Stress!

Ik denk dat ik vanmorgen toch wel een half jaar van mijn leven heb kwijtgespeeld. Serieus zeg!

Het begon nochtans allemaal goed: Bart zit in Bratislava, en dus had ik de kinderen gevraagd om zelf hun boekentas te maken en niet te treuzelen, zodat we zeker om acht uur in de auto zaten. Ik heb examen, vandaar, en dan moet ik echt op tijd zijn. Dat lukte ook perfect, allemaal heel rustig en op ’t gemak, eigenlijk.

Ook op school was het allemaal heel relaxed: mijn gerief stond netjes binnen, alles mooi op tijd, de leerlingen op hun plaats, alles mooi uitgedeeld. Tot ik met hen het examen begon te overlopen, en vaststelde dat blijkbaar bij cursieve tekst, door de switch van versies in Word, alle spaties weggevallen waren, en dus de Latijnse tekst quasi onleesbaar was geworden. Zal me leren om het niet naar PDF om te zetten! Efkes paniek, ha ja, want een onleesbaar examen, da’s niet zo praktisch.

Het eerste deel was gelukkig puur theorie, en perfect in te vullen. Ik belde meteen het secretariaat op, en Peggy had aan een half woord genoeg, en stond daar een halve minuut later. Ik rende richting leraarskamer, startte een PC op, logde in op het schoolnetwerk, downloadde mijn examen van de directiemap, voegde stapels spaties toe, en ging opnieuw printen. Poeh! Lang leve de cloud dus, en al een chance dat ik er altijd voor zorg dat het wel ergens upgeload staat.

Enfin, het duurde even voor ik mijn zen terugvond, maar het examen kon wel probleemloos afgelegd worden. Man man man…

Gelukkig werd het daarna pakken beter: ik reed naar huis, kookte spaghetti, warmde Barts fantastische saus op, en er kon gegeten worden. Mijn bureau had ik gisteren al opgeruimd, er was goeie koffie, verse rode inkt, en VNV Nation schalde door de boxen: ideaal om te beginnen verbeteren. Alleen is dat niet altijd even gemakkelijk met kinderen in huis: een half uur later had ik al een koksmuts gefabriceerd voor Merel en Kobes fietsrem gerepareerd. Allez hup.

Maar bon, tegen drie uur gooide ik Kobe af op zijn muziekles, en reed ik met de andere twee naar Mariakerke: een laptop voor Wolf! Een vooruitgeschoven communiecadeau, dat wel, maar hij kan hem nu echt goed gebruiken. Alleen… bleek ik mijn handtas niet bij te hebben, en bestelde ik dus een laptop, in plaats van er eentje te kopen. Slim, echt slim, Rombaut!

Om half vijf pikten we Kobe weer op en reden we door naar Sleidinge om mijn jarige grootmoeder te gaan bezoeken, maar helaas, de 104-jarige was op bezoek bij haar 102-jarige zus in Knokke – die woont nog steeds thuis, een echt fiere madam – en dus niet thuis.

Tsja. We reden dan maar naar huis, Kobe werd richting rugby verscheept, en ik, ik zorgde dat ik om acht uur in het KANTL – Koninklijke Academie voor Nederlandse Taal- en Letterkunde, ook wel de Koningsstraat genoemd – stond voor een lezing van het NKV over de parallellen tussen Star Wars (de drie recentste films dan toch) en het Romeinse Rijk. Ik had dat zelf ook al zitten denken, maar eigenlijk zijn de gelijkenissen nog veel uitgesprokener dan ik dacht.

Enfin, al bij al wel een fijne, maar bij momenten ook zeer gestresseerde dag. Moeha.

Armida

Eigenlijk hou ik wel van opera. Alleen geraak ik daar nooit, net zoals het er eigenlijk nooit van komt om naar het toneel of een concert te gaan. Want ja, gedoe met babysits, en als er dan iets tussenkomt, en goh, tickets reserveren, ik stel dat dan altijd uit… U kent het wel. Daarbij komt ook nog het feit dat opera toch wel pokkeduur is, net zoals ballet.

