen en prachtige uniformen, maar het grauwe, het grijze, het vettige, de worsteling om lucht en water, het algemeen menselijke tegenover daarnaast een schitterend geopolitiek – zeg gerust: interplanetair macropolitiek – thema. Om maar iets te zeggen: je vindt intussen hele wetenschappelijk onderbouwde theorieën over de snelheid van de ruimtetuigen in de reeks, en ook de garderobe van een van de hoofdpersonages heeft haar eigen website. Terecht ook, ik heb er ook al op zitten kwijlen, op die kleren.

Ik durf gerust beweren dat The Expanse de beste sci-fi is die ik in jàren heb gezien. Na een aflevering blijft die even doorzinderen. En ik heb erover gedroomd, dat ook. En ik vind het ongelofelijk spijtig dat ik einde seizoen twee zit, en dat het dus wachten is.

Met andere woorden: ben je nog op zoek naar een nieuwe reeks, heb je niks tegen sci-fi, en heb je Netflix? Niet aarzelen. U mag me achteraf op een koffie trakteren als bedankje, jawel.

Geocachen in Sas Van Gent

Een echt mooie maandag vandaag, en meteen ook de eerste dag dat ik volledig lesvrij ben. Ik moet dit schooljaar op maandag niet naar school, en ik ben van plan daarvan te genieten, jawel.

Ik deed wat noodzakelijk schoolwerk, en zorgde dat ik tegen half twaalf in Sas Van Gent stond, u weet wel, dat kleine stadje net over de grens. Ik dacht: ik koop daar dan ergens wel een broodje, of eet een tosti – zoals ze een croque monsieur op zijn Hollands noemen.

Ik begon mijn wandeling aan het water – hoe kan het ook anders? – bij een multi die me op allerlei plekjes zou brengen, en nog langs een ongelofelijk schattige kindercache mét muziekje, die me luidop in de lach deed schieten.

Wat me vooral opviel, is hoe doods het stadje eigenlijk was. Oké, een maandag is nooit de meest bruisende dag, maar toch. Alleen aan de Albert Heijn was er leven te bespeuren, maar ik vertikte het om daar dan een broodje te kopen, omdat ik er nog altijd van uitging dat ik wel iets ging vinden. Mijn middagmaal is dus een frangipane geworden die ik bij me had in mijn rugzakje. Bovenstaande foto is het ‘centrale plein’ van Sas Van Gent, naast de kerk, op het middaguur. Ik heb er geen levende ziel gezien. Ik wandelde dan maar verder aan de andere kant van het water.

Pas op, mooie wandeling gehad, daar niet van, en het kanaal Gent-Terneuzen is echt wel indrukwekkend als er zo’n gigant passeert, maar… Daar heb ik wat fietsers gezien, ja, en een occasionele wandelaar. Mooi, maar geen zak te beleven dus.

En ik heb dan nog geeneens de cache gevonden. Intussen heb ik een hint gekregen waar hij zou moeten zitten, en het zal dus voor een volgende keer zijn.

Als de muizen van huis zijn, gaat de kat op restaurant

Startdag van de scouts, en dus waren ons drie mormels vandaag gewoon weg van negen uur ’s morgens tot vijf uur ’s namiddags. Woohoo!

Ware het niet dat Bart eigenlijk ziek is… Anders zouden we wellicht een uitstapje richting Brussel of Antwerpen gedaan hebben, of een sauna of zo… Dat laatste deden we vroeger regelmatig, maar komt er tegenwoordig niet meer van. Eigenlijk zou het wel kunnen, nochtans…

Maar bon, alle kinderen het huis uit dus, en Bart en ik zijn gewoon rustig in alle stilte thuisgebleven: beetje was doen, beetje lezen, beetje bloggen… Maar tegen de middag voelde hij zich gelukkig wel goed genoeg om naar ’t stad te gaan om iets te eten. Per fiets zat er niet in, maar we konden gewoon onder de Vrijdagmarkt parkeren. Bovengronds was er blijkbaar net een motortreffen: zo’n gigantische hoeveelheid moto’s! En vooral: wat een pokkeherrie toen ze vertrokken!

