Lectuur: Jean Le Flambeur

k ben aan het afwisselen, qua lectuur, tussen fantasy, scifi en de klassiekers van de apocriefe BBC-lectuurlijst.

Na “His Dark Materials” van die lijst dook ik opnieuw in de science-fiction, al zetten sommige van mijn vrienden deze ook gewoon onder fantasy. Het gaat om de reeks rond Jean Le Flambeur, drie boeken van de Finse auteur Hannu Rajaniemi. Het universum waarin dit afspeelt, is blijkbaar een verre, verre toekomst, waarin de aarde eigenlijk een voetnoot is en de mens maar één van de vele soorten.

Het verhaal draait rond, u raadt het al, Jean Le Flambeur, een gentleman-dief die bevrijd wordt uit een gevangenis om er dan als tegenprestatie iets te gaan stelen voor een soort goddelijk wezen om daarmee dan datzelfde universum te redden. Of zoiets. De plot is vreselijk ingewikkeld, mensen zijn eigenlijk een verzameling gedachten en herinneringen die je kan digitaliseren en dus naar wens in een lichaam dumpen. Ze zijn op die manier ook onsterfelijk, maar kunnen zich in duizenden tegelijk verdelen, gogols genaamd. Transhumanisme, mind-uploading maar daarnaast ook het delen van een lichaam tegen betaling, gevangenissen die experimenteren met het steeds opnieuw doden van zijn gevangenen, … Steden zijn kunstmatig gevormd, bewegen zich voort op grote poten om de hitte van de zon  te vermijden en dat soort dingen. U ziet het, science fiction maar met een compleet bijeengefantaseerde wereld.

Rajaniemi is doctor in de fysica, en dat is wel duidelijk: hij speelt met termen als neutrino’s, quantumteleportatie, Higgsdeeltjes, Planckruimte, Hawkingdrive enzoverder, en dat maakt het soms echt wel moeilijk om te lezen. Af en toe heb ik bij zijn wetenschappelijke uitleg afgehaakt, en af en toe heb ik ook een stuk herlezen omdat ik niet meteen helemaal mee was.

Maar zijn het goeie boeken? Welzeker. Rajaniemi heeft prijzen behaald met zijn eerste boek, en ik snap dat wel: het is compleet vernieuwend en verfrissend en de plot zit ingenieus in elkaar. Maar lichte strandlectuur is het niet, neem dat van me aan.

Laatste dag in Zeeland

Wolf en Arwen waren al rond half acht op, want ze hadden beloofd om samen om croissants te gaan, en dat deden ze dan ook. De wachtrij was lang, zeiden ze: allemaal papa’s met de krant en de koeken ^^
Bart was intussen gaan lopen en had meteen ook de auto’s gehaald, zodat vooral ook zijn elektrische een beetje kon opladen.
We ontbeten, ruimden geroutineerd op en waren zowaar klaar om half tien. Iets over tien stonden we in de Action Factory voor een rondje minigolf, maar dan wel ene in steampunkstijl, met transportbanden, pneumatische toestanden, wegschietende balletjes en dat soort dingen. Amusant! Zeker als je dan nog wint ook, iets wat me nog nooit overkomen was :-p

Daarna namen we afscheid van het park en reden naar de zee. Allez ja, de immensen Brouwersdam, want iedereen had intussen blijkbaar alweer honger. En ja, die Beach Bar is dik in orde, ook ’s middags.

En toen was het tijd om te vliegeren. Echt te vliegeren, net zoals massa’s mensen op het strand, overigens. En die stuntvlieger, dat is wat wennen, maar dat ding is fantastisch om mee te spelen. Vooral Wolf vloog ermee, maar ook Kobe en Arwen probeerden af en toe. Kobe had vooral zijn zelfgemaakte vlieger, en Merel vloog met de kleurrijke.

Toen gingen ze met zijn vijven even tot aan het water zelf – het strand is daar altijd immens breed, behalve bij springtij – en ik ging languit in het zand liggen, mét een vlieger uiteraard.

En toen wilden zij nog een eind verder vliegeren terwijl Bart en ik voor een koffie gingen.

Bart reed al naar huis, en ik ging nog met de kinderen de cache aan de overkant van de straat, rond het Inspiratiepunt Grevelingen, oppikken. En toen waren ze moe, blijkbaar.

Tegen half zes kon ik Arwen gaan afzetten, tegen half zeven zat ik ook zelf in mijn eigen vertrouwde zeteltje. Een heerlijke vakantie gehad, maar het doet toch deugd om terug thuis te zijn ook. Hehe.

