Terugblik op 2022

Het is weer tijd om terug te blikken op het voorbije jaar, en het eerste wat ik dan denk, is dat het geen speciaal jaar is geweest, eigenlijk, met fijne momenten maar niet wat ik meteen hoogte- of laagtepunten zou noemen.

Corona was stilaan onder controle en we kregen meer en meer vrijheid, al was dat in het begin nog veraf. De CO-meters bepaalden de temperatuur in de klas, Merel kreeg haar eerste prik, Kobe kreeg het virus alsnog te pakken, daarna ik nog  een tweede keer, en Merel kreeg haar tweede prik.

Nieuwjaar werd ingezet bij Gwen en Erik, een aantal dagen later bij Roeland en Sarah, daarna met Barts familie. Ik ging naar toneel en zong zelfs twee lenteconcerten. Koen en Lorre kwamen logeren en we vierden Pasen in ’t Konijntje. Ik ging met Merel naar een showkoor kijken en we gingen met zijn allen naar Livs lentefeest. Marie-Julie deed haar plechtige communie en Bart en ik gingen naar Poperinge en van daaruit naar Watou. Met Merel ging ik één dagje naar de Gentse Feesten, en ze ging ook mee naar de vijfde editie van de Middelheimpicknick. Met Lieven ging ik naar Rammstein en met het hele gezin trokken we tien heerlijke dagen naar Sorrento en de Vesuvius. De dag daarna gingen we met ons pa eten in Zomergem. Met Merel ging ik dan weer de zon begroeten op een toch wel zeer vroeg uur, samen met een bende geocachers, om daarna te gaan ontbijten. We gingen met Gwen en Erik eten bij Sepp en Sofie en daarna trok ik met Merel vier fantastische dagen naar Parijs, terwijl ons dak werd vervangen. Ons pa werd 81 en ik begon een tot hiertoe zeer fijne opleiding als mediacoach. We waagden ons in de hel van Ikea en bij de zesdes begon het concept ‘taartdag‘ opnieuw. Bart en ik trokken naar de Ardennen en overnachtten in een heuse boomhut, waarna we er een dagje Namen aan koppelden. Ik ging met de Cultuurcel naar het NTG en sprong met Wolf binnen op de tentoonstelling van Batist en Hannes. Met Ann ging ik dan weer naar een concert van Fa.Si.Nant  en ik mocht nog eens te gast zijn bij Bart en Birgit op hun Halloweenfuif. We versierden ook zelf ons huis voor Halloween en gingen voor Allerheiligen eten met Barts familie. Ik ging eindelijk nog eens quizzen en met Jeroen ging ik naar een fantastisch concert van The Cure! Er kwam zelfs nog een tweede quiz en ik zong een kerstconcert. Sophie kwam taart brengen, we vierden kerst, Annick kwam koffie drinken en Max gaf tekenles. En toen kwam oudejaarsavond.

De kinderen hadden andermaal hun bezigheid: Wolf kreeg een elektrische gitaar, een kostuum en werd warempel 18. Merel en ik gingen shoppen en zij won de Junior Journalist wedstrijd van het Davidsfonds. Wolf kreeg een kot en Merel haar definitieve kleren voor haar lentefeest, met een fotoshoot. Wolf stak heel veel energie in de Uitvaart op school en Merel ging op herinneringsklassen. En toen was er natuurlijk haar lentefeest. Ze haalden beiden een diploma  en ook Marie-Julie kreeg een zeer fijn feest. Merel deed alle mogelijke uitstapjes in die laatste schoolweek, Kobe werd de “vindingrijke Wasbeer” met een afbeelding op zijn scoutshemd. Wolf begon een stevige vakantiejob en Kobe ging tien dagen op kamp. De dag daarna werd hij vijftien. Ze gingen met zijn drietjes op de obligate eersteschooldagfoto en Wolf ging ook écht op kot. Merel werd twaalf en gaf nog eens een miniconcertje.