Wij hadden ons geïnstalleerd op het terras van de Savarin: toevallig het eerste waar plaats was, deels in de zon, deels in de schaduw.

IMG_0412

Daarna liepen we even tot aan de Oude Beestenmarkt voor het onderhoud van een cache, keken we nog even hoe hard ze bezig zijn aan de Reep

IMG_0413

en wandelden we rustig tot aan de Korenmarkt, waar uiteraard ijsjes te krijgen waren. Tegen dan was het meer dan genoeg voor mijn zieke wederhelft – bedankt, liefje, dat je al wilde rondlopen met mij – en reden we naar huis terug. Zeteltje voor hem, schoolwerk voor mij.

Maar ik was nog niet uitgewandeld, geef ik toe, en dus ging ik nog cachen, meer bepaald aan het Kasteel van Wippelgem. Ik kende dat, om eerlijk te zijn, niet.

Een echt lange wandeling was het niet, maar wel mooier dan ik gedacht had, en ik wist ook niet dat het domein rond het kasteel openbaar park/bos was. Bij de cache zelf kreeg ik problemen met de GPS op mijn smartphone: hij sprong van het een naar het ander. Ik stuurde een berichtje naar de legger, waarop die prompt terugbelde om me uit te leggen waar hij precies lag. Zalig!

Enfin, een aanrader dus. Alweer.

Bourgoyen-Ossemeersen

Ik geef het toe, ik kan de tijd niet zeggen dat ik nog eens het toertje van de Bourgoyen deed. Met de hond en de buggy durfde ik vroeger wel eens in de buurt van de hoosmolen parkeren en dan de dijk afwandelen, maar verder ging dat eigenlijk niet.

Tot vandaag. Ik trok mijn rubberlaarzen aan – achteraf een domme beslissing, zo bleek: de paden liggen overal meer dan goed genoeg voor wandelschoenen, en mijn voeten deden achteraf mega zeer – en begon aan de wandeling van 6 kilometer. En ik, ik genoot intens. Het enige storende was het geraas van de R4, maar zo dicht bij de stad kan het eigenlijk niet anders dan dat je de auto’s hoort. Alhoewel, op bepaalde punten in het reservaat hoor je eigenlijk gewoonweg niks dat niet natuurlijk is. Ik zag er veel wandelaars – met of zonder hond – , joggers, fietsers, en zelfs een heuse vogelspotter uit het Aalsterse. Ik kan de man geen ongelijk geven: het vogelreservaat is prachtig! Al heb ik er zelf enkel meeuwen, waterhoentjes, meerkoeten, eenden en de occasionele fuut gezien, hij kwam kijken of er toevallig geen lepelaar zou zitten.

Maar laat ik u vooral meegenieten van enkele foto’s die ik er nam.

Oh, en ik heb er de boom van mijnheer de Uil gevonden!

IMG_2442

Enfin, als u zin heeft om frisse lucht op te snuiven en even de benen te strekken, u weet waar naartoe. Meer nog, u moest al weg zijn!

De wandelkaart vindt u hier.

Mijn Gent

Ik dacht: voor de dagelijkse cache van vandaag rij ik even tot aan DOK: daar ligt er een opgeloste mysterie te wachten tot ik het doosje vind. Eigenlijk moest ik vooral aan de Reke zijn: mijn eerste Sluizen-van-Gent-cache daar was blijkbaar zijn potje kwijtgespeeld, alleen het rolletje lag er nog. Bizar, maar bon. Vriendelijke Engelsen hadden het me zondag laten weten, en hadden het dan maar in het plastiekje van een pakje zakdoeken gestoken. Onderhoud nodig, dus, en dat deed ik dan ook fluks.

Daarna parkeerde ik me aan het Handelsdokcenter, en stak de Bataviabrug over, om er dan langs de promenade van de Schipperskaai naar de groene kraan te wandelen. Machtig zicht!

