Maar how, hoe zot is dat zeg?

Ik sprak al eerder van de verwenweek, en dat ik eigenlijk al heel leuke dingen had gekregen. Maar vandaag, echt, mijn mond viel open…

Ik ben vrolijk aan het lesgeven aan mijn vijfdes wanneer er op mijn deur geklopt wordt: Jessica van het secretariaat met een briefje voor mij.

Blijkbaar was mijn reactie: “Ma fok!” De ganse klas schoot in de lach, en ik moest natuurlijk wel uitleggen wat erop stond. Serieus zeg, mijn verwenner is zo zot geweest om gewoon een geocache voor mij te verstoppen, of wa??

Na mijn twee uur les – ik heb maar twee uur op donderdag – was ik dan ook helemaal hyped toen ik de leraarskamer binnenkwam: ik moest alleen de coördinaten nog omzetten naar graden en minuten voordat ik op zoek kon. Dat was vrij snel gebeurd dankzij een gespecialiseerde app, en toen bleek de cache gewoon op het einde van de straat te liggen, aan het kapelletje waar ik zelf een geocache heb liggen. Allez jong!

Ik ben helemaal door het dolle heen op mijn fiets gestapt, en vond daar ter plekke meteen een droom van een cache in een brugafsluiting:

Erin zat een zakje bloemzaad van iets dat ik helemaal niet ken, maar dat ik met plezier ga planten:

Maar geef toe: hoe zot is dat zeg??? Iemand heeft gewoon de moeite genomen om, speciaal voor mij, bloemzaad te gaan kopen, dat in een doosje te stoppen, dat doosje te gaan verstoppen, daar de coördinaten van te bepalen, en dat dan aan mij door te spelen! Al zat er een dooie vlieg in het potje, dan nog vond ik het ongelofelijk!
En ik heb totaal, maar nog totaal geen idee van wie het is!

Maar echt jong!

 

Van sneeuw en goeie vriendinnen.

De dag begon zeer wit, eigenlijk: een vers pak sneeuw, en er kwam er alleen nog maar bij, tot er hier toch zeker 6 centimeter lag. Prachtig om te zien, maar ik was blij dat ik er niet door hoefde, om eerlijk te zijn. Op woensdag moet ik niet naar school, maar om half negen zat ik al netjes aan mijn computer, met een goed muziekske op, een stevige kop koffie, en de schoolbrochure die volledig moest bijgewerkt worden: nieuwe foto’s, nieuwe tekst, en vooral dat laatste is een kwestie van prutsen, want het staat al zó vol dat je niet zomaar iets kan toevoegen zonder de layout naar de zak te helpen. Enfin, het is me gelukt, maar ze was pas tegen half vijf in de namiddag klaar. U kan mijn onprofessioneel layoutwerk trouwens hier bekijken.

En tegen half zes kwam Annick eindelijk nog eens langs. We planden dat al maanden – het was blijkbaar van voor de grote vakantie geleden dat we elkaar nog gezien hadden – maar telkens weer kwam er wel iets roet in het eten gooien. Bon, vandaag lukte het dus wél, zij het wat later dan gepland. Geen nood, Merel had speciaal luiewijvenvlaai gemaakt, en Annick bleef dan meteen ook gewoon brood eten. Waarbij ze – geheel volgens de huistraditie – een tekeningetje in de verse pot speculoospasta maakte. Zo hoort dat nu eenmaal.

Lectuur: “The Gentlemen Bastards (Locke Lamora)” van Scott Lynch

Ik moet het toegeven, het is bijzonder lang geleden dat ik nog in zó’n immense leesrush heb gezeten. Ik ben The Lies of Locke Lamora van Scott Lynch beginnen lezen, en ik kon het boek niet meer wegleggen, zo ongelofelijk meeslepend.

