Odi et amo

Elk jaar doe ik mijn leerlingen van het vijfde jaar een eigen vertaling/bewerking maken van mijn favoriete gedicht. Elk jaar zitten er een paar pareltjes tussen.

Ik geef er u hier een paar mee, gewoon omdat het kan. Maar met eerst de originele tekst, en dan mijn vertaling.

Odi et amo. Quare id faciam, fortasse requiris.
    Nescio, sed fieri sentio, et excrucior.

    Catullus carmen 85

Ik haat en ik heb lief. Waarom ik dat doe, vraag je misschien.
Ik weet het niet, maar ik voel dat het zo is, en ik ga eraan kapot.

 

Haat en liefde. Waarom doe ik dit ? Ik weet het niet , maar ik voel het en ik kan het niet meer aan.

(Kaoutar Laytouss)

 ♥

Ik haat je en ik hou van je – nee, ik weet niet wat ik voel
O Venus en Mars, kunnen jullie mij het antwoord geven?
Want ik ga hier aan ten onder

(Yashin Meiresonne)

Ik heb haat en vlinders.
Waarom? Geen idee.
Maar het vloekt.

(Tibor Reynebeau)

Ik hou van jou,
ik hou niet van jou,
ik hou van jou,
ik hou niet van jou.
Waarom ik de blaadjes van
dit onschuldig madeliefje verscheur?
Ik weet het niet, maar verscheurd
is exact hoe ik me voel.

(Shania Boudrez)

Een levend fotoboek. Herinneringen van pijn en verdriet, maar ook van vreugde en liefde. Dat is wat ik zie als je voorbij loopt. Het doet pijn, elke keer weer opnieuw. Hoe hou ik dit vol?

(Bodine Colpaert)

Haten en liefhebben, ik doe ze alle twee.
Jij vraagt waarom? Ik heb geen flauw idee.
Toch voel ik dat het gebeurt
En hoe de pijn me langzaamaan meesleurt.

(Aurora Martens)

In een donker bos maar tegelijkertijd op een regenboog.
Niemand zal ooit weten hoe ik er geraak,
behalve dat het niet zonder pijn was.

(Cathérine Steyaert)

WrOk
& toewijDing
de motIvering
voor dit fEit
dat is de kwesTie…
VerstAndeloos ben ik
M
aar de kwelling is
nOg zo groot.

(Emma Teetaert)

De liefde en de verachting
Oh, voor deze twee bestaat er geen verzachting,
en beiden blijven ze me kwellen, desalniettemin,
want ik haat, en ik bemin.

(Tijl Vander Beken)

Ik wil maar veracht
Weet niet waarom ik smacht
Voel en wacht
Zonder dat de pijn verzacht

(Sam Semey)

Dear me, dear me
Have I not suffered enough?
Can you not see
How much it kills me, my love?
For each day I’m drained
And can’t fathom why.
Is it worse being pained
Than it is to die?

(Elaine Van Sprang)

Gedichtendag

Voor gedichtendag iets heel eenvoudigs vandaag: een haiku, die wij twintig jaar geleden op onze trouwuitnodigingen schreven, en die intussen ook op de muur geschilderd staat in het toilet naast onze kamer. Gewoon, eenvoudigweg mooi.

Als er aan ’t leven
een kantlijn is, dan schrijven
wij daar verzen in.

 

 

Rups van de Saturniidae mot

Ik moet het niet hebben van motten. Vroeger was het ronduit een fobie en ging ik niet in een kamer als daar een mot zat, nu loop ik er in een boogje omheen, maar ik zal er nog steeds niet naartoe gaan.

Maar daarstraks zag ik, op de twitter van @bnox, een prachtige rups passeren. Foto van Marco Fisher, btw, die ronduit prachtige foto’s staan heeft op zijn pagina.

2048_9dc6_500

Ik dacht meteen aan Liberace: dit is toch gewoon een over-the-top-rups? Heerlijk gewoon!

Het volwassen exemplaar doet me enigszins huiveren, maar ik moet wel toegeven dat het een mooi beest is. Ik zou ze wel niet in mijn buurt willen zien fladderen, maar kom.

