Van vipdiners en fijne feestjes

Het was me het avondje wel, gisteren.

Al zoveel jaren word ik uitgenodigd op het Halloween feestje van Bart en Birgit, en de paar keren dat ik er gelukkig wel geraakt ben, heb ik me altijd keigoed geamuseerd.

Alleen zag ik het dit jaar niet zitten. Te ver rijden naar Antwerpen, te druk, te lastig voor de rug… Ik twijfelde en twijfelde, en toen Bart zei dat er weer een VIPdiner was het in het S.M.A.K. en me uitnodigde om mee te gaan, zei ik onmiddellijk ja.

Iets over zeven stonden we dus in het S.M.A.K. voor een soortement retrospectieve van de Vrienden van het SMAK, en daarna nog een tweede tijdelijke tentoonstelling. Daar ben ik weer dat koppel tegen het lijf gelopen waar ik de vorige keer me zo mee geamuseerd heb, en blijkbaar was dat wederzijds, want we gingen prompt aan dezelfde tafel zitten, met alweer een zeer geanimeerd gesprek.

Kwart voor elf vertrokken we ginder, en ik was eigenlijk nog helemaal niet moe, en zelfs een beetje hyper door het gelach met die mens. Ik besloot dus om alsnog naar Antwerpen te rijden voor dat feestje. En een kostuum? Wel, ik had geen zin om me echt om te kleden, dus ik hield mijn zwart kleedje gewoon aan, gooide daar een roodbruine cape van de kinderen over,  nam een rieten mandje, legde daar een wolvenmasker in, en gooide daar een handdoek over. Roodkapje met een twist dus.

Ik heb me, zoals verwacht, bijzonder goed geamuseerd, en lag maar in bed tegen half vijf of zo. Go figure. Tsja.

Van zingen en eten en cachen. En ook wel De Haan

Ik was eigenlijk redelijk vroeg op vanmorgen, rond half negen, en dus ging ik voor een ochtendwandeling in de crispe ochtendlucht (is daar eigenlijk een goed Nederlands woord voor?) doorheen de doodstille straten van Lage Mierde, en genoot.

Toen was er ontbijt, en nog een stevige repetitie van een uur of twee.

En toen was er een bijzonder lekkere waterzooi die Monique nog deze morgen had klaargemaakt, voor ze nog voor de middag vertrok om in de namiddag een feest te verzorgen.

Na het eten hielp ik nog even met opruimen, en toen vertrok ik huiswaarts, maar niet zonder nog een aantal caches te passeren. Eerst ging ik een hele mooie ophalen, waarvan ik de gegevens al tijdens de ochtendwandeling had verzameld. Een van de mooiere die ik al gezien heb.

Daarna reed ik richting Gent, maar met nog wel een paar mooie caches onderweg.

En ’s avond reed ik voor de laatste maal met Wolf naar De Haan. Daar hebben we de kans gegrepen, nu het al donker is om half acht, om er een nachtcache te zoeken. Je gaat naar de aangegeven coördinaten en schijnt daar rond met een zaklamp, tot je een reflector ziet oplichten. Daar vind je dan de volgende coördinaten, en zo uiteindelijk de stash. Leuk, echt leuk, en onze allereerste nachtcache.

Wolf was tegen negenen in het Zeepreventorium, en ik reed fluks naar huis.

Een mooie dag met veel buitenlucht en veel gewandel, maar dat heeft me ook echt fris in ’t kopje gemaakt.

Koorweekend

Ik weet dat ik vroeger nog op koorweekend geweest ben met Furiant, maar dat is echt al lang geleden. Cantandum bestaat intussen dik anderhalf jaar, en is vorig jaar ook al op koorweekend geweest. Toen was ik helaas gaan larpen, dus dat lukte toen niet.
Deze keer zag ik het wel helemaal zitten. Ik ben nochtans helemaal geen sociale, en ik ga dus ook niet graag op dat soort weekends, maar deze keer blijkbaar wel, ook al ken ik die mensen niet echt.

Ergens was ik wel opgelucht dat ik alleen kon rijden: dan kon ik vertrekken wanneer ik dat wilde – in casu na het afzetten van Kobe op zijn muziekles – en op het gemak mijn ding doen. Anderhalf uur later, en vijf euro armer want de files vermeden via de Liefkenshoektunnel, reed ik Lage Mierde binnen. Waar ik nog een van de eersten bleek door bovengenoemde files. Enfin, ik installeerde me in een gigantische kamer samen met Marianne, en zag dat het goed was. De foto’s zijn van vandaag.

