Zalig weertje

Wolf was de hele namiddag bij een vriendje gaan spelen, en Kobe en Merel hebben quasi de hele tijd buiten gezeten, in de modderpartij: spelen in de aarde is blijkbaar dubbel leuk.

Tegen kwart na vijf ben ik Wolf gaan ophalen, zodat we op tijd gingen zijn voor de rugby. Ik had meteen ook een grote doos boterhammen mee en een flesje water, en mijn fototoestel. Ik heb de jongens afgegooid ter hoogte van het clubhuis, en ben met Merel doorgereden naar de parking het dichtst bij de grote speeltuin en de steigers aan het water.

We hebben wat gespeeld, rustig gegeten op de steiger, en toen verder gespeeld tot het quasi donker was. En toen was het toch ook wel tijd om de jongens te halen.

Bij deze de foto’s:

IMG_8031

IMG_8039

IMG_8035

IMG_8034

IMG_8038

IMG_8055

IMG_8041

IMG_8042

IMG_8044

Zó groot is ze intussen al!

IMG_8045

IMG_8048

IMG_8049

IMG_8054

Gitaarexamen

Vandaag had Wolf zijn allereerste gitaarexamen ooit. Alle kinderen van het eerste jaar werden verwacht om 17.00u op de academie, moesten een toonladder en een stukje spelen, en werden beoordeeld door beide juffen. De ouders mochten erbij zijn, en dus bleven Merel, Kobe en ik luisteren.

IMG_0785

Het verwonderde me hoe weinig zenuwen Wolf had, en hoe goed hij eigenlijk speelde na een half jaar. Hij was één van de weinige die perfect in de maat speelde, en hij was dan ook, samen met een andere jongen, de eerste met 86%. Grote onderscheiding dus, en een bijzonder trotse mama.

Gedichtendag 2014

Poezieweek_poster_HR

Al voor de negende keer wil ik hier een gedicht posten. Het is niet voor niets gedichtendag. En ik ben ook niet voor niets een leerkracht Latijn, en dus dacht ik: laat ik mijn publiek maar even iets bijleren :-p Want iedereen kent wel de uitdrukking carpe diem, maar in welk gedicht stond die pluk de dag ook alweer? Een speekmedaalde voor wie nog wist dat dat bij Horatius was, en een kus van de juf en een bank vooruit als je zelfs wist dat het in carmen I 11, het gedichtje van Leuconoë was.

Tu ne quaesieris – scire nefas – quem mihi, quem tibi
finem di dederint, Leuconoe, nec Babylonios
temptaris numeros. Ut melius quidquid erit pati,
seu pluris hiemes seu tribuit Iuppiter ultimam,
quae nunc oppositis debilitat pumicibus mare
Tyrrhenum: sapias, vina liques, et spatio brevi
spem longam reseces. dum loquimur, fugerit invida
aetas: carpe diem, quam minimum credula postero.

Voor de meesten is er niet veel aan zonder vertaling, en dus vertaal ik het even voor u.

Leuconoë, probeer niet uit te vissen – de goden staan toch niet toe dat je het te weten komt –
welk einde zij voor mij, of welk einde zij voor jou in petto hebben,
en waag je kans niet bij de Babylonische numerologen.
Hoeveel beter is het niet gewoon te aanvaarden wat er nog zal komen?Of Jupiter je nu nog meerdere winters verleent, of dat dit de laatste is,
die nu de kracht van de golven laat botsen op de puimsteenrotsen in de Tyrrheense zee:
gebruik je verstand, filter de wijn, en stel je hoop niet op een lang leven, want de tijd is kort.
Terwijl we spreken, is de jaloerse tijd ons al ontvlucht.
Pluk de dag, en vertrouw zo min mogelijk op wat de toekomst brengen zal.

En toen was er Ikea. En gitaar. En teleurstelling. En toch weer opluchting.

Sommige van die dagen, die zijn er gewoon te veel aan. Zeker als je moe bent. Wat zeg ik? Doodop. Aan het eind van mijn Latijn. En in mijn geval wil dat wel wat zeggen, ja.

