Terugblik

Ik weet het niet, 2018. Je was… vreemd. Vol. Te vol. Te veel. Te. Op meerdere vlakken, en dan helaas meestal niet positief.

Je was te druk, te gestresseerd, niet alleen voor mij, maar ook voor Bart en de kinderen. De situatie rond mijn rug heeft er natuurlijk geen goed aan gedaan, en ook Wolfs verblijf in het Zeepreventorium bracht nogal wat extra met zich mee. Lees daarvoor eens de lepeltheorie, wil je?

En helaas waren er nog wel mindere momenten. We begroeven Tant’Angèle, het papierwerk rond mijn rug nam kafkaiaanse proporties aan, soms zelfs Murphyesk, ik verloor mijn tante van 54 door een stom ongeluk en las voor op haar begrafenis, panikeerde om de kat, bleef ons ma missen, had serieuze problemen met een wijsheidstand, kreeg borelia op een tekenbeet, herviel met de rug, bracht mijn schoonmoeder naar het ziekenhuis, herviel nog eens met de rug, en ons pa had een herseninfarct.

Was je dan alleen maar kommer en kwel, 2018? Belange niet, minder dan de vorige jaren zelfs. Een grote fijne herinnering is onze reis naar Rhodos natuurlijk.

Er werd gelarpt, natuurlijk, voor zover de rug dat toeliet. Een steenkoude Vortex in Aetherstijl, maar vooral ook een nieuw spelerspersonage op Haven, met de Vossen. Er werd zelfs een extra avond gespeeld in een Omenvortex, en de jongens gingen naar Roanoke. Er was een tweede Havenweekend, en ook een fantastische Omen.

Er werd natuurlijk ook gegeocacht, en veel zelfs: we hebben maar liefst 500 stuks in 2018 gehaald: random, onder andere in Zomergem, ik redde een korte multi hier vlakbij door hem over te nemen, we gingen met ons pa naar Lembeke, in Evergemse velden, in het donker in Kaprijke, een rondje Belzele, een wandeling in de Campagne, in Sint-Amandsberg, ik gaf MAx en co een introductie, we gingen naar Cadzand, langs de Schelde, ik leerde ook Léonore cachen in Ertvelde, deed met Véro de cache in het STAM, liep rond in Sint-Niklaas en Kruishoutem, met ons pa langs het kanaal Gent-Terneuzen, in Sleidinge, in Affligem en Sas Van Gent, Doornzele, een dagje met Véronique en Léonore in Daknam, twee multi’s in Wondelgem en Wippelgem, het Leeuwenhof in Drongen, een verloren stukje Vinderhoute, met Merel in Doornik, in Puyenbroeck, in Sint-Amandsberg en Vosseslag, in Bredene en Brussel, Jabbeke, Oostende, Bourgoyen, Mol en Balen, Ertvelde, Zeeuws-Vlaanderen, Vallei van de Oude Kale, met Merel aan zee, in Rhodos, Oostende, rond de Leebeek, Brugge, een heerlijk rondje Blauwbuik, Stene, Gentbrugse Meersen, Bourgoyen en Oostende, met de fiets in Laarne, in Nederland en een nachtcache in De Haan, met Merel in Kruishoutem, met Wolf in Wachtebeke, met ons pa op Campo Santo, in Sint-Niklaas, in het Liedermeerspark in Merelbeke, met de kinderen in Merelbeke,  en ik klokte af op 500 in De Pinte.