Toen de cultuurcel van onze school dan ook aankondigde dat ze naar de opera zouden gaan, en schitterende plaatsen hadden kunnen regelen voor een klein prijsje, schreef ik me onmiddellijk in. En jawel, ik mocht zelfs mee!

Voor school schreef ik er een verslag over voor de schoolwebsite.

Maar hier kan ik uiteraard een heel eigen mening zetten. Ik heb ervan genoten, echt waar. Maar eigenlijk heb ik bijna nog meer van genoten van het feit dat onze leerlingen blijkbaar bijzonder aangenaam verrast waren en ook een schitterende avond beleefden. Heerlijk om zestienjarigen zo te zien genieten van dergelijke muziek.

Maar hoe was het stuk zelf eigenlijk? Wel, er is duidelijk een goeie reden voor dat de opera ‘Armida’ van Rossini niet vaak opgevoerd wordt, en dat ligt aan het libretto. Zelden zo’n rommelige plot gezien, en in operacontext wil dat al wat zeggen. Bepaalde stukken waren compleet van de pot gerukt, en vaak vroeg je je af wat dit er nu plots weer kwam bij doen. Eigenlijk is het verhaal vrij simpel: Godfried van Bouillon wil met zijn legers Jeruzalem innemen, wanneer prinses (en tovenares) Armida steun komt vragen om haar eigen stad opnieuw te veroveren (maar het is een plot om de strijdkrachten te verzwakken of zoiets). Ze wil daarbij onder andere de dappere kapitein Rinaldo, die ze blijkbaar al van vroeger kent. Ze verleidt hem, en daardoor komt het tot een discussie met ene Gernando, die sneuvelt in het daaropvolgende gevecht. Rinaldo vlucht met Armida, vergeet zijn krijgersverleden, en gaat volledig op in de liefde, in een soortement sprookjesbos, volledig onder de magische controle van Armida. Maar dan komen twee strijdmakkers hem redden, en met behoorlijk wat moeite – en aria’s – krijgen ze hem mee. Armida zweert wraak.

Rossini neemt twee en een half uur de tijd om dit verhaal uit de doeken te doen, en de regisseur zweert bij een vrij oubollige regie, compleet met theatrale clichégebaren die je je altijd wel bij een slechte opera voorstelt. De decors waren soms ingenieus, maar vaker ook… goh, ouderwets?

Maar, en daar draait het bij een opera toch grotendeels om, de muziek was prachtig! Chapeau voor zowel Enea (de naam alleen al) Scala en Carmen Romeu, de hoofdrolspelers. Maar ik ben vooral als een blok gevallen voor de prachtige tenor van Robert McPherson (te beluisteren op Spotify). Wat. Een. Stem. Fantastisch!

Ik had dus een prachtige avond, doorspekt met de nodige what-the-hell-momenten, en vooral met prachtige muziek. Een aanrader.

Tafel 24

Soms heb ik toch echt een wijs leven. Gisteren kreeg ik bijvoorbeeld een bericht van Bart: of ik nog een babysit kon vinden voor vanavond, want we waren uitgenodigd voor een speciale avond in het Design Museum, Tafel 24.

Euh.

Ik trommelde mijn ma op, en zei ja.

Tegen half zeven stond er twintig man in de inkomhal van het Design Museum, en een enthousiaste gidse leidde ons rond door de Design Derby tentoonstelling die momenteel opgesteld staat, waarbij telkens Belgisch design gejuxtaposeerd staat met Nederlands design. Wel interessant om eens te zien, eigenlijk.

Tegen acht uur kwamen we aan bij een wel heel speciale tafel, waar ons de bedoeling van de avond werd uitgelegd. Vierentwintig gasten, waaronder een chef-kok (die er deze keer niet bij was wegens nog in zijn restaurant) nemen plaats aan twee handgemaakte (en vree wijze, maar ook onbetaalbare) grote tafels, amper 70 cm breed, zodat je gedwongen wordt om te praten. Bij het aperitief en bijbehorende hapjes staan de tafels nog op sta-hoogte, en je krijgt ook geen individuele bordjes, maar je moet zelf borden en bestek ronddelen en zelf gaan opscheppen. Dat zorgt meteen voor een heel informele sfeer. Ik stond aan tafel met onder andere mensen van de Interieur Biënnale van Kortrijk, een dame van een bedrijf dat een nieuwe app maakt voor kunst en musea, en een koppel van Flanders DC.