Het lijf werkte weer eens niet mee: in februari een stuk tand kwijt, in maart de rug die crashte, in mei nog eens de rug, begin juni een stevige keelontsteking die evolueerde naar een stembandontsteking, begin augustus de officiële diagnose van fasciitis plantaris, en daarna een infiltratie om een operatie te proberen vermijden. Er volgde in september een tonsillitis  en omdat ook de infiltratie niks had gedaan, kwam er een MRI-scan van de voet. Dat resulteerde in de operatie voor het hielspoor. En toen brak er nog een stuk tand af.
Ook met ons pa deed ik regelmatig een rondje dokters: oftalmoloog, neuroloog, psychiater, otorhinolaryngoloog, en dan warempel spoed voor een gemene luchtweginfectie.
Zelfs met Merel zat ik op spoed, gelukkig zonder veel erg. Zelf liet ik een echo maken van de voet en een mammografie uitvoeren. Merel ging dan weer naar de dermatoloog en de jongens werden vakkundig van hun wijsheidstanden ontdaan. Zelfs tijdens een larp verzeilde ik midden in de nacht met een vriendin op een Nederlandse spoed

Ik las veel, maar niet zoveel als het coronajaar, dat is logisch. Er waren 54 boeken met een gemiddelde van 411 pagina’s, ook niet slecht. Fantasy spande zonder meer de kroon, met alles van Brandon Sanderson voorop.

Uiteraard waren er geocaches: in Kortrijk met Véro, Lochristi in 35 etappes met ons pa, een absurde cache in Drongen, een labcache in Sint-Denijs, en er kwam een hele nieuwe reeks Evergemse kapelletjes uit. Ik ging met Guido en Myriam erop uit in Evergem en met Annelies in Mechelen. De dag daarna zat ik met Véro in Doornik  en nog wat later stak ik er zelf nog enkele weg. Ik liep met ons pa in Zomergem, op mijn eentje in Nieuw Gent en ging met Véro fietsen in Maarkedal.  Zelf ging ik wandelen in Landegem  en op de prachtige, prachtige Westerbegraafplaats. Ik nam ons pa mee naar de zomerse hof van den deken achter zijn hoek en naar Vinderhoute en met Jesse zette ik Melle op de kaart.  Ik ging naar Lier en met Wolf en Arwen in de vallei van de Oude Kale. Met de fiets reed ik in Gavere en met ons pa te voet in Landegem. Pas een hele tijd later ging ik nog eens met de fiets cachen met Mireille, een rondje dat ik wat later afwerkte op mijn eentje. Ook in de Hoge Rielen liep ik op mijn eentje rond.

Restaurantbezoek kon ook weer: The Jane, ettelijke keren Villa Ooievaar, Talloor d’Or met Gwen, Hostellerie Saint-Nicolas, Yalo met Gwen en Erik, Castor, een lunchdate in de Ooievaar met Peggy, ontbijt met Gwen in De Mokke, nog eens Commotie,  met Gwen naar Bassin, met haar ook naar de Golden Gai en eind oktober naar Alberte. Met Bart ging ik dan naar het bijzonder luide Elders en met Gwen nog eens naar de Griek. Met Bart ging ik voor zijn verjaardag naar Peper en met Ann naar L’Autre Vie.

Zelfs het larpen kon weer, zij het met een aarzelend begin: Aether Casino, en dan de laatste Haven, met ongelofelijk veel spijt in het hart. Er was de uitgestelde Soirée van Duister Gent en Aether Huwelijk, en dan eindelijk weer een volwaardig weekend Aether én een volledig weekend Omen. En tussendoor waren er de avondjes van Duister Gent.

Ook Kafka sloeg af en toe toe, zoals bij het containerpark en na de stormschade bij Telenet. Ik deed me er zelf eentje aan met Merels E-ID

Ik begon stommiteiten uit te schrijven, zowel bij mezelf als die van vrienden. Aflevering 1, 2, 3, 4, 5 en dan die van de vrienden 1, 2, 3.

Ik moest helaas ook afscheid nemen van enkele mensen: Bib, de moeder van Koen, mijn grootmoeder van 101.
Stomweg nam ik ook afscheid van mijn motor, en ons Chantal ging met pensioen.

