Dansvoorstelling van mijn metekind

Ze doet het nu toch al een flink aantal jaar, mijn metekind Marie-Julie. Met ‘het’ bedoel ik dansen. Klassiek ballet, moderne dans en sinds dit jaar zelfs heuse hiphop. En ja, ze doet dat goed. Zéér goed zelfs.

Merel en ik zaten deze vooravond dan ook met open mond te kijken naar de dansvoorstelling van DE! Bewegingssstudio by DEBorah, een quasi drie uur durend dansspektakel met minstens 100 dansers op het podium. De hele kleintjes waren ronduit schattig, de hoogste categorie was gewoonweg echt goed, zowel bij klassiek als modern.

En dan was er ook nog de hiphop, die sinds september is gestart en die ronduit schitterend was. Hilarisch, dat ook: eerst die hele kleintjes in jeans en wit, en dan opbouwend. Man, een schitterende choreograaf ook!

Enfin, intens genoten, en bijzonder trots op Marie-Julie!

 

Huiskamerkuren: Klaas Delrue

Redelijk onverwacht stuurde Jeroen eerder deze week dat hij nog twee kaarten over had voor de Huiskamerkuren in Zomergem, met Klaas Delrue, de zanger van Yevgueni, akoestisch met enkel zijn gitaar.

Ik zag dat zitten en ook Bart zei zeker geen nee. Tegen half acht kwamen we vandaag dus aan op de locatie van de huiskamerconcerten, die overigens al aan nr. 36 zaten. Een echte huiskamer is het nochtans niet, al geeft het zeker wel dat gevoel: notaris Vanderauwermeulen stelt zijn, zoals hij het zelf noemt, tenniskotje ter beschikking. Noem het gerust een zeer royale poolhouse, met ingebouwde bar, groot terras met open haard en uiteraard het zwembad zelf.

Binnen was het gelukkig aangenaam warm, want buiten kon je het bepaald frisjes noemen. Het werd alleen nog maar warmer toen Delrue begon te zingen. Het zijn allemaal redelijk kleinkunstachtige nummers, voornamelijk liefdesliedjes voor zijn vrouw, maar dan vaak met een hoek af. Of hoe noem je een lied “Propere ruiten” anders? En toen hij er plots “Lieve Jacoba” van Kris De Bruyne in mixte, kreeg ik zowaar tranen in de ogen.

Het werd inderdaad een intiem huiskamerconcert met amper 40 toeschouwers, wat ook Delrue soms nogal aparte bindteksten ontlokte. Het was vooral hartverwarmend en zeker voor herhaling vatbaar.

Broerke: bedankt!

Beetje zielig

Kobe had deze namiddag een toonmomentje, een klein concertje in het rusthuis aan de Poel. Ideaal, dacht ik: ik zet hem af om 13.20 uur, doe een klein toertje van de Poel tot aan de Grasbrug, dan via de Korenlei naar de Sint-Michielsbrug en terug naar de Poel – en pik intussen twee labcaches op – en dan drink ik op mijn gemak nog een koffie in de Labath en ben om 14.00 uur netjes op tijd bij het toonmoment.

Ja slaapwel. Viel dat efkes tegen!

Ik heb over de 800 meter van het rondje net geen half uur gedaan, een oud meetje was er niks tegen! Helemaal bezweet – en niet omdat ik buiten adem was, gelukkig maar – kwam ik toe in de Labath, had nog net tijd om een meeneemkoffie te bestellen, en kwam nipt om 14.00 uur in het rusthuis toe. Ugh. Ik voelde me mega zielig, echt waar: ik ben nog altijd geen 85! Enfin, we hopen op beterschap, de voet doet het beetje bij beetje telkens iets meer.

En toen zat ik rustig in dat rusthuis – badoem psss – en luisterde ik naar diverse fagotten, trompetten, een viool en nog meer fagotten.

 

Lectuur: “De Aeneis” van Vergilius in de vertaling van Robert Fagles

Ik heb een hele tijd geleden eigenlijk gewoon de Ilias herlezen omdat ik ook dringend de Aeneis moest herlezen: ik zou op den duur mijn leerlingen ook hier wat wijsmaken. Maar deze had ik duidelijk vaker gelezen destijds, toen ik er mijn thesis over maakte.

Ligt het nu daaraan? Ligt het aan het feit dat de brontaal, het Latijn, me nu eenmaal meer ligt dan het Oud-Grieks? Aan de vertaling op zich kan het niet liggen, het was dezelfde vertaler. Maar feit is dat dit een pak vlotter las dan de Ilias destijds. Sommige stukken zaten inderdaad zeer ver, zoals bijvoorbeeld het feit dat hij zijn vrouw Creüsa wel degelijk bij zich had maar haar kwijt geraakte in het gewoel en niet, zoals het in mijn hoofd zat, dat zij bij haar zus was gaan slapen na de overwinning. Tsja.

Da’s dus de reden dat ik deze nog eens herlezen heb. Dat, en omdat het eigenlijk nog altijd gewoon een echt goed verhaal is, dat van de Latijnse held Aeneas. Ik geef die lessen in het vijfde dan ook nog steeds doodgraag.

Bon, en dan nu me nog ook eens door de Odyssea worstelen, want daar weet ik echt niks meer van.

Gedichtendag 2023

Vandaag is het weer gedichtendag, maar ik had er nog niet echt over nagedacht toen Marleen belde en me prompt een gedicht bracht, een gedicht uit de Poëziekrant van deze maand.

Het is een titelloos gedicht, de nr. 2 uit een reeks van 8 door Hoessain Kakayi gekalligrafeerde gedichten, geschreven door Mawlana Mohamed Djalal ad-Din Rumi, vertaald door Hoessain Kakayi en Annemarie Estor.

Toon me je gelaat,
ik smacht naar bloemen en tuinen.

Open je lippen,
ik smacht naar de smaak van honing.

Kom achter de wolken vandaan,
ik verlang naar een zonnig gezicht.

Je stem echode:
“Laat me alleen!”

O, je stem nog één keer horen zeggen:
“Laat me alleen!”

Leesclub

Het blijft een moeilijke bevalling, die leesclub. Toen Leentje daar destijds mee begon, in 2016, waren het vooral collega’s die meededen. Dat varieerde: soms maar vijf, soms met acht. Maar Leentje veranderde van school en ik nam min of meer de leesclub over. Met gemengd succes: de ene keer lukte het al beter dan de andere.

Het heeft door corona een tijdje stilgelegen, maar ook vorig jaar kwam het niet van de grond. In mei vorig jaar was er wel een geslaagde editie, eindelijk, met een hoop leerlingen, maar dat kwam omdat het boek de LGBTQ+ aansprak.

Nu was het er eigenlijk voor kerstmis ook weer niet van gekomen, maar deze keer wilde ik het niet opnieuw uitstellen. En ja, we waren maar met drie: één mee bezielende leerkracht en één leerlinge uit het zesde. Doodjammer: je zou denken dat op een school met allemaal taalleerkrachten iemand toch iet of wat zou lezen, maar dat blijkt tegen te vallen.

Ach ja. Ik heb er in elk geval deugd van gehad, en dat is ook iets waard.