Johannespassie van Cantabile

Ik zing nu bijna een jaar in Cantabile, en dat zal helaas ook het einde zijn. Niet omdat ik niet wil blijven zingen, maar omdat Cantabile er na 58 jaar helaas mee stopt. De stemmen worden ouder, ze vinden geen nieuw volk meer, en we willen vooral niet afglijden. Nu zingt het koor nog op zijn toppunt, maar dat kan niet blijven duren, en dus houden ze de eer aan zichzelf.

Afsluiten doen ze met hun topstuk, de Johannespassie van Bach. Vorig jaar heb ik die niet meegezongen, maar nu dus wel. Enfin, driekwart, want bepaalde stukken krijg ik voorlopig nog even niet onder de knie. Sommigen onder de zangers hebben er al 60 uitvoeringen opzitten, I kid you not.

Wij doen er vier. Vandaag stond de eerste op het programma, in de Grote Kerk in Terneuzen, met het TY-orkest. Ik heb intens genoten, het stuk is echt prachtig.

Johannespassie

Morgen zingen we in Eeklo, en dan op donderdag 13 en vrijdag 14 april nog eens. De donderdag zingen we voor genodigden, en vrijdag valt dan definitief het doek, hier in de Sint-Catharinekerk in Wondelgem.

Goh, het gaat zelfs voor mij raar doen, en ik zing er amper een jaar. Wat gaat dat dan niet voor die anderen zijn, die er al meer dan 40 jaar zingen?

Soit, een enige en allerlaatste kans dus om Kamerkoor Cantabile aan het werk te horen. En mij te zien zingen onder de tenoren. Kaarten zijn bij mij te krijgen, uiteraard.

Aspe on Stage

Toen Bart me vroeg of ik zin had om mee te gaan naar een evenement van de KBC, met eerst walking dinner in de KBC-toren, en daarna toneel in de Capitol, “Aspe on Stage”, zei ik meteen volmondig ja. Ik had beter moeten weten, eigenlijk feitelijk.

Ik kijk al sowieso nooit naar Aspe: de speelstijl ligt me niet, en vooral de scenario’s vind ik soms nogal knullig. Maar bon, het kan niet allemaal BBC zijn, nietwaar?

Tegen half zeven stonden Bart en ik op de bovenste verdieping van de KBC-toren aan The Loop, en ik genoot immens van het uitzicht. En ook wel van de hapjes, ik moet het toegeve: ze waren lekker! Maar ik kan me voorstellen als je, zoals Bart, datzelfde soort hapjes een keer of drie per week krijgt, dat je er snel genoeg van krijgt, en al eens durft verlangen naar braadworst met wortelpuree. Maar bon, ik genoot dus.

Tegen half acht werden we verzocht plaats te nemen in een bus, en werden we netjes voor de Capitole afgezet. Chique dinges. Binnen bleek de zaal niet echt volledig uitverkocht te zijn, maar bon, dat stoorde me niet.

Tien minuten later begon ik te begrijpen waarom het stuk niet uitverkocht was. Katelijne Verbeke deed het nochtans schitterend: knap om op haar eentje een publiek zó bezig te houden als wat zij er van maakte. Maar daarna? Man man man… Ik waande me bij momenten in een deurenkomedie van een lokale toneelgroep waarin de bakker, de slager en de gemeentesecretaris allemaal een rolletje krijgen. Niet dat de acteursprestaties op zich zo slecht waren, de heren en dames zijn niet voor niets geroutineerde acteurs, maar dat script! Dat scenario! Die tekst! Jé-zus!

