Dagje Oostende in de herfstvakantie
Of we zin hadden om een dagje in de vakantie naar Oostende te komen? Euh, redelijk idiote vraag, eigenlijk feitelijk.
Ik keek snel eens wat er zoal te doen was, die week.
- ER WAS EENS…, een sprookjesparadijs in het gezellige Leopoldpark met straatacts, theatervoorstellingen, workshops en magische verhalen.
- Voor de allerjongsten (tot 8 jaar) is er opnieuw de INTERACTIEVE EXPO DE SPIEKPIETJES in Fort Napoleon. In opdracht van Sinterklaas houden de miniscule Zwarte Pietjes een oogje in het zeil om te weten welke kindjes braaf of een beetje ondeugend zijn. Ga op zoek naar deze kleine Sinterklaashulpjes tijdens een meeslepende wandeling. Pik onderweg nog een knutselworkshop of vertelmomentje mee.
- Naar jaarlijkse gewoonte verlicht de OKTOBERFOOR ook dit najaar opnieuw vier Oostendse pleinen. Gil het uit van plezier op één van de 75 duizelingwekkende kermisattracties van de kleurrijkste kermis, proef allerlei zalige zoetigheden of kom griezelen tijdens de Halloween-avond op vrijdag 29 oktober.
- Op zondag 6 november organiseert MU.ZEE een boeiende voormiddag voor het hele gezin geïnspireerd door het audiovisuele werk van de Zweeds-Belgische kunstenaar CARSTEN HÖLLER. Laat je verrassen tijdens deze interactieve tentoonstelling en ga de creatieve uitdagingen aan in het atelier als een echte artiest.
Hmm. Het eerste was wel aanlokkelijk, maar wat als het dan de hele dag regent dat het giet? Dan loop je daar met drie kinderen en een kouwelijke vent… Het tweede was dan weer niks voor de jongens, alleen Merel zou daar nog plezier aan beleven, en Fort Napoleon op zich kenden we al. Leuke locatie, dat zeker, en ik vermoed dus wel een aanrader met kleintjes. Een kermis spreekt mij dan weer aan geen kanten aan. En toen was er de laatste optie: Mu.Zee. Had dat als eerste gestaan, dan was het pleit al meteen beslecht geweest. Sinds ik er in het voorjaar helemaal onverwacht verzeilde met een aantal leerlingen, ben ik fan. Ook de kinderen zijn altijd wel voor een museum te vinden, zeker als er een extra workshop of zo is, en dus was het beslist.
Tegen half elf liepen we het museum binnen, betaalden 18 euro voor het hele gezin, en schoven aan bij de rondleiding. Ik had eerder een workshop verwacht, maar dit was ook meer dan oké. Een frisse jongedame liet de kinderen nadenken over conceptuele en audiovisuele kunst, maar liep gelukkig vooral door de minder controversiële stukken van de tentoonstelling rond Carsten Höller. Het riep bij de jongens de vraag op: “Wat beschouw je als kunst? Wat is kunst, wat is het niet?”
Gelukkig kwam er ook nog een stuk rondleiding door de permanente collectie bij, vooral dan van Ensor en Spilliaert. De kinderen probeerden zelf dingen te tekenen, dachten na over bepaalde concepten, en werden uitgedaagd. Mooi.
We gingen daarna zelf nog even snuisteren op de bovenste verdieping, maar ontweken de precies toch redelijk expliciete beelden van Höller. Blij dat ik nog eens in het museum ben geweest, echt.
Aansluitend reden we dan richting parking Kursaal om iets te eten op een aanrader aan de dijk. Mja. Ik was er niet super enthousiast over, moet ik eerlijk zijn. De bediening was ronduit slordig, de kaart zeer beperkt, de toiletten vuil, en de prijs hoog. Maar het uitzicht was prachtig, dat wel.
Daarna gingen we voor een wandeling op het strand en langs de dijk. Ik moet het toegeven, er stond een fikse wind, en we waaiden bijna weg, maar kou had ik niet. De heren en jongedame daarentegen vonden het niet zo bijzonder aangenaam, daar in die ijskoude wind.
Toen het heel even begon te regenen, gingen we het strand af, op zoek naar een paar geocaches en een aantal graffitikunstwerken in het kader van The Crystal Ship. Die wandeling/fietstocht (respectievelijk 8 en 25 kilometer) zou ik toch graag eens in de zomer doen.
Tegen half vier kreeg ik de strakke ijzige wind echter niet meer verkocht aan mijn huisgenoten, en reden we dan maar huiswaarts. Voor een warme choco, pyjama’s en een knetterend haardvuur.
Maar heb ik ervan genoten? Hell yeah!
