Nieuw taxiseizoen

Jawel, vandaag was er de aftrap van het nieuwe activiteitenseizoen voor mezelf en de kinderen. Allez ja, Wolf was al even terug bezig met rugby, maar nu pas kickt het echt in.

Wolf doet naast zijn Wetenschappen-Wiskunde nu enkel nog rugby, maar dan wel met overgave. Hij heeft training op woensdag en vrijdag van zes tot acht, en is aan het overwegen om ook op maandag deel te nemen – als hij geselecteerd wordt – aan de Rugby Academy, training van acht tot tien. Misschien gaat hij tussendoor dan wel nog gaan fitnessen, maar dat is via de SNS-pas van de school en daar fietst hij zelf naartoe.

Kobe is al even gestopt met sporten maar fietst wel alle dagen naar school, en tegenwoordig ook aan een stevig tempo. Op zich is dat voor mij genoeg, die dagelijkse tien kilometer. Op vrijdag heeft hij GEJO jeugdorkest van vijf tot zeven, met tussendoor ergens zijn fagotles. En binnenkort start ook de scouts weer op zondag.

Merel heeft nog blokfluit op donderdag van kwart na vijf tot kwart na zes – al is het nu iets korter wegens corona – en muzieklab (notenleer dus) op zaterdag van elf tot één. Daarnaast is ze nu ook ingeschreven, samen met haar twee beste vriendinnetjes, voor een uurtje dansles op vrijdag van vijf over zes tot vijf over zeven, en ze ziet het volledig zitten. Oh, en scouts op zondag dus.

Concreet betekent dat voor taxi mama op maandag heen en terug naar de Blaarmeersen. Op woensdag kan Wolf gelukkig meerijden met rugbyspelers uit de straat, maar die zijn jonger en stoppen om half acht. Ik ga hem dus wel om acht uur halen. Op donderdag rij ik met Merel naar de Poel en drink ik rustig een koffie in de Labath, en ’s avonds ga ik proberen terug naar het koor te gaan. Vanavond nog even niet wegens de rug, maar bon.

En op vrijdag? Dan breng ik tegen vijf uur Kobe naar Evergem, zorg ik dat Wolf om half zes bij de rugbyspelers in de buurt staat om mee te rijden – al heb ik daar eigenlijk geen omkijken naar – pik ik om kwart voor zes Merels vriendinnetjes op om hen naar de dansles te brengen, haal ik zelf om zeven uur Kobe op in Evergem, vang ik om twintig na zeven Merel op die thuis wordt gebracht van de dansles en ga ik om acht uur Wolf ophalen aan de rugbytraining.

Goh, ’t is een bezigheid als een ander, zeker? Maar ik heb wel vrolijke, blije kinderen op die manier, en daar gaat het om.

Lectuur: “The Witcher” van Andrzej Sapkowski, het vervolg

Ik had de eerste drie boeken van “The Witcher” gelezen toen ik daar snel even de laatste nieuwe van The Dresden Files tussen nam. Maar, ik geef het toe: de Witcher bleef in mijn hoofd spoken, en dus las ik gewoon door. ’t Is niet alsof ik veel anders kan doen, momenteel.

Het verhaal verschuift, zoals ik had vermoed, vooral naar Ciri. Eigenlijk is zij het absolute hoofdpersonage van de hele reeks, en niet de donkere, sombere mutant. Hij speelt uiteraard een grote rol, net zoals Yennefer, de heks van dienst, maar eigenlijk is iedereen voortdurend op zoek naar Ciri om haar als pion te gebruiken in het politieke spel. En zij? Zij is gelukkig zowel door Geralt als door Yennefer opgeleid en slaagt erin om alle boosdoeners toch ongeveer te vermijden. Ongeveer, want het lukt niet altijd even vlot en ongeschonden.

