Lectuur: “Gods of Blood and Powder” (trilogie) van Brian McClellan, samen met de kortverhalen

Ik denk dat ik eens alle boeken die ik lees, apart ga beginnen bespreken: het is soms jammer om een hele reeks in één keer te bespreken, en in deze coronatijden waarin een mens niks speciaals doet, is het ook al ne keer, goh, moeilijker om onderwerpen te vinden. ’t Is niet alsof we veel uit ons kot komen…

Maar deze is dus toch weer de bespreking van een trilogie. In februari had ik de eerste trilogie gelezen van Brian McClellans Powder Mage en was ik zeer begeesterd.

Ik heb daar toen alle kortverhalen bij gelezen die uiteindelijk ook in twee boeken gebundeld zijn. Er zaten echt korte verhalen bij, sommige waren bijna 90 bladzijden lang, maar allemaal gaven ze wel wat extra info over de personages uit de eerste trilogie. Niet dat ze allemaal even sterk zijn, die kortverhalen, maar dus wel aangenaam om lezen.

En toen was er de tweede trilogie die zich een tiental jaar na de eerste reeks afspeelt. De focus is verschoven naar een van de nevenpersonages uit de eerste reeks, met daarnaast een nieuw personage en een personage uit een van de kortverhalen, The Mad Lancers. Ook in de vorige boeken kreeg je een voortdurende wissel van POV (point of view), maar het absolute hoofdpersonage komt hier begrijpelijkerwijs niet meer voor.

Gelukkig komt een van de meer intrigerende personages, Taniel Two-Shot, hier wel weer uitgebreid aan bod, zij het niet als POV. De logica van de wereld is ook helemaal doorgetrokken, en het is dus een dikke aanrader om eerst die eerste trilogie te lezen voor je aan deze boeken begint.

Het blijft ook mooi om die verschillende standpunten te zien: soms worden bepaalde gebeurtenissen zelfs uit de verschillende standpunten belicht zodat je een totaal ander en vooral vollediger beeld krijgt.

Het echte hoofdpersonage is deze keer Vlora Flint, een van de officieren uit de vorige reeks, die hier aan het hoofd staat van een huurlingenleger in Fatrasta, ver van haar thuisland. Ze moet het hoofd bieden aan een grimmige vijand maar tegelijk vooral ook interne problemen zien op te lossen én een bijzonder ingrijpende gebeurtenis zien te voorkomen.

Daarnaast is er Michel, een nieuw personage dat bijzonder gelaagd blijkt te zijn, na een eerste antipathieke indruk, en dat zich willens nillens in de hoogste politieke sferen bevindt.

En dan is er Ben Styke, of zoals ik ergens las, “The Logan Ninefingers van Fatrasta”, een absolute moordmachine die blijkbaar toch veel meer een geweten heeft dan hij laat blijken.

Alles samen zorgt dit opnieuw voor een uiterst geslaagd geheel met een weldoordachte plot, bijzonder spannende momenten, goed uitgewerkte personages en toch nog het nodige mysterie.

De eerste twee boeken, Sins of Empire  en Wrath of Empire kregen van mij nog 4 sterren, Blood of Empire, als kroon op het verhaal, toch wel vijf. Ik heb ze opnieuw in een razend tempo uitgelezen…

 

Lectuur: “Far from the Madding Crowd” van Thomas Hardy

Tussen alle fantasy ben ik dus gestaag ook de klassiekerslijst van de BBC aan het afwerken, en ik ben wel fan van wat negentiende-eeuwse Britse schrijfsels, ja.

Van Thomas Hardy had ik tot hiertoe enkel Tess of the d’Urbervilles gelezen, lang geleden, en ik herinner me dat ik dat wel dik in orde vond. Ik begon dus eigenlijk met vrij hoge verwachtingen aan dit boek, en, goh, die zijn deels ingelost.

Hardy’s schrijfstijl ligt me wel: die typische lange beschrijvingen en verbale omzwervingen, dat mag zeker van mij. Zijn karaktertekening, daarentegen, ben ik minder fan van. Hij beschrijft zijn vrouwelijke hoofdpersonage, Batsheba, als onafhankelijk en vrijdenkend, en tegelijkertijd laat hij haar toch als een dom wicht in de paternalistische val lopen. Idem voor Gabriël: ook hij zou een uitzonderlijk personage moeten zijn, maar is tegelijkertijd bijzonder conformerend. Maar het kan ook zijn dat ik dat met een iets te hedendaagse blik bekijk, en dat hun gedrag eigenlijk voor die tijd al bijzonder non-conformistisch was.