‘Rain’ van Rosas
Donderdag gingen Bart en ik naar het Concertgebouw in Brugge, voor de voorstelling ‘Rain’ van Rosas en Anne Teresa De Keersmaeker, live van muziek voorzien door het ensemble ‘Ictus’.
Ik keek er serieus naar uit, want ik heb al prachtige dingen gezien van hen. Maar, om eerlijk te zijn, van dit werd ik warm noch koud.
Ja, er zaten prachtige stukken in, en op sommige momenten zat ik ademloos te kijken, maar het was me te weinig vertellend. Te… Tsja, te veel geloop, te weinig samen, te weinig vertellend tegen elkaar, vond ik. Maar da’s uiteraard mijn persoonlijke mening. De muziek zat er voor veel tussen, vrees ik. Steve Reichs minimalistische muziek kon me niet bekoren, wel integendeel, hij werkte soms behoorlijk op mijn zenuwen, en stond ook veel te luid. Het was echt de eerste keer dat ik bij een dansvoorstelling de bedenking maakte dat ik in het vervolg beter mijn oordoppen kon meenemen, en dat zou toch niet mogen.
De spel met de kleuren in de kostuums vond ik dan wel weer mooi, maar je gaat niet naar een dansvoorstelling om naar de kleren te kijken. Ja, het was energiek, en ja, ik zat vaak met bewondering te denken aan de enorme stamina van de dansers, maar het sleepte me niet mee, ik zat geen moment in de voorstelling.
Jammer, jammer.
Volgende keer beter?
Middelburg, eerste keer
Volgende week Mozartconcert, dus vandaag een algemene repetitie met het Zeelands TY-orkest, maar nog zonder de solisten. Als die er zijn op de generale, is dat eigenlijk wel voldoende.
Maar ik ben dus met twee man naar Middelburg gereden, om daar vrolijk te gaan zingen in het Zeelandse orkestgebouw. Pas met orkest begin je goed te snappen hoe het zal klinken, en ik heb toch een paar keer kiekenvel gekregen, zo mooi was het. Dik in orde dus.
Het stadje zelf is ook echt wel mooi, daar moeten we eens naar terug met de kinderen.
Op de terugweg hebben we (Karel, Rob en ik) gezellig zitten kletsen, en was het blijkbaar een andere route dan in het doorgaan, waardoor we aan de andere zijde van het kanaal terechtkwamen, via de Kennedylaan. Geen probleem, dan nemen we toch gewoon het veer? In Zelzate was ik bijna de brug over, maar we hadden intussen onze zinnen echt op dat veer gezet, zodat ik rechtsomkeert heb gemaakt en we alsnog aan de linkerkant bleven. En toen bleken er werken te zijn, en konden we dat veer toch niet nemen. Man, geschaterd hebben we. Serieus zeg.
Enfin, hele fijne avond, al bij al. Ik kijk al uit naar de concerten.
366 – 13 oktober 2016 – KANTL
Tenoren
Ik heb het ooit geprobeerd, hoor, zingen bij de alten. Het was de enige manier om in Furiant te kunnen blijven, want bij de tenoren komt mijn stem er bovenuit – ander timbre, weetuwel – en dat is niet bepaald bevorderlijk voor een homogene klankkleur. Toch niet in een relatief klein koor op eredivisieniveau. Tsja.
Het heeft me toen een jaar logopedie opgeleverd, want ik zing mijn stem rats kapot. Eigenlijk wist ik dat wel, maar de dirigent en de stemcoach wilden de logopedist – nochtans een bijzonder gewaardeerd man in zangmiddens, vraag maar aan Helmut Lotti bijvoorbeeld – niet geloven. Meh.
Ik zing dus nu opnieuw bij de tenoren, met dezelfde fantastische dirigent, maar in Cantabile, een ietwat ouder koor met een veel klassieker repertoire. Daar had ik het al eerder over.
Vandaag heb ik gigantisch mijn pere gezien op de repetitie. We zijn maar met zes tenoren, op een behoorlijk wat groter aantal bij de andere stemmen, en ik geef het toe, we waren aan het prutsen. Ik had al het repetitieweekend gemist, en een paar repetities (infoavond en zo), en ook al ben ik thuis alles beetje bij beetje aan het instuderen, het trok er eigenlijk niet op. Vandaag riep Steve ons al om 19.30 uur op het appel, voor anderhalf uur tenorenrepetitie. Man, heb ik afgezien zeg! Maar het heeft wel immens geholpen qua stemvastheid en zelfvertrouwen. Nu nog wat meer blokken, en we komen er wel. Maar wat een beest van een werk!
