Lectuur: “A prayer for Owen Meany” van John Irving

Als het op de BBC lectuurlijst staat – apocrief of niet – én op de Big Read, dan moet het wel goed zijn, toch? Mijn volgende boek werd dus bestseller, prijswinnaar en klassieker “A prayer for Owen Meany”, en volledig terecht.

Het is een ietwat vreemd boek, op de keper beschouwd. Het hele verhaal wordt verteld door John Wheelwright, beste vriend van Owen Meany, maar dan vanuit zijn perspectief als volwassene van 46. Het boek wisselt af tussen de volwassene die John is en de momenten die hij in zijn jeugd – in de jaren 1950-1960) – gedeeld heeft met Owen Meany, maar dan wel hoe hij zich die achteraf herinnert en vooral ook interpreteert.
Irving vertelt gewoon kleine anekdotes: hoe ze speelden op zolder in de oude kleerkast van de gestorven grootvader, hoe ze gingen zwemmen in een steengroeve, wat ze uitspookten op vakantie bij nonkel en tante, dat soort dingen. De meeste van die dingen zijn op zich onbelangrijk, maar ze schetsen wel, beetje bij beetje, het karakter van zowel John als Owen Meany én alle opgelopen trauma’s. Want die zijn er, vooral als Owen bij het baseballen als elfjarige per ongeluk de slaap van de moeder van John raakt en zij sterft. John neemt het Owen niet kwalijk, maar het drukt wel een stempel op beide jongens.

Het boek schetst daardoor ook het leven in een klein stadje in New Hampshire en weet ook de tijdsgeest bijzonder goed te vatten.

Af en toe heb ik zitten schateren: een kerstspel dat compleet uit de hand loopt, of het gedoe rond een VW kever die door het basketbalteam probleemloos een trap opgedragen wordt en op een podium wordt gezet, maar die daar, wel, iets minder probleemloos weer af geraakt.
Maar tegelijk is het een diep tragisch boek, waarbij je echt meeleeft met beide hoofdpersonages. Ik heb bij momenten ook gehuild, ja, zeker op het einde, ook al zie je dat van mijlenver aankomen en wordt het ook echt aangekondigd.

In het begin stoorden de verwijzingen naar het christendom – in al zijn vormen: katholiek, congregationalist, episcopalian, … – me een beetje, maar langzamerhand wordt duidelijk dat dit echt wel relevant is voor het verhaal. En eigenlijk blijft Irving neutraal – ik heb er geen idee van of hij nu zelf gelovig is of niet.

Een gemakkelijk boek is het niet, maar het heeft me echt wel geraakt. Ik heb mezelf erop betrapt dat ik er al regelmatig aan zitten denken heb, aan de achterliggende filosofieën en denkpistes.

Een van de bekendste quotes, eentje die diep raakt:

“When someone you love dies, and you’re not expecting it, you don’t lose her all at once; you lose her in pieces over a long time—the way the mail stops coming, and her scent fades from the pillows and even from the clothes in her closet and drawers. Gradually, you accumulate the parts of her that are gone. Just when the day comes—when there’s a particular missing part that overwhelms you with the feeling that she’s gone, forever—there comes another day, and another specifically missing part.”

Een aanrader voor diepe, donkere dagen. En eigenlijk ook de vrolijke dagen. Eigenlijk voor elke dag.

Lectuur: “Battle Ground”: The Dresden Files 17 van Jim Butcher

Dat ik fan ben van de Dresden Files, dat kon u hier al meermaals lezen: in maart vorig jaar las ik de eerste zeven in één ruk uit, en meteen daarna gooide ik er de volgende acht nog bij. En toen waren ze op, en zat ik zonder.

Het leest als een trein: bijzonder vlot geschreven en pulpy, maar intussen moet je er wel je gedachten bij houden: na al die boeken zijn er wel héél veel personages en héél veel plotlijnen die telkens opnieuw opgepikt worden of waarnaar telkens opnieuw verwezen wordt. Het is dus ook geen aanrader om ze niet van in het begin te lezen, want dan ben je met de helft van het verhaal niet mee en heb je totaal geen idee waarover het gaat.

En toen was er in juni plots boek 16 dat ik ook in quasi één sessie uitlas, maar waarbij ik op mijn honger bleef zitten: het ging grondig mis in de magische wereld van Harry, maar alles werd in stelling gebracht zonder dat er echt een punchline volgde. Er was duidelijk een extra boek op komst, zo veel was zeker.

