Europees Figurentheatercentrum

Vandaag was een lastige dag, vooral voor de kinderen. De voormiddag was niks speciaals, dat niet, maar de namiddag des te meer. Ik heb Kobe namelijk wakker gemaakt om kwart voor vier, heb de jongens respectievelijk appel en kersen gegeven, en ben met hen naar de Gentse Feesten gereden. Gelukkig heb ik parking (soms) bij Bart op kantoor, zodat ik me daar tenminste al niet dood moet naar zoeken.

Via de Veldstraat (en de Australian icecream – ik kan nog niet geloven dat Kobe de zijne opkreeg) ging het naar de Trommelstraat in het Patershol, alwaar het Europees Figurentheatercentrum gevestigd is. Op het binnenplein hebben we nog de twee laatste voorstellingen van de dag meegepikt:  Systaim d’art (BE) met  “Kami en Kamu” en Cie Le Funambule (BE) met  “Déchets sans frontières”. De eerste was woordenloos, en liet twee grote latexpoppen elkaar besnuffelen en betasten en, toen de ene een vlek die niet afging, had op haar schoen, ook natgieten met water. Ik vond het niet echt bijzonder, en Kobe had schrik van de ‘spoken’, terwijl Wolf vond dat het precies zombies waren.
De tweede voorstelling was in het Frans, duidelijk tekst (en liedjes-) gericht en speelde zich af op een vuilnisbelt, alwaar een melkfles een revue oprichtte tussen het andere vuil. Acrobatische brikpakjes, verliefde colablikjes, een bananenschil op zoek naar de composthoop, en meer van die heerlijke onzin. De kinderen vonden het mooi, ook al verstonden ze er niks van.

Daarna ging het gezwind naar huis want het was al na zevenen, en een pak frietjes later lagen ze tegen half negen in bed. Oef.

En ben ik nog met Annelies naar het boombal geweest, waar ik me ook prima heb geamuseerd en een paar dansen heb geleerd.

Al bij al een fijne dag 🙂

Garnalengruwel

Ik heb al vaker naar hen verwezen, het blog van twee leerlingen van me. Ze hebben allebei een vijs los en een behoorlijk absurdistisch trekje, en juist daarom vind ik hen zo goed. Hij schrijft voornamelijk, zij fotografeert. En toch is zij degene die een schrijfwedstrijd heeft gewonnen. Typisch.

Ook deze post trok weer mijn aandacht, en ik ben er al een paar keer opnieuw naar gaan kijken.

In de gaten houden, zou ik zo zeggen.

Onderzoekscompetenties

Ik heb net een DVDtje in mijn handen gestopt gekregen, en ik ben daar ongelofelijk blij en trots door.

Wat erop staat, is nl. 7 minuutjes film. Het resultaat van een half jaar intens plannen, en veel werk. Het blijft natuurlijk amateuristisch, maar ik ben er bijzonder blij mee.

Het is namelijk een stukje Tacitus, verfilmd door mijn zesdes. Ze hebben het Latijnse verhaal in een script gegoten, dat opnieuw naar het Latijn vertaald, kleren gemaakt, settings gezocht, draaiboek gemaakt, acteurs aangesproken, het boeltje uit het hoofd geleerd, en uiteindelijk een dag lang opnames gemaakt. Daarna is het geheel gemonteerd, voorzien van extra geluid, generiek en ondertitels.

Het amateurisme zit vooral in het feit dat we géén budget hadden, en amper één camera die blijkbaar zelfs verkeerd ingesteld stond. Het meeste werk is ook door de leerlingen na hun uren gedaan, tussen de taken en eindwerken door.

Maar het resultaat brengt een grote glimlach op mijn gezicht. Ik ga dit nog jaren kunnen gebruiken in de les, en ik niet alleen.

Ik kan het filmpje hier nog niet laten zien, omdat ik eerst van alle betrokkenen nog toelating moet krijgen om het online te zetten. Ik heb daar redelijk wat vertrouwen in, om eerlijk te zijn. En dan laat ik het hier wel zien. Met de nodige trots.

Carmina

Soms vind ik het vervelend dat ik geen klaslokaal voor mezelf heb, zoals de meeste andere vakken, maar dat ik het moet delen met muziek.

Echt lastig is dat niet: ik kan al mijn lessen in mijn lokaal geven, behalve vijf uur op vrijdag. Het is dus wel compleet ingericht met historische kaarten, posters, mythologische monsters enzoverder. En met afbeeldingen van muziekinstrumenten en een piano.

