Gelijkheid en gelijkwaardigheid

Bart is een speciaal geval. Zo richt hij niet alleen bedrijven op, hij schrijft ook graag – en goed. Zo stond er op vijf april een opiniestuk van hem in De Tijd. Ik geef het u hier even mee, omdat ik trots op hem ben, maar ook wel omdat ik vind dat hij gelijk heeft. Dat heeft hij meestal, die man van mij.

’s Morgens breng ik mijn kinderen met de auto naar school – en iedere keer komt weer die vraag: wie van de jongens mag vooraan naast mij zitten?

Wolf is groter dan 1m35, en hoeft niet meer in een stoeltje of verhoogje te zitten; Kobe is jonger en kleiner dus voor hem heb ik achteraan een verhoogstoel geïnstalleerd. Eigenlijk is er geen discussie: Kobe zit achteraan, Wolf zit vooraan. Nochtans zie ik mijn beide zonen even graag…

Ik zou voor volledige gelijkheid tussen de twee kunnen gaan. Ze kunnen beiden vooraan in die éne zetel zitten – waardoor ze alletwee ongemakkelijk en onveilig zitten. Of ik zou ze beiden achteraan kunnen plaatsen, waardoor geen van beide op de ‘coole’ plaats vooraan kan zitten en die ongebruikt blijft.

Maar Kobe weet dat hij nu nog niet oud (en groot) genoeg is om vooraan te zitten; hij weet ook dat als hij wat ouder zal zijn, hij dan wél vooraan kan zitten. Wolf weet dat hij nu door zijn leeftijd altijd vooraan zit, maar dat van zodra Kobe oud genoeg is, er regelmatig afgewisseld zal worden tussen beide.

In onze hang naar inclusie en politiek correct denken zijn we in onze maatschappij het verschil tussen gelijkheid en gelijkwaardigheid vergeten. Iedereen is gelijkwaardig, maar niet iedereen moet gelijk behandeld worden. Als je iedereen probeert exact gelijk te behandelen, belandt iedereen op de achterbank – dan nivelleren we, zelfs niet naar de laagste gemene deler, maar naar de laagst mogelijke optie. Als we het idee van gelijkheid voor iedereen tot het extreme doortrekken, belanden we in een dictatuur van afgunst: “ik mag niet vooraan zitten, dus moet iedereen achteraan zitten”.

Omgaan met diversiteit doe je niet door alle verschillen weg te halen en te verstoppen; wel door die verschillen te accepteren en er mee om te gaan. Nivelleren is juist diversiteit niét respecteren, dat is er eerder van weglopen. Gelijkwaardigheid betekent dat we accepteren en omarmen dat we in een winkel, aan een overheidsloket, soms bediend worden door iemand met een kruisje aan een ketting, soms door iemand met een hoofddoek, en soms door iemand met een regenboog-tshirt. Doorslaan in foute ‘gelijkheid’ is weghalen en verbieden van elk kruisje, elke hoofddoek, elk t-shirt.

Gelijkwaardigheid is accepteren dat op dit moment onze beste Belgische artiest de franstalige Stromae is – en dus ook accepteren dat ons Rode Duivels lied in het Frans is. Dan moet je niet proberen een politiek correcte meertalige song te maken; dat wordt onvermijdelijk een draak en is het equivalent van mijn twee zonen die beiden ongemakkelijk en onveilig op de voorbank zitten. Proberen zo’n franstalig liedje te verbieden is nivelleren naar het onderste niveau: iedereen op de achterbank.

Dat begrip voor gelijkwaardigheid moeten we m.i. al van jongsaf, zelf en in het onderwijs, aan onze kinderen meegeven. We moeten ze leren omgaan met diversiteit, en laten zien dat iedereen gelijkwaardig is maar dat verschillen mogelijk en goed zijn. Dat iedereen naar eigen vermogen en capaciteiten moet geholpen en gerespecteerd worden.

