Lectuur: “Secret History (Mistborn series)” van Brandon Sanderson
Ik had eerder al met ongelofelijk veel goesting de eerste en de tweede trilogie van de Mistborn reeks van Brandon Sanderson gelezen. Nu is er nog een zevende boek, een beetje een stand alone, soms ook wel de Mistborn 3.5 genoemd, omdat het zich ongeveer na de eerste trilogie afspeelt.
Toch lees je het het best na de twee trilogieën omdat het vooral heel veel verduidelijking geeft qua wereld en de kleine gaten in je kennis daarvan opvult, maar daardoor ook wel een pak spoilers geeft. Je kijkt als het ware achter de schermen van de eerste trilogie, ziet vanuit een dood? Schimmig? Spokend? In de tussenwereld zwevend? personage de gebeurtenissen, en een en ander wordt een pak duidelijker.
Alleen… ik vind dat er lang zoveel vaart niet in zit als in de “echte” verhalen. Ja, het is bij momenten wel spannend, maar ik vond dat er hier en daar ook echt langdradige stukken in zaten. Allez ja, niet langdradig naar Victoriaans model, maar toch een pak trager dan wat ik intussen van Sanderson gewoon was.
Ik vond het een fijn boek en ben blij dat ik het gelezen heb, maar echt wild was ik er niet van, toch niet zoals van beide trilogieën. Ofwel had ik de lat net iets te hoog gelegd in deze Mistborn. Dat kan ook, natuurlijk.
Koor, opnieuw
In februari, kort voor de lockdown, zat ik er een beetje door. Ik had er genoeg van, kon niet veel meer verdragen, had geen zin meer in niks. Lesgeven was op zich geen probleem, maar al het gedoe errond, nee dank je.
En als je zo op de rand van een inzinking staat, dan knip je in alles wat extra energie vraagt, om eerlijk te zijn. Eén daarvan was mijn koor. Ik zing dolgraag, maar we zingen behoorlijk moeilijke dingen en dus kruipt daar veel energie in. Nu was er ook net een nieuwe tenor bijgekomen door wie ik bij momenten compleet de mist in ga: die mens zingt met overtuiging, maar ook met overtuiging soms foute noten, en dan ben ik mijn kluts kwijt en val ik eruit in de studeerfase. Wanneer ik een stuk goed ken, is dat geen probleem meer, maar ik ben gewoon aan Stefan naast mij, een verdomd goeie zanger die ook altijd zijn inzet feilloos heeft, en daar wringt het bij mij. Zodra ik vertrokken ben met een zanglijn, kan hij op mij leunen.
Een en ander leidde ertoe dat ik dus uit het koor ben gestapt in februari. Helaas op een niet erg elegante manier: ik wilde dat zelf zeggen aan de dirigent, maar er waren voortdurend mensen die hem ook iets te melden hadden. En eigenlijk ging hij een soortement auditie afnemen van twee nieuwe mensen. Toen ik er dus alsnog tussen wilde, werd ik afgesnauwd door een van die nieuwe: dat zij wel zaten te wachten, hé, al lang, en dat ik er dus niet moest tussen kruipen. “Goed”, heb ik gezegd, “geen probleem, veel plezier dan, ik kom voorlopig niet meer terug en ga dus ook het concert niet meer meezingen. En ik zal dan wel zien in september of ik nog terugkom of niet. Salu!” Ik heb me omgedraaid en ben met tranen in de ogen weggelopen. Geen idee wat de reacties waren, ik heb ook niks meer gehoord. En toen was er de lockdown en was het sowieso gedaan met zingen en concerteren.
In september ben ik dan met een klein hartje teruggegaan, maar ik werd meteen met open armen ontvangen. Sommigen keken me een beetje vreemd aan – ik neem het hen absoluut niet kwalijk – maar de meesten waren zeer verwelkomend. En Stefan was heel rechtuit: “Blij dat ge terug zijt, maar zijt ge zeker? Want we moeten wel op u kunnen rekenen hé, de vorige keer hebt ge ons gewoon in plan gelaten”. Ik heb iets geantwoord van “Ge hebt nu twee nieuwe toch?” maar heel fair was dat niet als antwoord. Hij is mijn zangmaatje en ik mis het ook als hij een repetitie niet kan komen.
