2017 in beeld

Wat zou nieuwjaarsdag zijn zonder een filmpje waarin al mijn foto’s van de dag gebundeld worden? Het laat de kleine dingen zien die me opvielen, de dag typeerden, of die me gewoon blij maakten: een prachtige lucht, een bloem, de glimlach van de kinderen… En het is mooi om de dingen te zien veranderen en de kinderen groter te zien worden.

De filmpjes van vorige jaren zijn trouwens ook ongelofelijk fijn om opnieuw te bekijken: je ziet de kinderen gewoon opgroeien! Dit was 2016, 2015, 2014, 2013 en 2012.

De muziek is “Sound of Silence” van Disturbed.

Straatgedichten

Als je erop begint te letten, is er eigenlijk ongelofelijk veel poëzie in het straatbeeld. Gent spant de kroon met zijn restanten van de poëzieroute uit een ver verleden. Maar het blijft leuk om die pareltjes te ontdekken. Maar ook overal elders duikt er poëzie op. Dit is wat ik verzamelde in 2017, en misschien ook nog wel 2016.

Blijkbaar was er in het najaar iets met gedichten in etalages in Gent. Ik heb er maar een paar gefotografeerd, eigenlijk…

Onderstaand gedicht staat aan de Zwadderkotmolen in de buurt van Oudenaarde.

IMG_3151

Dit is dan weer een overblijfsel van de poëzieroute, en is te vinden aan de voet van het Belfort in Gent.

IMG_0414

Nog eentje aan het begin van de Oude Houtlei, naast Café Labath:

IMG_9218

Dit hangt aan de kerk in Ursel:

IMG_1160

Gespot op de veerboot van Langerbrugge:

IMG_1592

Op het domein De Campagne in Drongen:

IMG_2981

Ergens in Kopenhagen. Misschien eerder spreuk dan gedicht, maar bon.

IMG_3342

Temidden van de Zomergemse velden:

IMG_1652

 

 

Maak de Stad

De voorbije zaterdagen was Kobe naar Nerdlab hier in Wondelgem gegaan, en vorige zaterdag kreeg hij de kroon op het werk: een kleine tentoonstelling, met een speech van Ayo en boterkoeken. Hij was apetrots, en Merel en ik gingen dus ook een kijkje nemen.

Het lijkt misschien niet veel, maar geloof me, ze hebben er stevig aan gewerkt.

Cantandum

Doordat mijn rug kapot is, geraak ik uiteraard ook niet in mijn koor. Ik heb daar hartzeer van, echt, want ik kon de repetities goed gebruiken. In januari hebben we namelijk twee concerten, en ik heb nog serieus wat oefenwerk. Maar bon, ik zal dan maar hier thuis zorgen dat ik alles instudeer zeker? Het is niet hetzelfde, maar het zal wel helpen, en hopelijk lukt het me tegen december om toch tenminste die twee uur in het koor te zitten. Ach, we zien wel.

Ik heb van hen in elk geval al een allerliefst kaartje gekregen om me beterschap te wensen en me een hart onder de riem te steken. Ze missen me, zeggen ze…

Ik kan gelukkig wel op mijn laptop werken, hier al liggend in de zetel, en dus had ik tijd genoeg om aan de website van het koor te werken. Veel is het nog niet, want het is niet alsof we een echte historiek hebben, en voorbije projecten en zo, maar bon, er staat tenminste al iets op.

Voor wie het eens wil zien: www.cantandum.be. En wie over een goeie stem en een stevige dosis notenkennis beschikt, mag ook altijd gerust komen meezingen hoor!

Strange Comedy

Per semester gaat de Cultuurcel van onze school naar drie voorstellingen. Blijkbaar was er niet zo’n enthousiasme voor de voorstelling van vanavond in CC de Stroming in Sleidinge, en dus hadden de organisatoren gevraagd, aangezien ze nogal wat tickets over hadden, of we geen zin hadden om mee te gaan. Goh, de website beloofde een mix tussen circus, illusies en humor, dus waarom niet? Ik schreef Wolf, Kobe en mezelf in.

Tsja…

Laat ons zeggen: de afwezigen hadden gelijk. Hmpf.

Ik heb er daarstraks, na de voorstelling, nog een recensie van geschreven voor de schoolwebsite, hier te lezen.

 

 

Ode Gand

Ik wou al lang eens naar Ode Gand, maar het was er eigenlijk gewoon nog nooit van gekomen. De publiek toegankelijke dingen leken me veel te druk, en voor tickets was ik keer op keer te laat.

Toen Bart me een goeie maand geleden vroeg of ik mee wilde, zei ik zonder aarzelen ja. ‘Oh’, zei hij, ‘is er geen Omen mini dan?’ Wel, Ode Gand gaat voor op die mini, en dat vond hij redelijk straf. Toen hij er nog aan toevoegde dat het op uitnodiging was, met eerst uitgebreide receptie op het stadhuis, en dan in een bootje op het water, vlak voor het podium, werd mijn grijns alleen nog maar groter.