Het gaat in elk geval de moeite zijn. Kaarten bij mij te koop, trouwens :-p
Gladiatoren in Zelzate
Vandaag was het dan weer een rustige dag, kwestie van gisteren een beetje te compenseren. Al zat hij eigenlijk ook behoorlijk vol, maar dan wel veel rustiger. Het begon met Wolfs muziekles aan de Poel, en dus een uurtje rust voor mij. Ik probeerde een bijzonder uitgebreide cache te vinden in de Sint-Niklaaskerk, en brak mijn hoofd op de puzzel. Fantastisch gedaan, dat wel, echt. Om elf uur was er de vaste afspraak met de zoon in de Labath, met respectievelijk caffe latte en warme chocomelk (gemaakt van twee stevige latten donkere chocolade en gestoomde melk), en een gezellige babbel. Zo van die moeder-zoon-momenten, ik koester ze. Haastig waren we sowieso niet, en dus liepen we nog even samen tot in de Sint-Niklaaskerk, waar Wolf wél een paar aanwijzingen vond die ik over het hoofd had gezien, en daarna tot onder de Stadshal voor een smaakje van Wilde Mannen Woeste Wijven.
De namiddag begon heerlijk lui, en rond een uur of vier pakten we ons op en reden naar Zelzate, net op tijd voor de gladiatorenshow op het Romeinse weekend. Altijd fijn om te zien! Al was het net daarvoor efkes beginnen gieten, en moesten we nog even wachten.
Daarna liepen we nog even rond, gaf ik uitleg aan de kinderen over alle dingen die er te zien waren, en zochten we nog drie caches in de buurt.
Afsluiten deden we gezellig thuis met een warme chocomelk – de tweede van de dag al voor Wolf – en een filmpje. Heerlijk rustige zaterdag!
Lezen
Ik ben eindelijk weer aan het lezen geslagen, en dat werd tijd ook.
Ik vermoed dat het de leesclub was, die mijn goesting weer aangewakkerd heeft: met wisselend succes las ik De Cirkel van Dave Eggers, Het diner van Herman Koch, Amerikanah van Chimamanda Ngozi Adichie en Mrs Dalloway van Virginia Woolf. Dat laatste is zelfs nooit besproken geraakt, omdat net dan ons ma is gestorven. Tsja. Maar ik heb het wel gelezen en goed bevonden.
En toen was ik eigenlijk al tijden bezig met de Masters of Rome-reeks van Colleen McCullough: vier kleppers van elk meer dan 1000 bladzijden, maar meesterlijk geschreven! Man man man, zelfs dertig bladzijden over een senaatsvergadering gaan niet vervelen. Heerlijk gewoon!!
Bon, die waren uit, en dan ben ik tussendoor even de Hunger Games trilogie begonnen, en die was uit op een dag of vijf. Pulp, maar vlot geschreven, en aangezien ik enkel de eerste film heb gezien, serieus spannend ook.
En toen had ik het plots in mijn hoofd dat ik de reeks van Amber wilde herlezen, fantasy van Roger Zelazny. Ik heb die ooit gelezen een dikke twintig jaar geleden, en ik herinnerde me dat ik die bijzonder aangenaam had gevonden. Ik vroeg even rond, en jawel, iets later stonden ze op mijn Kindle. Fantastisch, toch? Dat was toen we in de Ardennen zaten, en een goeie twee weken later waren alle tien de boeken er aan voor de moeite.
En toen ging ik met Merel en de jongens naar de bibliotheek, en nam ik op goed geluk ‘The Cat’s Table’ van Michael Ondaatje mee: zeker niet slecht, maar niet het beste boek ooit. Enfin, het is nog niet uit, ik zie nog wel, maar het is niet echt zo meeslepend dat je het niet kan neerleggen, en dat heb ik vaak wel met andere boeken. En om eerlijk te zijn: ik mis de Kindle. Ik heb graag papieren boeken, daar niet van, maar als ik in het Engels lees, mis ik keihard de woordenboekfunctie van mijn Kindle.
Het volgende wordt dus wellicht weer een elektronisch exemplaar, tenzij ik een Nederlandstalig boek meeneem uit de bib. Ik zal nog wel zien.
Terugweg door Leuven
Op onze weg terug van de Ardennen wil het al wel eens lukken dat we in de file staan. Om dat te vermijden – er zijn werken op de E40 – wilden we dik voor de spits thuis zijn, ook al omdat we nog het ganse weekend weg zijn ook. Buiten was het toch mistig as hell, en veel was er dus niet te zien.