Ik probeerde sowieso ook wel wat aan mijn sociaal en/of cultureel leven te doen: we gingen naar Gwen, ik ontbeet bij Pascale, ik quizde nog wat, ik zong mijn hart uit mijn lijf in Korsele en  in Gent, ik ging naar theater met Véronique, met diezelfde Véro naar Richter in het SMAK, ik hoste rond op het Trend Event van Wijs, ik begon weer D&D te spelen met een vree wijze bende, ging op avant-première bij Ampla, liep rond op de tentoonstelling over Pompei, ging met Véro naar een Spaanse avond, liep nog eens in het Gallo-Romeinse museum in Velzeke, ging met de kinderen naar het Design Museum, hield een Vossenweekendje, ging naar de leesclub, woonde een lezing bij, deed een boekvoorstelling, woonde een Griekse dag bij, ging eten met Gwen, woonde de balletvoorstelling van Alexander en Marie-Julie bij, hield een EVA foam workshop met de Vossen, ging naar een theatermonoloog met Véro, met haar én de ganse familie naar het MSK, nóg met haar naar Ampla House, volgde een workshop marketing, ging eten in Antwerpen met Tom en Sharah, picknickte in het Middelheim, ging eten met Peter, vierde Thomas’ verjaardag, ging met de meisjes naar de Helden, vierden ons pa’s verjaardag, ging met Bart naar Adriaen Brouwer en een week later naar Genk, naar Tim Burton, nog een paar dagen later naar een spektakelopera in het ICC, ging bij het Certaminacomité, had een fantastische dag met mijn dochter, onder andere in het SMAK, ging naar de avant-première van Girl, ging zowaar op koorweekend, dompelde me een namiddag onder in Ovidius, hield VIPdiner in het SMAK en daarna Halloweenfeestje in Antwerpen, werd derde op de Kammekequiz, ging eten met Kim en Nathalie, vond een nieuw sociaal restaurant in Wondelgem, ging koffie drinken bij Sophie en zong een heerlijk concert.

En er waren ook de uiteenlopende kleine dingen die me blij maakten: de vogels in de tuin, een wandelingetje met ons pa, opnieuw kunnen lesgeven, ons te pletter lachen met heliumballonnen, in mijn nopjes zijn met gerepareerde rolluiken, een compliment over de schoolwebsite, gaan eten in de Hertog Jan, verlichting in mijn bureau, een dagje Brussenkamp, het nieuwe concept van Volta uitproberen, nog eens picknicken met Merel, ekarten, de zon zien ondergaan boven de zee, het fietsen en fietsen en fietsen en fietsen, schitterende boeken, een onverwachte barbecue, de Final KAMdown, confituur22 jaar samen zijn met mijn lief, gaan eten met hem in L’Air du Temps, de ceremonie van een huwelijk houden, me rot amuseren op W-Festival, beelden kijken in De Haan, Merel begint met blokfluit, ik snuisterde in een heus stadspaleis, er kwamen nieuwe gerbils, ik kreeg een beeldje van CWXRM, en Wolf kreeg een heuse gitaarles.

Yup, als ik het zo zie, was je vooral vol, 2018. Een beetje té vol naar mijn smaak, om eerlijk te zijn. Veel fijne dingen, dat zeker, maar ik kies liever zelf mijn eigen tempo.

2019 mag wat minder zijn. Meer fijne dingen, maar minder moeten, minder drukte, minder stress, minder geloop.

We zien wel. Ik neem met plezier afscheid van jou, 2018. Op naar 2019!

CWXRM

Bart krijgt de meest fantastische verjaardagscadeautjes, vind ik. Hij kreeg van Dirk en Ilse namelijk een van de beeldjes van ComingWorldRememberMe van Koen Van Mechelen. U weet wel, die enorme installatie in Ieper aan de Palingbeek, met die honderdduizenden beeldjes.

“CWXRM heeft een bijzondere focus op de toekomst, het samenkomen van de continenten, de vrede.  De beeldjes werden opgesteld in combinatie met het grote oer-ei en in de vorm van het Pangea. Installaties met deze beeldjes buiten deze context, los van de andere elementen, worden al snel oorlogsmonumenten.  Dit strookt niet met de idee van de oorspronkelijke installatie en moet worden vermeden”, aldus Koen Vanmechelen.

Zelf was ik er niet geraakt, maar ik wilde dolgraag zo’n beeldje. Links en rechts rondvragen leverde niks op, helaas. En toen kwam Bart thuis met het beeldje, dat nu in onze inkomhal staat. Een krachtig vredesteken, vind ik het. Net alsof ik zelf een van de 600.000 slachtoffers in huis heb, zodat hij/zij nooit kan vergeten worden.

Bedankt, Dirk en Ilse!

 

Oudercontact

Dat het een stevig oudercontact was, vandaag. Ik heb een paar heftige gesprekken moeten voeren, en een paar leerlingen én ouders helaas moeten ontgoochelen. Ik heb er ook wel een paar kunnen geruststellen.