Maar er waren ook momenten dat ik me bijzonder geapprecieerd voelde, zoals toen ik dit briefje kreeg, of dit cadeautje, of deze pot orchideeën met een kaartje erbij.

Mja.

Het was geen bijzonder jaar, dit 2022. Moge 2023 dat wel worden, maar dan in de goeie zin.

Syllogismen 2022

Net zoals vorige jaren heb ik ook in de afgelopen examenperiode in mijn zesdes de vraag gesteld naar een geldig syllogisme. De antwoorden zijn altijd interessant, gewoon om er de denkfouten uit te halen, en dus als remediëring. En eigenlijk zijn ze vaak ook gewoon grappig :-p

Ik geef u even het origineel van Aristoteles mee, om te vergelijken:
Alle mensen zijn sterfelijk.
Socrates is een mens.
Socrates is sterfelijk.

  1. Zoogdieren planten zich voort, niet door eieren te leggen
    ik ben een zoogdier
    ik plant me voort niet door eieren te leggen
    Al een chance, ziet dat die midden in de les een ei moet leggen?
  2. Alle Schotse collies zijn honden
    Lassie is een Schotse collie
    Lassie is een hond
  3. Alle deelnemers aan een wedstrijd heten Toon
    Ik ben een deelnemer aan de wedstrijd
    Mijn naam is Toon
    Deze is niet helemaal correct, juist was geweest: ik heet Toon.
  4. Alle miljardairs zijn rijk
    Jeff Bezos is een miljardair
    Jeff Bezos is rijk
    No shit, Sherlock
  5. Iedereen die geneeskunde studeert is geslaagd voor het toegangsexamen en is gunstig gerangschikt
    Ik ben geneeskunde aan het studeren
    Ik ben geslaagd voor het toegangsexamen en ben gunstig gerangschikt
    Euh. Wishful thinking? Beetje lang, vooral
  6. Mensen houden van eten
    Ik ben een mens
    Ik hou van eten
  7. Alle dieren zijn sterfelijk
    Ik ben sterfelijk
    Ik ben een dier
    Deze is fout: de stellingen zijn omgewisseld. Het is alsof je zou zeggen: Alle sneeuw is wit. Mijn blad is wit. Mijn blad is sneeuw. Het subject van de tweede regel moet een onderdeel zijn van de gehele verzameling uit regel een. Was regel twee en drie omgedraaid, dan klopt het wel.
  8. Alle bloemen doen aan fotosynthese
    Een roos is een bloem
    Een roos doet aan fotosynthese
    Ik denk dat ze morgen bio hebben
  9. Alle mensen hebben een hoofd
    Yelte is een mens
    Yelte heeft een hoofd
    Nog een chance voor Yelte!
  10. Alle Smurfen zijn blauw
    Smurfin is een smurf
    Smurfin is blauw
    Een van de voorbeelden uit de les
  11. Alle landen hebben een vlag
    België is een land
    België heeft een vlag
  12. Ik hou van al het fruit
    Banaan is een fruit
    Ik hou van banaan
    Eigenlijk ook niet helemaal correct, wegens het feit dat regel 1 moet beginnen met een subject waarover je een uitspraak doet.
  13. Alle Smurfen zijn blauw
    Smurfin is een smurf
    Smurfin is blauw
  14. Elke boom is een plant
    Een eik is een boom
    Een eik is dus een plant
    Ik hou wel van die dus.

Pijngrens

Ik heb zo stilaan het vermoeden dat er iets ‘mis’ is met mijn pijngrens.

Pijn is eigenlijk gewoon een verdedigingsmechanisme van het lichaam: een pijnprikkel is een waarschuwing dat er iets mis aan het lopen is, dat je een bepaald lichaamsdeel moet ontzien, of dat je dringend ergens aandacht aan moet besteden.