Soit.
Ik ben weer aan het zingen en het doet deugd.
Dansles
Zoals ik hier al ergens eerder schreef, volgt Merel nu op vrijdag een uurtje dansles, en ze vindt het zalig. Nu, ze stond sowieso al vaak te dansen in haar kamer of in de badkamer, maar tot hiertoe was het nog nooit gelukt om haar ook effectief les te laten volgen.
Dit jaar zei ze ja, zelfs nog zonder dat er vriendinnen van haar zouden meegegaan zijn. Maar ik contacteerde Els van Lieze, en jawel, ook Lieze ging de dansles mee volgen. Nog wat later hoorde ik dat ook Julie, de derde van het onvermoeibare trio, de les ging volgen. Merel was door het dolle heen!
En toen bleek dat Jeanne, ook een van haar vriendinnetjes, ook die les al volgde. Ze zijn nu dus met vier, en de mama’s hebben een carpoolsysteem opgezet. Maar bij dit prachtige weer zou het te zot zijn om de auto te nemen als het amper 3.5 kilometer is, het grootste deel langs een prachtig fietspad.
Vandaag ging ik dus met Merel met de fiets eerst Julie en Jeanne oppikken, dan Lieze, en samen met An, Julies mama, fietsten we vrolijk samen naar de Galveston. Ik moet eerlijk toegeven: ik genoot ervan om onze vier kuikens zo vrolijk kwetterend te zien fietsen.
Heerlijk, toch?
366 – 24 juli 2020 – eindelijk een deftige passiflora
366 – 23 juli 2020 – nogal Frans…
Saleich – dag drie
Het duurde wel even voor we weg waren deze morgen: we (zijnde Muriel, Eve, Monica en ik) gingen namelijk met ons vieren naar Saint-Lizier om er de toerist uit te hangen. Maar blijkbaar had Muriel erover zitten denken dat ik eigenlijk toch wel zeer snel wagenziek word, en dat ik dus beter gewoon zelf achter het stuur van haar Berlingo kon kruipen. Ge hebt er geen idee van hoe gelukkig ik werd van dat voorstel: voor mij betekent dat dat ik gewoon kan functioneren in plaats van de hele dag mottig te lopen.
Enfin, tegen half elf of zo liepen we doorheen het stadje, nam ik foto’s van vanalles en nog wat, sakkerde ik omdat het niet lukte, kreeg ik vooral veel tips en slaagde ik er zelfs in om met mijn beperkte toestel foto’s te maken in de donkere kerk, enfin, kathedraal. Oh, een een prachtig bijhorend klooster.
We liepen verder rond, dronken iets op het kleine marktpleintje, zochten met zijn allen een paar geocaches en zaten daardoor pas tegen half drie thuis aan tafel met een bijzonder lekkere quiche.
Een korte siësta later kreeg ik echt theorie en oefeningen op brandpuntsafstand en vooral focus, met appeltjes op een tafel. Zeer interessant, veel bijgeleerd. En toen kreeg ik een paar opdrachten waarbij ik ben beginnen rondlopen en rondkijken.
Het was alweer dik na achten voor we aan tafel gingen, maar Eve had zich uitgeleefd op de barbecue en eendenborst gebakken, vergezeld van gekookte aardappeltjes uit de tuin, met lookboter uiteraard, en gemarineerde babycourgettes, uiteraard ook uit de tuin. Ongelofelijk lekker! En daar voegde Carmen nog een ijsje aan toe van Griekse yoghurt met rode vruchten en honing. Nee, mager ga ik hier niet worden, wel gezond.
366 – 22 juli 2020 – abstract
Saleich: dag twee
Vijf over acht werd ik door heerlijke geuren naar de ontbijttafel gelokt: Carmen had pancakes gebakken, maar onder andere met ricotta. Ongelofelijk lekker!