IMG_2584

Iedereen is op den duur verdacht, echt gespeeld wordt er niet, alleen tekst gedebiteerd, de ene mist net de aanwezigheid van de andere, en alles hangt met haken en ogen aan elkaar van de onwaarschijnlijkheden. Slécht! Maar echt slécht! Verschillende mensen verlieten de zaal in de loop van het eerste deel, en ik kan hen geen ongelijk geven. Moest onze auto niet aan de KBC-toren gestaan hebben, en we niet echt ongezien het gezelschap konden verlaten – we waren er per slot van rekening op uitnodiging – dan waren Bart en ik er ook al lang van onder gemuisd om ergens iets te gaan drinken of zo. Naar het einde toe begonnen de acteurs zelfs het publiek erbij te betrekken, in de trant van: “Wie denken jullie dat het gedaan heeft? Ah? Wie zeg je? En waarom?” Een kleutervoorstelling van Pierke Pierlala was er niks bij. Op den duur begonnen Dirk en ik ermee te lachen, en ook de dame naast ons vond het op den duur ronduit hilarisch.

Serieus!

Lang geleden dat ik nog zó’n slecht toneelstuk gezien heb, dat ik me nog zó geërgerd heb, en dit was nochtans ook al niet te best…

S.M.A.K.: een zalige avond!

Mijn dag was zalig rustig begonnen: opstaan om negen uur, douchke, met Wolf richting de Poel, en dan een uurtje zalig zitten lezen in Café Labath met een croissant en een koffie. Aansluitend reden we naar het rugbyveld, en aanvankelijk was ik nog aan het twijfelen of ik wel ging blijven voor de match, maar het was zo’n zalig weertje… En toen bleek zowel Gwen met de meisjes, als haar zus Rinske, dier echtgenoot Thomas en hun kinderen er ook nog te zijn. Een en ander resulteerde in een zeer fijne, lenteachtige dag, waarbij Wolfs team ook nog eens de tegenstander een pandoering gaf: 69-15. Booya!

Thuis was het helaas anders: Bart had wel al boodschappen gedaan en zo, maar voelde zich allesbehalve in orde. Griep, vermoed ik. Hij had gekookt, maar was daarna prompt in de zetel gaan liggen. En onze date ’s avonds, waar ik zo naar uit had gekeken en wat een van de redenen was dat ik gisterenavond ook niet meer naar dat feestje ben gegaan, viel in het water. Balen!

Ik liet Dirk weten – de avond was gepland met de partners van Wijs, 14 man in totaal – dat Bart ziek was, en dat ik er zo naar uit had gekeken om eerst de rondleiding in het museum te krijgen, en dan daar te dineren. Bleek, na wat heen-en-weergemail, dat ook Ilse niet mee kon, en dat Dirk het volledig zag zitten om mij te chaperonneren. Dik in orde!

Ik trok een schoon kleedje aan, wreef wat schmink op mijn toot, wierp een kushandje naar mijn slapende echtgenoot, en reed naar het S.M.A.K.

Daar kregen we zowel van James Welling – fotokunstenaar – een uitleg rond zijn tentoonstelling ‘Metamorphosis’ als een toelichting van Wilfried Huet bij de overzichtstentoonstelling bij het laatste nummer van kunsttijdschrift Gagarin.

Aansluitend was er, zoals altijd, het diner. Dirk had helaas het aantal van de gasten verkeerd doorgegeven, waardoor wij twee niet meer aan de tafel bij de rest van de groep konden zitten, en dan maar samen aan een andere tafel plaats namen. Dat resulteerde in een bijzonder aangename kennismaking met mijn buurman, een 59jarige kunstliefhebber met blijkbaar een hoge functie bij ING, en diens vrouw. We hebben de ganse avond zitten kletsen over de meest uiteenlopende onderwerpen, soms in ’t plat Gents, en ik heb me echt de max geamuseerd.

Echt, een bijzonder, bijzonder aangename avond. Bedankt, Dirk!

Oorlog en Terpentijn

De leesclub van school had dit boek van Stefan Hertmans uitgekozen, anders was ik er wellicht nooit toe gekomen om het te lezen. En ik zou het bijna onmiddellijk een tweede keer willen lezen.

Magistraal.

Echt. Tranen in de ogen, meermaals. Ik mocht het niet echt neerleggen wegens te lezen op een dag of vijf – ik en deadlines, weet u wel – maar ik had ook geen zin om het neer te leggen, om eerlijk te zijn.

Wat. Een. Boek.