Petit paon de nuit

Een andere mot van diezelfde familie is deze, en die vind ik wel prachtig. Alleen dat haar…

65cafe9dfeff0de0705981245ac74521

 

365 – 26 december 2015 – soksneeuwman

Op 16 december zette Bart het volgende op zijn Facebook:
“Eet voort! Kleedt u aan! Maar ik heb geen zin in boterhammen. Maakt uw boekentas! Ik moet vandaag een zak rijst en een witte kous meebrengen. Eet dan cornflakes! Ik vind mijn schoenen niet. Hier, rijst en een kous. Mag ik een liedje zingen voor u? Uw schoenen staan nog boven in de badkamer! Ik ben vergeten dat we vandaag gaan zwemmen. Ja schat, da’s een mooi liedje. Maak dan eerst uw zwemzak!
En eet voort!
Nooit een gebrek aan ambiance ’s ochtends ten huize De Waele.”

Een en ander resulteerde in dit:

365-dec26

Het laatste loodje

Dat het een zwaar was, dat laatste loodje vandaag.

Om half negen zat ik alweer op school: vergadering voor het fotoproject van de vijfdes. Tegen half tien dienden de eerste leerlingen zich aan om hun examen in te kijken, en dat bleef wel eventjes zo. Maar twee uur is voor velen te lang, als ze geen problemen hebben. En dus zat al gauw mijn klas vol met kletsende leerlingen, waaronder zelfs twee die geen Latijn meer doen, maar telkens weer bij mij komen zitten babbelen. Eigenlijk best wel fijn…

Enfin, ik deed nog wat administratie, kletste wat met collega’s, en ging om één uur naar de mooie en best wel ontroerende afscheidsspeeches van twee collega’s die met pensioen gaan. Ze zullen allebei gemist worden, zoveel is zeker, ook door mij. Er volgde heel kort een receptie, want om twee uur zat er alweer een ouder voor een gesprek met mij en de directie: zelf een leerkracht zijnde had ze gisterenavond ook oudercontact en kon ze dus niet aanwezig zijn. Tsja…

Enfin, een uurtje later werkte ik de administratie af, en reed ik naar de kinderen. Om eerlijk te zijn: ik was doodop. Maar ik gaf hen een vieruurtje, verwerkte de foto’s van vandaag, en bracht Wolf tegen vijf uur naar de muziekacademie. Opnieuw thuis zat ik Kobe behoorlijk stevig achter zijn vodden zodat die klaar was voor zijn kerstfeestje van de scouts om zes uur, spoelde mijn antibiotica door met een Dafalgan, gooide Kobe af op de scouts, en reed met Merel door naar Evergem, voor Wolfs kerstconcert. We luisteren tot Wolf klaar was met spelen, muisden er vanonder, gingen snel eten, en Wolf ging om zeven uur naar zijn scoutsfeestje.

En om acht uur ging ik Kobe weer ophalen aan de scouts. Het is gelukkig niet ver, maar ik laat Kobe toch liever nog niet te voet in het donker gaan.

En toen? Toen trok ik een losse broek, dikke sokken en een wollen gilet aan, en plofte in de zetel. Vakantie? Vakantie! Oef.

Dagje vol muziek

Bij mij is dat zeer wisselend, het luisteren naar muziek. Soms gaan er weken voorbij dat de enige muziek die ik hoor, die van de autoradio is. En dan staat die vaak ook nog uit.

Muziek hangt bij mij sterk samen met mijn stressniveau’s. Als het druk is, heb ik behoefte aan stilte. Veel stilte. In mijn hoofd heerst er voortdurend chaos, versterkt door ganse klassen leerlingen, het getetter van de kinderen, het geluid van de gigantisch irritante stemmetjes van kindertv, en gewoon random geluiden. Ik wil dan ook geen extra mensen zien, of afspreken met vrienden. Eigenlijk ben ik in se een heel asociaal mens. Ik wil dan het liefst alleen zijn, in absolute stilte. Dus ook geen tv of muziek.

Maar dan zijn er van die momenten dat de ergste drukte achter de rug is, dat de stress gevoelig vermindert, dat ik het precies weer allemaal onder controle krijg. Pas dan is er weer ruimte voor muziek. En die komt dan in de meest uiteenlopende vormen.

Neem nu deze morgen. Ik was eigenlijk al heel vroeg heel productief, en dat wil wat zeggen, want ik ben absoluut geen ochtendmens. Om half negen waren de kinderen al netjes naar school gebracht, had ik de taart van gisterenavond nog versierd, de keuken volledig opgeruimd, en zat ik al met een koffie achter mijn scherm, examens te maken. En dan kan daar gerust Spotify bij ^^ Ik heb, dankzij Bart, een abonnement, dus zonder reclame. Een van de ongelofelijk wijze features is de Discover Weekly. Spotify gaat dan zelf, op basis van de nummers waar je naar luistert, elke week opnieuw een lijstje opstellen van twintig nummers. Sommige nummers klik ik meteen weg, andere zijn compleet onbekend, maar de meesten gaan meteen in een van mijn vaste playlists. Héérlijk!

