Lectuur: “The Grapes of Wrath” van John Steinbeck

Toen ik aan dit boek begon, wist ik dat het geen evidente ging zijn. Ik had al gelezen dat het een zeer zwaar boek was, nu niet bepaald optimistisch, en dat ik er niet vrolijk van ging worden. Maar aangezien het echt een klassieker is, een prijswinnaar en eentje van deze lijst, vond ik dat het eigenlijk niet mocht laten liggen.

Ik ben er in september aan begonnen, heb het toen ongeveer half uitgelezen, en dan een hele tijd laten liggen, terwijl ik een reeks andere boeken tussendoor las. Het was me iets te depressief, te zwaar, het deed me te veel nadenken.

In december heb ik het opnieuw opgepikt en uitgelezen. En daar ben ik wel blij om, want het is effectief een bijzonder goed boek. Het volgt een uitgebreide familie tijdens de Grote Depressie in de Verenigde Staten: omdat er gewoon niks meer te verdienen valt met landbouw en hun grond – die ze huren – opgekocht wordt door gigantische bedrijven met machines, verhuizen de Joads noodgedwongen met hun karige hebben en houden naar California, het beloofde land. Alleen is dat niet zo gastvrij als ze wel dachten, en hebben de boeren daar massa’s volk werk beloofd om dan uit de duizenden werkzoekenden er een paar te vinden die voor absolute bodemprijzen toch willen werken. En werken moeten ze, want er is niks te eten, niks te verdienen, geen huizen, gewoon… niks, behalve de hongerdood.

Zoals gezegd, je wordt er niet meteen vrolijk van. Maar wil je een boek om je tanden in te zetten, eentje dat je doet nadenken en dat bovendien goed geschreven is? Ga er dan voor, maar trek er wel voldoende tijd voor uit.

 

Gedichtendag 2020

Verdomd! Ik had voor gedichtendag vandaag al iets op mijn facebook gezet, met het idee dat ook hier te posten. Dat bleek Herbstdag van Rainer Maria Rilke te zijn, en laat ik dat nu al in 2015 hier gepost hebben, zeg! Ik vind het dan ook een prachtig ingetogen gedicht, maar ik wist dus niet dat ik het hier al gezet had.

Tsja…

Gelukkig had ik ook nog een ander gepost, eentje van Hugo Claus, omdat ik vandaag ook in de Labath zat, het koffiehuis in Gent tegenover de Hotsy Totsy, de club waar Claus graag kwam en waarover hij ook een gedicht heeft geschreven. Dat gedicht hangt nu in het groot aan de zijgevel, en telkens weer lees ik het even.

Achter deze gevel hier
heerste gisteren nog Heracles,
de beschermer van de bron
van de heilige dranken.

Bij menige dageraad
heeft hij bij het bijtanken
het leed van zijn vrienden gelenigd.

Hij hield van het woord: Kameraad…
van boksen, genever, roulette
en het raadselachtig spel van de liefde.

Nu is het glas geledigd.
Nu zijn de kaarten geschud.
Amen en uit is het boek.
Toch wankelt de goedlachse reus
nog bij de voordeur
en blijft hij naar ons wuiven
in de mist van gisteren nog
hier om de hoek.

 

De gedichten van vorige jaren:

2019: Hans Lodeizen met Kus me.

2016: onze trouwhaiku
2015: Rainer Maria Rilke Herbsttag
2014: Horatius met zijn Leuconoë, het gedicht waarin carpe diem ook echt geschreven staat
2013: Jan Engelman met Vera Janacopoulos
2012:  Horatius over de Soracte, mijn sneeuwgedicht
2011: een anoniem Oud-Grieks gedicht,
2010: Cees Buddingh met zijn Blauwbilgorgel
2009: Paul van Ostaijens Melopee
2008: Hans Andreus met Voor een dag van morgen
2007: Catullus met Odi et Amo
2006: Catullus met mijn allerfavorietste gedicht, en ook zijn carmen 5 Vivamus

Scala

Uiteraard kende ik Scala al, het beroemde meisjeskoor van de broertjes Kolacny. Bart vroeg me om mee te gaan naar het nieuwjaarsevent van de KBC in het Marriot, met optreden van Scala, en ik zei niet nee. Ik wilde ze nog wel eens zien, want op de Gentse Feesten een paar jaar geleden waren ze me tegengevallen en waren we na een kwartier of zo weggegaan.