Zowel naar stijl – ik hou van die geëlaboreerde zinnen, van die rijke woordenschat, van die prachtige perioden – als naar inhoud: het Gent van mijn eigen grootouders, eigenlijk. Zij woonden wel niet in Gent en waren iets jonger, maar toch. En dan de beschrijving van de Oorlog. Heel rustig, niet dramatiserend, niet uit op goedkope emotie, maar bijna afstandelijk, en net daardoor zo immens pakkend.

Ik ga het aan ons pa cadeau doen. En als u het nog niet gelezen heeft: doen. Al was het het enige boek dat u leest in 2017.

De bespreking van de leesclub vindt u hier.

Design Museum

Mijn kinderen zijn van het soort dat graag naar musea gaat. Op voorwaarde dan dat het niet te lang duurt, en dat er ook voor kinderen iets te doen valt.

In het Design Museum loopt weer een nieuwe tentoonstelling, en dus zijn ook de Playmobilfiguurtjes opnieuw opgesteld. Het doet de kinderen rondlopen, zoeken en kijken, en intussen kan je als volwassene ook rustig rondkijken.

De tentoonstelling op het gelijkvloers en de eerste verdieping is Hands on Design, waarbij je ook een inkijk krijgt in de ateliers en het productieproces, gaande van een handtas, een baksteen, een keramieken lampenvoet tot een kano. Bijzonder interessant!

Boven staat dan een overzicht van vooral stoelen, al is die term wat te beperkt, met als centrale figuur Maarten Van Severen. Ook heel knap, maar die had ik al gezien.

Beneden staat er een apart project met een monumentale zetel waar je zonder schoenen in mag, en dat moest je tegen de onze geen twee keer zeggen.

Eerst waren we in Sint-Amandsberg een step voor Kobe gaan oppikken via Freecycle, zodat ze kunnen stoppen met bekvechten over die step hier. Daarna waren we in dezelfde straat als eerder deze week geparkeerd, en kostte me dat liefst 10 euro voor drie uur. Ja slaapwel!

We repten ons naar de Pizza Hut, en genoten er van het pizzabuffet. Altijd een voltreffer, hier. Van daaruit liepen we dus naar het Designmuseum, waar we amper een goed uur binnen waren, eigenlijk, maar dat maakt niet uit. De kinderen en ik vonden het heerlijk.

We slenterden doorheen de kerstmarkt, probeerden tevergeefs ergens de cadeaubon voor de Uitpas in te wisselen voor een echt exemplaar, en liepen de Sint-Niklaaskerk binnen, alwaar we een stapje verder geraakten in de geniale geocachepuzzel Heilig Bonus. Nu moet ik me nog even aan het puzzelen zetten, en hopelijk vind ik dan de cache!

We wandelden verder, en passeerden een kraam met gestreken mastellen, waar blijkbaar een oudleerlinge stond. We namen vier ongestreken exemplaren mee, en ik streek ze dan maar hier thuis, met een stevige kluit boter en een schep suiker.

Tegen half vier waren we thuis, hadden nog een vrij lange namiddag over, en hadden toch alweer een gevulde dag gehad. Zalig toch, vakantie?

Draken in het STAM

We lummelden wat rond, haastten ons dan nog om appelmoes te maken, voor bij de cordons bleu en de puree, want Bart kwam eten om half één, en zorgden dat we tegen twee uur in het STAM waren. Elke dag van de vakantie is daar tussen 14.00 uur en 17.00 uur een workshop “Maak zelf je draakje”, in het kader van de lopende tentoonstelling rond draken. Alleen… het workshopgedeelte beperkte zich tot een jongedame die probeerde een beetje overzicht te houden over een gigantische knutseltafel. Er hingen hier en daar voorbeelden van zelf geknutselde draakjes, er hing een mobiel van origamidraakjes, en er was stapels knutselmateriaal. En dat was dat. Oh ja, er lagen ook wat afgeprinte instructies voor andere origamidraakjes, maar duidelijk gewoon de eerste googleresultaten, want ze waren allebei in het Engels, en de eerste begon al meteen bij een vogelbasis, wat je als leek absoluut niet kan kennen, en ook de andere was behoorlijk moeilijk. Zelf kende ze niks van origami, dat was dus ook al geen hulp. De tafel lag vol met half gevouwen papiertjes, vrees ik.