Alleen waren we vandaag allebei behoorlijk moe, zodat het half vijf was tegen dat we met de fiets in ’t stad stonden. Tsja… De meeste dingen waren al voorbij, maar we luisterden even naar een zangeres op het Sint-Baafsplein, en liepen toen naar de Orpheus-zaal, die ik niet eens kende, eigenlijk. Daar kon je met een virtual realitybril aan den lijve ondervinden hoe het is om in een orkest te zitten. Dat orkest, dat kende ik al, maar die VR, dat was amusant zeg! Plots zat niet langer Bart naast me, maar wel een klarinettist! Was me dat even schrikken… Enfin, het was het kwartiertje wachten wel waard, ja.

Aangezien het toen pas kwart over zes was en we maar binnen mochten op het stadhuis om 19.00 uur, gingen we rustig samen nog een koffie drinken. Allez, ik koffie met taart, Bart een glas wijn met kaasjes. Lekker, dat zeker, maar 6.50 euro voor een stukje taart? Is dat niet wat veel? Hmm?

Enfin, een beetje na zevenen waaiden we het stadhuis binnen, meer bepaald de Pacificatiezaal. In het begin kwam de receptie bijzonder traag op gang, als in: we gaan straks nog een pak frieten halen. Tegen het einde was ik echter propvol, en kwamen ze zelfs nog af met dessert. Dik in orde, zeg!

En toen werden we gesommeerd om ons naar de bootjes te begeven, jawel. En ik ben echt met mijn gat in de boter gevallen: wij zaten op de allerbeste plaatsen! Niet het bootje voor ons, want dat moest te schuin richting podium kijken, maar wel ideaal geplaatst, zodat we ook de organist nog konden zien. En dan ook nog de beste plaatsen in het bootje: vooraan, naar het podium gericht. In het bootje was er dan ook nog volop cava (niet voor mij dus) en fruitsap voorzien, knabbeltjes, én fleece dekentjes ^^

Dan was er eerst het optreden van een schitterende a capella groep: The Swingles. Ongelukkige naam, maar prachtige stemmen.

En daarna Cameron Carpenter, een Amerikaanse organist met een zeer groot ego, en het Belgische Kamerorkest onder leiding van Roberto Beltrán-Zavala. De organist werd aangekondigd als spektakel, maar ik vond dat wat tegenvallen, ja: hij zag er wel flashy uit, maar de orgelstukken waren, tsja, gewoon orgel, vrees ik. Niet dat de man niet kan spelen, integendeel, maar dat hij Gras- en Korenlei in vuur en vlam zette? Dat nu ook weer niet. Het stukje ballet was dan wel weer mooi, maar behoorlijk klassiek.

En toen, toen was er vuurwerk. Niet zomaar vuurwerk, maar vuurwerk op de live gespeelde tonen van Händels Music for the Royal Fireworks. Als het mij al zo een kick gaf om dat te horen, wat moet het dan niet geweest zijn voor het orkest? Je oefent dat in, repeteert, en dan mag je dat uitvoeren, niet in een duffe zaal, maar op een openluchtpodium op het water, terwijl er effectief een gigantisch vuurwerk wordt afgestoken. Zalig!!

Waar ik ook enorm van genoot, was het nachtelijke boottochtje: onze ‘kapitein’ had de opdracht gekregen om iedereen te gaan afzetten aan de Ketelvest, maar onze fietsen stonden aan het stadhuis, waardoor wij liever terug aan de Grasbrug afstapten, en we dus konden genieten van een nachtelijk tochtje over de Gentse binnenwateren.

IMG_0286

Mijn fiets deed lastig – achteraf gezien dat de rem serieus sleepte – en dus gaf Bart als een ware gentleman mij zijn elektrische fiets, en peddelde hij gezwind zich in het zweet.

My guy takes me places, and I love it!

 

Feestmaal op een feestdag, en dan cultuur

Hoogdag vandaag, en wat doet ne mens dan? Jawel, zijn ouders nog eens uitnodigen. ’t Is niet dat we ons pa nog niet gezien hadden de voorbije dagen: zondag was hij hier geweest, en gisteren hadden we hem gezien bij de vijver.

Maar als Nelly toch kwam eten, dan kunnen we hem net zo goed ook vragen: die twee hebben toch altijd vanalles om over te babbelen, de beurs en de gezondheid en zo.

Bart had andermaal een feestmaal voorzien, met een hapje, en dan zalm met pasta en een groentebereiding die ongelofelijk lekker was, een kaasbordje met een verse vijg die Nelly had meegebracht, druiven en bramen uit Marcs tuin, en een dessertje met mijn eigenste bramenconfituur. Oh, en cake, daarna. Kobe had zelfs een appelzwaantje gemaakt.

Er moest een aantal dingen besproken worden, maar daarna kegelden we de oudjes ongenadig buiten: ik wilde per se met het ganse gezin nog naar de Verbeke Foundation in Stekene, en het is niet alsof de vakantie pas begonnen is.

Enfin, we liepen rond in een prachtige tuin waar de aliens waren neergestreken, oordeelden dat de serres een beetje op Tattooine leken, genoten ook van de collages in het binnendeel (waar Merel en Kobe zelf ook een collage vormden), zagen dat het welletjes was voor Wolfs rug, en dronken er iets. En keken dan nog naar het andere binnengedeelte.

Tegen half zes waren we thuis, en nog wat later stonden er vijf potjes vijgenchutney te blinken. Wat doet ne mens anders met 800 gr. bijzonder rijpe verse vijgen?