En toen miste ik de publicatie van Battle Ground compleet, tot mijn ontsteltenis. Gisteren merkte ik dat op één of andere manier op, schafte het meteen aan op Amazon – gemakkelijk, jong, zo’n ebook: ge hebt het op uw reader staan binnen de minuut – en sloeg aan het lezen. En jawel, zonder hernemen ging het verhaal naadloos verder: 20% verder in stelling brengen, 60% een enorm gevecht, vandaar de titel, en dan 20% losse eindjes opruimen. Serieus, nooit gedacht dat ik 300 pagina’s over één gevecht ging kunnen lezen zonder dat het ging vervelen, maar als je een beetje een inlevingsvermogen hebt, zie je de schitterend beschreven gevechten gewoon voor je. Met zeer intense momenten, dat ook. Het is één lange adrenalinerush met nauwelijks een adempauze.

Wat me opvalt is dat Butcher waarschijnlijk de kritieken op zijn vorige boek grondig ter harte heeft genomen: van enig seksisme is deze keer totààl geen sprake meer.

En je ziet nu al waarover het volgende boek zal gaan: ook hier zijn een paar onaffe plotwendingen die voer genoeg opleveren voor een of meerdere volgende boeken. Nee, Harry Dresden kan vooralsnog nog niet op zijn lauweren gaan rusten, zoveel is zeker.

Deze aflevering krijgt van mij gewoon 5 sterren: ik heb het in iets meer dan 24 uur uitgelezen, en ja, ik heb een normale nacht slaap gehad én was gedaan en soep gemaakt en dat soort dingen.

De Dresden Files blijven wat mij betreft een gigantische aanrader voor wie graag hedendaagse fantasy leest. Maar je begint dus het best wel bij boek 1.

Lectuur: “Een schitterend gebrek” van Arthur Japin

Nu Wolf voor school ook deftige boeken moet lezen, vond ik dat ik mee moest beginnen lezen met hem. Zo ook dit boek, hem aangeraden door Ann, de mama van Arwen en leraar Nederlands bij ons op school.

Ik moet zeggen, in het begin vond ik het absoluut maar niets. Een zeer barok taalgebruik, archaïsche woorden, wendingen waarin ik me niet kon vinden… En dan nog in de ik-persoon geschreven, iets waar ik geen fan van ben. Het verwonderde me dat Wolf dit wilde lezen.

Maar naarmate ik verder las, na zo’n dertig pagina’s, begon het me te boeien. (Spoiler alert: ik ga een en ander zeggen over de inhoud, maar eigenlijk zijn dat dingen die je vrij snel te weten komt.) Het hoofdpersonage blijkt ene Lucia te zijn, luxehoer in het achttiende-eeuwse Amsterdam. Beetje bij beetje vertelt ze hoe ze geworden is wie is nu is, hoe ze daar geraakt is, en wie daar de oorzaak van is: ene Giacomo Casanova. Omgekeerd verklaart haar verhaal meteen ook waarom Casanova een, welja, casanova was die zich aan niemand kon of wilde binden en de ene vrouw na de andere versleet.

Lucia vertelt alles op een afstandelijke manier, maar net daardoor wordt de diepte van haar emoties en opofferingen duidelijk. Ook wordt de reden van haar hardheid beetje bij beetje uit de doeken gedaan, waardoor je uiteindelijk echt gaat meeleven met het personage.

Het eindigt nogal voorspelbaar, maar bon, je kan ook niet alles willen.

Het boek is geen topper, maar ik heb het op twee dagen uitgelezen – het is niet bepaald dik en ik zit in quarantaine – en dat wil zeggen dat het ook zeker niet slecht is. Al snap ik nog steeds niet zo goed wat Wolf in dit boek ziet: ik vind het eerder iets voor een vrouwelijk publiek.

Lectuur: de tweede Mistborn trilogie van Brandon Sanderson

Concreet gaat het om “The Alloy of Law”, “Shadows of Self” en “The Bands of Mourning”, en blijkbaar zou er nog een vierde en laatste boek moeten uitkomen, maar dat is al eventjes beloofd en is er nog niet.