Het is fantasy van de bovenste plank over gentlemen thieves in een imaginaire wereld (met een zweem van magie en veel alchemie). Denk Ocean’s Eleven (plot) meets Casanova, een setting in een soort zestiende-eeuws Venetië, met veel degengezwaai en wapperende capes.
Ik was metéén verkocht, en heb boek 1 uitgelezen op een paar dagen. Jawel, het was zo erg dat ik op zaterdagavond tot drie uur heb liggen lezen in mijn bed, en dat ik ook overdag hier in de zetel zat te lezen, iets waar ik anders geen tijd voor vrijmaak. Ik heb er dan maar meteen boek twee achter geplakt, over diezelfde dieven, maar dan grotendeels in een piratenwereld. Denk de vaart en de snedigheid van de Pirates of the Caribbean erbij.

Boek drie miste  die vaart dan weer een beetje, omdat er meer nadruk werd gelegd op een liefdesintrige, maar het bleef steengoed, vond ik.

Resultaat: ik heb iets meer dan 20.000 bladzijden op tien dagen gelezen, en nu moet ik een beetje bekomen van die rush. Een boekenblues, als het ware. Er zit al jaren een vierde boek aan te komen, en ik hoop maar dat het er snel komt. Zàlige lectuur, echt waar.

Kerstdag

We sliepen lekker lang uit, de kinderen speelden Red Dead Redemption, en we aten de overschot van gisterenavond, en dan was er nog over zelfs. Daarin heeft Bart een beetje van zijn moeder: die heeft ook altijd veel te veel.

En in de namiddag reden we effectief naar zijn moeder. Bart reed iets vroeger door om nonkel Staf op te halen, maar had er niet bij stilgestaan dat zijn auto nu niet bepaald de meest praktische is om oudere mensen in te laten stappen, en dus reed Koen dan maar om Nelly in Triamant.
We aten allemaal gezellig samen taart in de Ommegangstraat: Else had de tafel al helemaal gezet, en het was er net als vanouds. Nelly had dan ook nog een heel mooi kerstcadeautje voor me: parel oorringen. Nijpertjes, dat wel, maar ze zijn heel comfortabel.

Tegen half vijf reden we richting huis en wilde ik nog snel in ’t passeren een cache oppikken. Helaas, de eerste bleek onvindbaar, en dus zochten we maar eentje een klein beetje verder. En genoten van de prachtige zonsondergang.

En ’s avonds zaten we gewoon gezellig samen en keken naar een Harry Potterfilm, zoals Merel al een hele tijd vraagt.

Meer moet een kerstdag toch niet zijn?

Sinterklaas!

Gisteren kwam Merel thuis met enige verontwaardiging: dat de Sint al bij al haar vriendinnen was langsgekomen, en bij ons nog niet! “Tsja”, zei ik, “de Sint heeft veel werk en spreidt dat dus een beetje. Bij ons komt hij echt maar woensdagavond hoor!”

Merel vond van niet, en zei dat ze toch haar schoen die avond al ging zetten, want de Sint was toch magisch, en dan kon hij dat wel in zijn schema inpassen. Bon, het klassieke bankje stond hier klaar met drie schoenen, een flesje fruitsap, wat snoep en een appel voor het paard. Uiteraard.

Kobe en Wolf hielpen me dan met het versieren – de rug wou na de zware dag toch niet met zoveel energie meer mee: ik heb vier uur examen afgenomen en dus rondgelopen, en dan in de namiddag nog twee uur lesgegeven en daarna nog met Merel naar de blokfluitles in de Poel – en alles klaar te leggen.

Ook al zit Kobe al in het middelbaar, hij is nog maar 11 en krijgt dus alsnog een cadeautje. Hij heeft er lang over getwijfeld, maar is dan toch voor zijn momentane obsessie gegaan: de Rubik’s cubes, in alle vormen. Merel had een Hatchibaby gevraagd, en Wolf, tsja, die kreeg eigenlijk niks meer, maar had zijn eigen spaargeld gebruikt om twee pulls te kopen. Hij heeft er zo’n stuk of zes in zijn kast, en daarom kreeg hij ze niet van mij, maar blijkbaar verandert zijn smaak nogal, en vond hij dat belangrijk. Ik heb hem dan maar een van de twee terugbetaald als Sintcadeautje. Mja…

Merel moest wel opletten dat het beest ’s morgens nog niet uit zijn ei kwam – lees: sensoren pikken op hoeveel het beest beweegt en laten het dan uitkomen – en stopte het netjes in tot in de namiddag. Wolf heeft dan netjes vastgelegd hoe het ei is uitgekomen. Vreemd speelgoed, geloof me.