We kunnen nog jaren blijven doorbomen over ondernemerschap, en dat het nemen van risico’s niet in onze Belgische volksaard zit. Maar als we van jongsaf aanleren dat iedereen gelijk is, hoe kunnen we hen dan leren omgaan met risico’s? Waarom zou iemand risico’s nemen als het eindresultaat toch genivelleerd wordt?

Kobe weet dat hij groter moet zijn om vooraan te kunnen zitten – dat is voor hem vaak ook een motivatie om te sporten en zijn groentjes op te eten. Als hij sowieso vooraan zou zitten, dan neem ik die motivatie weg. Idem als ik ook Wolf achteraan zou zetten om beiden ‘gelijk’ te kunnen behandelen.

Ik wil dat mijn kinderen op een gezonde manier leren omgaan met diversiteit, ook als dat in hun nadeel is. Maar liefst zo dat het hen motiveert om zelf beter te worden en te streven naar excellentie, niet naar de middelmaat; met respect voor iedereen die anders is.

In het licht van de komende verkiezingen, wou ik dat ik een politieke partij vond die op zo’n manier over diversiteit durft nadenken. Ik vind ze voorlopig niet.

 

Het artikel vind je hier op zijn blog.

Efkes weg. Gewoon efkes.

Ik heb het al zowat gehad met deze vakantie: de twee jongsten maken geregeld ruzie, en ik heb nog een pak werk dat ik niet afkrijg. De chaos in mijn hoofd is een pak minder tijdens de werkweken: dan is alles tenminste netjes geregeld, en heb ik tijd voor mezelf tussendoor.

Maar vandaag kwamen mijn ouders langs: die wilden de verbouwingen nog wel eens zien, want het was een serieus tijdje geleden dat ze hier nog waren geweest. En ik, ik zag mijn kans schoon: ik gaf mijn vader koffie en soesjes, liet hem bij de kinderen (+ 1, want neefje Alexander was ook meegekomen, tot groot jolijt van de jongens) achter, joeg mijn ma in de auto, en reed fluks naar de Sint-Michielsgarage. Zij had namelijk geklaagd dat het al zo lang geleden was dat ze nog eens in ’t stad was geweest, en dat het voorzekers serieus veranderd was in de winkelstraten. Kopen gingen we niet doen, nee hoor.

En toen keek ze haar ogen uit in de Desigualwinkel – “Moh, sinds wanneer is dat hier? Zo wijs! Ik draag dat al van sinds dat dat nog niet bekend was, meegebracht uit Spanje, jaja.” – en kreeg ze voor haar Moederkesdag-verjaardag een groen rokje van mij, waar ze beeldig mee staat.

Het was dik na zessen toen we weer thuis waren, maar dat kon me niet schelen: de kinderen hadden goed gespeeld, mijn pa had ze intussen morse-oefeningen gegeven, en ik, ik was een paar uur weg geweest van hun gezaag.

Thuis zijn als uw kinderen thuis zijn: het is een echt gemak, maar soms niet goed voor de mentale gezondheid. Geloof me maar.

 

BFF

Al sinds het middelbaar heb ik eigenlijk twee bijzonder goeie vriendinnen. Allez, toen was er nog iemand extra, maar daar ben ik helaas alle contact mee verloren intussen. Jammer eigenlijk.

Maar Kim en Nathalie, die ken ik dus al meer dan dertig jaar. We zien elkaar misschien niet zo vaak – het leven is er tussen gekomen – maar we kennen elkaar wel door en door. Samen de eerste liefjes bespreken, elkaars broers pesten, uitgaan en giechelen, u kent het wel. Zij waren de gezelschapsdames van mijn broers op mijn trouw, omdat beide broers toen nog vrijgezel waren. Met Kim ben ik verschillende keren samen met ons ma op vakantie geweest in Engeland, en met Nathalie heb ik zalige lunches waarbij we over de kinderen kletsen. Enfin, best friends forever, en na dertig jaar durf ik dat eigenlijk wel stellen, ja.