Het verhaal is eigenlijk vrij simpel: Gabriël, een verstandige jongeman met eigenlijk behoorlijk wat tegenslag, wordt verliefd op de zelfstandige Batsheba en helpt haar een eigen boerderij te runnen. Zij beweert dat ze nooit zal trouwen, maar wanneer ze sergeant Troy tegen het lijf loopt, trouwt ze halsoverkop met hem. Met de nodige fatale afloop voor haar geluk, zoals te verwachten. Tegelijk is er ook nog een derde persoon die meer dan hartstochtelijk verliefd is op haar, een rijke herenboer Boldwood, en die begint toch wel behoorlijk bizar stalkergedrag te vertonen.

Soit, zoals te verwachten draait een en ander met de nodige peripetieën nog goed uit, na een hoop verzuchtingen en gezwijm.

Nee, dit is niet mijn favoriete boek uit die tijdsperiode. Niet dat ik het tegen mijn zin gelezen heb, maar bij momenten was het toch echt wel clichématig en met een plot die niet zou misstaan in een stationsromannetje.

Wat dan wel weer hielp, is dat er een verfilming bestaat met Mathias Schoenaerts als Farmer Oak, en ook al heb ik die niet gezien, ik kon er me wel het een en ander bij voorstellen. Toch eens bekijken, als het eens past.

Lectuur: The Powder Mage trilogy van Brian McClellan

Ik had opnieuw zin in wat fantasy, maar dan liever niet het middeleeuws gedoe, maar eens iets anders. De reeks van The Powder Mage was me meermaals aangeraden: toverij maar dan wel in een fictieve Napoleontische setting waarbij de legers musketten gebruiken, buskruit, kanonnen en dragonders, en waar de heren bakkebaarden hebben en de vrouwen korsetten. Alhoewel… net zoals bij Sanderson is de helft van het leger hier vrouwelijk en staan er evengoed vrouwen aan het hoofd van allerlei afdelingen. Blijkbaar is er zelfs een naam voor het genre: ‘flintlock fantasy’.

Er zijn ‘gewone’ tovenaars, Privileged, die hun kracht halen uit “the Else” en daarvoor handschoenen moeten dragen, willen ze zich niet verbranden. Maar er zijn dus ook de Powder Mages, personages die blijkbaar een enorme affiniteit hebben met buskruit. Wanneer ze buskruit opsnuiven of inslikken, zien ze veel scherper, zijn ze sneller en sterker en kunnen ze bijvoorbeeld een kogel een paar kilometer voortstuwen. Daardoor zijn zij zowat de enigen die Privileged kunnen uitschakelen.

Het hoofdpersonage, Tamas, is zo’n Powder Mage. In zijn jonge jaren werden die nog volledig verguisd, maar Tamas weet zich dankzij zijn krachten en vooral zijn tactisch en politiek inzicht op te werken tot veldmaarschalk. Alleen is hij niet bepaald opgezet met de manier waarop de koning het volk behandelt en zet hij een revolutie op poten. En daarbij krijgt hij natuurlijk af te rekenen met een hoop onverwachte factoren en elementen. Hij is overigens niet het enige personage: we krijgen verschillende standpunten te zien, zowel Tamas, zijn zoon Taniel en een speurder Adamat. Daarnaast komen er vreemde goden aan bod, is er dus die tovenarij en een hoop politiek gekonkel, een heuse invasie van een ander land, misverstanden, vreemde creaturen…

De wereld zit knap in elkaar, het is eens wat anders dan zwaarden en pijlen – lees: musketten en sabels – en het is bijzonder vlot geschreven. Ik moet toegeven: ik ben er helemaal voor gegaan en het tweede boek, toch 615 pagina’s, heb ik gewoon op één vakantiedag uitgelezen. Meeslepend en spannend, zo heb ik mijn boeken graag. Nochtans was ik na het eerste boek nog niet helemaal verkocht: goed, dat wel, maar niet bijzonder, dus drie sterren. Het tweede kreeg er vlotjes vijf, de verhaalopbouw is meesterlijk. Ook het derde is bijzonder goed. Aansluitend ga ik de twee verzamelingen kortverhalen lezen, die McClellan geschreven heeft in de wereld.