Maar vooral haar triomfantelijke grijns was de moeite: “Zie je wel, mama! De Sint kan alles!”

Poppenmoedertje

Het werd een gezapige zaterdag, waarbij Merel vooral met haar nieuwe pop speelde. Ze had nog geen jongenspop, en deze nieuwe was dus gewoonweg perfect! Hij mocht in zijn wippertje, in de buggy, en ze gaf hem met alle zorgzame toewijding van een échte moeder een heus bad met alles erop en eraan.

De handdoek lag klaar, het pampertje ook, de verse kleertjes, een klein handdoekje voor zijn (onbestaande) haar, enfin, ze wist dus heel erg goed wat ze deed, had ik zo de indruk. En het is niet alsof ze zelf al veel met baby’s in aanraking is gekomen, om eerlijk te zijn.

Nooit gedacht dat ik ooit zo’n zachte, zorgzame dochter zou hebben. Ik geniet mateloos.

Hij mocht zelfs mee op restaurant: Wolf zat in de scouts als afsluiter van zijn midweek, en Kobe was op scoutsweekend. Daardoor hadden Bart en ik maar één kind meer, en gingen we met haar eten bij Baptist op den Dries. Een deftige brasserie, niet spotgoedkoop, maar met faire prijzen, een beperkte kaart, maar wel zeer lekker.

En daarna, toen gingen we gewoon zelf met ons tweetjes in bad: elkaars haar wassen, en spelen met de muzikale dolfijntjes, terwijl er rondom kaarsjes brandden en het eigenlijk heel erg gezellig was, daar in de badkamer.

 

Girl

Om vijf uur stond ik vandaag met Wolf in Brugge, meer bepaald in Cinema Lumière. Bart was er al met Dirk en Ilse voor de avant-première van Girl, een Belgische film – Vlaams is niet correct, want het speelt zich af in Brussels, half in het Frans, half in het Nederlands – over een transgender meisje, geboren in het lichaam van een jongen, maar vastbesloten om ballerina te worden. De combinatie van het genderprobleem met de loodzware opleiding in het balletschool maakt het bijzonder intens.

Zoals de regisseur achteraf beklemtoonde is het niet het verhaal van een meisje (jongen?) dat moet opboksen tegen een niet-begrijpende en niet-accepterende wereld, integendeel: ze heeft een warme begrijpende vader, een accepterende familie, perfecte geneeskundige zorg, en eigenlijk zelfs een klas die haar min of meer accepteert zoals ze is. Er is dus geen slechterik in het spel, een kwestie van goed versus kwaad, en dus ook geen moraliserend opgestoken vingertje.

Het is het verhaal van een meisje dat, gevangen in een jongenslichaam, met zichzelf in de knoop zit en daar maar heel moeilijk uit geraakt.

Was ik geraakt door de film? Welzeker, hij is de moeite waard, een aanrader. Maar let vooral op de prachtige fotografie, en de onwaarschijnlijke vertolking van Victor Polster, een jonge gast die de rol van zijn piepjonge leven neerzet. Dat is ook de vraag die de regisseur het vaakst krijgt: waar heeft hij dit juweeltje gevonden? Polster is blijkbaar een danser die een professionele dansopleiding volgt, en dansers hadden ze nodig voor de balletschool. Hij had daarnaast de perfecte androgyne uitstraling, en blijkbaar ook nog een stevige dosis acteertalent, met een ongelofelijke naturel.

De film is goed, maar ik was vooral van mijn sokken geblazen door Victor Polster, jawel. Daar gaan we nog van horen. Ga nu vooral kijken naar wat hij ervan maakt. En laat u meeslepen in het verhaal van een transgender, dat voor elke persoon toch weer helemaal anders is en tegelijk herkenbaar. Doen.