Ergens vind ik het jammer dat Sapkowski het verhaal niet rond de Witcher heeft kunnen doen draaien, maar aan de andere kant zou dat wellicht ook niet gelukt zijn, daarvoor is het personage te beperkt. Kan je de boeken los van elkaar lezen? Eigenlijk niet: het is één lang verhaal met personages die niet echt opnieuw worden uitgelegd en met voortdurende verwijzingen naar dingen die in de vorige boeken zijn gebeurd.

Heb ik ervan genoten? Welzeker! Het is misschien niet de beste fantasy die ik al gelezen heb, maar ik heb echt al slechtere vast gehad. En de verfilming van Netflix mag er best zijn, al was het maar voor de “hmmm”s van Cavill.

Een vervolg zal er helaas niet meer komen, het verhaal op zich is afgerond. Maar ik ben er zeker van dat er nog meerdere verhalen zullen komen binnen de wereld, daarvoor zit het te leuk in elkaar.

Lectuur: “Peace Talks” van Jim Butcher

Ik was dan wel The Witcher reeks van Sapkowski aan het lezen, op 15 juli kwam “Peace Talks” uit, het 17de boek in de reeks rond Harry Dresden van Jim Butcher. Ik had net boek drie van de Witcher uit en ben dus onmiddellijk naar dit boek overgestapt, gewoon omdat ik de Dresdenreeks zo goed vind.

Peace Talks heeft me daarin niet echt teleurgesteld: dezelfde vlotte schrijfstijl, dezelfde opbouw van verhaal, dezelfde sarcastische humor, ook al is dat laatste wat minder omdat Dresden nu eenmaal volwassener is geworden.

En toch bleef ik op mijn honger zitten: het hele boek is een aanloop naar, een klaarzetten van, een inleiding tot. Er gebeurt uiteraard een aantal dingen, maar de meeste daarvan blijven voorlopig nog in het ongewisse hangen. Een bundel losse draadjes, als het ware. Het boek eindigt dan ook, goh, niet eens op een echte cliffhanger, gewoon onaf, als een half boek. En dat smaakt naar meer.

Wat me wel stoorde, blijkbaar veel duidelijker dan in de vorige boeken, was het seksisme. Pas op, aan het hoofd van de drie belangrijkste facties in het boek  – the two Fae courts and the White Vampire court – staan vrouwen, de meeste bodyguards zijn vrouwen en het zit vol sterke vrouwelijke personages, daar niet van. Maar telkens Dresden een vrouw ziet, is het maar best dat hij geen baggy trousers draagt: telkens opnieuw worden de vrouwelijke curves beschreven en de lustgevoelens die dat bij hem opwekt, zelfs al gaat het om een vrouw die makkelijk zijn dochter zou kunnen zijn. Toegegeven, de vrouwen uit bovenstaande facties hebben als onvervreemdbare eigenschap een bovennatuurlijke schoonheid en seksuele uitstraling, maar moet dat nu echt élke keer? Ik mag hopen dat niet elke man bij elke vrouw iets dergelijks denkt, of ik moet mijn visie op de mannelijke bevolking herzien. Tsja.

Maar bon, ik heb genoten van het boek en ik kijk uit naar het vervolg.

Leeslijst

Ik had een dik jaar geleden gevraagd op Facebook wat er nu eigenlijk de moeite van het lezen waard was qua fantasy. ik had toen een ganse lijst suggesties gekregen en die ook opgeslagen.

Nu zag ik bij een maat dezelfde vraag en nog een hele reeks nieuwe suggesties. Ik heb daar dan maar opnieuw een leeslijst van gemaakt met bovenaan hetgeen ik zelf al gelezen heb, met de link naar mijn bespreking ervan. Ik zet ze hier even omdat er nog mensen geïnteresseerd waren. Bij deze dus.