Wel…

Ze zingen schitterend, dat moet gezegd zijn. Geen valse noot, geen enkele die net iets te vroeg of te laat is, de stemmen mooi op elkaar afgestemd… En toch, zoals Bart het stelde, toch was het saai. Dat komt door de arrangementen die eigenlijk elke keer klop hetzelfde zijn. Het programma was deze keer volledig Nederlandstalig, opgebouwd rond meisjesnamen, en er zaten echt hele mooie dingen tussen, zoals “Irene” van De Mens, of “Annelies uit Sas van Gent” van Louis Neefs. Oh, en het prachtige “Anne” van Herman Van Veen.

Maar zo goed als elk nummer begon eenstemmig, om dan open te waaieren in drie stemmen die netjes binnen de akkoorden harmoniseerden, met allemaal krek dezelfde tekst netjes op hetzelfde moment. Geen afwijkende akkoorden, geen teksten die door elkaar durfden te lopen, geen… Sorry, geen greintje originaliteit. En daardoor na verloop van tijd alleen nog meer van hetzelfde.

Ik kan me best voorstellen dat dit inderdaad inspeelt op de vox populi, maar  Bart en ik zaten erbij en keken ernaar. En moesten regelmatig lachen om de teksten van de twee broers, want ja, die zijn echt wel spitant en durven inspelen op het publiek. Maar de muziek? Helaas, die liet ons warm noch koud, hoe goed het op zich ook gezongen was.

Dus nee, sorry Scala, jullie zijn niet iets voor mij. Geef me dan maar Furiosa van Steve, het meisjeskoor uit Arte Musicale. Die hun programma is net iets gedurfder, iets veelzijdiger, iets uitdagender, en daardoor zoveel boeiender. Wellicht net daarom ook niet geschikt voor een event van de KBC, maar bon.

Peer Gynt

Vorig jaar had ik niet echt veel tijd, maar dit jaar wilde ik tijd màken voor de activiteiten van de Cultuurcel, toch wanneer er nog plaats was. Voor de voorstelling van Peer Gynt vanavond in het Brugse Concertgebouw was er effectief nog plaats voor collega’s, en dus mocht ook ik mee. Wolf was voor het eerst ook mee, samen met Arwen en een paar vrienden.

De voorstelling was… magistraal. Echt. Ik heb een paar keer met open mond zitten luisteren en zitten kijken naar de tekeningen van Gerda Dendooven. Ik had een concertante verwacht, maar het was veel meer dan dat. De verteller speelde eigenlijk half toneel, net zoals de solisten, en het verhaal was dus meer dan duidelijk. Ik moet toegeven: ik kende dat verhaal eigenlijk niet. Ja, de bekende stukken uit de suite kende ik uiteraard wel, die kan nagenoeg iedereen meeneuriën. Maar de rest? Het grimmige verhaal? De droevige afloop?

Enfin, het hele verslag met wat foto’s heb ik hier op de schoolwebsite gezet. Of wat had u gedacht van een schoolactiviteit, hm?

Toneel: “Familie” van Milo Rau

Vrijdag of zo kreeg ik een berichtje van Patricia: of ik zondagmiddag niet mee wilde naar een toneelstuk in het NTG. Goh, ik zag geen reden waarom niet, ik was vrij en het was alweer veel te lang geleden dat ik nog een toneelstuk had gezien.

Zondag kwart voor drie wandelde ik het Sint-Baafsplein op, en nog wat later zat ik tussen twee bekenden in de theaterzaal. Of ik wist waarover het stuk ging? Euh nee, niet meteen. Mijn gezelschap schrok: “Oh, jij komt naar deze voorstelling zonder voorkennis? Oei.”

Bleek het om een behoorlijk controversieel stuk te gaan. Ik haal even de perstekst van de website van het NTG:

“In 2007 pleegde een voltallig gezin zelfmoord in Calais: de ouders en hun twee kinderen. Er is nooit een motief gevonden. De afscheidsbrief meldde enkel: ‘We hebben het verkloot, sorry.’ Familie is een experiment, een etnologische studie van een hedendaags privéleven, een tentoonstellen van het alledaagse. In de banaliteit doemt de grote vraag op: Waarom zijn we hier? Op het podium: een echte familie.

Dit familiedrama wordt opgevoerd door een echte familie: acteurs An Miller en Filip Peeters treden niet alleen samen op als koppel, voor het eerst in hun carrière staan ze op het podium samen met hun twee tienerdochters Leonce en Louisa – en hun honden. Op scène zien we het huis van de familie Demeester, of is het het huis van de familie Peeters/ Miller? Samen reconstrueren ze de mysterieuze case van de familie Demeester, daarbij houden ze hun eigen gezin tegen het licht en stellen ze de constructie van het gezin, als kern en oorsprong van onze wereld vandaag, in vraag.