We ruimden op, kuisten, en waren om kwart over tien warempel al weg. GPS zei kwart voor twaalf in Leuven, dus meer dan tijd genoeg om uitgebreid te lunchen en te geocachen ginder in ’t stad. Helaas…
Hadden we maar de route via Eupen genomen, in plaats van Malmedy: anderhalf uur hebben we voor Verviers in de file gestaan. Gelukkig zijn er dan nog spelletjes en veel onnozeliteiten om te doen in de auto als ge u verveelt. Zoals foto’s trekken van elkaar…
Enfin, tegen kwart over twee waren we in Heverlee, en zijn we gewoon de afhaalPizzaHut daar binnengewaaid, en hebben gegeten in het middenbermparkje daar. Nog nooit een pizza zo snel zien verdwijnen, overigens.
En daarna? Cachen, uiteraard. We reden naar het Begijnhof, en vonden er naast een mooie cache ook hele mooie straatjes en een kerk.
De spits indachtig pikten we enkel nog een cache op die we vorig jaar in handen hadden gehad, maar blijkbaar niet herkend. Na een bevestiging van de legger zijn we hem nu dus wél gaan loggen, yay!
Een klein beetje file op de ring zorgde nog voor twintig minuten extra, maar al bij al waren we om half vijf thuis, en was om vijf uur alles al netjes uitgepakt en op zijn plaats. We rule. Files niet.
Reinhardstein en natte voeten.
Ze hadden vooral in de namiddag regen voorspeld, dus wilden we van de voormiddag nog iets maken. Na al die jaren wilden we eigenlijk ook de binnenkant van Reinhardstein eens zien, en dus gingen we eindelijk eens voor een rondleiding, om half twaalf. Ze duurt een uur en een kwartier, volgens de brochure, en da’s ideaal om daarna nog snel te koken. Kwart voor één klaar, om één uur thuis, kwart over eten op tafel. Moet kunnen, want rijst koken en volauvent opwarmen. Strak plan.
Wij dus met de auto naar het kasteel, en ondertussen pikten we eerst nog een mysterycache op in het centrum van Robertville, eentje waarvan ik de meerwaarde absoluut niet inzie, maar bon. Daarna reden we verder tot aan een prachtige kapel, verscholen tussen het groen, waar je de gegevens kreeg voor een cache iets verderop. Daar hebben we lang staan zoeken tussen de tengels, maar niks gevonden. Wel een prachtige kapel, dat wel, en daarom mochten de kinderen er van mij zelfs een kaarsje branden. Ze vroegen goed weer voor de namiddag. Juist ja.
We liepen verder – de wandeling is bijna pittiger vanop de parking dan van aan de stuwdam, en zeker minder mooi – en kwamen aan het intussen redelijk vertrouwde kasteel. Een Nederlandstalige gids nam ons op sleeptouw, eerst naar een losse zijtoren en een heel mooi zicht op het kasteel, daarna door het kasteel zelf. Helaas was net de elektriciteit uitgevallen, en was het overal nogal donker, maar eigenlijk droeg dat wel bij tot de sfeer. Alleen jammer dat we nu ook de verzameling kruisbogen niet echt goed zagen.
Het harnas heeft een detail van een slang die een baby redt, en dat is blijkbaar het wapen van Milaan, en ook terug te vinden in het logo van Alfa Romeo. Ne mens leert al eens bij ^^
Lag het nu aan het gebrek aan licht, of aan de vele vragen? Feit is dat we pas rond waren met de rondleiding om kwart over één, en dat we alle vier behoorlijke honger hadden. Intussen was de frituur aan de kerk wél open, en dat maakte de beslissing vrij simpel natuurlijk.
Intussen was het beginnen regenen, en reden we gewoon naar het huisje terug, om daar allemaal rustig te chillen, filmpjes te kijken, te lezen, en dat soort onzin. Maar we moesten nog brood halen en vooral ook een geldautomaat zien te vinden, en dat leidde ons onvermijdelijk naar Waimes, in de gietende regen. Omdat ik toch echt nog iets wou gedaan hebben, besloten we alsnog een tweetal caches te zoeken. We hadden regenlaarzen en regenjassen, dus waarom niet? Een wandeling van een kwartiertje bracht ons midden in de bossen, waar we een grote cache vonden met zelfs twee Travel Bugs.
Mijn laarzen waren door een misverstand niet mee, en Allstars zijn misschien wel fijne schoenen, maar niet meteen waterdicht. Juist ja.
We deden nog een klein ommetje om een cache op te pikken die normaal gezien een prachtig uitzicht beloofde, maar helaas…
Tegen dan was het half zeven, tijd om naar huis te gaan, op te warmen en te eten.
Maar eigenlijk feitelijk was het toch weer een goeie dag, ondanks het weer.