Gent Jazz

Awel, ik ben bijna beschaamd om het toe te geven, maar Bart en ik waren nog nooit op Gent Jazz geweest. Dat speelt zich tegenwoordig af op de site van de Bijloke, en is veruit het gezelligste, gemoedelijkste festival dat ik al gezien heb. Of zoals Bart het zei: “Helemaal op ons maat: niet te druk, lekker eten, fijne omgeving, de muziek niet te luid, en we kunnen met de fiets naar huis.” We worden oud, zeker?

Enfin, het begon eigenlijk allemaal nog beter, want we waren uitgenodigd door VOKA aan hun huis naast de Vooruit voor een fijne walking dinner op hun terras daar. En daarna namen we gewoonweg de boot tot aan de Bijloke, uiteraard met een klein omwegje of het werd wel heel kort.

We kregen nota bene elk nog een fijn budget in Jazztons om te spenderen aan eten en drinken, en liepen het grasveld op. We luisterden even naar ene Julia die iets bracht in de stijl van Björk maar minder goed, zetten ons even te babbelen met een van de vele bekenden die we tegenkwamen, en zochten iets uit om te eten.
Een ijsje en een bordje rijstpap met heel veel vers fruit later

zaten we ademloos te luisteren naar Joan Baez. Dat mens is 78, even oud als mijn pa en schoonma, maar stond daar wel in het begin helemaal alleen. Daarna werd ze bijgestaan door haar eigen zoon op slagwerk, een multi-instrumentalist (bas, piano, viool, percussie, gitaar, mandoline) en een tweede zangeres. Maar wat een présence, wat een stem!

Net voor het laatste nummer zijn we weggegaan: we hadden geen zin in de drukte en mijn rug vond het welletjes. We moesten dus wel nog een kwartiertje te voet terug naar de Vooruit en dan nog een twintig minuutjes naar huis fietsen, maar ik ben dol op een nachtelijke stad en genoot ook daar intens van.

Gent Jazz: ik ben fan.

Lectuur: “Matthew Swift” van Kate Griffin

Na de reeks rond Harry Dresden had Birgit me de veel kortere reeks van Kate Griffin aangeraden rond de urban sorcerer Matthew Swift. Tot op zekere hoogte zijn de twee reeksen vergelijkbaar: het gaat in beide gevallen over een eenzaat, een tovenaar die zijn magie haalt uit de stad, daar ook mee werkt, en eigenlijk de wereld moet redden van een aantal catastrofes.

Maar daar houdt het eigenlijk mee op. De Dresden Files zijn veel meer fantasie, spelen zich af over de hele wereld, maar grotendeels in Chicago. Die stad lijkt wel eerder toeval dan wat anders.
In de reeks rond Matthew Swift ligt dat helemaal anders: ook hier is het hoofdpersonage een eenzaat, die in verpauperde omstandigheden te werk gaat. Maar de stad Londen is minstens evengoed een hoofdpersonage. Het soort urban magic dat hier beschreven wordt, werkt niet in een plattelandsomgeving. Je kan zo de routes doorheen de stad volgen, Swift verlaat de stad ook niet, en zijn magie komt uit de elektriciteitsleidingen, de straatlampen, de metro, de vuilbakken en de stadsvossen.
De humor is ook helemaal anders, als in: quasi onbestaande. Waar The Dresden Files puberaal sarcastisch zijn, is het hier allemaal bittere ernst, met af en toe een cynische ondertoon.

Heb ik de vier boeken graag gelezen? Jawel. Maar het leest niet als de razendsnelle pulp rond Dresden, en het laat je ook niet met een adrenalinestoot achter. De reeks is zoals de achterbuurten van Londen waarin ze zich afspeelt: donker, duister, vuil, grijs, met roet en uitlaatgassen besmeurd, maar daarom niet minder intrigerend.

Op simpele vraag digitaal te leen.

Volière

Een doodgewone zaterdag, en toen zag ik plots op mijn facebookfeed passeren dat Mieke, een soprane die op ons eerste concert van Cantandum heeft meegezongen én daarnaast ook nog eens classica is, haar bachelorconcert zong deze namiddag.

Meteen dacht ik: waarom niet? Kobe moet toch nog een concert bespreken voor zijn MCV+, en dan was dit toch ideaal?

Ik laadde zowel Kobe als Merel in de auto en tufte vrolijk richting Sint-Jacobs om netjes tegen zessen in het conservatorium te zijn.

Het concert zelf was… speciaal, maar op een heel knappe manier. Mieke had als thema vogels genomen, en daar zaten zowel liederen van Schubert tussen als een aantal Russische dingen en iets van Britten. Mooi, oprecht.