Geocaching rond het Grevelingenmeer en andere dinges

Bart was gelukkig al terug, maar deze voormiddag was er niet echt veel animo om veel te doen. Enfin, ik had alweer geen zittend gat en wilde in de buurt een paar caches oppikken met de auto. Wolf en Arwen zagen dat volledig zitten, alleen waren we weer eens te laat weg: het was tien over elf tegen dat we in de auto zaten. We reden naar Zierikzee, richting Ouddorp en vonden inderdaad een paar mooie caches. Eentje was niet te doen: de boom waar de cache zou moeten zitten, zat vol met grote agressieve mieren die ook meteen beten. Ugh!

Tegen kwart over twaalf waren we terug in het huisje, aten boterhammen en om een uur stonden we in de Action Factory: we hadden voor de vier kinderen een hoogteparcours in blacklight geboekt, iets waar ze zich compleet in het zweet mee werkten en doodop van waren. Tsja…

We konden dan wel niks anders dan iets drinken op het terras van het centrum, maar daar werd Arwen geterroriseerd door een meeuw en wij door de eerste regendruppels.

We liepen met zijn allen terug naar het huisje, de kinderen gingen nog even relaxen voor ze met papa gingen zwemmen, en ik nam mijn regenjas, mijn spullen en ging geocachen.
Nog een chance dat ik die regenjas mee had, want voor het goeie weer hoefde ik het niet te doen. Maar ik vond prachtig verzorgde caches van De Duintoppers, een cacheteam dat echt wel moeite steekt in zijn caches. Knap!
Eentje lag aan het einde van een soortement dammetje, en daarop lag het vol met krabbenbotjes en restanten: de meeuwen laten hun gevangen krabben op de stenen vallen zodat die openspringen en ze ze kunnen opeten.

Ik reed richting Oostdorp en verzeilde er op een oude verschansing: mooi!

Ik ging tot aan Goedereede en begon toen langzaam terug te keren, want a) het begon al rond zes uur te draaien b) het begon toch wel harder te regenen, ja. In totaal  15 caches vandaag, niet slecht.

In het terugrijden begon het echt wel te regenen, wat me deed bellen naar Bart: we hadden afgesproken om in één van de strandpaviljoens te gaan eten, en als ik dan toch met de auto was, kon ik hen evengoed aan de ingang van het park ophalen en met de auto gaan, want het is toch wel een kwartiertje wandelen.

Ideale timing, want ze waren zich net aan het afdrogen en waren dus in de buurt van de ingang. Ik heb hen opgepikt en we zijn gezellig gaan eten in een hele fijne surfbar: surfshop, de inrichting is zomers en het personeel zijn duidelijk zelf allemaal surfers, ook in die stijl gekleed. Hele fijne sfeer, en lekker eten.

We reden terug naar het park, wandelden naar ons huisje, en vonden het welletjes voor vandaag.

Port Zélande

Dit jaar kon Bart het zich niet echt permitteren om lang op vakantie te gaan: te veel hete hangijzers in het vuur, te veel dingen die nu onmiddellijke reactie kunnen vragen. We wisten dat op voorhand, het is niet alsof dat een probleem was. Ik had met de kinderen afgesproken deze week vrij te houden, en we gingen wel zien wat we dan gingen doen. Ik had gedacht met de auto naar Engeland te gaan en er van B&B naar B&B te rijden, zoals ik zelf altijd heb gedaan met ons ma. Of Duitsland, of Bretagne of zo.

Maar zij kwamen met het uitdrukkelijke verzoek nog eens Center Parcs te doen: dat was eeuwen geleden en ze vonden dat zo leuk. Euh… van mij niet gelaten. We kozen Port Zélande omdat we daar goeie herinneringen aan hadden en dat amper een dik uur rijden is van thuis. Nog een chance, want morgen mag Bart al heen en weer rijden… Tsja.

We waren zowaar klaar om half tien, du jamais vu, terwijl Arwen pas afgezet werd om tien uur. Iets later zaten we dus in de auto’s, richting Middelburg. Daar wilden we even de toerist uithangen, wat geocaches oppikken en iets eten. Er was stralende zon toen we er toekwamen, maar gelukkig zaten we tijdens het eten onder een grote parasol, want jawel, de eerste regenbui was een feit.

Tegen een goeie één uur zaten we alweer in de auto en reden we via de Deltawerken Neeltje Jans. Ik had het me indrukwekkender van uitzicht voorgesteld, om eerlijk te zijn, ook al waaiden we er bijna weg.