Was ik al laaiend enthousiast over de eerste trilogie, dan vond ik deze gewoon nog beter. Het probleem is dat in de eerste boeken de hele wereld nog moet uitgelegd worden, met allomantie, feruchemie en hemalurgie op kop. Deze trilogie gaat ervan uit dat je de eerste drie boeken hebt gelezen en dat bovenstaande termen geen uitleg meer behoeven. Ze spelen zich een aantal honderd jaar later af, en de wereld is geëvolueerd van cloak and dagger naar Steampunk: een sfeertje van cowboys, vuurwapens, technologische vooruitgang zoals de opkomst van auto’s en stoommachines, terwijl er evengoed nog parasols en hoge hoeden gebruikt worden. En uiteraard zit de stevige scheut fantasy er perfect in verwerkt. Dat is het mooie eraan: net zoals bij de eerste drie boeken zit de wereld volmaakt in elkaar, zijn er geen hiaten en heeft alles een enorme vaart. Dat is ook nog een verschil: er is iets minder tijd voor gefilosofeer en getwijfel, ook al zijn ook nu de hoofdpersonages wel degelijk van vlees en bloed met hun tekortkomingen en twijfels.

De plot zelf geeft je de indruk van verzeild te zijn in een Indiana Jones verhaal: het gaat gigantisch vooruit, is enorm meeslepend en je leeft zodanig in dat het moeilijk is om de boeken weg te leggen. En niet alleen zijn er de twee mannelijke hoofdpersonages Wax en Wayne, de vrouwen zijn even sterk vertegenwoordigd met uitgewerkte persoonlijkheden en evolutie.

Ik kan eigenlijk al niet wachten op boek nummer vier waarin de plot zou moeten afgerond worden. Ik heb er trouwens ook al gigantisch van gedroomd: héérlijke avonturen in diezelfde wereld.

Grote fan, jawel. En nu, met wat tussenstops, de rest van Brandon Sandersons oeuvre. Kan niet fout gaan.

Lectuur: “The Chronicles of Narnia” van C.S. Lewis

Jawel, ook de Chronicles of Narnia staan in hun geheel op de apocriefe BBC-lectuurlijst die ik aan het afgaan ben. Het eerste boek, The Lion, the Witch and the Wardrobe staat er zelfs nog apart in ook.

Ik heb de drie films gezien die uitgekomen zijn een tijd geleden, ik wist dus wat ik kon verwachten: jeugdavonturenboeken. Die verwachting is dan ook compleet ingelost: het zijn inderdaad jeugdboeken, maar echt wel goed geschreven, in een vrij eenvoudige taal, maar vooral met heel veel vaart. Er zijn geen onnodige beschrijvingen, en het gaat gigantisch vooruit. Ik bedoel maar: de eerste film duurt bijna twee en een half uur, maar het boek is amper 200 pagina’s. Dat maakt het als jeugdboek bijzonder verteerbaar. En de christelijke inslag, die was me al duidelijk van in de films. Of hoe noem je het anders wanneer de grote verlosser, de sturende kracht, zichzelf opoffert om de anderen te redden en dan uiteindelijk weer levend wordt? Niet dat Lewis die erin hamert: het zit vrij subtiel verweven in de boeken zelf, iemand die het christendom niet kent, zal wellicht niet eens de link leggen. Er zit een moraliserende ondertoon in, maar die stoort niet echt.

Ik moet wel toegeven: het eerste boek is het beste, en dan worden ze langzamerhand iets minder. Zoals zoveel schrijvers zoekt Lewis het dan plots in andere oorden: zijn laatste boek, bijvoorbeeld, speelt zich nauwelijks nog in Narnia af, maar wel in een ander land naar Oosters voorbeeld, met een barbaarse religie, en ze worden spottend Darkies genoemd omdat ze, jawel, een donkerder huidskleur hebben. Het racisme en de moslimhaat loeren hier nogal duidelijk om de hoek, en dat vond ik iet of wat moeilijker te verteren. Maar het loopt nog steeds als een trein, en het is misschien wel meer a sign of the times dat ik dat erin lees.

Maar bon, ik snap wel waarom de reeks als klassieker beschouwd wordt: ze zijn als avonturenverhalen écht wel goed. Een aanrader dus voor kinderen die al vlot lezen. En voor volwassenen die van ongecompliceerde fantasy houden.

Koor, opnieuw

In februari, kort voor de lockdown, zat ik er een beetje door. Ik had er genoeg van, kon niet veel meer verdragen, had geen zin meer in niks. Lesgeven was op zich geen probleem, maar al het gedoe errond, nee dank je.