Toen ons in november het nieuws bereikte dat Kim op reis in Hawaii een herseninfarct had gekregen, en dagenlang tussen leven en dood zweefde, waren we daar begrijpelijk allebei compleet ondersteboven van. Ge zoudt van minder.

Pas na een goeie maand kon ze gerepatrieerd worden, en toen was nog maar de vraag in hoeverre ze zou herstellen, want het gevaar was nog niet geweken. We waren nog steeds doodongerust.

Sindsdien pik ik Nathalie zowat elke maandagavond op, en rijden we samen naar het UZ, naar het revalidatiecentrum, om er samen gezellig een uurtje te zitten kletsen. Kim is intussen volop aan de beterhand, en kan dankzij de intense revalidatie al met behulp van een looprek een klein beetje stappen. Week na week zien we de vooruitgang, gelukkig maar.

Vrijdag was het haar verjaardag, en dus hebben Nathalie en ik haar vandaag ontvoerd richting Le Petit Grill, een zeer gezellig Frans-Thais restaurantje vlakbij. Ze zat ongeduldig te wachten in een mooi kleedje, voor een van onze intussen lang uitgestelde wijvenavondjes. Alleen jammer dat het echt aan het gíeten was toen we haar ophaalden: we waren drijfnat, inclusief de rolstoel ^^

Enfin, we hebben een fijne avond gehad: lekker eten, fijn gezelschap. Een dessert zat er niet meer in, want toen was Kims pijp gewoon uit. We hebben haar dus netjes weer in het UZ afgeleverd, en deze keer bleef het droog.

BFF. Voor nog minstens dertig jaar, als het aan mij ligt.

Gelukkige verjaardag, Kimmie!

Lest we forget…

Op Nands verjaardag, drie weken geleden, heb ik met mijn vader, broer, en Sarahs vader een wandelingetje gemaakt naar het plaatselijke soldatenkerkhof. Ik wist dus van geen kanten dat er in Machelen-aan-de-Leie zo’n kerkhof was, laat staan dat er meer dan 750 Fransen begraven liggen.

Het was er stil in de lentezon, en daarom ook des te indrukwekkender. Het ergste vond ik eigenlijk de data: bijna alle gesneuvelden waren uit de laatste maanden van de oorlog, in 1918 dus, en verschillende zelfs van na de wapenstilstand.

IMG_8110

Wat me raakte, en ik meteen ook prachtig vond, was het feit dat de geloven er zonder meer door elkaar liggen. Christenen naast moslims naast neutrale graven, zonder onderscheid. Zoals het hoort, eigenlijk. Allemaal om dezelfde reden gestorven, helaas.
IMG_8113

IMG_8116

IMG_8112

IMG_8115

Eén graf was versierd, en was ook net iets groter dan de anderen: dat van een Engelse luchtmachtofficier.

IMG_8114

We werden er stil van.

Zolang we het maar nooit vergeten. Nooit.

They went with songs to the battle, they were young.
Straight of limb, true of eyes, steady and aglow.
They were staunch to the end against odds uncounted,
They fell with their faces to the foe.

They shall grow not old, as we that are left grow old:
Age shall not weary them, nor the years condemn.
At the going down of the sun and in the morning,
We will remember them.

They mingle not with their laughing comrades again;
They sit no more at familiar tables of home;
They have no lot in our labour of the day-time;
They sleep beyond England’s foam

Sprekercadeau’s

Ik heb het al een paar keer eerder over de ‘sprekerscadeau‘s’ gehad, en ik blijf erbij: een persoonlijk cadeau is zoveel leuker!

Uiteraard zijn er mensen die vaak en veel champagne drinken, en die zal je daar wellicht dan ook wel een plezier mee doen, maar noch Bart noch ik zijn fans van champagne – ik drink eigenlijk al helemaal geen alcohol. Wij hebben hier dan ook een aparte plek in de berging voor ‘doorgeefflessen’. Want Bart gaat echt geregeld spreken, en voor commerciële dingen vraagt hij uiteraard gewoon een betaling, maar andere dingen doet hij dan voor niks. En zo’n fles met een strikje rond is echt onpersoonlijk.