Maar soms heeft het ook zijn gigantisch goeie kanten, en die zijn echt wel meer waard dan de minpuntjes. Want dit lokaal is akoestisch geïsoleerd (en wie me kent, weet dat dat een pluspunt kan zijn :-p ) en heeft een schitterende muziekinstallatie. Ik mag dus gerust eens mijn boxen openzetten zonder dat ik anderen stoor, of collega’s de stuipen op het lijf jaag.

En dus kan ik ook, zoals vandaag, mijn leerlingen even achteruit blazen. De Carmina Burana van Orff, weet u wel. En daar geniet ik dus intens van, van dat stevige geluid dat uit die boxen knalt, en de Latijnse tekst perfect verstaanbaar weergeeft.

En weet je waar ik nog meer van geniet? Dat ik de leerlingen achteraf in de gangen nog de Carmina hoor neuriën :-p

Kunstbende

In de vorige post schreef ik dat Hannah de Kunstbende had gewonnen in de categorie txt. Bij deze ben ik nog haar tekst verschuldigd ook natuurlijk. Ik vind hem bijzonder knap voor een meisje van 15…

Meneer Morose op tuinierend pad.
Er is slechts één iets waar Meneer Morose bijzonder goed in is
en dat doet hij dan ook iedere morgen:
Opstaan
alsof er niets aan de hand is,
nooit iets aan de hand is,
zelfs als er absoluut iets aan de hand is
op een bijna opwindende dag als
vandaag.

Een beetje waarhoofdig heeft hij zijn gestreepte pyjamabroek opgerold en daarna voette hij naar het venster toe, om de herfstsfeer te bekijken.
Toen hij klaar was, dronk hij kaneelthee, want ook thee drinkt hij met seizoenen.

Zijn hark is oud en roestig en Meneer Moroses’ enige vriend.
Je zou kunnen zeggen dat hij danst met de steel, lichtvoetig in het gras, zoals clichés dat zo vaak doen met kapstokken;
maar dat mag u niet, want Meneer Morose houdt niet van lichte voeten en zelden van dansen. Alleen walsen met de hark van de buurvrouw vindt hij aangenaam, een kleine innerlijke prettigheid die hij zichzelf eens per jaar toestaat op een onbewaakt moment.Wanneer de buurvrouw haar hark subtiel in zijn tuin laat staan,
bijvoorbeeld.

Na de thee ging Meneer Morose voor zijn kastje staan, netjes volgestapeld met ooit gegeven cadeautjes. Hij heeft er zijn zwembroek uitgehaald, gekregen van een andere buurvrouw. Zij wou hem overhalen toch maar eens met haar in zee te gaan.Omdat het hem zo goed zou doen.
Meneer Morose woont aan de kust, weet u.
Hij heeft het nooit gedaan.

Vandaag heeft hij zijn zwembroek boven zijn pyjama getrokken, voor het geval zijn geliefde streepjesbroek nat zou worden. Het regent vaak in november, zo dacht hij bij zichzelf. Hij heeft ook een dure trui uit de bovenste lade gehaald, en dikke sokken uit de onderste, allebei geschikt voor de rest van de dag.
Rond de sokken heeft hij schoenen geknoopt.

Buiten haalde hij zijn hark om de herfst bijeen te harken. In zijn hoofd speelde het blauwe liedje. Roeshoofdig hemelend harkte hij blaadjes op hoopjes, in de hectaren van zijn tuin, in de hectaren van zijn geheugen.

Na een paar hoopjes liet hij zijn hark liggen in het mos. Dan bekeek hij  alleblaadjes, voelde ze met zijn handen. Hij bracht de miezerige blaadjes naar binnen, om ze te drogen tussen de bladzijden van een telefoonboek. Altijd slurpten ze de inktletters gulzig op, waardoor ze na een tijdje een andere eigenaar -en bijhorend adres- op hun nerven geprint kregen.

Maar ook de andere blaadjes verzorgde hij, en hij kleurde ze herfst. Een voor een maakte hij ze torenhoog en verspreidde de stapeltjes over de tuinen van beide buurvrouwen, overal precies evenveel, omdat hij de ene niet liever wou zien dan de andere. Daarna maakte de wind zijn meesterwerk af. En zo maakte hij de mensen gelukkig.

Nu ligt Meneer Morose in de zetel. Hij heeft zijn schoenen opgeknoopt en laat de wereld langzaam aan hem voorbijdraaien. Moe is hij, een beetje. Navrant.
Ook zijn rug doet pijn, want ten slotte is zijn hark al oud.

Hij dankt een god en hoopt dat de herfst nog lang zal duren, want in de tuin van zijn hoofd moet nog veel gestapeld worden.

Giraf

Op Bagaasj Perdu vond ik deze foto. De auteurs kennende, zou het me niet verwonderen als ze de foto zelf genomen hadden. Ik vind hem op één of andere manier bijzonder sterk en intrigerend.

