Dagje Antwerpen

Bart had het al een tijdje gezegd: hij wilde eens naar Antwerpen, naar een tentoonstelling over futurologie in het M HKA. Met Wolf erbij is dat een beetje moeilijk, want die kan geen ganse dag rondhangen momenteel. Maar aangezien hij op kamp is…

Bart had eerst nog een bespreking om 9.00 uur, en om kwart voor elf zaten we samen in de auto richting Antwerpen, meer bepaald dus het M KHA. Plan was om daar te parkeren, dan even rond te lopen, iets te gaan eten, en dan het museum te doen. Het begon allemaal heel goed, maar de kleur van de lucht noopte me er toch toe de regenjassen mee te nemen. En jawel, nog geen vijf minuten later was het prijs! We hadden eerst nog snel de geocache meegepikt die daar aan het M HKA ligt, zijnde de loft van Loft. Maar aan de overkant van het parkeerterrein aan de Waalse Kaai zijn we toch een brasserie binnengevlucht, voor eerst een drankje, en daarna iets te eten. Brasserievoedsel, duur, en niet eens echt zo goed. Jammer.

Tegen dan was het opgeklaard, en liepen we naar het museum. Ik kan niet zeggen dat ik onder de indruk was van de tentoonstelling, ze is alles behalve beklijvend, eigenlijk. Wél leuk is dat we de kinderen perfect hun gang kunnen laten gaan. Ze hadden een opdracht/zoektocht van Vlieg, en deden hun eigen ding. Ze kennen de regels van een museum maar la te goed: niks aanraken, niet te luid, niet lopen. En dat deden ze voorbeeldig.

Beneden was er een werk waar mijn rugzakje niet naast misstond, vond ik zelf. Maar ’t zal wel weer aan mij liggen :-p

Enfin, we liepen naar buiten, en besloten, na enig overleg, naar het Fotomuseum te gaan wat verderop. Ook daar was er een zoektocht, en ook daar vonden de kinderen het best leuk.

En toen? Was het tijd voor een ijsje, uiteraard! Een terrasjesman verwees ons in plat Antwerps naar de andere kant van het plein voor een kwaliteitscrèmerie, en het mag gezegd zijn: het ijs was succulent! Nog nooit zo’n goeie pistache gegeten! Duur, dat ook, maar zijn geld waard. En Kobe kreeg zowaar een Nainggolan :-p

Na nog een kort wandelingetje om nog een geocache op te pikken, hielden we het voor bekeken. Het was vier uur, en shoppen ligt ons niet, en voor nog een museum hadden we geen zin. Tsja.

Kopenhagen: de afsluitende dag

Om half negen werd er op de deur geklopt: de kuisploeg! Nee, we hadden geen bordje ‘Do Not Disturb’ gehangen, want nooit gedacht dat die zo vroegen zouden langskomen. We sliepen allebei nog diep… Tsja, het zorgde er wél voor dat we om half tien al op de fiets zaten: de fietsen moesten tegen elven terug binnen, en het was alweer een stràlende dag, na de regen van gisterenavond.

We zochten nog wat caches, kwamen in een zeer theatrale kerk terecht, reden langs het water, nog langs een stukje groen vlakbij het centrum, en tegen elven waren de fietsen netjes binnen.

Daarna schoven we een uurtje aan voor een toeristische rondvaart van een uurtje. We hadden nog getwijfeld of we niet beter zélf een bootje huurden, maar nu kregen we er wel alle uitleg bij.

We staken dan nog maar eens de voetgangersbrug over, wandelden tot aan de Street Food Market, en aten iets Koreaans. En daarna deden we eindelijk wat aan échte cultuur: het Copenhagen Contemporary. Bizar, anders doen we massa’s musea, maar dat was er dit keer gewoon niet van gekomen.

Hier was ik serieus onder de indruk van Anselm Kiefers installatie met loden vliegtuigen. Prachtig…

Daarna kwamen we bij een installatie van Sarah Sze. De naam was me totaal onbekend, maar het was echt wel knap, ik denk dat ik zeker een kwartier ben blijven staan kijken.

Daarna zijn we zeker een kwartier blijven zitten bij iets van Christian Marclay: 24 uur film met allemaal schitterend gemonteerde fragmenten rond tijd en uurwerken, met wel degelijk een verhaal in. Knap! Maar mijn mond viel al helemaal open toen ik vaststelde dat de tijd op de uurwerken ook echt klópte! Man, daar moeten màànden werk in gekropen zijn. Mooi!

Er lag ook een ademende zeug van Paul McCarthy. Ademende zeug? Jawel, een machine die het beest levensecht doet bewegen. Die mens moet serieus grondig naar varkens zitten kijken hebben.