En als je zo op de rand van een inzinking staat, dan knip je in alles wat extra energie vraagt, om eerlijk te zijn. Eén daarvan was mijn koor. Ik zing dolgraag, maar we zingen behoorlijk moeilijke dingen en dus kruipt daar veel energie in. Nu was er ook net een nieuwe tenor bijgekomen door wie ik bij momenten compleet de mist in ga: die mens zingt met overtuiging, maar ook met overtuiging soms foute noten, en dan ben ik mijn kluts kwijt en val ik eruit in de studeerfase. Wanneer ik een stuk goed ken, is dat geen probleem meer, maar ik ben gewoon aan Stefan naast mij, een verdomd goeie zanger die ook altijd zijn inzet feilloos heeft, en daar wringt het bij mij. Zodra ik vertrokken ben met een zanglijn, kan hij op mij leunen.

Een en ander leidde ertoe dat ik dus uit het koor ben gestapt in februari. Helaas op een niet erg elegante manier: ik wilde dat zelf zeggen aan de dirigent, maar er waren voortdurend mensen die hem ook iets te melden hadden. En eigenlijk ging hij een soortement auditie afnemen van twee nieuwe mensen. Toen ik er dus alsnog tussen wilde, werd ik afgesnauwd door een van die nieuwe: dat zij wel zaten te wachten, hé, al lang, en dat ik er dus niet moest tussen kruipen. “Goed”, heb ik gezegd, “geen probleem, veel plezier dan, ik kom voorlopig niet meer terug en ga dus ook het concert niet meer meezingen. En ik zal dan wel zien in september of ik nog terugkom of niet. Salu!” Ik heb me omgedraaid en ben met tranen in de ogen weggelopen. Geen idee wat de reacties waren, ik heb ook niks meer gehoord. En toen was er de lockdown en was het sowieso gedaan met zingen en concerteren.

In september ben ik dan met een klein hartje teruggegaan, maar ik werd meteen met open armen ontvangen. Sommigen keken me een beetje vreemd aan – ik neem het hen absoluut niet kwalijk – maar de meesten waren zeer verwelkomend. En Stefan was heel rechtuit: “Blij dat ge terug zijt, maar zijt ge zeker? Want we moeten wel op u kunnen rekenen hé, de vorige keer hebt ge ons gewoon in plan gelaten”.  Ik heb iets geantwoord van “Ge hebt nu twee nieuwe toch?” maar heel fair was dat niet als antwoord. Hij is mijn zangmaatje en ik mis het ook als hij een repetitie niet kan komen.

Soit.

Ik ben weer aan het zingen en het doet deugd.

Lectuur: Mistborn Trilogy van Brandon Sanderson

Deze had ik eerder moeten leren kennen, om eerlijk te zijn. En als ik eerlijk ben, is ze me ook wel vaak aangeraden, ja. Maar ach, er is zo veel om te lezen, toch?

Deze trilogie vond ik zalig, al was de tweede soms wat traag. De wereld waarin Vin opgroeit als straatkind/wegwerpmeisje/boefje, is ’s nachts altijd gehuld in een dikke, vreemde mist waar mensen bang van zijn. Tenminste, de gewone werkmensen die niet veel beter zijn dan slaven. De adel is ook niet zo gek op die mist, maar de angst is een pak kleiner. Overdag valt er geregeld as uit de lucht, als gevolg van een aantal actieve vulkanen.
En dan zijn er nog de Mistings en de Mistborn, zij die over speciale gaven beschikken door bepaalde metalen in te slikken en ze te ‘verbranden’. Over dit alles regeert de Lord Ruler met ijzeren hand.

Maar Vin komt terecht in een compleet andere groep die de tirannie wil omverwerpen, en beetje bij beetje leert ze hen én zichzelf te vertrouwen…

Het eerste boek, The Final Empire, maakt je wegwijs in deze bijzonder knap in elkaar gestoken wereld, waarin alles eigenlijk gewoon klopt en je geen gaten kan vinden. Het verhaal wordt vakkundig en soms razend spannend opgebouwd en je leeft helemaal mee met het hoofdpersonage.

Boek twee, The Well of Ascension, vond ik iets minder omdat de climax op het einde van het vorige boek moeilijk kon geëvenaard worden, én omdat de twee hoofdpersonages – Vin heeft er intussen een lief bij – voortdurend aan zichzelf en hun beslissingen twijfelen. Er is veel meer gefilosofeer, de spanning is wat weg, maar de personages blijven heerlijk. En de achtergrondspanning wordt wel opgedreven maar komt in dit boek niet tot een oplossing. Een beetje een tussenboek, als het ware.