Ik heb zelfs twee stadsdraken gespot!

IMG_2388

Maar de cache die ik zocht, die kon ik niet spotten. Ik heb bijna drie kwartier staan zoeken, maar helaas. Dan maar onverrichterzake naar huis terug gereden, en in de namiddag met Merel een cache niet ver van Kobes muziekschool opgehaald.

En ’s avonds, toen ging ik met Merel picknicken, en liepen we voor het eerst rond de vijver. Ze heeft geen seconde gezwegen: ze vertelde me een heel lang, uitgebreid verhaal over hoe wij eigenlijk op bezoek waren bij de zeemeerminnen, en hoe het eiland daar Meermineiland is, en dat de koningin er niet was, maar de prinses wel, en… Het grappigste was dat er een koppel was dat zijn hond liet zwemmen, en dat dat dus een zeehond bleek te zijn. Allez, een zeemeerhond dan maar. Die mensen moesten daar echt mee lachen, met de luide commentaar van mijn dochter.

Maar ik, ik genoot volop. De boterhammen werden deels opgegeten op een bankje, deels in de ligstoelen van het gesloten café aan de speeltuin.

Toch wel een zalige woensdag, ja.

Park Claeys-Bouüaert

Zoals ik al eerder zei, heb ik nogal wat gaten in mijn rooster. Als dat drie uur na elkaar is, is het de moeite om naar huis te gaan. Maar, zoals twee keer per week, als dat maar twee uur is, dan is dat bijna de moeite niet: tegen dat ik weg ben en thuis ben, is het half elf. Ik moet om twaalf uur terug zijn, dus kwart voor twaalf vertrekken. Tsja… Zoals Chantal (mijn kuisvrouw) zei: de nafta kost ook geld.

Vandaag heb ik dan eerst maar wat administratie geregeld, kopies genomen, en toen was er nog tijd over en was het een heerlijke herfstdag. Als je er dan bijneemt dat er ook nog een cache moest gehaald worden, was het rap geregeld: er lag er namelijk nog eentje in het bos/park naast de school, een multi met drie tussenpunten. De opgave had ik al een tijd eerder genoteerd in mijn cacheboek, moeilijk was het dus niet. Ik trok mijn rubberlaarzen aan – niet strikt noodzakelijk, maar wel zó leuk om door het natte lange gras te banjeren – ging nummers op postbussen noteren, zocht een inscriptie in een boom – alweer – , schreef het nummer van de groendienst op, en kwam zo uit aan het veld waarop onze zesdejaars aan het voetballen en baseballen waren. En ik, ik had er alweer een heerlijke, zij het korte boswandeling bij.

Springuren

Nee, ik heb het niet getroffen met mijn lesrooster dit jaar: niet de eerste versie, en ook niet de tweede die het ganse jaar geldt.

Ik heb vooral veel springuren: uren tussen twee lesblokken in, waarin je eventueel wel kan zitten verbeteren, maar er is natuurlijk ook maar zo veel werk dat je kan doen in die uren. En als je er zeven hebt, dan is dat werk snel op, ja. Deze week had ik zelfs nog helemaal geen verbeterwerk, en zowat al de rest is per computer, wat op die oude PC’s van school met die trage internetverbinding quasi onbegonnen werk is.

Ik moest eerst de directie nog wat uitleg verschaffen rond een mailprobleem, en toen had ik nog een klein uurtje over. Ik heb de auto gepakt, ben wat verder gereden naar de Vinderhoutse bossen, heb mijn laarzen aangetrokken, en ben toen in een stevig tempo het bos doorgestapt om helemaal op het einde een cache te zoeken. Het was maar drie kilometer, een veertig minuten, maar ze hebben enorm deugd gedaan. En die Vinderhoutse bossen, die mogen er wezen.

Ik weet wat ik ga doen in het vervolg, als ik twee uur op mijn vingers zit te draaien en het mooi weer is. Serieus zeg.