En toen waren we met ons drietjes in ’t stad en konden we toch gewoon niet anders dan een ijsje gaan halen. Tsja…

De Mensheid

Met Véronique naar het theater is telkens weer een belevenis. Dinsdagnacht – of eigenlijk al woensdagmorgen – stuurde ze me een bericht: “Ga je morgen mee naar NTG? Het zal goed zijn!” Meer heb ik niet nodig, en dus waren we netjes tegen acht uur present op het Sint-Baafsplein.

“De Mensheid” van Grunberg en De Pauw is op zich ook een belevenis, vooral impressionant door de sopraan Claron McFadden. Wat een stem! En een toch wel indrukwekkende tekst.
Josse De Pauw neemt als advocaat de verdediging van de mensheid op zich, een diersoort die het meest van al belasterd en beledigd wordt, en dat is niet fair, vindt hij. Nu ja, vindt schrijver Arnon Grunberg, die, vreemd genoeg, de hele tijd netjes in pak op een vreemdsoortige roeimachine zit te zwoegen zonder een woord te zeggen.

Het geheel wordt opgeluisterd door de muziek van Claron McFadden en pianist Kris Defoort, die vaak zelfs gezongen commentaar geven op wat er gezegd wordt. Die tekst is… vintage Grunberg, zou ik zeggen. Prachtig geschreven, vaak nogal zwaar op de hand, en met schitterende quotes. Twee die ik (min of meer, sorry) onthouden heb, zijn:

“Het zijn alleen maar helden die willen sterven voor hun principes. De meeste helden zijn dan ook dood.”

“Liefde is als een onwerkzame pijnstiller. Ze doet de pijn wel verminderen, maar neemt de oorzaak niet weg. “

En dan… lijkt het alsof De Pauw aan het einde van zijn tekst is, maar dat betekent nog niet het einde van het stuk. Plots komt Grunberg van zijn roeimachine en moeit hij zich als auteur over de manier waarop de tekst gebracht werd. En gaan beide heren dieper in op de betekenis van de tekst, maken ze zelfs ruzie, ontpopt de auteur zich tot een waar acteur en weet De Pauw even van geen hout pijlen maken. Die epiloog is verwarrend, maar tilt het stuk wel naar een hoger niveau.

Al bij al een zeer fijn stuk, als je van teksttheater houdt. En van een glasheldere sopraanstem.

En als je dan nog kan afsluiten met een cocktail… Tsja, dan kan het helemaal niet meer stuk.


Bedankt voor de fijne avond, lieverd!

Een hele fijne bespreking van het stuk vind je overigens ook hier.

Voorlezen

Nog steeds lees ik elke dag voor aan Merel bij het slapen gaan. Nu ja, elke dag, toch elke avond wanneer ik thuis ben om haar in bed te stoppen.

Bij de jongens heb ik dat nooit zo lang volgehouden, ik weet eigenlijk niet goed waarom, want ik doe dat eigenlijk wel graag. Eerst kwamen zowat alle boeken van Roald Dahl aan de beurt, en af en toe iets anders. Aangezien de Dahls op waren, zaten we bij David Walliams, maar die leest ze nu liever zelf. We hebben ook al een van de grote sprookjesboeken gelezen. En nu, nu zijn we bezig in De Wind in de Wilgen, de klassieker van Kenneth Grahame. Die kan ze uiteraard ook al helemaal zelf lezen, maar ze vindt het leuker als ik bij haar onder haar deken kruip, met enkel het nachtlampje aan, en dat ze dan zachtjes kan liggen luisteren.

En het is dan supermooi om te zien, wanneer ze met haar poppen speelt, dat die ook verhaaltjes krijgen. Simpelere verhaaltjes, want de poppen zijn kleiner en het mag niet te moeilijk zijn, legt ze dan uit.

Mooi, toch?

Lectuur: “To Kill a mockingbird” van Harper Lee

Zoals gezegd wissel ik fantasy en science fiction af met klassiekers, en in mijn lijst stond deze hoog aangeschreven.

En jawel, ik was redelijk van mijn sokken geblazen, ja. Het gebeurt niet zo vaak dat ik moet huilen bij een boek, maar bij deze heb ik dat dus wel gedaan. Een paar keer. Damn, zo mooi…

Het uitgangspunt is vrij simpel: een klein meisje in het zuiden van de Verenigde Staten in de jaren dertig vertelt over haar leven met haar broer, haar beste vriend en haar vader. Haar moeder is blijkbaar overleden, en vader is een advocaat die op een bepaald moment een zwarte moet verdedigen die beschuldigd wordt van verkrachting. Alleen al het feit dat hij zwart is, maakt hem in veel blanke ogen per definitie schuldig.