Deze morgen begon rustig: ik moest pas om half tien op school zijn, om de overblijvende rapporten uit te delen, en de leerlingen examens te laten inkijken. Het laatste uur heb ik hen zelfs Imaginatio laten spelen (de Latijnse versie van Pictionary) omdat het wat te lang duurde…

De receptie van de collega’s die met pensioen gaan, heb ik aan me laten voorbij gaan – sorry, dames! – wegens absoluut geen receptiemens, en eigenlijk ook geen tijd. Want die receptie begon pas om 13.15u, en ik had nog te veel te doen.

Ik moest namelijk nog dringend naar de Ikea. Dringend, ja, want ik heb nu een inductiekookplaat, en geen inductiekookpotten. Klein probleempje om te koken dus. Tsja. De potten van Ikea waren me langs alle kanten aangeraden als prima prijs-kwaliteitsverhouding, en dus stond ik om kwart voor een in de Ikea. Tot mijn grote verwondering was er amper een rij in het restaurant, en had ik dus zelfs genoeg tijd om er te eten.

Ik laadde mijn kar vol met Ikeaspullen, reed naar huis voor – alweer – een afspraak met de planner en de schrijnwerker die de kastdeurtjes kwam hangen, pakte nog snel wat cadeautjes in, en haalde de kinderen van school.

Ze kregen een vieruurtje, we werkten samen aan de kerstboom, en ik gooide tegen vijf uur Wolf af aan de muziekacademie voor zijn kerstconcert later.

En toen liep het mis. Om zes uur begon zijn gitaarconcertje, en de juf had ons gemaild dat het niet in de academie zelf was, maar in het Muda, dat er net naast ligt. Ik reed er met Merel naartoe en ging blijven, Bart ging met Kobe, en ging dan met de twee kleintjes terug naar huis om Kobe tegen half zeven af te zetten aan de scouts, en Merel in bed te steken.
Waar we beiden niet op gerekend hadden, was de gigantische file aan het kruispunt R4-Evergem. Geen van ons moet dat ooit nemen op vrijdag op dat uur, vandaar. We hadden nog elk een andere route genomen, waardoor ik net iets eerder was, en stipt om zes uur op de speelplaats stond met Mereltje aan de hand. En toen vond ik de ingang niet. Ha ja, want ik zocht naar het Muda, en daar waren alle deuren dicht. De secretaresse wist van niks, want alle klassen en instrumenten hadden tegelijk kerstconcert op alle mogelijke locaties. Ik heb alles afgelopen, ben uiteindelijk toch in de Academie binnengegaan, via een gang of drie naar de gitaarklas gelopen, en daar stonden inderdaad wegwijzers. Blijkt dat je binnendoor naar het MUDA kan, via overdekte speelplaatsen en een resem gangen. Het was tien over zes toen ik puffend met een kleine Merel binnenstoof in de zaal, om vast te stellen dat Wolf al klaar was met spelen. Zucht.

Bart was intussen net op de speelplaats aangekomen. Ik heb Merel terug bij hem gebracht, en zij zijn weer weggereden, waarop ik me terug bij Wolf voegde, me uitputtend in verontschuldigingen tegenover het ventje. Ik was er echt het hart van in.
Blijkbaar was dat ook zijn juf opgevallen, want na het stuk van de middelbare graden, vroeg ze of iemand het erg zou vinden dat ze de eerstejaartjes nóg eens zou laten spelen, omdat er een mama was die het gemist had. Ik vond het ongelofelijk lief, en Wolf en zowat vijftien anderen haalden hun gitaar weer te voorschijn en speelden voor mij het Vredeslied en Adeste Fideles.

IMG_0679

En ik, ik vond het leven toch nét weer dat ietsje aangenamer.

Vrienden van het S.M.A.K.

Al een tijdje zijn Bart en Dirk met Wijs bij de “Vrienden van het S.M.A.K.’, een soort sponsorprogramma, waar je dan in ruil uitnodigingen krijgt bij het begin van elke nieuwe tentoonstelling, vernissages, dat soort dingen.

Gisteren ging er een nieuwe tentoonstelling van start, nog tot 26 januari overigens. De Venezolaan Javier Téllez stelt er zijn belangrijkste films en installaties ten toon, die hij gemaakt heeft in samenwerking met psychiatrische patiënten van over de ganse wereld. Op die manier wil hij laten zien dat ook zij bestaansrecht hebben.