Sommige pijn is absoluut oncontroleerbaar, zoals zware hoofdpijn of tandpijn, en de meeste zenuwpijnen. Andere soorten pijn kan ik eigenlijk wat makkelijker uitschakelen of opzij duwen, zoals bv. een vinger die tussen de deur heeft gezeten: ja ik weet dat dat niet oké is, ik heb de waarschuwing gehad, ik zal voorzichtiger zijn.

Maar ik ben er intussen ook redelijk zeker van dat een pijngrens kan opschuiven. Een bevalling is een bijzonder pijnlijk iets, maar gelukkig ook iets van korte duur.

Mijn rug, dat is wat anders. Toen het net gebeurd was, heb ik liggen roepen van de pijn, dat is tot hiertoe nog met niks anders te vergelijken, ook niet met die bevallingen of gelijk welke operatie die ik al gehad heb. Sindsdien leef ik dagelijks met die pijn. Soms heviger, soms minder, bij momenten ook totaal afwezig, maar ik heb nog nooit 24 uur zonder pijn gehad. Tsja.

Toen ik onlangs bij de orthopedist zat met dat hielspoor, duwde hij eventjes langs alle kanten op die voet en verklaarde dat het nog absoluut niet erg kon zijn, want dat ik bij een acute ontsteking wel aan het plafond zou hangen van de pijn. Quod non. En ja, het was een zware acute ontsteking, maar ik kan die pijn gelukkig relatief goed onderdrukken. Hij moest dan ook schoorvoetend toegeven, toen hij de resultaten van de echo zag, dat hij ongelijk had, waarop ik niks anders kon dan rologen. Ja het deed pijn, nee dat is niet bij iedereen hetzelfde.

Maar het is me onlangs ook nog eens opgevallen. Ik had me namelijk verbrand aan mijn onderarm en ik had het ook meteen onder koud water gehouden. Maar ne mens moet verder koken en ik had er eigenlijk geen acht meer op geslagen. Tot ik later zag dat het niet alleen verbrand was, maar dat er ook echt wel een blaasje op stond. Een tweedegraadsbrandwonde dus, eentje die behoorlijk veel pijn had moeten doen. Niet dus. Ik moet toegeven dat ik niks voelde en dat ik er maar weer aan dacht omdat ik met het blaasje ergens was aan blijven haperen.

Vreemd.

Ik wou dat ik alle pijn kon uitschakelen, maar aan de andere kant: dat zou gevaarlijk zijn. Ik weiger bv. ook pijnstillers te nemen voor mijn rug: de pijn is net een teken dat ik moet gaan liggen, dat ik de druk moet wegnemen, en met een pijnstiller zou ik er los over gaan en achteraf nog meer problemen krijgen.

Pijn. Een raar beestje, zeg ik u.