Daarna waren er croques en een eerste stevige repetitie, en toen was ik al meteen zo moe dat ik gewoon in mijn bed gekropen ben daarna, zo tegen kwart voor elf. Stevig dagje…

Vanmorgen zaten we om negen uur aan het ontbijt, en tegen half tien werd er alweer gezongen, uiteraard. De Christmas Cantata van Nils Lindberg, het is niet van de poes.

’s Middags zorgde Monique, de vrouw van onze tenor Hendrik en traiteur, voor een stevige broodmaaltijd, en daarna gingen we met zijn allen wandelen. Als in: 10 kilometer door de Nederlandse bossen en velden, langs water en vooral langs heel veel paddenstoelen. We hielden uiteraard halverwege een welverdiende rustpauze in een groot openluchtcafé, en toen werd het wat frisjes, maar verder kon je gewoon in een Tshirt rondlopen. Vreemd weer, vreemd weer!

Thuisgekomen moest ik even liggen want de rug vond die 10 kilometer niet zo fijn, maar bon. Een dik half uur later werd er nog een goed uur gezongen, en daarna was er een feestmaaltijd voor het Ceciliafeest: een viertal hapjes zoals paling in ’t groen en versgefileerde tongrolletjes, en dan een hoofdgerecht van eendenborst met verschillende soorten groenten. En last but not least verse ananas met witte chocolademousse en een saus van mango. Monique had de hele namiddag stevig doorgewerkt, maar het was de moeite! Er was een ode, ook de dirigent hield een korte speech, en helaas viel de nochtans minutieus voorbereide quiz in het water wegens tijdsgebrek. Zonde van het vele werk…

Tegen middernacht lag ik in bed, moe in lijf en leden. Een vermoeiende maar zeer vervullende dag, jawel.

Toneel in ’t stad

Toen ik hoorde dat Guido Vanderauwera opnieuw zijn Cicero speelde in theater Tinnenpot, zag ik het meteen zitten om met onze vierdes, vijfdes en zesdes Latijn ernaartoe te gaan. Directie vroeg meteen of dit niet kon voor alle vijfdes en zesdes, maar dat ketste ik meteen af, de voorstelling van 2012 indachtig.

Ik fietste dus vrolijk met een collega iets over enen richting stad, ging met hem iets eten op het terrasje van Boon, de vroegere Veneziana, en stelde vast dat het er lekker en wonderwel goedkoop is: 13.5 euro voor een stevig stukje quiche met slaatje en een hippe Wostok met abrikoos en amandel.

Netjes om twee uur stonden we me 53 leerlingen aan het theater, en tien minuten later stond Cicero het beste van zichzelf te geven. De bespreking volgt nog op de website van de school, maar is op zich niet zo verschillend van wat ik vroeger al schreef: een zwaar stuk dat toch wel enige voorkennis vereiste.

Aansluitend fietste ik nog even tot aan de Hema om extra pepernoten, en ging dan naar huis. Toch vreemd dat ik er vroeger zelfs niet aan gedàcht zou hebben om met de fiets te gaan, terwijl ik het nu de meest normale zaak van de wereld vind en er nog intens van geniet ook.

En straks dan naar Nederland, naar Lage Mierde, maar dat is voor morgen.

Wie gaat mee naar Senne Guns?

Yup, Senne is een oud-leerling van onze school en komt zijn nieuwe voorstelling – eerder cabaret dan muziek, stijl Kommil Foo – bij ons op school  try-outen op 9 november. 10 euro per kaart, fijn volk gegarandeerd.
Wie gaat mee? Laat me iets weten, en ik zorg voor de kaarten.

Meer info hier op de schoolwebsite.

Girl

Om vijf uur stond ik vandaag met Wolf in Brugge, meer bepaald in Cinema Lumière. Bart was er al met Dirk en Ilse voor de avant-première van Girl, een Belgische film – Vlaams is niet correct, want het speelt zich af in Brussels, half in het Frans, half in het Nederlands – over een transgender meisje, geboren in het lichaam van een jongen, maar vastbesloten om ballerina te worden. De combinatie van het genderprobleem met de loodzware opleiding in het balletschool maakt het bijzonder intens.

Zoals de regisseur achteraf beklemtoonde is het niet het verhaal van een meisje (jongen?) dat moet opboksen tegen een niet-begrijpende en niet-accepterende wereld, integendeel: ze heeft een warme begrijpende vader, een accepterende familie, perfecte geneeskundige zorg, en eigenlijk zelfs een klas die haar min of meer accepteert zoals ze is. Er is dus geen slechterik in het spel, een kwestie van goed versus kwaad, en dus ook geen moraliserend opgestoken vingertje.