Om half drie waren we in Center Parcs, zodat we eerst nog een koffie gingen drinken voor we in ons huisje kwamen. Om eerlijk te zijn: dat huisje valt een klein beetje tegen. Het is klein voor zes personen: één kleine badkamer, en de zetel in de woonkamer is zo groot dat je hem opzij moet schuiven als je naar het terrasje wil. Nu, ik denk niet dat we dat vaak gaan willen, want het regent eigenlijk nogal. En daarnaast, ja het is vernieuwd, maar de oude houten ramen zijn nog altijd gewoon oude houten ramen die niet perfect sluiten en dat soort dingen. Meh.

Enfin, we installeerden ons en Bart ging met de kinderen prompt naar het zwembad. Ik paste: ik weet niet wat het is, maar ik ben de laatste dagen nogal opvliegend en slecht gehumeurd, en de stilte en het lezen deed me goed.

Tegen half zeven werd er gegeten, en terwijl de kinderen dan wat tv en computer  keken, maakten Bart en ik nog een avondwandeling. Het is een twintig minuutjes wandelen tot aan de zee, en dat is wat we deden, onder een dreigende avondlucht. Tot onze grote verbazing vonden we vlak voor de duinen een betonnen vlakte, het lijkt wel een schots en scheve landingsbaan. Vreemd, tot ik leerde dat het hier eigenlijk een immense dam is, en dan is het meteen minder vreemd. We wandelden rond, pikten een geocache op, stelden vast dat het eb was en de zee zelf wel heel ver lag, en keerden op onze stappen terug, want de lucht begon nu wel héél erg dreigend te worden, compleet met bliksems en al. Een zonsondergang zien over de zee zat er dus niet echt in.

Helemaal droog hebben we het niet gehouden, maar het was pas toen we al veilig en wel terug waren in het huisje dat het beginnen gieten is. Oef.

Doodgewone zondag

Hehe, eindelijk weer eens een normale zondag! Een zondag waarbij er was werd gedraaid, ik mijn pa ging ophalen tegen half twaalf en hij dus gewoon bij ons aan tafel zat. En het eten gelukkig lekker vond. En daarna koffie dronk, en mijn blog las, en de kousen sorteerde en opvouwde.

Het doet echt deugd dat hij gewoon terug… normaal is. Echt.

Tegen een uur of vijf bracht ik hem terug naar huis, met twee maaltijden netjes ingepakt en een croissant voor vanavond. Zo hoort dat.

Oh, en we reden nog langs het kasteel van Lovendegem waar Guido donderdag een nieuwe cache had gelegd, en we waren zowaar de tweede om hem te vinden! Komt dat tegen!

In elk geval: een goeie dosis normaliteit, want voor een chaotische geest als de mijne niet slecht is.

Geo-art: 55 op een dag!

Man, soms doet zot zijn toch geen zeer…

In de zomermaanden doet het team achter de geocaching website altijd een soortement wedstrijd. Je kan er niet echt iets mee winnen, zoals nooit bij het geocachen, maar je kan er “souvenirs”, virtuele beloningen voor krijgen. Deze zomer ging het om Mystery in the Museum, waarbij je bepaalde caches moest loggen om een aantal gestolen juwelen en dergelijke te krijgen. Gisteren had ik de laatste saffier gevonden, en ik dacht dat ik er dan wel was. Juist ja. Krijg ik de boodschap dat de enige taak die me nog restte, was dat ik nog 35 caches moest loggen. Oh, en het spel loopt morgen af. Ah. Right.

Gelukkig had ik een week of twee geleden al een hele mooie geo-art DRAAK zitten oplossen: dan vormt de cachelegger een woord of tekening met allemaal raadsels, en als je het antwoord juist hebt, krijg je de plek waar je de cache kan vinden. Deze vormde een toertje van zo’n 25 kilometer doorheen Oostakker-Desteldonk en omstreken, met een totaal van 55 caches.

Ik stak tegen een uur of drie de fiets in de koffer en reed naar het startpunt, met het idee er 35 te doen.  Maar toen was ik gigantisch goed bezig en had ik nog geen zin om te stoppen. En ging ik er 40 doen. En toen waren het er maar 15 meer, en was het ook zo onnozel om te stoppen, toch? De laatste vijf waren er eigenlijk te veel aan, moet ik toegeven. Het fietsen is niks, het is het elke keer op en af stappen, die zware fiets tegen een boom moeten zetten of in het gras leggen, en telkens weer aanzetten dat het lastig maakte.

En… Ik heb de stommiteit gemaakt om te denken dat twee stukken landwegel wel gingen verbonden zijn met elkaar, waardoor ik uiteindelijk een weide ben doorgefietst, met die zware fiets twee grachten ben overgestoken, een gans eind tussen de rand van een maisveld en een gracht ben geploeterd door het hoge gras en de struiken, en onder een prikkeldraad door ben gekropen met fiets en al. Ugh. Geen goed idee.