Eindelijk – geen minuut te vroeg, mijn benen en voeten waren compleet doorgestaan – werden de tafels naar beneden gedraaid, naar zithoogte. Het museum had een allegaartje aan stoelen voorzien, waarbij de ene duidelijk beter zat dan de anderen. Er werd vrolijk verder gekletst, en er kwam een hoofdgerecht. Nog later ging de tafel nog naar beneden, en kon je op een lage stoel, een deken of een kussen gaan zitten, Japanse stijl. Er kwam een massieve chocoladetaart op tafel, en ik kon beginnen snijden. Het feit dat je zelf snijdt en ronddeelt, zorgt al helemaal voor het ongedwongene.

De jongedame voor mij had ik bij de eerste blik afgedaan als een zelfvoldane, overgestileerde blonde trut, maar ze bleek gigantisch mee te vallen en was helemaal geen trut, wel integendeel. Ik heb bijzonder smakelijk gelachen met alle verhalen, en ik had een fantastische avond, om eerlijk te zijn: kunst, uitleg, creatieve mensen en lekker eten.

Meer moet dat écht niet zijn.

Weekendje Amsterdam, dag twee

We waren met opzet vrij vroeg op: de kinderen waren sowieso wakker, en wij wilden ook wel op tijd – lees: voor de lange wachtrijen – in het Van Goghmuseum zijn.

Maar eerst was er uiteraard ontbijt in het hotel, en dat was toch wel dik in orde, ja. De kinderen hebben mega veel gegeten, ik had schrik dat Kobe misselijk ging worden in de auto, maar dat viel gelukkig best mee.

Ook al hadden we eigenlijk gratis busvervoer, Bart is zodanig fan van Uber (en ik moet toegeven, het is ook wel enorm gemakkelijk en comfortabel in die grote auto’s) dat we toch maar weer ons netjes aan het Van Goghmuseum lieten afzetten. De kinderen waren onder de indruk van zoveel moois.

De wandeling naar Nemo – de Amsterdamse Technopolis, maar dan groter – zou iets te veel gevergd hebben van Barts knie, en dus deden we een mooie, lange tramrit doorheen de stad. Eigenlijk hadden we dat vaker moeten doen: je ziet ongelofelijk veel, en er zijn ook van die wijze mensen die dan spontaan poseren voor je.Daarna moesten we wel nog even wandelen. Alleen jammer dat alles zo grijs was…

En toen kwam Nemo, het wetenschapscenter voor kinderen. De planning was om er een uur of zo te blijven. Tsja. We hebben er maar meteen ook gegeten, want de kinderen raakten maar niet uitgespeeld. Het zicht vanop het dak is trouwens fenomenaal, een echte aanrader.

Daarna moesten we weer een flink eindje stappen – ik had echt medelijden met Bart – om rond twee uur in Artis aan te komen, nog net op tijd om binnen onze I AMsterdamkaart te vallen.
Ik moet het toegeven: Artis is de moeite. We hebben prachtige beestjes gezien. Afsluiten deden we met een half uurtje tekenfilm in het planetarium, en daarna een wafel in de buurt.

Moet ik nog vertellen dat het niet lang duurde voor de hele achterbank lag te slapen?

Heerlijk weekend gehad, echt waar. Dikke merci, Accor Hotels!

Weekendje Amsterdam

Wat zeg je, als je het aanbod krijgt van Accor Hotels om een weekendje naar Amsterdam te gaan, mét de kinderen, en je krijgt je hotel betaald? Niet nee, natuurlijk.

Hotel Mercure Amsterdam Airport zag ons met plezier komen, en dus vertrokken we deze morgen zo rond tien uur naar Amsterdam. De afstand valt eigenlijk best wel mee: een goeie twee uur, toch met een klein beetje file. Het hotel ligt wel een kwartiertje per auto van het centrum verwijderd, maar dat geeft eigenlijk totaal niet: er is een prima busverbinding, én er is in Amsterdam natuurlijk Uber.