Ik heb echter de indruk dat ze hem de laatste tijd geregeld vragen: “En, waarmee doen we u dan een plezier?” en dat hij dan antwoordt: “Iets voor mijn vrouw”. Want de laatste weken heb ik al heerlijke dingen gekregen, wanneer hij dan rond een uur of elf ’s avonds doodop thuis komt.

Half februari was er de Battle of Talents, en had Bart heerlijke chocolade mee. pralines, en zelfs een flesje chocoladelikeur.

IMG_7932

IMG_7933

Een paar dagen later was er iets anders, en kreeg hij een mand vol Gentse streekproducten.

IMG_7944

En een paar dagen geleden – ik dacht voor Talent in Motion – hadden ze bijzonder goed geluisterd, en waren ze precies wel héél dankbaar. Bart kwam namelijk thuis met een grote zak en een prachtige bos bloemen.

IMG_8239

En de zak? Die was zonder meer ‘wauw’: drie dozen van Neuhaus:

IMG_8237

IMG_8238

Vooral de Irrésistibles zijn écht onweerstaanbaar, en de designerpralines zijn… speciaal, maar ongelofelijk lekker. En die doos van die ontwerperspralines alleen al, magnifiek. Ik denk dat de verpakking alleen al meer kost dan een gemiddelde doos pralines, maar ik ga er niet wakker van liggen: ze zijn fantastisch! Zo elke avond snoep ik er een of twee van, en ik weet nu al dat ik het jammer ga vinden als ze op zijn.

Bedankt, lieve mensen!

Meer hoeft dat niet te zijn.

Op sommige dagen is het meer dan genoeg dat je vakantie hebt, de kinderen lief zijn, er een goeie vriendin op bezoek komt, er tulpen zijn, en goeie koffie. En een opgeruimd huis, Bartspaghetti, en de geur van vers bakkend brood. Meer hoeft dat echt niet te zijn.

 

 

Culinaire wereldreis

Toen ik een brief kreeg van de lagere school met de vraag om mee te gaan op ‘culinaire wereldreis’, fronste ik de wenkbrauwen: het ging weer wat zijn, zeker?

We moesten een maand op voorhand inschrijven: voor twaalf euro kreeg je een kaart met vijf af te vinken vakjes, en voor elk vinkje kreeg je een royale hap naar keuze. Met vijf van die kleine porties had je meer dan genoeg, zo werd ons verzekerd. De bedoeling was om ook ouders van andere culturen te ‘activeren’, en ons kennis te laten maken met typisch voedsel.

Awel: het was een doorslaand succes!

Ik wist niet goed wat ik moest verwachten, maar het viel enorm, enorm mee! Verspreid in de eetzaal en turnzaal stonden een hoop standjes van verschillende landen, waar je telkens een drietal dingen kon proeven. De aankleding was schitterend: vlaggen overal, zo van die standjes met een luifeltje, en op een krijtbordje wat er te krijgen viel. De meeste mensen waren ook min of meer in klederdracht van het betreffende land. Merel heeft een stukje quiche gegeten uit Frankrijk, een hamburgertje uit de USA, en een soortement broodje opgevuld met feta uit Marokko. Dat laatste was ook een grote hit bij de jongens, die er nog een hot dog aan toevoegden, en Wolf ook nog een portie waterzooi, en Portugese visgerechtjes.

IMG_0808

Zelf ben ik langsgegaan bij Portugal voor die baccalhau (of hoe je het ook schrijft, verbeter me maar, ma), bij Polen voor een heerlijke stoofpot, in India voor een behoorlijk pikante… allez zeg, ben ik toch wel de naam kwijt, een opgevuld gefrituurd hapje, heb ik geproefd van een Indonesisch gerecht met pindasaus, en ben ik uiteindelijk bij de nagerechten geëindigd met een speculoosmousse en een Portugese flan, met een muntthee bij.