IMG_0564

IMG_0562

Zware kost dus. We kregen gisterenavond na een receptie een korte introductie, konden kennis maken met de artiest zelf, en kregen ongeveer een uurtje de tijd om rond te lopen. Veel te kort, geloof me, maar genoeg om de sfeer op te snuiven, en te weten dat ik terug wil gaan.

IMG_0560

Vooral het deel waar hij zelf de curator van was, nl. een serie nooit eerder getoonde tekening van Drenthe, die in de jaren vijftig-zestig zelf patiënt was in het Guislain, en de wantoestanden aldaar wilde aankaarten, trof me. Serieus.

IMG_0571

IMG_0568

Daarna dineerden we in de grote inkomsthal van het museum, een zevental tafels. Een van de gasten was blijkbaar niemand minder dan Luc Tuymans, overigens. Het eten, een buffet, was trouwens succulent, vooral de blauwe kaas met peertjes, en de carpaccio van Sint-Jacobsvruchten.

Al bij al een zeer aangename avond, met fijn gezelschap: zowel Dirk en Ilse als Sven en Goedele, Barts partners bij Heaven Can Wait. Daarnaast heb ik ook een fijn gesprek gevoerd met mijnheer en mevrouw Claerhout, van het gelijknamige communicatiebureau.

Ne mens zou zich zowaar kunstzinnig beginnen voelen.

Gitaar

Wolf volgt dus sinds vorige week gitaarles. Zijn eerste lesje waren heel eenvoudige, en eigenlijk ook wel saaie noten. Logisch, maar toch. Gelukkig stond er een riedeltje bij dat je er overheen kan spelen, zodat het een liedje wordt.

En dus heb ik eigenlijk ook opnieuw de gitaar ter hand genomen, mijn oude boeken opnieuw bovengehaald, en ben opnieuw beginnen spelen. En het verbaasde me gigantisch hoe snel het eigenlijk allemaal terugkomt. Zeker die stukjes en studies die ik ooit voor examen heb gespeeld: mijn vingers kennen die gewoon nog autonoom. Alleen zijn mijn vingers zelf het niet meer gewoon: ik heb alweer bijna een blaartje op mijn linkerpinkje, want dat arme vingertje ziet af omdat mijn handen zo klein zijn.

Eigenlijk kijk ik ernaar uit dat Wolf ook wel al iets kan spelen: dan spelen we gewoon kleine duetten en zo. Machtig.

Gitaarles

Gisteren zijn Wolf en ik al even tot bij de gitaarlerares gegaan met mijn twee oude gitaren. Enfin, een oude gitaar van mijn vader, en mijn gitaar van vroeger, die ook al zowat de halve wereld heeft gezien. Beide gitaren hebben de nodige blutsen en builen, en eigenlijk ook barsten. De juf kon zich wel vinden in de gitaren, op voorwaarde dat ze hersteld werden, en gaf me het adres van een gitarenmaker/hersteller in Sint-Amandsberg.

Omdat ik niet graag half werk doe, trok ik vandaag al naar de luthier. Die keek even na wat er mis was, en schudde het hoofd: de herstellingen zouden meer kosten dan wat de gitaren nog waard waren. Helaas.

Nu had ik op zijn site (ha ja, altijd eerst even checken waar je naartoe gaat) gezien dat hij starterspakketten aanbood: een nieuwe gitaar, een stevige gitaarzak met rugriemen, een voetsteuntje, een pupiter, een stembakje voor aan de hals en een staander om de gitaar in te zetten, voor 290 euro. Ik had eigenlijk alles nodig, want stemmen doe ik op het gehoor (als violist heb ik daar geen problemen mee), mijn oude gitaarzak was versleten, net zoals mijn pupiter, en de rest heb ik nooit gebruikt.

Tsja. Ik heb dus meteen veel geld uitgegeven, maar nu heeft Wolf tenminste alles wat hij nodig heeft, en niet de oude brol van zijn mama. En geloof me: hij blonk van contentement!