Enfin, tegen dan hadden we nog voldoende tijd om op het gemakske terug te kuieren, een koffie te drinken, en dan een taxi te nemen naar de luchthaven.

IMG_1218

Ik kocht er op de valreep nog een heel knap, helaas ook duur rood regenvestje, en we stapten het vliegtuig op. Zonder incheckproblemen deze keer, en zonder zelfs ook maar enig ongemak van mijnentwege! Mocht ik altijd zo kunnen vliegen, ik nam veel vaker het vliegtuig. Serieus!

In Amsterdam was er tijd genoeg om nog een klein hapje te eten, en daarna was er de zoef-zoef Thalys, met toch wel deftig eten, ja.

IMG_3348

We haalden nog snel de trein naar Antwerpen, haalden in de regen de auto op in Gent-Sint-Pieters, en waren tegen elven thuis.

Alwaar een kleine kat het bijna kreeg van kopjes geven en streeltjes vragen. Toch altijd leuk om thuis te komen, ja.

Kopenhagen, baby!

Het begon deze morgen met een vrolijk huppelende jongedame die er ongelofelijk veel zin in had om op kamp te vertrekken. Bart en ik brachten haar naar het station:

IMG_3330

Maar toen Lieze begon te huilen, deed Merel prompt mee, en zei dat ze me ging missen. Soms is die dochter van mij toch een seut… Enfin, iets later stapte ze flink met de rest van de bende het station binnen, en Bart en ik reden naar het andere station, want hij wilde zijn auto liever ondergronds parkeren. Alleen kan je die ondergrondse garage niet in als je van de stadsring komt, en moet je een kilometer of drie omrijden… We konden dat eigenlijk niet geloven, en verspeelden dus veel tijd door te zoeken naar een onbestaande ingang. Logica, NMBS…

Enfin, we waren nog netjes op tijd om de trein te nemen… naar het eerste station. Niet goed overdacht van mijn wederhelft, maar bon.

IMG_3332

Volgens de NMBS zouden we in Antwerpen zo’n tien minuten hebben om over te stappen op de Thalys richting Schiphol, maar dat bleken er maar de helft te zijn. We hebben ons dus vreselijk moeten reppen doorheen het station om die trein nog nipt te halen: quasi onmiddellijk na ons sloten de deuren. Oef! Stress!

Maar toen genoten we van een rustig ontbijtje, en constateerde ik dat een Thalys op volle snelheid toch altijd een beetje een “wheeeeee”-gevoel geeft :-p

IMG_3333

In Schiphol hadden we meer dan tijd genoeg, een dikke drie uur, en dus dronken we eerst een koffietje. Om dan online te constateren dat we ‘standby’ stonden, op een wachtlijst dus. Qué? Meteen uit met de rust: we repten ons doorheen de vertrekhal, en ik kaartte het probleem aan bij de servicedesk van KLM aldaar. Die ging meteen naar de VIPlounge bellen om te luisteren wat er scheelde, en wij mochten ons daar dan melden.

Paspoortcontrole was er nauwelijks, controle van de handbagage des te meer: alles na het scannen nog eens moeten openmaken en uitleggen. Juist ja.

Wij dus naar de lounge – Bart had namelijk business class geboekt voor ons – en daar kregen we te horen dat we intussen wel al op het vliegtuig zaten, maar eentje in business, eentje in economy. Daar nam Bart absoluut geen genoegen mee, maakte zich kwaad, en wij gingen rustig iets eten in de lounge terwijl de man achter de balie het maar moest uitzoeken.

Zo’n business lounge, ik zou dat wel gewoon kunnen worden, ja. Drank à volonté, gratis buffet en broodjes, kranten, koffie, éclairs en koekjes, en vooral rust.

IMG_3334

Bon, na een tijdje werden we afgeroepen: ze gingen aan de gate zelf kijken of ze ons allebei in business nog konden krijgen. Hmpf. Uiteindelijk lukte dat wel, maar zaten we toch niet samen, en bleek de business eigenlijk gewoon dezelfde zetels te zijn als de rest, maar met niemand in het midden, zodat je meer plaats had. Oh, en eten dat ik vriendelijk heb geweigerd, omdat ik anders te misselijk ging zijn.

Ik heb de vlucht gelukkig wel overleefd: ik was behoorlijk misselijk, maar ik moest niet kotsen, en da’s al iets. Ook de taxi naar het hotel ging al bij al vlot, al was ik toch wel blij toen ik even kon gaan liggen in de hotelkamer. Langer dan een kwartiertje was dat niet nodig: de frisse lucht deed wonderen.

