Vandaag was een lastige dag, vooral voor de kinderen. De voormiddag was niks speciaals, dat niet, maar de namiddag des te meer. Ik heb Kobe namelijk wakker gemaakt om kwart voor vier, heb de jongens respectievelijk appel en kersen gegeven, en ben met hen naar de Gentse Feesten gereden. Gelukkig heb ik parking (soms) bij Bart op kantoor, zodat ik me daar tenminste al niet dood moet naar zoeken.
Via de Veldstraat (en de Australian icecream – ik kan nog niet geloven dat Kobe de zijne opkreeg) ging het naar de Trommelstraat in het Patershol, alwaar het Europees Figurentheatercentrum gevestigd is. Op het binnenplein hebben we nog de twee laatste voorstellingen van de dag meegepikt: Systaim d’art (BE) met “Kami en Kamu” en Cie Le Funambule (BE) met “Déchets sans frontières”. De eerste was woordenloos, en liet twee grote latexpoppen elkaar besnuffelen en betasten en, toen de ene een vlek die niet afging, had op haar schoen, ook natgieten met water. Ik vond het niet echt bijzonder, en Kobe had schrik van de ‘spoken’, terwijl Wolf vond dat het precies zombies waren.
De tweede voorstelling was in het Frans, duidelijk tekst (en liedjes-) gericht en speelde zich af op een vuilnisbelt, alwaar een melkfles een revue oprichtte tussen het andere vuil. Acrobatische brikpakjes, verliefde colablikjes, een bananenschil op zoek naar de composthoop, en meer van die heerlijke onzin. De kinderen vonden het mooi, ook al verstonden ze er niks van.
Daarna ging het gezwind naar huis want het was al na zevenen, en een pak frietjes later lagen ze tegen half negen in bed. Oef.
En ben ik nog met Annelies naar het boombal geweest, waar ik me ook prima heb geamuseerd en een paar dansen heb geleerd.
Al bij al een fijne dag 🙂