Intussen had ik al gedoucht, want het weer is hier vooral enorm vochtig. Rond de 30 graden ’s middags, dat ook, en de zon brandt stevig, maar het is vooral de vochtigheid die het zo drukkend maakt. Laat ik even visueel verhelderen: het eerste is mijn haar bij het opstaan, het tweede na een douche en het gebruik van de haardroger en het derde na een wandeling van een uur of twee vlak voor de middag. Hmpf. Vakantiehaar, noemen ze het hier.
Bon, na het ontbijt wandelden Monica en ik naar de Chapelle de Vallatès, twee kilometer in vogelvlucht en de trotse bezitter van een geocache. Uiteraard kreeg ik ondertussen les over compositie, vluchtlijnen en vonden we eindelijk ook hoe ik die bloody autofocus van mijn toestel kon temmen. Een paar beelden van onderweg:
En toen vond Monica ook haar eerste geocache ^^
Na nog wat extra uitleg wandelden we met een omwegje terug, een goeie 5 kilometer in totaal en wellicht een halve liter zweet. Ik kan goed tegen de warmte, maar hier zweet ik er me wel te pletter bij.
Na het middageten (met gevuld brikdeeg en groenten uit de moestuin en van de markt, en een stukje taart dat Carmen nog over had van haar kraampje op de markt)
en een korte rustpauze – kwestie van de rug te laten bekomen – reden Monica en ik naar Saint-Giron, het dichtstbijzijnde stadje: er moesten kaartjes gekocht worden, koffie gedronken, foto’s genomen en geocaches gezocht, of wat dacht u? Die geocaches waren onder andere in een mooi bos met een stevige stijgingsgraad, en het was eigenlijk wel jammer dat we niet de tijd hadden om het hele rondje te doen, aangezien we toch al tot het hoogste punt waren gekomen. Maar het was zo al tegen zevenen voor we terug waren.
En toen had Monica stoverij gemaakt ter ere van de Belgische feestdag en er waren verse frieten en pruimpjes in de oven als dessert en heb ik andermaal veel te veel gegeten.
We zijn ook vooral met zijn vijven blijven zitten tot half elf of zo, daar buiten op het terras onder het hoge afdak.
Yup, vakantie.
Schilderen, eindelijk
Ik heb al bijna twee jaar plannen voor mijn klaslokaal, sinds ik uit mijn grote ruime muziekklas ben gevlogen en in een schoendoosje zit. Het was echt het droevigste lokaal van de hele school: klein, vuile muren, geen decoratie, een oud bureau, geen gordijnen en dus ook een vrijwel niet zichtbare beamerprojectie, en drie rijen banken die tegen elkaar geschoven staan, zodat er 24 man in kan. Nipt, als degene die aan de deur zit zijn rugzak optilt als de deur dicht moet.
Vorig jaar in juni heb ik met een aantal leerlingen de muren een laagje grondverf gegeven, maar verder is het er niet van gekomen: ik kan echt zelf geen muren schilderen, alleen de hoekjes en kantjes. In de herfstvakantie hadden we, zijnde een collega en ik, het gepland, maar werkte mijn rug niet mee. Meh.
Maar – voor een keer – lang leve de corona: Anja, onze kokkin, moest nu uiteraard niet koken en heeft dan maar lokalen geschilderd, waaronder het mijne. Ik ben daar bijzonder dankbaar voor, en nu ziet het er zo uit:
Ik ben ook op zoek gegaan naar haalbare gordijnen om de boel toch enigszins te verduisteren, en ben uitgekomen op donkergrijze linnen tafelkleren uit de Action, waar ik gordijnlint op gestikt heb. En daarnaast heb ik ook wat kunstplantjes gehaald, waardoor het er al helemaal anders uitziet.
Maar vooral: ik ben vandaag – ik moest op school zijn voor de terugkomdag van de tweedes, maar had tot elf uur geen welomlijnde functie – om een klein potje zwarte verf gereden en ben begonnen aan mijn tekst.
Want ik heb grootse plannen voor mijn kleine lokaaltje: boven mijn bord komt – uiteraard – Odi et Amo, en dan een ketting van Latijnse citaten, zoals destijds in mijn lokaaltje in Gentbrugge.
En dan nog iets met een boom en zo, maar da’s voor later. Nu eerst dit, beetje bij beetje.