IMG_1062

Tegen vijven trokken we er op uit voor een wandeling, eerst langs het overbekende Nyhavn met de gekleurde huisjes – waar ons hotel dus ligt – en dan over de lange voetgangersbrug.

Ons hotel is het linkse gebouw op de laatste foto, btw.

Ik zocht en vond een geocache, en vond meteen ook een zalig terras om een koffie te drinken, met zicht op de openschuivende voetgangersbrug. Knap om te zien!

We liepen verder door de straatjes, langs het water, over een volgende brug – waar we, frustratie, een geocache niet vonden – en doolden verder, op zoek naar een fijn restaurantje.

Gelukkig vonden we toen een restaurantje weg van de drukte dat ons aanstond, en werd mijn grumpy old man een ietsje minder grumpy.

IMG_1099

We slenterden terug richting hotel, genoten van het gouden avondlicht, versierden nog een ijsje, en waren tegen negen uur alweer terug op onze hotelkamer, doodop.

Daar wachtte ons nog een verrassing: bij het inchecken had de dame aan de balie ons gevraagd of we daar waren met een speciale reden, en Bart had onze eenentwintigste huwelijksverjaardag vermeld. En dus stond er een fles cava voor ons klaar, met een heel lief briefje. Ik heb er dan maar eentje teruggeschreven: dat het heel lief was, maar dat wij geen alcohol drinken. Tsja…

IMG_1105

En nu slapen, want het zouden morgen wel eens meer dan de 18.000 stappen van vandaag kunnen worden…

Yanick Maes over Martha Nussbaum over Seneca

Eigenlijk ga ik toch wel best vaak naar lezingen, nee? Als ik dat zo hoor…

Enfin, gisteren contacteerde een van mijn allerprilste oudleerlingen me, Esther. Ze zat bij mij in het vierde toen ik net begon les te geven, en we zijn eigenlijk altijd zo’n beetje contact blijven houden. Nu was het een tijdje geleden dat ik haar nog gezien had, en ik had ook al zitten denken dat we nog eens moesten afspreken. Zij heeft ook klassieke gedaan destijds, maar werkt al sinds jaar en dag op het rectoraat, een uitdagende job.

En aangezien zij op de UGent zelf werkt, heeft ze ook meer zicht op alle mogelijke activiteiten. Zo had ik niet gezien dat de Taal- en Letterkunde opnieuw een reeks lezingen organiseerde, deze keer niet over Great Books, Great Plays of Great Poems (waar ik ook nog naartoe ben geweest) maar over Great Critics. Een klasgenoot van me aan ’t unief, Yanick Maes, is docent Latijn tegenwoordig, en besprak met verve de bekende critica Martha Nussbaum en wat zij geschreven heeft over Seneca.

Het werd een loodzwaar, maar zeer interessant uur. Het heeft er vooral voor gezorgd dat ik eigenlijk wel eens iets van Martha Nussbaum wil lezen, ja. Interessant mens, al kan ik me voorstellen dat sommige van haar stellingen best controversieel kunnen zijn.

De grond van haar pleidooi en haar visie op Seneca is dat de taal die hij hanteert, onlosmakelijk verbonden is met zijn onderwerp. Dat hij een personage als Medea nooit had kunnen beschrijven in een ander register. Yanick haalde er overigens een aantal prachtige citaten uit, die ik zowaar gefotografeerd heb om ze te kunnen onthouden.

De literaire taal en de complexe dialogische structuur activeren de totaliteit van de geest van de gesprekspartner (en de lezer) op een manier die onmogelijk is voor een nuchter en abstract proza-tractaat.

Volgens Nussbaum is net het taalregister en de vorm van het toneelstuk bepalend voor Seneca’s filosofische en morele invloed.

Literatuur ontwikkelt de spieren van de verbeelding en stelt mensen in staat om toe te treden tot de wereld van een andere persoon en om de betekenis van de gebeurtenissen in dat leven als buitenstaander te aanschouwen.

Nodeloos te zeggen dat ze meer dan een lans breekt voor literatuur. Literatuur zou een prominente plaats moeten innemen in elke opleiding, volgens haar. Ik volg haar wel, ja.

Emoties zijn inschattingen of waardeoordelen, die groot belang voor iemands welzijn toeschrijven aan dingen en personen die de desbetreffende persoon niet kan beheersen.