Maar vooral heb ik bijna een knuffel gekregen van een mama. Ze heeft me dan maar een doosje Ferrero gegeven in de plaats.

Ik had hier eerst neergeschreven waarom precies, maar eigenlijk kan ik dat niet maken: dat is een persoonlijke zaak. Samengevat: ik heb blijkbaar gewoon een ommekeer in het studiegedrag van haar zoon kunnen bewerkstelligen, en ik hoop dat dat nu ook zo blijft.

Ze was in elk geval ongelofelijk dankbaar, en ook voor mij is dat zo een van die momenten waarvoor we het doen. Ik hoop dat die leerling me nooit zal vergeten.

TIL (Things I Learned)

Er zijn van die dagen dat je een aantal vaststellingen doet.

    • als je dringend moet plassen, is het geen goed idee om de zetelverwarming in je auto op te zetten… Serieus!
    • het is héél moeilijk om een snel uitgesproken ‘bananencake’ niet te laten volgen door “du duuu dududu”. Sorry voor de oorworm :-p

    • de binnenkant van een klavecimbel is de max, maar die dingen zijn blijkbaar zodanig snel ontstemd dat er een vochtregelaar in het betreffende lokaal moet staan.
  • er bestaat een liedje van Monty Python over filosofie.

Lectuur: ‘Ilium’ en ‘Olympos’ van Simmons en ‘De Avonden’ van Reve

Op algemeen aanraden van mijn geeky vrienden las ik, na ‘Hyperion’ en ‘The Fall of Hyperion” (en de twee mindere vervolgen erop) ook ‘Ilium’ en ‘Olympos’ van Dan Simmons.

Dit is een bizarre mengeling van hard science fiction – compleet met ruimtereizen, zwarte gaten, een ras van machines en quantum teleportation – en een verregaande fascinatie voor het verhaal van Homeros, compleet met de vertelstijl van het Oud-Grieks, alle helden en vrouwen en vooral de goden uit de Griekse mythologie. Doe daar nog een fikse scheut filosofie bij, nihilisme, vermengd met een wereld gebaseerd op The Tempest van Shakespeare, en je krijgt een vreemd meeslepend verhaal van in totaal meer dan 1500 pagina’s.

Net zoals in Hyperion en vervolgen krijg je compleet aparte verhaallijnen die zich na verloop van tijd toch op een of andere manier gaan vermengen en een coherent geheel beginnen vormen.

Mja.

Ik vond Hyperion eerlijk gezegd echt wel stukken beter, hier had ik het soms lastig om verder te lezen. Aan de andere kant was ik geïntrigeerd door hoe het verder zou gaan, en hoe de auteur uiteindelijk alle lijnen ging samenbrengen.

Een aanrader? Als je van scifi houdt, ja hoor. Maar er is beter, vind ik.

Dan ging ik maar naar de compleet andere kant van het spectrum: “De Avonden’ van Gerard Reve. Tot mijn grote schande moest ik toegeven dat ik dit nog steeds niet had gelezen, terwijl het intussen uitgeroepen is tot het beste boek van Nederland. Bart heeft het als jonge gast een zestal keer gelezen, telkens rond de kerstperiode, want dat was toen in literaire middens nogal salonfähig, vermoed ik :-p

Dit boek had me meteen mee. Eigenlijk gebeurt er geen halve zak, het gaat over een cynische, vooral zeer nihilistische jonge gast van 23 die in de jaren na de tweede wereldoorlog een manier zoekt om zijn dagen, en dan vooral de avonden tussen kerst en nieuwjaar door te brengen, en te ontsnappen aan het gezin dat door zijn ouders wordt gevormd.

Eigenlijk is dit vooral een deprimerend boek, en toch… Het heeft iets, het heeft meer dan iets. Ik kan me voorstellen dat jonge gasten dit nu niet meer zo kunnen smaken, maar ik vind het jammer dat ik het nooit eerder gelezen heb.

Cunctus

Ik geef nu al 24 jaar les, en al 24 jaar lang stel ik vast dat er één woordje is van alle Latijnse woordjes die mijn leerlingen van buiten moeten blokken, dat niet blijft hangen.

Niet.