GELEZEN:

TE LEZEN:

  • Belgariad – Malloreon – David Eddings
  • The House of Niccolò, Lymond Chronicles – Dorothy Dunnett
  • Honor Harrington-reeks – David Weber
  • Arthur trilogie – Bernard Cornwell
  • Timeline – Michael Crichton
  • Powder Mage Trilogy – Brian McClellan: keiharde lekkere pulp over napoleonistische tovenaars
  • Mistborn reeks – Brandon Sanderson
  • Blijkbaar alles van Lyon Sprague de Camp
  • Memory, Sorrow en Thorn / the War of the Flowers / Otherland reeksTad Williams
  • The technicolor time machine, Deathworld (1.2,3), Stainless steel rat series, Make romm make room – Harry Harrisson
  • the known space series, Kzin war, flatlander – Larry Niven
  • The devil princes en Dying earth series (Cugel is fun), dying earth – Jack Vance
  • Fountains of paradise – Arthur C Clarke
  • the moon is a harsh mistress – Robert A Heinlein
  • The chtulhu casebooksJames Lovegrove (Sherlock holmes meets HP Lovecraft.. good read; zeker in achterhoofd houden voor donkere mistige dagen)
  • American Gods, Neverwhere – Neil Gaiman
  • Thrawn trilogyTimothy Zahn
  • Once a HeroMichael Stackpole
  • The woods out back, the dragonslayers return, the dragons dagger; Homeworld / Exile / SojournRA Salvatore: als het iets meer Sword and Sorcery mag zijn
  • Fafhrd and grey mouser series –  Frits Leiber: Die zijn gewoon… ja.. classic en meestal niet zo gekend maar wel de moeite
  • Dragonriders of Pern – Anne McCaffrey
  • Magiër reeks – Feist
  • Monster Hunter / Dark Grimnoir Larry Correira
  • Assassin’s apprentice (Farseer Trilogy) en Liveship traders – Robin Hobb
  • Guy Gavriel Kay – the Fionavar Tapestry (historisch geïnspireerd, heel speciaal)
  • R Scott Bakker – the darkness that comes before.
  • Brent Weeks. Zijn assassins trilogy
  • Bring me the head of prince charming
  • Jackelian series van Stephen hunt: leuke fantasy met een steampunk twist
  • Detective Inspector Chen”-reeks van Liz Williams: over een Chinese detective in een wereld waarin goden en duivels echt bestaan en hoe moeilijk het is bijvoorbeeld om aan uitwisseling te doen van politieagenten tussen hemel, aarde en hel
  • City of stairs. Superieur qua world building, fantastische personages en goed verhaal. Lees het!
  • six of crows van Leigh Bardugo en het tweede deel. Super verhaal met fantastische personages.
  • An ember in the ashes van Sabaa Tahir
  • the shadow of what was lost van james Islington (ook een trilogie). Een fantastische plot met veel verrassingen.
  • the painted man van Peter V Brett, maar de reeks verliest aan kwaliteit naarmate ze vordert
  • Alessandro Baricco, vooral city, oceaan van een zee en Novecento
  • Clive Barker: Imajica, Weaveworld, Cabal, the Great and Secret Show, the Damnation Game, The Bone Ships
  • Stephen King: The Gunslinger, It, the Stand.
  • David Farland: the Runelords series
  • Baudolino – Umberto Eco
  • Kings of the Wyld – Nicholas Eames
  • De Aleran chronicles – Jim Butcher
  • Michael Marshall Smith (only forward, spares)
  • China mieville (Perdido Street station)
  • Markus zusak (the book Thief)
  • Robert Jackson Bennett, de divine cities trilogie
  • Ed mc Donald, Blackwing, Ravencry en Crowfall als je van grimdark fantasy houdt
  • N.K. Jemisin, de broken earth trilogie. Ligt wat zwaarder op de maag maar is zeer goed geschreven. Superieure fantasy literatuur
  • Stuart Macbride en zijn thriller / detectiveseries. Niet bepaald hoogliteratuur, maar goede verhalen, met karakters die je je gewoon kan inbeelden terwijl je hen bezig hoort.
  • Glenn cooper, boek der doden triology
  • Rai’Kirah trilogie van Carol Berg
  • “Cage of Souls” door A Tchaikovsky
  • C L Werner “Mathias Thulmann: Witch Hunter”
  • The Chronicles of Thomas Covenant van Stephen Donaldson
  • Kingkiller chronicles van Patrick Rothfuss
  • Perdido Street Station – China Mieville. Is ook wel geen ruimteschipfictie
  • A darker shade of magic
  • Broken Earth (Fifth Season / Obelisk Gate / Stone Sky)
  • Alchemy Wars (The Mechanical / The rising / Liberation)
  • David Weber: de Honor Harrington reeks
  • Vorkosigan Saga van Lois McMaster Bujold
  • Luitenant Leary reeks) van David Drake
  • Culture-boeken van Iain M. Banks
  • When HARLIE was One, van David Gerrold
  • Monument, van Lloyd Biggle Jr.
  • Fredric Brown, short stories
  • The Night Dawn Trilogy
  • A Long Way to a Small Angry Planet van Becky Chambers (heel anders dan de meeste SciFi, maar enorm sterk)
  • Arthur C. Clarcke: schipbreuk op de maan