Het verhaal wordt verteld vanuit het standpunt van de zesjarige Scout, waardoor het allemaal een zekere onschuld en naïviteit vertoont, maar in feite gaat het hier om een keiharde aanklacht over vooroordelen, rassendiscriminatie en de enggeestigheid van kleine samenlevingen. Of hoe een klein meisje nog niet die bekrompenheid van een volwassene bezit.

Het verhaal is prachtig geschreven, in een heerlijke vertellende stijl, zonder te dramatiseren. En het is net die eenvoud die het uiteindelijk zo ongelofelijk ontroerend maakt.

Met heel veel recht en reden een klassieker. Eentje die ik wellicht ooit nog wel eens zal herlezen.

Pleidooi voor de Kindle

Sinds ik weer gigantisch aan het lezen ben, is mijn Kindle voor mij onmisbaar.

Indertijd was ik niet helemaal overtuigd: ik hou wel van het gevoel van een papieren boek, en ik hoor ook dat als voornaamste argument bij veel mensen: ik wil een boek kunnen voelen.

Vergeet dat dus maar. Ik dacht dat ook. Maar laat mij even de voordelen opsommen van een e-reader:

– het weegt minder dan het gemiddelde boek.
– op één toestel kan je makkelijk 1000 boeken meenemen. Geen gezeul meer in de valies voor op vakantie, en je hebt altijd keus te over.
– op een minuut of drie heb je vers leesvoer. Geen gedoe meer met bibliotheken of boekhandels: ofwel leen je het boek van iemand anders en sleep je de file gewoon naar je ebook, ofwel koop je het en verzendt Amazon het automatisch naar je Kindle. Meestal ook voor minder geld dan de papieren versie.
– het is milieuvriendelijker, en je hebt geen plaats in je boekenkast nodig.
– de lichtfunctie: je scherm licht op in een intensiteit die je zelf kiest. Ik kan probleemloos lezen in de volle zon zonder dat het stoort, maar ik kan ook in bed liggen lezen op de zwakste lichtsterkte zonder dat het Bart stoort. En als je in de zomer op je terras zit en het begint te schemeren, hoef je ook geen licht te halen of aan te steken.
– de woordenboekfunctie. Serieus. Ik lees vrijwel uitsluitend in het Engels, en elk woord dat ik niet ken, klik ik gewoon aan: onmiddellijk krijg ik de Engelstalige definitie. Dat werkt trouwens nog beter in het Frans, aangezien mijn Frans stukken slechter is en ik “La Peste” van Camus, of “La Carte et le Territoire” van Houellebecq toch in de originele taal wilde lezen. Zodra je een boek in een bepaalde taal op je Kindle zet, installeert hij ook automatisch het juiste woordenboek. De kinderen hebben me daar trouwens al gigantisch mee uitgelachen: ik was een papieren boek aan het lezen, en tikte volautomatisch op de pagina voor een mij onbekend woord. Juist ja.
– het is waterdicht, dus ook geschikt om buiten tijdens een pasjescontrole te staan lezen als het regent. Of buiten in de zomer in een zwembadje.
– het is praktischer in bed: niet alleen hoef je geen nachtlampje aan te steken, maar als je, zoals ik, vaak van die dikke turven leest, dan zijn die bijzonder onpraktisch om op je zij in bed te liggen lezen. Zo’n Kindle dus niet.

Nadelen:
– het is vrij duur in aanschaf (140 euro momenteel).
– je moet het om de twee weken (afhankelijk van hoeveel je leest natuurlijk) opladen, en dat vergeet ik soms wel. Maar gelukkig laadt het ding bijzonder snel op.
– het is kwetsbaarder dan een gewoon boek.

Dat laatste heb ik nu dus mogen ondervinden: ik had de mijne al van begin 2013, heb hem al overal meegezeuld en intensief gebruikt, en nu zat hij plotseling gebarsten in mijn tas. Toegegeven, zonder hoesje – ik heb er twee en vergeet ze meestal – en dat was dus blijkbaar geen goed idee.

Ik heb me meteen een nieuwe besteld bij Amazon.de, en die zou over een paar dagen moeten toekomen. Gelukkig heb ik nog papieren boeken genoeg liggen zodat ik niet zonder lectuur val, maar toch: ik mis mijn Kindle.

Nooit gedacht, destijds, dat ik dit nog zou zeggen.