Ik waarschuw er hen zelfs voor, van in het eerste jaar: dit woordje zal niet blijven hangen. “Ah mevrouw, maar nu ge dat gezegd hebt, blijft dat toch wel hangen?” Niet dus. Ook niet als ze zeggen: “Challenge accepted”.

Vandaag in mijn zesdes was het weer van dat:
– “Cunctus, cuncta cunctum, iemand?”
– “Ooh mevrouw, da’s dat woord dat niet blijft hangen!”
– “Juist. En wat betekent het?”
– …

Is er iemand die mij daar een rationele verklaring voor heeft?

Poppies…

Ze bloeien niet nu, dat is voor het mooie lenteweer, wat het gevoel nog schrijnender maakt.

Maar gisteren was het 100 jaar geleden dat eindelijk de wapens zwegen. Toch voor even, en na vier intense jaren. Mijn grootmoeder wist zich de angst nog te herinneren, ze was toen amper vijf jaar oud. Nooit meer oorlog, zeiden we toen. Helaas…

Het moment om even stil te staan, opnieuw, bij John McCrae…

In Flanders fields the poppies blow
Between the crosses, row on row
That mark our place; and in the sky
The larks, still bravely singing, fly
Scarce heard amid the guns below.

We are the Dead. Short days ago
We lived, felt dawn, saw sunset glow,
Loved and were loved, and now we lie
In Flanders fields.

Take up our quarrel with the foe:
To you from failing hands we throw
The torch; be yours to hold it high.
If ye break faith with us who die
We shall not sleep, though poppies grow
In Flanders fields.

– John McCrae

Acht jaar…

Lieve lieve Merel van me

wat ben je op een jaar tijd toch veel veranderd! Vorig jaar schreef ik je nog dat je zo onzeker was, en dat ik dat niet snapte…

Intussen ben je lang zo onzeker niet meer, al heb je nog je momenten. Maar meestal ben je ongelofelijk rad van tong en gevat, met een stevige dosis sarcasme zelfs. Geen idee waar je dat nu toch vandaan zou kunnen halen, lieverd. Je beseft intussen gelukkig zelf dat je stevig wat in je mars hebt, en dat je nu eenmaal een compleet ander iemand bent dan je broers. Al moet je qua punten echt niet voor hen onderdoen: ik denk dat je rapport zelfs beter is dan dat van hen, liefje.

Je weet vooral heel erg goed wat je wil en wat je niet wil. Als je geen honger hebt, eet je gewoon geen vieruurtje, bijvoorbeeld, en als je een T-shirt met korte mouwen aan wil in de winter, dan doe je gewoon een extra gilet aan. Je hebt ook een heel logisch verstand, heb ik zo de indruk: even verstandig als je broers, maar veel en veel praktischer. “Ha ja”, zei je ooit, toen ik daar eens een opmerking over maakte, “ik ben dan ook een vrouw”. Ik kon je wel platknuffelen, muizie!

Verder ben je nog steeds een echt meisje-meisje, met je strikjes in je haar, je poppen, je toneeltjes, je jufspelen of bibliotheek of kantoor of winkel of… Je bent al zowat alles geweest, en dat is prachtig om zien. Aan de andere kant doe je dapper stoer mee met je broers, en ook dat is fijn om zien: je laat je door die twee echt niet koeioneren, gelukkig maar.

Deze morgen gingen je oogjes open en kroop je meteen, zoals elke ochtend, bij mij in bed. Ik knuffelde je bijna plat, en daarna gingen we samen naar beneden. Ik weet niet hoeveel gilletjes je hebt geslaakt bij het zien van alle versiering en van je cadeau en je kaarsjes en zo, maar ik weet wel dat je een keer of tien bij mij komen knuffelen bent met een dikke “Dankjewel mama, oh dankjewel!”

Ik lakte nog snel je nageltjes, blijkbaar had ik precies de kleur gekozen die ook in je kleedje zat, en je was helemaal in de wolken. Met een groot hart vertrok je naar school, waar blijkbaar al je vriendinnetjes je ook zowat omver geknuffeld hebben, wist je me te vertellen. En de cake viel enorm in de smaak, dat ook.