IMG_0810

De kinderen hebben voortdurend rondgelopen, amuseerden zich kostelijk, en vonden het idee ook de max. Alleen was er eigenlijk te weinig zitplaats om goed te zijn, en was vier kaarten voor ons vieren toch wel wat te veel. Ik heb de rest dan ook doorgegeven, en dat werd in dank aanvaard.

Ik wil eigenlijk niet weten hoeveel werk ze eraan gehad hebben, maar chapeau! Enorm goed idee met prima uitwerking, en een hoop ouders die ik nu voor het eerst zag. En eigenlijk ben ik stiekem toch wel jaloers, want zoiets op ons school, dat zou ik al helemaal prachtig vinden! Tsja…

Een tiener…

Lieve Wolf,

ik kan het bijna niet geloven, maar vandaag is het tien jaar geleden dat ik je voor het eerst mocht vasthouden. Het was wennen: een baby, niet van een ander, maar wel degelijk van mij. Plots werd ik mama, en werd ik verantwoordelijk voor iets dat zelf compleet hulpeloos was. Ik was er, geloof me, niet gerust in.

Dat hulpeloze is er een beetje af, Wolf, je bent intussen zelfs officieel een tiener. Een prepuber, meer bepaald. En je bent zo ongelofelijk wijs, ik geniet elke dag meer en meer van je. Pas op, je hebt ook je kuren, en ik hou mijn hart al vast voor wanneer de hormonen definitief toeslaan. Maar ik denk dat jij zowat de meest ideale zoon bent die een mens zich kan wensen, en voor een keer overdrijf ik zelfs niet.

* je bent lief. Ongelofelijk lief en zorgzaam. Als je merkt dat ik een lastige dag heb gehad op het werk en dus niet bepaald goedgehumeurd ben, kom je vragen wat je voor me kan doen, en begin je spontaan op te ruimen. Eén keertje ging je zelfs nog een stap verder: ik had echt de pest in, had gevraagd me gerust te laten, en was aan mijn bureau gaan zitten. En vijf minuten later kwam jij plots aanzetten met een perfecte lattè, in mijn favoriete tas met mijn favoriete lepeltje, met zelfs een speculoosje erbij. Ik keek je sprakeloos aan, en half verontschuldigend zei jij: “Ja mama, ik dacht dat je dit wel kon gebruiken vandaag”. Tot zover mijn slechte humeur: ik trok je tegen me aan voor een stevige knuffel, en jij mompelde: “Missie geslaagd!”
Of zoals die keer, toen ze volop aan het werken waren in onze oude keuken, en alles nog maar eens onder het stof zat. Ik  zuchtte diep bij het thuiskomen. Ha ja, want in die keuken moest er een paar uur later wel gegeten worden. Jij keek me aan, en zei: “Ik zal wel helpen, mama, ik doe dat graag”. Waarop ik alle oppervlakten schoonmaakte, en jij dweilde, iets waar ik een hekel aan heb.

* je zorgt onvoorstelbaar goed voor je zusje. In het weekend ben jij degene die haar uit bed haalt, haar pamper uitdoet, poepje afveegt en een onderbroekje aantrekt, haar meeneemt naar beneden, en zelfs een flesje melk warmt als ze dat wil. De reden? Zodat ik langer kan slapen. En als jullie samen in bad gaan, hoeven papa en ik zelfs niet meer om te kijken naar jullie: jij wast haar haar – ze zaagt minder bij jou dan bij mij – wast haar lijfje, en zij wast op haar beurt jouw rug. En dan droog jij haar af, kleedt haar aan, en dan komen jullie samen glunderend naar beneden. En eigenlijk ben je even zorgzaam tegenover Kobe, wanneer dat nodig is.