Seneca mag in se dan wel een boegbeeld van het Stoïcisme zijn, hij pleit er niet voor om alle emoties achterwege te laten, wel integendeel. Het is net in het beheersen van emoties dat je je een meester moet tonen. Emoties zoals woede of wraak – zoals in de Medea – zijn net een berekende reactie op bepaalde gebeurtenissen. Je mag de allereerste reactie op een gebeurtenis niet meerekenen, maar zodra die eerste schok is bekoeld, zijn emoties weloverwogen, zij het misschien niet altijd even welbewust. Die emoties worden aangestuurd door de ratio.

Enfin, zoals gezegd was het een zware boterham, die Esther en ik daarna gingen doorspoelen op het terras van de Backstage. Ook dat werd een zwaar gesprek, zij het van een totaal andere orde. Ik genoot, daar op dat terras, in een zalig weertje, met fijn gezelschap, na fijne hersengymnastiek.

Meer moet dat soms echt niet zijn.

Leesclub: “La Peste” van Camus

La Peste, da’s zo’n standaardklassieker die wij moesten lezen op school, vroeger. La Peste, ofwel L’Etranger. Ik weet dat ik destijds dat laatste gelezen heb, maar ik was een zodanige krak in Frans, dat ik me er zelfs niks meer van herinner.

Omdat we met de leesclub ook eens iets in ’t Frans wilden lezen, en dan liefst meteen ook een klassieker, had mijn collega ons dit aangeraden. Wel euh…

Laat me zeggen dat ik zeer blij ben dat ik het gelezen heb, want achteraf gezien vind ik het echt wel een goed boek. Het is niet voor niets een klassieker, natuurlijk. Maar ik geef het toe, ik heb me er moeten doorworstelen. Ik ben die fantasyreeks van The Black Company aan het lezen, met immens veel goesting, en dat vliegt er gewoon door. Engels houdt ook niks in. Frans daarentegen…

Ik was wel bijzonder opgetogen over mijn Kindle: zodra ik het boek erop zette, voegde het ding ook automatisch een Frans verklarend woordenboek toe, en dat had ik wel nodig, ja. Elke zin bij Camus roept ook tot nadenken op, en ik haalde belange het tempo niet dat ik gewoon ben. En om het dan in het Nederlands te lezen, daar was ik dan weer te koppig voor.

Ik heb het ook een paar keer uitgesteld, en toen ik dan vorige week begon te lezen, heb ik na een kwart het opzij gelegd en verder gedaan aan The Black Company. Resultaat? Ik ben er net niet geraakt, de laatste vijf bladzijden waren me niet meer gelukt tegen vandaag.

Maar… Fantastisch boek, ja. Een hele mooie zin eruit vond ik: “Sans mémoire et sans espoir, ils s’installaient dans le présent.” Carpe diem, maar dan vanuit een nihilistisch standpunt. Mja.

De officiële bespreking, mét foto’s, valt hier te lezen.

 

Es ist vollbracht.

Mja. Alweer een kort hoofdstuk afgesloten: daarnet heb ik het allerlaatste concert van Cantabile gezongen.

Cantabile, dat was in de koorwereld een begrip. 58 jaar geleden zijn ze begonnen onder Jos Vandenborre, en vandaag zijn ze definitief gestopt. Ik heb er dus een jaar gezongen, en twee concertreeksen (-reeksjes) meegemaakt. Ik ben geen sociaal mens, dus vrienden heb ik er niet gemaakt, maar dat was ook niet mijn intentie. Wel heb ik er wondermooie muziek gemaakt, en dat is wat telt.

Eén lid heeft de volle 58 jaar meegezongen, maar er waren er wel meerdere die meer dan twintig of zelfs dertig jaar op de teller staan hadden. En dus was deze avond een emotioneel moment. Goh, zelfs ik heb even moeten slikken, en ik zong amper een jaar mee. De kerk zat dan ook vol met enkel genodigden, het was een gratis concert met uitgebreide receptie achteraf. Op die receptie ben ik niet lang gebleven: ik had drie kaarten gevraagd en gekregen, voor mijn pa, en voor Wolf en Kobe. Eigenlijk had ik Bart in gedachten gehad, maar Kobe vroeg om echt mee te mogen, en voor Bart zou het toch eerder geweest zijn om mij een plezier te doen.

Nochtans is de Johannespassie van Bach niet het meest toegankelijke muziekstuk voor een 13- en een 9-jarige. Maar ze vonden het prachtig, en ik kan hen geen ongelijk geven: de solisten waren schitterend, stuk voor stuk, en ik heb een diepe bewondering voor Adriaan De Koster, de evangelist. Wat een prachtige, zuivere stem met immens veel zeggingskracht… Chapeau! De kinderen hadden vooral oog voor de barokinstrumenten die je ook niet zo vaak ziet: de aartsluit, de viola da gamba, het orgel, de Franse hoorns, de viola d’amore… Wolf vindt die muziek zodanig mooi dat hij zelfs een spreekbeurt over de barokmuziek gaat maken, zegt hij. Goeie smaak, die kinderen van mij.