Ik ben er klaar voor…

Een jonge, fijne collega postte dit op zijn Facebook, en ik volg hem volmondig.
1 september… ik ben er klaar voor!
Ik ben klaar om opnieuw voor de klas te staan. Klaar om elke dag verschillende klassen met een groep van minstens twintig zeer diverse tieners warm te maken voor mijn vak.
Klaar om ze dag in en dag uit bij te staan bij de deugden en uitdagingen die gepaard gaan met het naar school gaan, maar ook klaar om ze met raad en daad bij te staan bij de leuke en moeilijke momenten tijdens adolescentie.
Ik ben klaar om hen uit te dagen, te boeien, te differentiëren, te toetsen en, indien nodig, te remediëren, amuseren en motiveren. Klaar om ouders te ontvangen en bij te staan. Klaar om hen te ondersteunen in belangrijke en moeilijke momenten en keuzes in het leven.
Ik ben klaar om voor sommige leerlingen zowel leerkracht, ouderfiguur, therapeut, vriend en/of vijand te zijn. Klaar om hen op pedagogisch, emotioneel en sociaal vlak zo goed mogelijk op te vangen wanneer dit nodig zou zijn.
Ik ben klaar om na een werkdag ‘s avonds nog lessen voor te bereiden voor de volgende dag, klaar voor de vele vergaderingen en het oneindig verbeterwerk en tijdsrovende administratie. Klaar voor de zoveelste onderwijsvernieuwing en de grillen van de overheid, pedagogen en onderwijsexperts. Klaar voor een eventuele doorlichting waarin ik, aan de hand van administratie, mijn waarde als leerkracht moet bewijzen.
Ik ben ook klaar om mijn fantastische collega’s op te vangen wanneer zij na een zoveelste onterechte en onbeleefde opmerking het even niet meer zien zitten. Klaar om mijn directie uit de nood te helpen wanneer zij een vacature niet kunnen invullen wegens het aanhoudend lerarentekort of wanneer zij drastische keuzes moeten maken wegens budgettaire beperkingen.
Ik ben klaar voor de opmerkingen van mijn omgeving wanneer ik hoor dat het tijd werd dat ik na twee maanden vakantie eindelijk eens van mijn lui gat kom. Klaar voor de opmerkingen dat ik maar 21 uur per week (en dan nog maar eens uren van 50 minuten) moet werken om een voltijds loon te krijgen op het einde van de maand. Klaar om een antwoord te bieden wanneer iemand zegt dat ik met tien jaar ervaring “toch gewoon alles klaar heb staan” en eigenlijk geen werk meer heb.
Ziezo, het is duidelijk dat ik klaar ben voor het nieuwe schooljaar. Ik hoop alleszins dat we met wederzijdse appreciatie en respect positief op 1 september kunnen beginnen. Want al die vooroordelen over leerkrachten… Eigenlijk, Ik ben er echt klaar mee.
Nikolaas Brennan
Leerkracht Engels in het secundair onderwijs

Bedenkingen bij de vakantie in Sorrento

* Het is onvoorstelbaar hoeveel afval zo’n groot hotel moet produceren… Twee keer per dag worden onze vuilbakjes geleegd met een vers plastiekzakje, twee keer per dag krijgen we verse handdoeken – hoewel we ze netjes ophangen en dus volgens de kaartjes geen verse zouden moeten krijgen – die telkens weer in plastiek zijn verpakt, en dan is er al het verpakkingsmateriaal voor individuele porties en zeepjes en zo… Ik voelde me daar eigenlijk niet zo goed bij.

* Italianen zijn maf op de weg, maar dat is niks nieuws. Ze steken voorbij op de meest onmogelijke plaatsen, parkeren op de meest onmogelijke plaatsen en verkeersborden en rode lichten zijn louter indicatief. Maar wat me wel opviel, is dat ze zich op bijvoorbeeld de autostrade wel telkens aan de snelheid hielden, een uitzondering niet te na gesproken. Veel meer dan hier in België. En nee, er stonden geen flitsers en er was geen trajectcontrole. Op plaatsen waar je 100 mag, reden velen zelfs maar 90.

* De wegen zijn er in slechtere staat dan bij ons, behalve dan de tunnels, en de bochten zijn niet te tellen. Ik vond de geschatte reistijd van 50 minuten voor de 23 kilometer naar Pompeii behoorlijk maf, maar die blijkt te kloppen. Tsja…

* De Vesuvius is echt wel gigantisch dominant over de Baai van Napels. Ja, er liggen andere heuvels en bergen, maar niet op die manier. Je kan niet anders dan onder de indruk zijn.

* Sorrento en Positano en Amalfi en zo zijn echte toeristenvallen. Nu, wij hebben geen recht van spreken, we waren er ook toerist, maar het was veel erger dan in pakweg Rhodos of Parijs of eigenlijk om het even waar ik het al gezien heb. Ugh.

* Het kan de periode van het jaar geweest zijn, maar het was er eigenlijk, naast warm, vooral ook vochtig. Mijn haar begon telkens spontaan te krullen. En ja, het had al sinds april niet meer geregend, maar net toen wij er waren, heeft het drie dagen toch wel behoorlijk gestormd. Gelukkig enkel in de avond, maar toch…

* Italië is arm. En vuil. We zijn een paar keer door dorpjes gereden waarbij ik soms mijn ogen uitkeek. En wanneer je in Napels afwijkt van de geijkte toeristenpaden, zie je ook wel wat. Op een bepaald moment passeerden we een huis dat precies op instorten stond, wij dachten dat het verlaten was, door het open raam zagen we echt stof en vuiligheid, en toen bleek er een vrouw te zitten… Het ligt er ook echt overal vuil: vuilbakken zijn voor toeristen, in elke berm liggen er flesjes en plastiekzakken en, tsja, afval.