Ik heb net gelezen dat het verfilmd zou worden, en dan ga ik zeker en vast kijken. Al was het maar om weg te dromen bij het personage van Taniel…

Lectuur: “Honderd jaar eenzaamheid” van Gabriel García Márquez

Dit was er eentje van mijn lijst van klassiekers uit zowel de BBC-lijst als de Big Read.

Toen ik op voorhand meldde dat ik dit ging lezen, kreeg ik daar behoorlijk wat commentaar op, gaande van zeer positief tot een aantal mensen die hem absoluut niet uitgelezen kreeg. Enkele mensen die me vrij goed kennen, waarschuwden me dat ik er een kluif aan ging hebben. Maar het boek is niet voor niets een klassieker, dus ik ging ervoor.

Hmmm.

Als ik nog één keer de naam José, José Arcadio of Aureliano hoor, ga ik gillen, denk ik. Ik heb niks tegen magisch realisme, wel integendeel, maar hier had ik bij momenten zin om een stamboom op te stellen om toch maar de verschillende personages uit elkaar te kunnen houden. Het zouden er al genoeg geweest zijn moesten ze allemaal verschillende namen hebben gehad, maar als je meerdere, soms zelfs gelijktijdige personages krijgt met dezelfde naam, dan wordt het een beetje moeilijk. Naar het schijnt zit er standaard een stamboom in de meeste uitgaven, maar dat is een van de weinige nadelen aan een ebook: het bladert niet zo eenvoudig.

Enfin, ik heb me er bij momenten toch wel een beetje moeten doorheen worstelen. Het is dan ook bijna een stream of consciousness die meandert over de verschillende generaties heen, met vooral heel veel liefdesintriges en bizarriteiten. Nu, ik ben een fantasy lezer, die bizarre dingen storen me allerminst. Maar soms lijkt het wel een beetje op een soap, met van die kleine cliffhangers en goedkope plotwendingen. Waar ik het ook lastig mee had, was dat Márquez bepaalde gebeurtenissen beschrijft die achteraf absoluut niet gebeurd blijken te zijn. Ik weet wel dat het net voor een stuk om die lotsbestemming gaat, maar toch…

Ik kan eigenlijk wel begrijpen dat sommige mensen dit een prachtig boek vonden, maar mij kon het niet echt bekoren. Slecht is het niet, maar ik heb al beter gelezen. Ik heb er ook tien – weliswaar drukke – dagen over gedaan, en dat is eerder uitzonderlijk bij mij.

Hmmm.

Nope.

Sfeerfilmpje van de school

Elk jaar hebben we op school een infoavond voor nieuwe leerlingen, en dan een aantal weken later nog een heuse OpenSchoolDag.

Vorig jaar was die infoavond er nog, de OSD was al gesneuveld onder corona. Niet dat we dat allemaal zo erg vonden, dat is een behoorlijk zware dag. Aan de andere kant: die is wel immens belangrijk, aangezien we daar onze leerlingen kunnen overtuigen.

Dit jaar is er dus geen sprake van een fysieke infoavond. Tsja. Online dan maar. Maar hoe pak je dat aan? Gewoon iemand voor een camera zetten en een ganse avond een saaie speech afsteken? Een beetje zoals we het in een zaal doen? Hmpf. We hebben vroeger al de commentaar gekregen dat onze infoavond informatief maar saai is. In een zaal kunnen de mensen echter niet weglopen natuurlijk.

Bij een online uitzending haakt iedereen uiteraard veel sneller af. Duh. Dus moesten we het wel over een andere boeg gooien.

Al voor de kerstvakantie was er beslist dat er een soort promofilmpje gemaakt moest worden met sfeerbeelden. Uitbesteden kon, maar ging een dure grap worden. Gelukkig hebben we onder de leerlingen iemand die echt met fotografie en film bezig is, al verschillende prijzen heeft gewonnen, en die dat dus kan. Die hebben we dus aangesproken en hem tegen een vergoeding dat filmpje laten maken. Alleen vonden we zijn muziek veel te soft, en kon ik via Wolf een andere vijfdejaars aanspreken die zelf muziek maakt. Hij heeft dan iets speciaal op deze beelden gezet, en ik vind het resultaat echt wel geslaagd. Vooral van Kas zijn er veel uren in gekropen, maar yup, het mag gezien worden.