Fictie en realiteit worden vermengd. Op het podium zien we een gezinsavond zoals er vele zijn, behalve dat het dit keer de laatste is. We zien een gezin eten, douchen, Engels studeren, film kijken. We zien hen praten over alledaagse zaken, telefoneren, naar muziek luisteren, opruimen, herinneringen ophalen. En in dit tonen van het gewone, ontstaat de grote vraag: waarom zijn we hier? Waarom ben ik hier? Zou het niet beter zijn als we zouden verdwijnen?”

De recensies waren zeer gemengd, vertelde Patricia: sommigen vonden het bijzonder afstandelijk gespeeld.

Wel, ik kan u verzekeren: afstandelijk is het niét!

Ik geef eerlijk toe: het eerste kwartier vroeg ik me af waar het heen ging, wat ik daar zat te doen, en of ik niet beter buiten van het mooie weer zou genieten. Want ja, je kijkt binnen in een gewoon huis, waarbij de gezichten van de spelers gecapteerd worden door een aantal camera’s en je zo perfect kan meevolgen.

En de spelers doen doodgewone gezinsdingen, precies zoals bij ons thuis het geval zou zijn. Maar gaandeweg ontdek je dat er meer, veel meer aan de hand is. En uiteindelijk zie je ook de vier personages effectief zichzelf ophangen.

Het stuk is… bevreemdend. Beangstigend. Verkillend. Na het applaus bleef het griezelig stil in de zaal: vrijwel niemand sprak een woord. Ook wij stonden alweer beneden in de hal, met onze jassen aan en al, voor we ook maar iets zeiden tegen elkaar. Want dit stuk komt binnen. Keihard. Verregaand nihilisme, en toch ook weer niet. Het feit dat ik zelfs beneden nog bij verschillende mensen tranen in de ogen staan, logenstraft de uitspraak als zou het afstandelijk zijn.

Chapeau voor de acteurs, en vooral voor de twee jongedames die dit toch maar weer avond na avond opvoeren. Ik weet niet of ik het zou kunnen.

Stof om over na te denken. Een stuk dat aan de ribben hangt. De moeite, jawel.

Ik ben nog een uur op mijn eentje gaan rondwandelen in het invallende duister, vooraleer ik mijn wederhelft opbelde om me te komen halen. Tegen dan stond ik al op de Blaisantvest. Om maar te zeggen…

Toonmoment oude instrumenten: blazers

Merels blokfluitleerkracht had het al lang op voorhand aangekondigd: er zou een toonmoment zijn op vrijdag, en Merel zou ook een stukje moeten spelen. Niet dat ze al veel kan – ze is eigenlijk dit jaar weer vanaf nul begonnen met een nieuwe leerkracht en een nieuwe methode – maar toch. Deze toonmomenten vervangen eigenlijk de examens van vroeger, en maken de leerlingen meteen ook vertrouwd met een publiek en met de nodige stress.

Merel had eerst nog les van half vijf tot half zes, en intussen zat ik prinsheerlijk in de Labath, waar Merel me nog even vervoegde voor een warme melk met honing. Daarna hadden we nog een half uur zoet te maken, waardoor we in de C&A verzeilden en allebei een coole gilet meenamen. Merel ziet er op slag zo volwassen uit…

Enfin, toonmoment dus. Tot mijn grote verbazing was dat meteen een toonmoment – noem het gerust een klein concertje – met alle mogelijke oude en minder oude blaasinstrumenten, vaak begeleid op de klavecimbel. De max! Er waren de diverse soorten blokfluiten, al dan niet in combinatie, maar ook verschillende cornetto’s, iets wat ik nog niet kende en dat niks te maken heeft met ijsjes. Blijkbaar is het een oud houten blaasinstrument, licht gekromd, met een speelmanier tussen blokfluit en klarinet in. Oh, en ook bazuinen, de middeleeuwse vorm van trombones. Bizar, maar wel mooi! Ik dacht altijd dat die toeters die ze in de tekenfilms gebruiken om koningen aan te kondigen, bazuinen waren, maar dat zijn een soort simpele trompetten. Een bazuin is wel degelijk een schuiftrompet dus. Oh, en er bestaat dus ook een mega vierkante basblokfluit. Allez jong!

Enfin, leerrijke avond gehad dus. En een Merel die goed heeft gespeeld ^^