Enfin, aangezien het al net na de middag was toen we de parking opdraaiden, waren we toch wel blij dat er een restaurant aan het hotel zelf was, al is de kaart ’s middags toch wel beperkt. De kinderen vonden de combinaties in elk geval hilarisch: soep in een broodkom, met een wrap en een bamikroket (of toch zoiets) erbij. Lekker, dat wel, maar wij zouden dat toch echt anders combineren. Andere cultuur? Check!

We gooiden de spullen af op de kamer, zagen tot ons genoegen dat Bart en ik een gewone kamer hadden gekregen, maar de kinderen een junior suite (met drie bedden dus), en ik mocht hen meteen al verbieden om op het bed te springen. Raar, thuis willen ze dat eigenlijk nooit doen, maar op hotel is dat blijkbaar verleidelijk.

Bart bestelde een Uber, en in een Jaguar reden we het centrum binnen, netjes tot op het Museumplein. Ik schafte ons allemaal de Amsterdam City Card aan, en we trokken het Rijksmuseum binnen. Daar liep net een kleine tentoonstelling rond Dick Bruna, en dus gingen we even naar Nijntje en co kijken. De jongens wilden zelf de Nachtwacht zien, en omdat ze Rubensiaanse dingen nog niet echt kunnen smaken, namen we hen mee naar de Stijl, met Rietveld en dergelijke.

Enfin, het was al na vier uur toen we buiten stonden, te laat om nog te beginnen aan Artis of Nemo, en nog een museum zou te veel van het goede geweest zijn voor zowel Barts knie als de kinderen. Maar! In de I AMsterdamkaart zat ook een boottocht inbegrepen, en dus liepen we netjes tot aan een van de haltes. De tocht duurde een uurtje, de kinderen kregen er nog een speelgoedje bij, en wij genoten van het zicht op de Amsterdamse grachten, ook al was het intussen beginnen regenen. Maar op zich had het wel iets magisch, het zo stilaan donker zien worden van op het water. Prachtige huizen, trouwens. Aansluitend – het was toen een uur of zes – liepen we een Indonesisch restaurant binnen, en bestelden er een rijsttafel. Bij de kinderen was het geen onverdeeld succes, Bart en ik genoten.

Er werd weer richting hotel geüberd, Merel vloog in bed, en wij vieren gingen nog een spelletje spelen in de gezellige bar. Fijne dag, echt waar, fijne dag.

 

Federaal Parlement en Museum voor Schone Kunsten in Brussel

Er zijn zo van die schooluitstappen die ik gewoon graag doe. Ik geef er dan met plezier een vrije namiddag voor op, of een paar uur les met taken die ik dan moet verbeteren. Het moet natuurlijk ook kunnen, want als je voor te veel uur moet vervangen worden, gaat de pret niet door, vanzelfsprekend.

Vandaag nam collega Buylaert de vijfdes op sleeptouw richting Parlement en MSK, en omdat ik maar voor twee uur vervangen moest worden, kon ik mee, zoals twee of drie jaar geleden.  Mijn groep begon in het Museum voor Schone Kunsten. Zoals altijd staat of valt zo’n rondleiding met de kwaliteit van de gids, en wij hadden echt een goeie vast. Of hoe je dus ook na zoveel jaar nog steeds een pak kan bijleren.

Over de middag zijn we dan met de collega’s iets gaan eten, en daarna ging het richting parlement. Altijd fijn om de uitleg in het parlement te horen, want geef toe, het blijft ingewikkeld.

Enfin, al bij al een fijne dag.

Een neutraler verslag met massa’s foto’s is te vinden hier op de schoolwebsite, as per usual.

Openmonumentendag in Gent: Gent kleurt oranje

Ow_Ng9iGJolsGNO9b6EWFg0AyK98jUU_53_MU2tK6dg

Ik hoop dat zondag het weer een beetje meezit, want Open Monumentendag (OMD) is eigenlijk altijd wijs. De meest memorabele was die in het teken van Metaal, en toen ben ik nog de ASEC-site gaan bezoeken, voor die gerenoveerd was.