Maar de tocht zelf was prachtig, ik heb intens genoten, heb mijn fles water kunnen laten vullen door een gepensioneerde die zijn tuin aan het sproeien was, en was klaar rond half negen. Yep, meer dan vijf uur op de fiets, ge moet goed zot zijn. I know.

(Maar ik heb toch maar lekker 55 caches gehaald vandaag!)

Lectuur: “His dark materials” van Philip Pullman

Ik ben aan het afwisselen, qua lectuur, tussen fantasy, scifi en de klassiekers van de apocriefe BBC-lectuurlijst.

Na de intense Matthew Swift boeken kwam ik bij de klassieker “His Dark Materials” van Pullman, en het zei me totaal niks. Alleen de tekening van de eerste cover – want het gaat hier om een reeks van drie boeken – deed vaag een belletje rinkelen: een meisje op de rug van een gepantserde ijsbeer.

Ik begon dus te lezen in “The Golden Compass” en stelde vast dat het blijkbaar om de avonturen van een meisje van een jaar of tien ging, in een steampunkwereld. Was ik van mijn sokken geblazen? Euh, niet echt, nee. Het was een fantasyverhaal, met pratende dieren, zeppelins, steampunktoestanden, alternatieve werelden, maar ik heb, om eerlijk te zijn, al betere fantasy gelezen.  Ook al betere allegorieën over hoe de mensheid de wereld om zeep aan het helpen is, of betere coming-of-age verhalen.

Ik heb toch de andere twee boeken ook gelezen, want als ik ergens aan begin, wil ik ook weten hoe het afloopt. Maar nee, het was niet alsof ik hier begeesterd in de zetel zat te lezen overdag, terwijl dat wel het geval is met andere verhalen.

Mja.

Het kan helemaal aan mij liggen, maar nee, voor mij haalt het belange niet het niveau van de andere klassiekers die ik hier al heb gelezen.

Geocachen in Balen

In de Gentse Feesten en vorige week had ik Mathias kennis laten maken met Gent, nu was het tijd dat ik eens ging kijken in Balen. Niet dat dat nu bepaald een grootstad is, maar de natuur is er wel prachtig.

Tegen kwart over twee stond ik bij Mathias en Wim, en iets later stonden we achter zijn huis in Scheps, een natuurgebied met moerassen – heuse, echte, gevaarlijke, ik-zink-weg-en-ben-een-beetje-dood-moerassen – en vlonderpaden, poelen, vijvers, en blijkbaar ook een kapel, een Lourdesgrotje én een waterput van Sint-Odrada. De natuur is er inderdaad prachtig.

We gingen daarna naar Picknick eiland, een heus eiland met twee picknicktafels en drie palen voor hangmatten, om er gewoon rustig te zitten, te praten en te chillen. Mijn rug was de jongens dankbaar.

Ze lieten me ook nog de lokale visvijver – zonder vis – zien, en daarna reden we naar de andere kant van Balen voor een rondje geocachen, het rondje Natte Voeten, langs een kanaal en daarna langs de Nete, waar het soms inderdaad echt wel modderig en drassig lag. In de andere seizoenen kom je er niet door zonder rubberlaarzen, het was nu soms zelfs uitkijken en rondspringen.

Tegen zevenen stonden we weer bij Mathias thuis om even op te frissen – ik zweette als een bunzing – Stijn ook nog op te pikken, en dan naar Geel in het Aards Hof iets te eten.

Tegen elf uur zat ik in de auto richting Gent, klaarwakker, en dus pikte ik langs de baan in en rond Geel nog vijf extra losse caches op. Tegen half twee was ik uiteindelijk thuis, na een ideale, relaxte vakantiedag.

Heerlijk toch?

Deftige dames in het zwembad

Vandaag hadden we niet meteen iets gepland. Goh ja, misschien dat ik vandaag dan wel al die caches in Oostakker ging ophalen.

Maar plots stond daar tegen half twaalf Poppy met haar mama: of ze mocht komen spelen. Natuurlijk datte!

Tegen twee uur waren de meisjes zich volop aan het amuseren, en bleken ze deftige dames te zijn die wel wilden poseren voor een fotoshoot.

Nog iets later zaten beide dames in het zwembad, terwijl het eigenlijk toch niet meteen zo warm was, toch? Dat kon hen blijkbaar niet deren.

Merel had meteen een zalige namiddag, Kobe deed een paar après-kamp dutjes, en Wolf, ja, die hing op zijn kamer zoals alleen een puber dat kan.

Vakantie dus ^^