’s Avonds ging ik pannenkoeken bakken, maar je papa wist je te overhalen om voor frietjes te kiezen, wel wetende dat die pannenkoeken dat alleen maar uitgesteld waren. Daarna moest ik helaas naar school, en kroop jij lekker dicht bij je papa onder een dekentje en keken jullie samen naar een film.

En dan wist je me te vertellen dat je een hele fijne verjaardag had gehad, en je bedankte me oprecht. Weet je, liefje, ik zie jou nog het liefst van al om jouw zonnige, dankbare humeur. Je bent altijd vrolijk, altijd aan het zingen of dansen, en je bent vooral ook dankbaar voor de meest onnozele, kleine dingen. Ik breng een paar nieuwe kousjes mee, en je geeft me een welgemeende dankje, of ik bezorg je een envelopje voor iets, en je schenkt me je stralendste glimlach.

Weet je, muizie… Ik hoop dat je die ingesteldheid de rest van je leven mag behouden: dankbaar zijn om de kleine dingen des levens. Het zal je zó gelukkig maken, liefje…

Gelukkige verjaardag!

 

Kaboutercontact

Yup, vanavond weer oudercontact, en eerst nog een vergadering over de GWP’s van het vijfde, want die worden dit jaar weer opgestart. Tsja…

Maar de term “kaboutercontact” blijft hier toch wel meegaan, da’s intussen blijkbaar een huisklassieker geworden. En het zorgt nog steeds voor gegniffel bij de kinderen.

Ik wou dat het kabouters waren, in plaats van bezorgde ouders. Die zijn iets makkelijker gerust te stellen of de les te lezen over het gedrag van hun kind. Van die boze ouders die komen klagen, daar heb ik eigenlijk nog maar zelden last van gehad: de meeste ouders zijn oprecht bezorgd en vol goede wil. Ik zit natuurlijk op een ASO-school, dat kan ook wel schelen, ja.

Trouwens, wie zegt dat kabouters een goed karakter hebben? Wil ik daar eigenlijk wel contact mee? Misschien toch even aan Rien Poortvliet moeten vragen, in een ander leven.

Een jaar.

Hmm. Een jaar geleden lag ik nu al twee dagen in het ziekenhuis, doodsbang om ook maar een teen te bewegen. Eergisteren, een jaar geleden dus, ben ik met de ambulance op de spoed verzeild en na een paar uur wachten platgespoten.
Waarna dus het gevreesde woord “Spondylolysthesis” viel.

Een jaar. Jawel. Met ups en downs.

De dokter had gezegd dat ik een kantje-boordje geval was: qua verschuiving was het eigenlijk een tweedegraadsgeval, maar aangezien mijn tenen niet tintelden, zaten er dus geen zenuwen echt gekneld, en wilde hij niet opereren. Ik moest minstens zes maanden wachten en zien of ik ermee kon leven. Een operatie zou een behoorlijk risico met zich meebrengen door de lage plaats van de verschuiving, geen garantie op verbetering geven, en een lange revalidatie met zich meebrengen.

Na vier maanden ben ik halftijds aan het werk gegaan, drie maanden later heel voorzichtig dus voltijds. En na een dikke maand kwam de grote vakantie, waarin ik genadeloos opnieuw plat ben gevallen. Intussen ben ik opnieuw voltijds aan het werk, en – hout vasthouden – dat lukt. Ik moet geen domme dingen doen, ik moet vooral doseren en echt niks van gewicht optillen, maar het gaat. Heb ik pijn? Ja. Vrijwel continu, maar ik let er niet altijd op, het is een constante in mijn leven. Ik heb de rug van iemand van 85, en daar moet ik mee leren leven. Er zijn momenten dat ik heel veel kan, en daar dan ook van geniet, zoals die fietstocht van gisteren. Maar er zijn ook momenten waarin ik keihard tegen mijn beperkingen aanloop. Heb ik dan medelijden met mezelf? Goh, wellicht wel een klein beetje – zoals iedereen – maar ik ben vooral realistisch: het is wat het is, het zal nooit meer goedkomen, en het maakt nu een deel uit van wie ik ben. Ik kan nog steeds heel veel – ik ben ook nog maar 46 – en ik maak er het beste van.

Maar soms, soms is dat lastig, ja.

Een jaar, gedekke. Een jaar.