Dit jaar staat het hele culturele jaar in het kader van Willem van Oranje, en dus ook de OMD. Ik kreeg alvast de max van een pakketje in handen: een overzicht van alle activiteiten rond de oranjegekte, maar ook vooral het Willemwandelplan. Dat stadsplan gidst je door de straten van de stad, en je ontdekt allerhande monumenten die gelinkt zijn aan de periode 1815-1830. Speciaal voor Open Monumentendag kan je ook enkele van de monumenten, zoals de Aula van de Universiteit en de Troonzaal van het stadhuis binnenin bekijken.

Voor kinderen is er een mooi Kleur Gent Oranje-doeboekje met uitleg op kindermaat en heel veel opdrachten om onderweg of thuis te doen. Het is gericht op kinderen tussen 6 en 12, en wil hen spelenderwijs het belang van het koningschap van Willem I en de daarbij horende monumenten doen ontdekken.

Om 10.30 uur en om 14.30 uur kunt u aansluiten bij een Willemwandelparcours met een gids van Vizit. Extra rondleiding om 12.00 uur! U kunt kiezen voor een rondleiding voor volwassenen of een toer op kindermaat.

U kunt het Willemwandelplan en het Kleur Gent Oranje-doeboekje op zondag 13 september gratis afhalen aan de Gent-kleurt-Oranje-stand in de inkomhal van het stadhuis van 10.00 tot 17.00 uur, maar ook in het STAM, het Design Museum en het MSK. Voor de rondleiding moet u zich wel inschrijven. Dit kan telefonisch via Gentinfo (09 210 10 10, bereikbaar van maandag tot en met zaterdag van 8 tot 19 uur) of online.

Daarnaast stelt de Dienst Monumentenzorg en Architectuur 14 kapellen en 1 voormalige pastoriewoning open, en biedt ze een fiets- en wandeltocht aan langs Gentse gevelkapellen. Alle informatie is te verkrijgen in het Bisschopshuis op het Bisdomplein.

En nu maar hopen dat het geen ouwe wijven regent…

Kreta, dag zes

Eigenlijk is vandaag vrij simpel te beschrijven: Knossos. We stonden op om half acht, en zaten tegen negenen met lunchpakketten en veel water in een taxi naar Knossos. Zodra de taxichauffeur door had dat ik wat Grieks kon, hield hij niet meer op met praten, in die mate zelfs dat hij extra traag reed, bij momenten, tot grote frustratie van de vier andere gezinsleden op de achterbank.

Aan de opgravingen zelf stond nog geen rij, en aangezien we al tickets hadden, konden we heel makkelijk binnen. Er waren hier en daar wolken te zien, en het waaide vrij stevig, zodat het ook niet te warm was. We meanderden doorheen de site, liepen zowat overal en nergens, lazen de pancartes, en ik genoot. Merel vond het duidelijk maar niks, maar na een sapje en een boterham bleek het al iets meer mee te vallen. Bart hopte de hele ruïne door, en hield het verbazingwekkend gemakkelijk vol.

 

Zoals de taxichauffeur had voorspeld, waren we op twee uur rond. We stonden dus tegen half twaalf terug in het hotel, waar iedereen meteen een douche nam – de hitte was nog meegevallen, het stof niet – en we dan maar gingen eten. Na de middag was duidelijk dat iedereen moe was. Ik leende de kinderen mijn computer, zodat ze wat tv konden kijken, en Bart en ik lazen. Ik ben op bepaald moment in slaap gevallen, en moet stevig geslapen hebben. De kinderen hadden geen zin meer om te zwemmen, en dus zijn we allemaal de rest van de dag op ons kamer gebleven. Want ja, ook dat is vakantie: ongegeneerd en ongestoord kunnen lezen. Thuis hou ik dat niet langer dan een half uur vol, ik ben veel te ongedurig en er zijn altijd nog massa’s dingen die moeten gedaan worden.

We gingen avondeten, Merel vloog in bed, en Bart en ik speelden nog wat Uno met de jongens, tot het ook voor hen bedtijd was, en ik eindelijk kon verder lezen in mijn Engelstalige klepper van meer dan 1000 bladzijden.

Heerlijk!