Lectuur: The Witcher-reeks van Andrzej Sapkowski

Ik had een tijd geleden het eerste seizoen van “The Witcher” bekeken op Netflix, en dat was me zo bevallen, ondanks de gaten in de plot, dat het eigenlijk vooral naar meer  smaakte. Meer was er voorlopig echter niet op tv, en na wat rondgevraag bleken de boeken ook nog niet zo slecht te zijn. Misschien wat onevenwichtig geschreven en met lange beschrijvingen, was de raad, maar best wel oké. Goh, dacht ik toen, wie voor zijn plezier boeken leest uit de 19de eeuw zoals van Charles Dickens of George Eliot, die kan wel tegen een beschrijvinkske van een paar pagina’s meer of  minder.

Er zijn momenteel in totaal acht boeken, waarvan 1-6 een overkoepelende plotlijn hebben en dan 0.5 en 0.75 later geschreven zijn maar wel veel meer inzicht geven in de wereld en het hoofdpersonage. Al weet ik eigenlijk niet zo goed wie precies het hoofdpersonage is: de witcher uit de titel, of Ciri, een meisje met een Lot om wie het eigenlijk, uiteindelijk allemaal draait.

Sapkowski’s wereld zit prachtig in elkaar: de witcher is een door tovenaars gecreëerde mutant met buitengewone fysieke gaven, gemaakt om de monsters van de wereld te verslaan. Er hoort ook een zeer zware training bij, en veel jongeren overleven die training niet eens. Je krijgt dus meteen een schitterend uitgewerkte wereld met tovenaars, tovenaressen, landen en koningen die met elkaar in oorlog liggen, monsters, zangers, elfen en dwergen die wegens hun ras worden uitgemoord… Het is geen fraaie wereld die geschetst wordt, maar wel eentje die klopt in een middeleeuwse setting. High fantasy, als het ware.

En daarin beweegt Geralt, de witcher uit de titel, zich voort als een knuppel in een hoenderhok. Als mutant wordt hij nergens geaccepteerd, overal scheef bekeken, en zijn sociale vaardigheden zijn op zijn minst niet optimaal te noemen. In de serie geeft Henry Cavill gestalte aan het personage, en het is een waar feest om naar te kijken.

Maar langzaam verschuift de focus van het verhaal naar Ciri, heb ik de indruk. Soms vind ik dat wat jammer, want de witcher is intrigerend, maar aan de andere kant kan je die mens niet tot in den treure monsters laten verslaan zonder dat het eentonig wordt ook, natuurlijk.

Ik kijk uit naar het vervolg van de reeks, ik heb net het derde boek achter de kiezen. En die uitweidingen? Die zijn me niet eens opgevallen…

Assassins’ Creed Odyssey: Discovery Tour

Ik had er het al eerder over, over dit fijne spel van Ubisoft.  De wereld is bijzonder goed nagemaakt en zeer aangenaam om te spelen. Het is vooral ook echt realistisch: zo liep ik zonder aarzelen de Akropolis op, wat Kobe – die toevallig aan het kijken was – de opmerking ontlokte: “Hey mama, hoe weet jij zomaar de weg naar boven?” Awel, ik ben er al geweest en weet toevallig ook gewoon de weg via de Propyleeën en dergelijke, en dat klopt ook helemaal.