* je bent verstandig. Niet alleen intelligent, maar ook verstandig. Die intelligentie, daar loopt het overigens ook wel los mee: je bent de eerste van je klas, en je doet het goed op school. Maar je gebruikt die intelligentie ook op een verstandige manier, en ik hoef je zelden of nooit aan te sporen. Als we thuiskomen van school, wordt er eerst een vieruurtje gegeten, en daarna neem jij spontaan je huiswerk. En als dat klaar is, ga je gitaar spelen. Ik heb je echt nog nooit moeten aansporen om nu eindelijk eens gitaar te oefenen, wel integendeel: je doet het zelf, en je hebt er blijkbaar ook echt talent voor.

* je bent sportief. Op alle vlakken. Je speelt dus rugby, en je doet ook dat met overgave, en hart en ziel. En je kan je ongelofelijk ergeren aan je teamgenoten, als die een match te licht opvatten. Niet dat je zo snel bent, of zo lenig, maar je hebt doorzicht in het spel, en je gaat ervoor. Maar je kan ook anderen iets gunnen, en je aanvaardt dat je verliest, wanneer anderen beter zijn. Zolang het allemaal maar eerlijk is geweest, want dat rechtvaardigheidsgevoel van jou, dat kan best wel een scheutje relativeringsvermogen gebruiken.

Is er dan niks mis aan jou? Goh, mis zou ik het niet noemen, nee. Maar je mag wel wat beter worden in het falen. Als je iets niet meteen kan, durven er al eens traantjes aan te pas komen, gewoon uit pure onmacht. Je moet dus nog duidelijk leren dat je niet altijd alles vanzelf kan, maar dat je sommige dingen ook echt moet ‘leren’ en inoefenen. Geduld is niet je sterkste kant, nee.

En hoe lief je ook kan zijn tegenover je broer en zus, je durft hen ook al eens te plagen, op het pesten af. Het komt nog aan geen kanten in de buurt van wat je nonkel Jeroen en ik elkaar aandeden, maar toch…

Oh, en je gaat nog eens ergens je eigen hoofd vergeten. Je vergeet zowat alles, raakt vanalles kwijt, herinnert je niet waar je dingen hebt gelegd, en vindt ook nooit iets, ook al zou het je neus eraf bijten, mocht het tandjes hebben. Een echte man, quoi.

Maar het leukste? Je bent al tien jaar lang een gigantisch knuffelbeest, dat zijn mamaatje dolgraag ziet, graag vastpakt, en ook bijzonder graag plaagt. En die plagerijtjes worden inventiever en intelligenter met de minuut, en ik geniet er ongelofelijk van.

Lieve Wolf, je bent nu een tiener. Je zal nog kuren krijgen, en ik vermoed dat er nog met deuren zal geslagen worden, geroepen en geschreeuwd, en dat ik de slechtste mama ter wereld zal genoemd worden. Ik ben er al op voorbereid. Maar nu nog even niet, gelukkig maar.

Gelukkige verjaardag, Wolf!

2013 in beeld.

Zoals u wellicht gemerkt hebt, heb ik elke dag een foto van de dag online gezet. Dingen die me opvielen, of gewoon leuke foto’s, of iets dat de dag typeerde. Getrokken met de grote camera, of gewoon met mijn telefoon. Eén ding is zeker: ik ben geen fotograaf.

Ik heb ze nu allemaal achter elkaar gezet, en in iets meer dan een vier minuten kan u dus mijn jaar in beeld zien. Met heel veel fijne momenten, en één zwart beeld.

Jeroom, dit is voor jou. Ik weet dat je er ontzettend hard zou van genoten hebben, van al die kleine beeldjes van ons en je kleinkinderen.

 

Syllogismen

Ik vroeg aan mijn zesdes om een origineel en geldig syllogisme te bedenken. Ik geef ze hier even mee, en meteen ook de eventuele denkfouten erbij.

1) Dieren kunnen niet praten.
Een koe is een dier.
Een koe kan niet praten.

2) Ruimtelichamen zijn onderhevig aan zwaartekracht.
Een rots is een ruimtelichaam.
Rots is onderhevig aan zwaartekracht.