Lectuur: “En finir avec Eddy Bellegueulle” van Edouard Louis

In december was Wolf bij mij gekomen met een zekere wanhoop in zijn ogen: hij moest een aantal hoofdstukken lezen uit een Frans boek, en het lukte hem aan geen kanten. Vooral zijn gebrek aan woordenschat speelt hem parten. We hebben ons dan samen in de zetel geïnstalleerd en samen gelezen, waarbij hij telkens aangaf waar hij vastliep. Tsja, als je al niet zo sterk bent in talen en niet graag leest, dan is zoiets echt wel een zware opdracht, zeker als er veel spreektaal in verwerkt zit.

Maar mijn interesse was gewekt door het vijftal hoofdstukken: wat een boek! Zo hard!

Toen dus mijn reeksje van de Codex Alera uit was en ook dat Nederlandstalige, nam ik dit Franse boek ter hand, en dat heeft me geen seconde gespeten.

Maar man, wat een hard boek zeg! Het heeft wel enkele dagen door mijn hoofd gespookt, ja. Eerst dacht ik trouwens dat het zich een honderdtal jaar geleden afspeelde, denk aan ‘Peaky Blinders’. Maar blijkbaar is het begin de jaren 2000, heel recent dus. Het verhaal speelt zich trouwens af in Noord-Frankrijk, nog niet eens zo ver van ons vandaan, en dat maakt het net zo confronterend.

Eddy vertelt namelijk over zijn jeugd in een van de armste, meest achtergestelde dorpen van Frankrijk. Een raam dat breekt, wordt vervangen door een stukje karton. Het weinige geld dat er is, gaat op aan goedkope pastis, en als je als man geen alcoholist bent, is er iets mis met jou, want hoe ga jij dan om met je miserie? Meisjes verlaten heel vroeg de school omdat ze zwanger zijn, een toekomst is er niet. De wereld die Louis schetst, is bijzonder ruw, rauw, en lijkt zo weggelopen uit een film van de gebroers Dardenne of Ken Loach.

In dat milieu wordt Eddy geboren, een jongetje dat al van kleins af heel erg vrouwelijk is in uiterlijk, gedragingen, gebaartjes, stem en speelgoedvoorkeuren. Eddy is nog geen tien als hij al perfect weet dat hij afwijkend is, dat hij homo is, en dat dat in zijn milieu absoluut niet aanvaard wordt. Hij wordt gepest, mishandeld en uitgescholden, zelfs door volwassenen. Voor hem is er al helemaal geen toekomstperspectief, en hij probeert ook echt om een ‘dur’ te worden, een echte man. Quod non.

Zijn ouders proberen wanhopig hem aan een meisje te koppelen, maar dat loopt faliekant af. Alleen op het einde is er een sprankeltje hoop…

Ik moet zeggen, lang geleden dat ik nog zo’n rauw boek gelezen heb. Het deed me in zekere zin denken aan The Grapes of Wrath, ook al zo’n verhaal van extreme armoede en uitzichtloosheid. Maar ik kon het bijna niet wegleggen, terwijl ik bij The Grapes of Wrath soms moeite had om me erdoor te worstelen.

Een aanrader? Heel erg. Maar je gaat er wellicht even niet goed van slapen.

Gedichtendag 2021

Gedichtendag was eigenlijk gisteren, maar bon, toen had ik het over mijn nieuwe bril en had ik er even niet bij stilgestaan.

Ik moest eigenlijk ook wel even nadenken: mijn favoriete gedichten zijn de vorige jaren al aan bod  gekomen, en het is niet alsof ik veel poëzie lees, als ik eerlijk ben.

Ik heb dan maar voor een absolute klassieker gekozen, eentje dat iedereen zou moeten kennen: Sonnet 18 van de bard, William Shakespeare.

Shall I compare thee to a summer’s day?
Thou art more lovely and more temperate:
Rough winds do shake the darling buds of May,

And summer’s lease hath all too short a date;

Sometime too hot the eye of heaven shines,
And often is his gold complexion dimm’d;
And every fair from fair sometime declines,

By chance or nature’s changing course untrimm’d;

But thy eternal summer shall not fade,
Nor lose possession of that fair thou ow’st;
Nor shall death brag thou wander’st in his shade,

When in eternal lines to time thou grow’st:

   So long as men can breathe or eyes can see,
   So long lives this, and this gives life to thee.

 

 

De gedichten van vorige jaren:

2020: Hugo Claus met Achter deze gevel
2019: Hans Lodeizen met Kus me.