Nu vonden de makers van Ubisoft dat ze, als ze dan toch de hele Antieke Griekse wereld hadden nagebouwd, er evengoed ook nog iets nuttigs mee konden doen. Als in: een uitgebreide gidsbeurt door datzelfde Griekenland. In de Discovery Tour – gratis voor wie het spel heeft, en anders 20 euro voor een PC-download – kan je dus als personage gaan rondlopen en gidsbeurten volgen, een dertigtal in totaal, over gebouwen, dagelijks leven, filosofie, …

En in mei had Ubisoft de Discovery Tour zelfs een tijdje helemaal gratis aangeboden, iets wat ik meteen ook met beide handen aangreep. Ha ja, want als ik dat in de les wil gebruiken, dan had ik mijn Playstation mee moeten nemen naar de klas, en nu volstaat mijn laptop. Bon, ik had dat dan ook, enthousiast als altijd, op de facebookgroep van de leerkrachten Latijn en Grieks gezet.

Een paar weken later werd ik gecontacteerd door iemand van Prora, het vaktijdschrift voor classici: of ik er geen artikeltje over wilde schrijven.

Wel euh… Ja zeker?

Ik ben dus de afgelopen dagen even in die Discovery Tour gedoken, want ik speelde het spel wel, maar had dit nog niet bekeken. Enfin, het is in elk geval een aanrader, geloof me. En over een paar maanden krijgt u van mij het artikel zoals het in de Prora komt, oké?

A propos, ze hebben het ook gedaan voor het Oude Egypte, want daarin speelt Assassins’ Creed Origins zich af. De max, toch?

Lectuur: de Broken Empire trilogie van Mark Lawrence (Prince of Thorns)

In juni heb ik drie zalige fantasyboeken gelezen: duister en gritty met een goed uitgewerkte wereld, precies zoals ik ze graag heb: Prince of Thorns, King of Thorns, Emperor of Thorns, algemeen gecatalogeerd onder de stijl grimdark. En ook de schrijfstijl van Lawrence sprak me best aan.

Het geheel speelt zich af in een middeleeuwse sfeer, maar dat blijkt – zo wordt beetje bij beetje duidelijk – eigenlijk een paar duizend jaar in de toekomst, nadat de aarde verwoest is door een nucleaire apocalyps en er een nieuwe, niet-technologische beschaving ontstaat die veel weg heeft van de middeleeuwse toestanden van weleer. En zelfs na duizend jaar zijn er nog altijd no-go gebieden, zo blijkt. Maar eigenlijk speelt dat alles gewoon in de rand van het verhaal, waarin we Jorg Ancrath volgen, een compleet immorele jongen van een jaar of twaalf die onverhoeds aan het hoofd van een dievenbende komt te staan. Jawel, aan het hoofd van volwassenen, gewoon omdat hij  enerzijds bijzonder verstandig is en gestudeerd heeft, anderzijds omdat hij zelf zowat de meest immorele van de hoop is. En toch is er ook sprake van broederschap, zelfs wanneer er op bijzonder bloederige manier een hoofd wordt afgehakt of een buik wordt opengesneden.

Het verhaal is niet voor tere zieltjes, daarvoor beschrijft Lawrence bepaalde taferelen net iets te… nietsverhullend en weinig aan de verbeelding overlatend. Maar net dat realistische maakt het voor mij wel interessant. En Jorg Ancrath is, ondanks zijn verdorven karakter, ook net weer een  zeer innemend en intrigerend hoofdpersonage. Voeg daar nog een dikke vleug magie in al zijn vormen toe, en jawel, ik ben verkocht.

Geen hoogstaande literatuur, wel zeer entertainend. Dik in orde.