En toch had ik tegen één van de auteurs gezegd dat ik niet meer op het blog ging kijken, dat ik haar ging boycotten. Ze stopt volgend jaar namelijk met Latijn, en dat vind ik zondegods. Blah :-p

girafklaar

Brel-avond

Ik leg nog wel eens uit waarom.

Jacques Brel
ROSA
1962

Rosa rosa rosam
Rosae rosae rosa
Rosae rosae rosas
Rosarum rosis rosis

C’est le plus vieux tango du monde
Celui que les têtes blondes
Anonnent comme une ronde
En apprenant leur latin
C’est le tango du collège
Qui prend les rêves au piège
Et dont il est sacrilège
De ne pas sortir malin
C’est le tango des bons pères
Qui surveillent l’oeil sévère
Les Jules et les Prosper
Qui seront la France de demain

Rosa rosa rosam
Rosae rosae rosa
Rosae rosae rosas
Rosarum rosis rosis

C’est le tango des forts en thème
Boutonneux jusqu’à l’extrême
Et qui recouvrent de laine
Leur coeur qui est déjà froid
C’est le tango des forts en rien
Qui déclinent de chagrin
Et qui seront pharmaciens
Parce que papa ne l’était pas
C’est le temps où j’étais dernier
Car ce tango rosa rosae
J’inclinais à lui préférer
Déjà ma cousine Rosa

Rosa rosa rosam
Rosae rosae rosa
Rosae rosae rosas
Rosarum rosis rosis

C’est le tango des promenades
Deux par seul sous les arcades
Cernés de corbeaux et d’alcades
Qui nous protégeaient des pourquoi
C’est le tango de la pluie sur la cour
Le miroir d’une flaque sans amour
Qui m’a fait comprendre un beau jour
Que je ne serai pas Vasco de Gama
Mais c’est le tango du temps béni
Où pour un baiser trop petit
Dans la clairière d’un jeudi
A rosi cousine Rosa

Rosa rosa rosam
Rosae rosae rosa
Rosae rosae rosas
Rosarum rosis rosis

C’est le tango du temps des zéros
J’en avais tant des minces des gros
Que j’en faisais des tunnels pour Charlot
Des auréoles pour Saint François
C’est le tango des récompenses
Qui allaient à ceux qui ont de la chance
D’apprendre dès leur enfance
Tout ce qui ne leur servira pas
Mais c’est le tango que l’on regrette
Une fois que le temps s’achète
Et que l’on s’aperçoit tout bête
Qu’il y a des épines aux Rosa

Rosa rosa rosam
Rosae rosae rosa
Rosae rosae rosas
Rosarum rosis rosis

Gedichtendag

site74_20081007081244_1_gedichtendag1.gif

Traditioneel post ook ik vandaag een gedicht.
Deze keer wil ik opteren voor een klanktapijt, een gedicht van de Vlaamse expressionistische dichter Paul van Ostaijen.
Hij schreef dit voor Gaston Burssens, eveneens een expressionistisch dichter.

Het is overigens het gedicht dat ik in mijn badkamer wil gebruiken (maar het komt er maar niet van). Voor de Gentenaars: het is dit gedicht dat op de kaaimuur van de Graslei en de Korenlei te vinden is.


Onder de maan schuift de lange rivier
Over de lange rivier schuift moede de maan
Onder de maan op de lange rivier schuift de kano naar zee

Langs het hoogriet
langs de laagwei
schuift de kano naar zee
schuift met de schuivende maan de kano naar zee
Zo zijn ze gezellen naar zee de kano de maan en de man
Waarom schuiven de maan en de man getweeën gedwee naar de zee

Tekening gezocht

Omdat het er sterk naar uitziet dat ik de rest van mijn schoolloopbaan in Mariakerke zal blijven, zou ik ook daar graag mijn klas (ten dele) schilderen.

Aangezien ik het lokaal moet delen met muziek, is een tekening van een musicerende mythologische figuur bijzonder aangewezen.

Mocht iemand zin hebben om iets te tekenen, of ergens een knappe tekening van dansende nymfen, een spelende Orpheus of een Apollo staan hebben: graag.

Je zou me er een groot plezier mee doen.

Bagaasj Perdu

Een blogje dat ik al een tijdje volg, en al van plan was aan te raden: Bagaasj Perdu.

Geschreven door twee leerlingen van me, respectievelijk vierde en vijfde middelbaar. Leuke en vooral ook bizarre gedachten.

En vandaag dan een postje dat me nauw aan het hart ligt: de poëtische vertaling die ze moesten maken van mijn lievelingsgedicht van Catullus.