En al zeg ik het zelf: Cantabile stond er, zo voor de allerlaatste keer.

Maar niet getreurd: met ongeveer de helft van het koor gaan we verder, onder een andere dirigent, onder een andere naam, zijnde Cantandum. Een verwijzing naar Cantabile, uiteraard, maar meer dan dat: we gaan verder gewoon omdat “er moet gezongen worden”.

Nog geen idee hoe of wat, en of de stemmen wat haalbaar zijn, maar bon, we zien wel.

In elk geval: bedankt, Cantabile. Het was een mooi jaar.

Leeswoede

Begin september had ik nog eens gezegd hoe graag ik opnieuw aan het lezen ben, na jàren van grotendeels inactiviteit.

Intussen heb ik er alweer stapels verslonden, maar met één duidelijke constante: op de Kindle. En eigenlijk gewoon omdat ik ze op die manier veel rapper in handen heb – een paar kliks op Amazon en ik heb het -, ik in het volle zonlicht kan zitten lezen zonder zonnebril, en ook in mijn bed geen nachtlampje hoef aan te steken, waarbij mijn boek dan in tegenlicht zit. Ik kan het ook overal meenemen, het is serieus dun, en ik heb er altijd wel meerdere boeken op staan.

Bon, wat heb ik de voorbije maanden, sinds september, nog gelezen?

Wel, die Michael Ondaatje waarover ik het had. Niet slecht, niet slecht, maar niet meesterlijk, nee. En toen bleken er nog extra boeken te zijn van de Masters of Rome reeks van Colleen McCullough, en moesten die er ook aan geloven, ook al zijn ze elk meer dan 1000 bladzijden lang.

  • Caesar
  • The October Horse
  • Anthony and Cleopatra

Meer dan 3000 bladzijden later nam ik met pijn in het hart afscheid. McCullough had nog perfect verder kunnen schrijven over Augustus, ware het niet dat ze intussen zo’n klein beetje gestorven is, en dat dat een beetje roet in het eten gooit.

Tussendoor kwam er Oorlog en Terpentijn bij, van Stefan Hertmans, voor de leesclub van school. Ik was echt van mijn sokken geblazen door dat boek: meesterlijk! Zowel qua schrijfstijl als qua inhoud. Ik weet zeker dat ik dat over een paar jaar nog eens ga herlezen. Mijn bespreking voor de schoolwebsite staat overigens hier te lezen.

Ook The Nest van Cynthia d’Aprix Sweeney werd gelezen, ook alweer in het kader van de leesclub, want ik zou er zelf nooit op gekomen zijn. Ook een zeer fijn, beklijvend boek, vond ik. Bespreking hierzo.

Verder had ik weer eens zin in goeie fantasy, en een vraagje op Facebook overlaadde me met titels. Ik pikte er de trilogie “The First Law” van Joe Abercrombie uit, en ik moet zeggen: ik was onmiddellijk verslaafd! Tv kijken hoefde niet meer, ik las, en op een paar dagen zijn zowel The Blade Itself, Before they are hanged en Last Argument of Kings eraan voor de moeite. Magnifiek gewoon! Allez, toch als je van fantasy houdt.

Momenteel zit ik zo’n beetje in de fantasy, dus ik denk dat ik daar nog een beetje aan verder doe, wellicht met The Black Company van Glenn Cook. Maar eerst nu, voor de leesclub, La Peste van Camus. Geen idee of ik dat eigenlijk wel zie zitten, dat Frans. Da’s echt van het middelbaar geleden dat ik nog Frans heb gelezen.

Soit, allons-y!

 

Odyssea!

Patrick Lateur heeft een nieuwe vertaling uit van de Odyssea, en in het kader van de Europese dag van het Grieks en Latijn – ik wist ook niet dat dat bestond – brachten twee acteurs een zang uit de theatermarathon van Michael De Cock.

De marathon zelf heb ik gemist – 24 uur is me ook wat te veel van het goede – maar de kans om gratis naar twee delen ervan te gaan kijken, samen met 84 leerlingen, lieten we niet liggen. En dus zat ik deze voormiddag in het UFO, en zag ik er stapels collega’s en bekenden. En genoot ik van de voorstelling, al vind ik persoonlijk de vertaling nog steeds vrij oubollig. Maar bon.

Enfin, het ernstiger verslag met foto’s vindt u hier, op de schoolwebsite. Ha ja, ik ga dat geen twee keer schrijven!