3) Het gif is alleen dodelijk voor mensen.
Hij drinkt het gif en sterft.
Hij is een mens.
(Beetje ongelukkig verwoord, maar het klopt wel.)

4) Ik ben een mens.
Een mens moet eten om te overleven.
Ik moet eten om te overleven.
(Eigenlijk moeten één en twee omgewisseld worden, maar ik reken het goed)

5) Elke vrijdag eten we taart.
Vandaag is het vrijdag.
Vandaag eten we dus taart.
(een verwijzing naar vrijdag=taartdag van mijn zesdes)

6) Elke vrijdag eten we taart.
Het is vrijdag.
We eten taart.
(Blijkbaar maakt die taart wel indruk)

7) Ik kan een ring rond mijn vinger doen en die ring kan ingeslikt worden door een hond, maar het is niet omdat die ring kan ingeslikt worden door een hond dat ik ook kan ingeslikt worden door een hond.
(Mooie uitleg van een vals syllogisme, maar dat was niet de vraag.)

8) Alle auto’s die na 1994 gebouwd zijn, bevatten een katalysator.
Mijn auto heeft een katalysator
Mijn auto is na 1994 gemaakt.
(Dit is natuurlijk een omgekeerde redenering, en dus fout: sommige auto’s van voor 1994 bevatten ook al een katalysator. Hij had stelling twee en drie moeten omdraaien, dan klopte het wel. Of zijn basisstelling had moeten zijn: pas vanaf 1994 werd de katalysator ingebouwd. Intussen heb ik gezien dat zijn voorbeeld van wikipedia komt, als ongeldig voorbeeld. Slecht gegoogled, dus)

9) Mijn onderbroeken passen in mijn schuif.
Ik pas in mijn onderbroeken
dus ik pas in mijn schuif.
(Goed geluisterd naar de uitleg van een vals syllogisme, maar dus geen punten.)

10) Japanners zijn mensen.
Belgen zijn mensen.
Japanners en Belgen zijn gelijk.
(Fout, uiteraard, want niet met een maior en een minor. Jammer!)

11) Insecten hebben zes pootjes.
Een bij is een insect.
Een bij heeft zes pootjes.

12) Nen echte Gentenaar is nen Buffalo
Ik ben nen echte Gentenaar
Ik ben nen Buffalo!
(Geen speld tussen te krijgen natuurlijk)

13) Sinterklaas bezoekt enkel brave kinderen.
Sinterklaas bezoekt Bob.
Bob is braaf.(Een beetje omgekeerd, want twee en drie zou je moeten omkeren, maar toch goed gerekend)

14) Konijnen eten wortels.
Wortels zijn groenten.
Konijnen eten groenten.

15) Ik pas in Oscars schoenen
Oscar past in mijn schoenen.
We hebben dezelfde schoenmaat.
(Mooie logica, maar geen syllogisme, helaas)

16) Alle ballen zijn bollen
Een voetbal is een bal
Dus een voetbal is een bol.
(Ik ga het goed rekenen, al ben ik niet akkoord met de algemene premisse, als rugbyspeelster)

17) Alle mensen hebben een neus
Ik ben een mens
Ik heb een neus
(Goed om weten)

18) Vampiers houden niet van zonlicht
Ik hou ook niet van zon.
Ik ben een vampier?
(Ze merkte zelf blijkbaar al dat er iets niet klopte. Stelling twee en drie moeten omgedraaid worden.)

19) Een persoon sterft als hij opgesloten zit in een brandend huis
Sam zit opgesloten in een brandend huis en is een persoon.
Sam sterft
(Niet alle punten gekregen wegens een dubbele premisse)

20) Alle bloemen verwelken
Sommige bloemen zijn rozen
dus alle rozen verwelken
(Ook niet het maximum van de punten, want de tweede stelling moet zijn: rozen zijn bloemen)

21) Iets met pyjama’s en schoendozen.
(Volgens mij iets met klokken en klepels)

22) Alle mensen zijn blauw
Kaat is een mens
Kaat is blauw.
(Smurf?)