Enfin, de kinderen lieten het aan hun hart niet komen, en terwijl Kobe en ik de origami probeerden, bouwden Wolf en Merel samen een eigen draakje. Goed gelachen! Ik heb wel even hulp moeten vragen bij een bepaalde drakeninstructie aan een vader die er blijkbaar ook wel behoorlijk wat van kende. Enfin, we hebben ons goed geamuseerd, maar een echte workshop was het nu niet bepaald.

Daarna liepen we even door de korte tentoonstelling, en bleven even hangen in het speelgedeelte.

En toen was er ook nog een tentoonstelling van een aantal kunstenaars en hun visie op de stad in de toekomst. Een kijk- en luisterkabinet, noemt de site het, en daarin hebben ze wel gelijk. We waren alle vier behoorlijk gefascineerd.

Ik was van plan geweest om daarna iets te drinken in het STAMcafé, maar dat was blijkbaar een beetje overspoeld. Of, zoals de baliemedewerkster me wist te zeggen: er zijn maar dertig plaatsen, en er zat 750 man in het museum op dat moment. Tsja.

We zijn dan maar naar de Delhaize gereden waar de kinderen elk een soort koek – donut, crèmekoek of zelfs taartje – mochten kiezen, en die we dan hier thuis rustig opaten bij een warme choco.

De middag werd afgesloten al knuffelend in de zetel voor de televisie. En als u zich afvraagt of onze kinderen elkaar graag zien:

img_7975

Woensdaggevoel

Het klinkt misschien raar, maar ik heb ook een woensdaggevoel, niet alleen een maandaggevoel, zoals de meeste mensen. Maar dat woensdaggevoel is gelukkig alles behalve negatief bedoeld. Op woensdag moet ik dit jaar namelijk niet werken. Correctie, ik moet niet naar school.

Dat betekent dat ik ’s morgens met de kinderen naar school wandel – als het niet regent, tenminste – en dat ik dan vroeg klaarwakker ben, en productief. Neem nu vandaag. Ik ben onmiddellijk begonnen aan mijn PC met een goeie kop koffie, en ben in de jaarplannen gevlogen. Veels te laat om goed te zijn, maar bon, ze staan in orde nu.
Daarna kwamen de boodschappen, en een dik half uur later stond er een fijne stoofpot met kalkoen en wintergroenten te pruttelen, en stond de boursinsoep klaar. Ik had zelfs nog tijd om een reeks powerpoints voor de lessen in het tweede te maken, en ik kon aan mijn examens beginnen. Go me!

En toen kwamen de kinderen thuis, werd er gegeten, verder gewerkt, bijzonder opgetogen gewezen over Wolfs mooie rapport,  en bracht ik Kobe naar de notenleer. Merel was meegereden, en kreeg zowaar de slappe lach toen er plots Bohemian Rhapsody op de radio kwam, en ik vond dat ik niet anders kon dan daar vrolijk mee mee doen, pathetiek en stemmetjes en headbangen, the whole shebang.

Er volgde nog een tripje naar de rugby, maar Bart was intussen gelukkig thuisgekomen – compleet uitgeput en op – en dus kon ik Merel met een gerust hart bij hem laten. Erik bracht de jongens terug naar huis, wat er voor zorgde dat ikzelf nog naar een lezing van het Nederlands Klassiek Verbond kon, eentje over het Forum Romanum. Normaal gezien duren die lezingen een uurtje, deze Antwerpenaar maakte er vlotjes twee uur van. Bijzonder interessant, dat wel, maar twee uur zonder pauze, da’s lang om geconcentreerd te blijven.

Enfin, een bijzonder knap gebouw, dat KANTL, ofte de Koninklijke Academie voor Nederlandse Taal- en Letterkunde. Oordeel zelf.