 

Bordeaux dag 4

Vandaag liet ik Bart slapen en ging ik zelf al in de voormiddag op cachetocht, meer bepaald in het park dat naast ons huisje lag. Dat is meteen ook het grootste park binnen Bordeaux zelf, Le Parc Bordelaise. Ik fietste rond, zag dat het mooi was, maar had wat moeite om de juiste gegevens te vinden.

Daarna fietste ik door naar nog een paar andere caches, maar tegen half elf had ik er genoeg van en reed ik terug naar mijn ventje, die nog steeds lag te slapen.

Iets na twaalf fietsten we dan terug richting de stad via het grote, oude kerkhof en hingen meteen volop de toerist uit: een salade in één van Bordeaux’ oudste brasserieën op de grote markt, in de schaduw van de kathedraal.

Daarna liet ik Bart daar met een gerust hart en een koffie achter en ging op souvenirtjesjacht. Ha ja, dat verwachten de kinderen natuurlijk wel. Met enige moeite en wat gezoek kwam ik uit op een shortje en topje voor Merel – ik had al een mini-plateautje voor haar gekocht in Parijs – twee sets kousen – waar hij zelf al naar op zoek was gegaan – en een Funkopopje van The Night King voor Wolf en een speciaal soort Rubik’s kubus voor Kobe. Ik ben er redelijk zeker van dat ik ga scoren, ja.

Een dik uur later landde ik weer bij Bart, dronk nog snel een koffie om te bekomen, en samen gingen we dan om de hoek naar het Designmuseum van Bordeaux waar enerzijds een fototentoonstelling was, en anderzijds de permanente tentoonstelling van vooral bordjes en stoelen. Waar ze overigens een originele manier hebben om te tonen dat je niet mag gaan zitten.

En toen bleek er nog een tweede deel te zijn in een oude gevangenis: een tentoonstelling over sneakers! Mij kon het niet boeien, maar Bart voelde zich in de zevende hemel. En toen was het tijd voor een ijsje, vonden we, en fietsten we ook nog verder naar het museum voor Hedendaagse kunst, alweer een prachtig gebouw met enkel videokunst. Mja.

De Keith Haring in de liftschacht was een verrassing: de achterwand van de lift was een venster, en in het naar beneden gaan zag je de lange lange tekening voorbijglijden. Jammer genoeg was het tijd en mochten we niet opnieuw naar boven om ze nog eens te bekijken.

Soit, tijd om de fietsen terug in te leveren, een Über te nemen naar ons huisje en opnieuw te genieten van de heerlijke pizza. Onze laatste avond werd een hele rustige waarbij ik heel lang buiten heb zitten lezen.

Vakantie, jawel.

 

Lectuur: “False value” van Ben Aaronovitch

In januari las ik met veel plezier de reeks “Rivers of London (Peter Grant)” van Ben Aaronvitch, een reeks in het hedendaagse London waarin er wel degelijk magie bestaat. Peter Grant is een jonge politieagent die in de tovenaarswereld rolt, en vaststelt dat de Metropolitan Police in Londen blijkbaar ook een aparte afdeling heeft voor alles wat met het bovennatuurlijke te maken heeft.

Zoals het hoort, heeft elk boek een aparte plot, maar loopt het hoofdverhaal verder. Peter woont intussen samen en verwacht een tweeling, en ook dat heeft een impact op zijn leven en de manier waarop hij werkt. In deze nieuwe, welja, aflevering draait alles rond artificiële intelligentie en moet Peter undercover gaan om een en ander te ontdekken. Maar uiteraard blijkt de oorzaak van de problemen magisch te zijn, zoals het hoort, en slaagt Peter erin om het op te lossen zoals alleen hij dat kan. Meer wil ik niet zeggen omdat het alleen maar spoilers zouden zijn, maar dit boek leest even vlot als de vorige, is even lichte maar goed geschreven lectuur en is dus, net zoals de rest van de reeks, ideale vakantielectuur.