Boek drie, The Hero of Ages, is dan wel weer bij momenten zeer spannend, maar soms voelt het wat alsof de schrijver niet goed wist welk einde hij zijn saga moest geven en er af en toe dan maar een deus ex machina bij haalde. Aan de andere kant krijg je nu wel het gevoel dat zelfs de kleinste details uit boek 1 eindelijk op hun plaats vallen: qua wereld is het quasi uniek hoe consistent alles is. In elk geval las dit boek dan weer als een sneltrein…

Ik vind ze een dikke, dikke aanrader: toegankelijke fantasy, vrij vlot geschreven en vooral geen speld tussen te krijgen.

Er zouden nog drie boeken zijn, maar in een andere periode maar wel dezelfde wereld. Ik ga eerst iets anders lezen en dan deze opnieuw opnemen, kwestie van de anticipatie wat op te drijven.

Lectuur: “Persuasion” van Jane Austen

Jawel, ik blijf verder lezen aan mijn BBC-lijst, zeker als het om negentiende-eeuwse literatuur gaat. Want ja, ik hou echt wel van dat oer-Engelse kostuumdramagedoe.

En daar valt Persuasion wel opnieuw onder, zou je kunnen zeggen. Eigenlijk is dit chick-lit – wijvenliteratuur, voor mijn pa en schoonma – maar dan op literair niveau. Het hoofdpersonage, Anne, heeft destijds een verloving afgebroken omdat de man in kwestie niet goed genoeg zou zijn voor haar qua status. Intussen is ze 27, heeft haar snobistische vader zijn grote landgoed moeten verhuren omdat hij in geldnood zit, en is zij nog steeds vrijgezel, zonder goede vooruitzichten. Via een hoop omwegen komt ze opnieuw in contact met haar vroegere verloofde, Wenthworth en na de nodige perikelen – is hij niet verliefd op een ander? Zou mr. Elliot geen betere partij zijn? Maar is mr. Elliot wel wie hij beweert te zijn? En waarom is Wenthworth plots zo bezorgd om Louisa? – komt het uiteindelijk toch nog allemaal goed. Qua thematiek is dit misschien een stationsromannetje, maar qua uitwerking niet.

Romantiek dus, maar van de bovenste plank. Het wordt niet voor niks gezien als een klassieker en eindigt steevast hoog in alle lijstjes van favoriete boeken. En ik, ik heb ervan genoten, ja.

 

Lectuur: de “Shattered Sea Trilogy” van Joe Abercrombie

Wie de moeite doet om mijn boekbesprekingen hier te lezen, weet dat ik enorme fan ben van Joe Abercrombie. Zijn werelden zijn àf, zijn personages geen clichés en zijn taalgebruik heerlijk barok maar net niet té.

Na zijn First Law trilogie en een aantal losse boeken in diezelfde wereld, las ik nu zijn Shattered Sea trilogie. Ik heb met opzet wat gewacht en andere dingen tussendoor gelezen om des te meer te kunnen genieten van zijn schrijfsels.

En jawel, ook hier heb ik me van de eerste tot de laatste letter geamuseerd. De setting deed me gigantisch denken aan die van de Broken Empire trilogie van Mark Lawrence, maar ik weet niet wie er eerst was. Ook hier zit je in een post-apocalyptische wereld, maar dan ettelijke eeuwen in de toekomst, waar de mens zich na een nucleaire catastrofe opnieuw een laagje beschaving heeft weten te geven en opnieuw met zwaard en schild in de middeleeuwen waant. Ook hier zijn nog restanten van de vroegere steden, wolkenkrabbers en hier en daar zelfs elektriciteit, maar dan wel in vrijwel ontoegankelijk gebied wegens de hoge radioactiviteit. Iemand heeft vuurwapens gevonden, en dat wordt dan als magie gezien. De vroegere beschaving wordt toegeschreven aan elfen en is, goh, een mengeling tussen verboden kennis en religie.