2016: onze trouwhaiku
2015: Rainer Maria Rilke Herbsttag
2014: Horatius met zijn Leuconoë, het gedicht waarin carpe diem ook echt geschreven staat
2013: Jan Engelman met Vera Janacopoulos
2012:  Horatius over de Soracte, mijn sneeuwgedicht
2011: een anoniem Oud-Grieks gedicht,
2010: Cees Buddingh met zijn Blauwbilgorgel
2009: Paul van Ostaijens Melopee
2008: Hans Andreus met Voor een dag van morgen
2007: Catullus met Odi et Amo
2006: Catullus met mijn allerfavorietste gedicht, en ook zijn carmen 5 Vivamus

Lectuur: “De passievrucht” van Karel Glastra van Loon

Wolf moest dit boek lezen voor Nederlands en dus las ik het maar meteen mee. Awel, ik moet het toegeven: we konden het beiden wel smaken, ja. Het is geen wereldtopper, maar blijkbaar wel een internationale bestseller, prijswinnaar, vertaald in massa’s talen en zelfs verfilmd. Ho hum.

Het verhaal is vrij eenvoudig qua concept: wanneer Armin tien jaar na de dood van zijn eerste vrouw met zijn huidige vriendin een kind wil en dat niet blijkt te lukken, stelt hij vast dat hij onvruchtbaar is en dat al altijd is geweest. Allemaal goed en wel, maar hij heeft wel een zoon van dertien.
Compleet van zijn sokken geblazen gaat hij op zoek in het verleden van zichzelf en van zijn vrouw, vastbesloten om te ontdekken wie de vader van zijn kind dan wel is.

Maar daarbij komt er natuurlijk een hoop vragen naar boven. En wil hij daar wel altijd het antwoord op weten? Want: zodra je iets weet, durf je al wel eens wensen dat je dat nooit te weten gekomen was. Armin stelt zich daarbij vooral de vraag wat hem nu precies een vader maakt. Is de zoon die hij al dertien jaar liefdevol heeft opgevoed, zijn zoon? Of moet hij er nu afstand van nemen? En kan of mag hij dat aan Bo zelf vertellen? Zijn genen dan echt zo belangrijk?

Intussen loop je door Amsterdamse straten en verdwaal je op de Waddeneilanden, een oer-Hollandse sfeer die tegelijk toch vertrouwd aandoet voor iedereen met een puber in huis.

Een aanrader? Goh… Ik heb er zeker geen spijt van dat ik het gelezen heb, maar er zijn zo veel boeken die eigenlijk nog beter zijn. Al is De Passievrucht zeker niet slecht.

Sea Shanties

Bart kwam me een filmpje tonen vandaag, omdat hij wist dat ik er helemaal van in de ban ging zijn. Ik geef het toe: normaal gezien hou ik niet van filmpjes en het is zelden dat ik er eentje uit kijk. TikTok is dan ook absoluut niet aan mij besteed.

Maar de Sea Shanty van The Wellerman, gezongen door een Schotse postbode, yup, dat was een schot in de roos. Het is knap gezongen, maar vooral de aanvullingen erop zijn de max. Die hele diepe bas van die jonge gast, die vrouwenstem, dat viooltje…

De remix had niet echt gehoeven voor mij, maar het zegt wel veel: sea shanties zijn hot momenteel. En zeggen dat ik er al een tijdje mee bezig was voor een van mijn larps waar we nu in piratengebied gaan verzeilen.

Als jullie nog van die aanraders hebben voor zingbare sea shanties: geef maar door. Ik ben er al een paar aan het bewerken qua tekst.

 

2020 in beeld

Wat zou nieuwjaarsdag zijn zonder een filmpje waarin al mijn foto’s van de dag gebundeld worden? Het laat de kleine dingen zien die me opvielen, de dag typeerden, of die me gewoon blij maakten: een prachtige lucht, een bloem, de glimlach van de kinderen… En het is mooi om de dingen te zien veranderen en de kinderen groter te zien worden.

De filmpjes van vorige jaren zijn trouwens ook ongelofelijk fijn om opnieuw te bekijken: je ziet de kinderen gewoon opgroeien! Dit was 2019, 2018, 2017, 2016, 2015, 2014, 2013 en 2012.

De muziek is opeenvolgend “Blinding Lights” van The Weekend en  “Denk maar niet aan morgen” van Bazart.