Het is het verhaal van een meisje dat, gevangen in een jongenslichaam, met zichzelf in de knoop zit en daar maar heel moeilijk uit geraakt.

Was ik geraakt door de film? Welzeker, hij is de moeite waard, een aanrader. Maar let vooral op de prachtige fotografie, en de onwaarschijnlijke vertolking van Victor Polster, een jonge gast die de rol van zijn piepjonge leven neerzet. Dat is ook de vraag die de regisseur het vaakst krijgt: waar heeft hij dit juweeltje gevonden? Polster is blijkbaar een danser die een professionele dansopleiding volgt, en dansers hadden ze nodig voor de balletschool. Hij had daarnaast de perfecte androgyne uitstraling, en blijkbaar ook nog een stevige dosis acteertalent, met een ongelofelijke naturel.

De film is goed, maar ik was vooral van mijn sokken geblazen door Victor Polster, jawel. Daar gaan we nog van horen. Ga nu vooral kijken naar wat hij ervan maakt. En laat u meeslepen in het verhaal van een transgender, dat voor elke persoon toch weer helemaal anders is en tegelijk herkenbaar. Doen.

Meisjesweekend

Bart zit in New York, de jongens zitten op Roanoke, en dus hebben Merel en ik het kot voor ons alleen. Gisterenavond hadden we daar niks aan omdat we zo laat thuis waren van Geel, maar vandaag gingen we het onderste uit de kan halen, en dat hebben we dan ook maar gedaan ^^

Ze had eerst muziekles van negen tot elf in Evergem, en daarna zijn we gezellig op de markt gaan rondlopen om alle ingrediënten voor de lasagne morgen te verzamelen. Net geen negen euro voor een kleine pompoen, een zak wortels, drie paprika’s, een bak champignons, twee ajuinen en een pastinaak: geen geld! En vooral ook kraakvers.


Thuis propten we alles in de koelkast en stapten daarna samen de fiets op, gewapend met een rugzak en een fietsmandje, aangezien Merel achterop zit en mijn fietstassen dus niet bruikbaar zijn. Het was immens stralend weer, en we genoten intens van het fietstochtje.

Aan de Hema werd onze fiets netjes op de fietsenparkeerplaats gestald, en gingen we gezellig samen frietjes eten, zalig in de zon op het grote terras daarboven, onder begeleiding van de zoele klanken van een hakkebord.

Ik had intussen gemerkt dat mijn achterste fietsband niet echt hard meer stond, en dat mijn slot dreigde te blokkeren, dus we wandelden rustig naar de fietsherstelplaats onder de Stadshal voor een druppel olie en een zucht lucht, die ik beide met de glimlach en voor niets kreeg. Dik in orde!

We fietsten naar de Reep om de nieuwe waterloop te bezichtigen en meteen ook de cache aan de Scaldissluis te vervangen, en zagen ook voor het eerst effectief een kajak gebruik maken van de kajakglijbaan.

We fietsten fluks door naar de Hopper om nieuwe scoutstruien, en zaten nu al zo ver dat we maar gewoon doorfietsten naar het Citadelpark. Daar gingen we eerst even rondlopen in het S.M.A.K., maar stelden vast dat Raoul De Keyser ons ding niet is. Marcel Duchamp zagen we al beter zitten, eigenlijk. We zijn dan maar nog Pokémon gaan vangen in het park, en maakten er een zeer aangename wandeling van.

We hadden eigenlijk iets willen drinken in de kiosk daar in ’t park, maar blijkbaar was dat maar tot eind september. Tsja, er zat dan maar niks anders op dan terug naar ’t stad te fietsen en daar een ijsje te halen. Hoe jammer nou… Maar eerst fietsten we nog vrolijk door het Miljoenenkwartier om twee caches op te halen.t

We sloegen nog stapels pepernoten in in de Hema, een ongelofelijk schattige vleermuisdiadeem en nog wat extra Halloweengerief, en fietsten toen gewoon naar huis, om tegen half zes gewoon in de zetel te ploffen.

Om zes uur haalden we onszelf weer uit de zetel, sleepten ons naar de winkel, en sloegen vooral, naast sandwiches, ook hapjes in. Tegen zeven uur versierden we het huis, trok Merel haar vleermuisonesie aan, en nestelden we ons samen in de zetel met een zak monsterchips en een fijne heksenfilm.

Toen ik haar om negen uur in bed stak, kreeg ik een extra lange knuffel: “Dank je mama, voor zo’n geweldige dag!” En ik kon dat alleen maar beamen.