* Mozzarella en tomaten mogen dan super lekker zijn, na negen dagen vrijwel niks anders gegeten te hebben, heb je er genoeg van. Blijkbaar is dit wat toeristen willen, want je ziet de Caprese echt overal in alle vormen, en soms niet meer dan dat.

* We hebben er zo goed als geen dieren gezien. Ja, veel katten, de occasionele hond, en dat was het zo een beetje. Muggen ook, en hagedissen, maar meer dan dat? Nope. Geen koe, geen geit, geen paard, zelfs geen ezel. Ik vond dat vreemd…

* Naar Pompeii moet je gaan op een dag dat ze spreken van regen: het was er eigenlijk absoluut niet druk. Fijn fijn fijn!

* Een king size bed, ik zou dat wel gewoon kunnen worden, ja.

* Sorrento is de hoofdstad van de limoncello, en ik denk niet dat er iets bestaat dat ze daar niet in citroenvorm hebben of bedrukt met citroenen. Sommige winkeltjes waren énkel aan de citroen gewijd.

* Italiaans ijs is écht wel lekker, maar soms een beetje te overweldigend van smaak. De aardbei bv. was echt in your face, voor mij mag het wat romiger. De gekste smaken ook, trouwens.

Hey ma

Hey ma

het was een stralende dag vandaag, vindt ge niet? Ik heb genoten van het fietsen en van de zon op mijn vel. Gij zoudt buiten gezeten hebben voor uw koffie, dat weet ik, en koppig geweigerd hebben om u in te smeren. Uw oud vel verbrandde niet, zeidt ge altijd. En ge zoudt waarschijnlijk ook uwe velo gepakt hebben en een toerke gereden hebben. Misschien tot aan het sas, om dan efkes van de avondzon te kunnen genieten op uw favoriete bankske daar aan het water. Want ja, daar is ’s avonds nog zon en bij u thuis niet.

Weet ge, de klimrozen beginnen bijna te bloeien. Ik heb het daar altijd lastig mee. Het is vandaag zes jaar geleden dat ik voor het laatst uw hand heb vastgehouden, dat ik een laatste zoen op uw voorhoofd heb geduwd. Zes jaar geleden dat ons pa uw trouwring aan zijn pinkske schoof en uw verlovingsring aan mijn vinger. Ik draag hem sindsdien constant, ma, gelijk gij altijd deed. Ik kijk er nog alle dagen naar en ik vind hem nog altijd prachtig. Just gelijk gij.

Ik mis u, ma. Maar het leven gaat voort. Zes jaar geleden, twee dagen voor uw lijf het opgaf, vierden we Wolfs plechtige communie. Vandaag heb ik het kaartje gemaakt voor Merels lentefeest. Ge zoudt zo trots geweest zijn op mijn kinders, ma. Wolf bijna afgestudeerd aan ’t middelbaar en van plan een ingenieur te worden. Kobe nog steeds zijn eigenwijze zelf en een kop groter dan u. En Merel, echt serieus, ge zoudt ze willen opeten hebben. Bijna naar het middelbaar en een ongelofelijk fijn kind. Ze missen u ook, ma.