Onbewust waren toch weer de nummers van Stereomoon – bandje van een vriend waar ik het gisteren over had – in mijn hoofd geslopen, dus ook die mochten er even bij.

Toen de kinderen dan thuis kwamen, begon Wolf meteen gitaar te spelen, en haalde daarna ook Kobe zijn fagot boven. Lag het nu daaraan, of het feit dat ik eerder deze week de altviool van een leerling in handen kreeg, ik weet het niet, maar ik had plots ongelofelijk veel zin om mijn viool na tien jaar nog eens van onder het stof te halen. En neem dat laatste gerust letterlijk.
De kinderen keken hun ogen uit: Wolf herinnerde zich vaag dat die viool vroeger aan de muur in de woonkamer hing, voor de verbouwingen. Kobe wist zelfs niet eens dat ik een viool had. En tot mijn grote verbazing kwam er nog een redelijke klank uit ook. Absoluut niet zuiver, toegegeven, maar de basis zit er nog in.

Nog wat later zag ik op Facebook plots het nieuws verschijnen dat een vriendin naar het concert van de Cure ging, volgend jaar in november. Ik stuurde het bericht meteen door naar mijn broer, die prompt vier tickets bestelde, waarvan eentje voor mij. Het had meteen mijn dag goed gemaakt, mocht die nog niet goed geweest zijn.

En om de dag af te sluiten, bleven Bart en ik per ongeluk hangen op Canvas, bij een ronduit schitterende documentaire over Rammstein. Da’s nog zo’n groep die ik ongelofelijk graag eens live zou willen zien, maar dan niet op een festival, maar op een eigen concert, zodat ze het hele vuurspektakel kunnen uitproberen. Geef toe: weirdo Duitsers, keigoeie muziek en vuur, wat wil ne mens meer?

Stereomoon

10305174_646521655463887_376394989636667266_nEen van de mensen die ik dit weekend op Omen heb leren kennen, is Linus. Behalve een hele fijne gast is hij ook nog een begenadigd zanger, zo blijkt.

Toen hij dat vertelde, zei ik dat ik ook wel zong, en begon prompt samen met iemand anders een Frans liedje te zingen. Daar schaam ik me nu eigenlijk wel voor, want mijn stem komt in de verste verte niet in de buurt van wat hij zingt. Gisteren ben ik namelijk op Youtube even gaan kijken naar een paar liedjes van zijn groep Stereomoon, en “aangenaam verrast” is eigenlijk een understatement. De groep kan meer dan behoorlijk spelen, de extra stemmen passen er bijzonder goed bij, maar vooral: ik ben als een blok gevallen voor Linus’ stem. Warm, een speciaal timbre, en het helpt ook wel als je weet dat de kerel in kwestie eigenlijk ook nog serieus sympathiek is.

(Ja, ik ben dus twee keer op dezelfde dag gevallen voor twee mannenstemmen: een operazanger en een, tsja, folkpopzanger. Ik en stemmen, jongens toch.)

Doorgaans stelt het niet veel voor, wanneer iemand die je kent, zegt dat hij/zij een groepje heeft, en vraagt of je even wil luisteren. Dit is duidelijk anders.

Neem nu dit liedje:

 

Geen idee eigenlijk onder welk genre het zou moeten passen, ik weet alleen dat het verschrikkelijk in mijn hoofd blijft hangen, en dat ik dat helemaal niet erg vind. Wolf is trouwens vandaag van school gekomen, terwijl hij dat liedje aan het neuriën was, go figure.

Ook zo’n fijn nummer is dit:

 

Er staan nog maar vijf nummers van hen online op hun Youtubekanaal, maar ik zou zeggen: check het eens uit, ik vind ze de moeite. En ik denk dat ik volgende vrijdag me zelfs de moeite ga doen om tot in Boom te rijden, naar PuttekeWinter op het domein de Schorre, want daar spelen ze.

Als ze zelf niet opgeven, gaan we daar nog van horen. Toch wel. En dan ken ik de zanger, lekker puh!