Maar dat is in feite achtergrond: het verhaal is, zoals zo vaak, het relaas van een hoofdpersonage dat zijn weg zoekt en uiteindelijk een belangrijke rol speelt in de strijd tussen verschillende rijken en koningen, in min of meer een vikingsetting.
In boek één, Half a King, gaat het om een jongeman die tegen wil en dank eerst koning wordt en dan raadgever van de volgende koning. In boek twee, Half a World, speelt datzelfde personage nog wel een rol maar meer op de achtergrond. We krijgen nu eerder de focus op een meisje dat eigenlijk een stevige vechter is, maar wel in een samenleving opgroeit waar vrouwen ondergeschikt horen te zijn. En boek drie, Half a War, laat dan het vervolg van het verhaal zien vanuit zowel het standpunt van een piepjonge koningin in diezelfde mannenwereld als van een jonge krijger die merkt dat het macho verwachtingspatroon voor krijgers toch niet is wat hij wil.

Abercrombies wereld is, zoals altijd, schitterend uitgewerkt. De middeleeuwen, waar hij zijn wereld aan spiegelt, zijn notoir vrouwonvriendelijk, maar telkens weer slaagt hij erin sterke vrouwelijke personages neer te zetten die zich ondanks alles toch weten te handhaven in die wereld, terwijl ze toch niet ongeloofwaardig worden. Ook zijn mannelijke personages zijn niet eenduidig maar zitten vol met twijfels, angsten en emoties.

Yup. Ook deze trilogie heeft het voor mij nog maar eens bevestigd: ik ben onvoorwaardelijk fan van Joe Abercrombie.

Lectuur: “Heart of Darkness – Amy Foster – The Secret Sharer” van Joseph Conrad

Tussen al het fantasygeweld door probeer ik toch nog gestaag verder te lezen aan de infame, apocriefe BBC-lectuurlijst.

Deze keer was mijn lodderig oog gevallen op de absolute klassieker “Heart of Darkness” van Joseph Conrad. De titel alleen al deed me vermoeden dat ik ook hier geen jolige lectuur voorgeschoteld ging krijgen, en dat vermoeden werd bewaarheid.

Het hoofdpersonage Marlow vertelt van zijn zeer vreemde reis naar Congo in dienst van de Union Minière, jawel, het Brusselse bedrijf dat slavernij en uitpersing tot zijn handelsmerk maakte. Hij wordt er aangenomen als kapitein van een rivierboot die ivoor moet ophalen in de lokale handelsposten en naar de haven brengen. Het is een relaas van uitbuiting, van verregaande corruptie waardoor zijn boot makkelijk een paar maanden stil ligt wegens het ontbreken van onderdelen, en geen haan die ernaar kraait. Maar het is vooral een verhaal over reputatie: hij reist ene Kurtz achterna die blijkbaar een genie is als het op ivoor aankomt, maar zichzelf als een god voordoet bij “die achterlijke zwarten” en eigenlijk vooral stapelgek blijkt te zijn.

We volgen Marlows gedachtegang en daar is bijvoorbeeld nauwelijks conversatie tussen hem en Kurtz opgenomen. Maar hij beschrijft wel wat hij ziet en hoort, hoe bevreemdend alles is, en hij vraagt zich af of hij ook zelf niet gek aan het worden is.

Het is een… verontrustend, beangstigend boek dat vooral ook de wreedheden van Leopold II en co in de verf zet zonder dat expliciet te doen. Het is net dat… casuele, dat vrijblijvend racisme dat de tijdsgeest weerspiegelt, dat het boek zo indringend maakt. Het heeft zich in elk geval een tijdlang in mijn geest genesteld, geloof me. Een aanrader, maar liefst niet als je je al ietwat depressief voelt, me dunkt.

Mijn ebookversie knoopte daar ook nog “Amy Foster” aan vast, een kortverhaal over, jawel, racisme. Een schipbreukeling met Indische roots komt op het platteland terecht, met alle desastreuze gevolgen vandien. Ook een doordenker.

Het derde verhaal in mijn ebook was “The Secret Sharer”, opnieuw een kortverhaal over een zeeman die onopzettelijk iemand anders heeft vermoord, zijn schip kan ontvluchten en als verstekeling ontdekt wordt door de kapitein van een ander schip. Die ziet in hem een verwante ziel, een Döppelganger, een spiegelbeeld, en besluit hem verborgen te houden.

Alle drie de verhalen zijn een aanslag op je psyche: Conrad doet je nadenken over de inherente waanzin van de menselijke geest, over vooroordelen, eerste indrukken, racisme, perceptie en het verdraaien van waarheden.

Zoals gezegd: korte, maar indringende lectuur voor de stevigen van geest. Zalig voor een donkere winteravond, met de haard, een paar kaarsjes en een goed glas wijn. En bij voorkeur dan nog een uurtje stilte om na te denken over wat je nu net hebt gelezen.