Ik wou dat ik nog één keer kon bellen, ma. We zouden verzekers minstens twee uur aan de telefoon hangen, gewoon omdat ik u alles zou willen vertellen. Over mijn werk, over mijn rug, over de kinders en hoe fantastisch die zijn, over mijnen hof en de bloemen en de fotoshoot voor Merel in den hof van Marc en Annemie en over de ezels daar, over de droogte en over de aardbeien die zo goed aan het groeien zijn en over Barts nieuwen auto en over mijn kleedje en over…

Ik mis u, ma. Al zes jaar…

Geocachen in Lochristi (deel 7)

Stralend weer gisteren en dus geen enkel excuus om niet te gaan geocachen vandaag. Ons pa sputterde zelfs niet meer pro forma tegen, hij had er zin in. Nochtans was het geen evidentie: hij was wat duizelig en had geen evenwicht. Tsja, dat komt ervan als je zelf niet gaat wandelen natuurlijk: het wordt niet miraculeus beter als je 80 bent en parkinson hebt.

Maar bon, hij werd op sleeptouw genomen en wandelde dapper mee in de warmte. Hij zuchtte wel af en toe eens diep, maar al bij al werden er toch twee kilometer afgelegd, dacht ik.

Soms doe ik die mens echt wel wat aan… Aan de andere kant, hij geniet ervan en heeft er, fysiek én mentaal, deugd van.

Toen we op de Antwerpsesteenweg richting huis reden, dacht ik er plots aan dat er een plek was die ik hem al lang eens wilde laten zien, maar waar we tot nu toe eigenlijk nooit tijd of goesting voor hadden gehad.

Vandaag kon het best en dus reden we, tot zijn grote verbazing, naar het Executieoord in Oostakker. En nee, we waren daar niet de enige.

Het is echt wel een indrukwekkend oord, met de graven, de beelden en vooral ook de wagon die effectief gebruikt is voor transport naar Auschwitz en Bergen-Belsen.

Om het even van ons af te zetten, namen we in het terugkeren gewoon het veer van Langerbrugge. Een boot, het blijft altijd weer leuk.

Cogitationes

  • Op 20 november waren Bart en ik samen exact 100 jaar oud. Hij is 50 + 2 dagen, ik 50 – 2 dagen.
    Dat zijn zo van die opmerkingen van wiskundig ingestelde zonen…
  • Vaststelling: liever chapkatten dan vreetberen. Die eerste eten misschien veel, ze zijn tenminste niet zo agressief als een hongerige beer.
  • Vaststelling: van een kraaiende haan naast uw examenlokaal krijgt ge plots gigantisch veel goesting in coq au vin.
  • Bedenking: de Engelsen ‘climb in bed’, wij kruipen in bed. Zegt dat iets over sociale status, over sociologie? Of vanwaar zou dat komen?
  • Leerlingen, dat is toch een ras apart. Eentje is afwezig en vraagt of ik dan alsjeblief de les wil opnemen. Euh, ja zeker?
    En twee van de beruchtste klassen samen in de studie, de dag voor de paasvakantie? Ik heb hen uitgelegd dat het voor iedereen de dag voor de vakantie is, dat ze voor mijn part een dutje mochten doen maar dat ik absolute stilte wilde, en jawel: die heb ik ook gekregen.
    Chapeau.

Appreciatie

Als ik het zo bekijk, doe ik eigenlijk wel redelijk wat extra voor de school.

Ik geef 16 uur les en heb vier lesuren (= 6 gewone uren) als mediacoach. In die uren onderhoud ik de website, schrijf ik blogposts, neem ik foto’s, post ik op Facebook en Instagram, schrijf ik een nieuwsbrief, ontwerp ik vakantiekaartjes en dergelijke, maak ik de informatiebrochure en de flyers, dat soort dingen.

Blijkbaar hoort daar intussen ook de organisatie (of toch een groot deel) van de informatieavonden en de OpenSchoolDag bij.

Ik doe ook nog de begeleiding van de uitvaart (100 dagen), de muzikale begeleiding van de proclamatie, de leesclub en de breiclub. Tsja. Ik doe nu eenmaal graag dingen, denk ik dan.

Toen twee weken geleden op donderdag plots iemand van de ouderwerking aan mijn deur stond met een pot orchideeën en een kaartje, was ik dan ook helemaal mijn kluts kwijt, tot groot jolijt van mijn vijfdejaars.

Gewoon, zomaar, een bedankje en een teken van appreciatie.

Wel, dat deed immens veel deugd, ja.