Goed gevulde dag

Meestal heb ik op woensdag niet te veel te doen. Allez ja, buitenshuis dan, ik weet altijd wel wat gedaan, vooral qua schoolwerk.

Deze morgen hielp ik rond kwart voor acht Kobe met pancakes te bakken – hij mocht ontbijten op school – en daarna pakte ik zelf een en ander in qua koffiemateriaal: mijn campinggasvuurtje, de bialetti, koffie, een hoop bekers, lepeltjes, melk en suiker, en ik reed vrolijk met de fiets richting school.

Ha ja, onze zesdes hebben vandaag eindelijk hun uitgestelde en sterk beperkte uitvaart. Er is een digitale show opgenomen, en daarvoor spraken ze af op ’t veld voor een ontbijtje in klasbubbels. Ontbijten heb ik dus niet gedaan, maar wel verse koffie gemaakt voor een aantal mensen. En deugd gehad van de lachende gezichten van de zesdes, dat ook.

Daarna was er dus de uitvaartshow, en aansluitend reed ik vrij snel naar huis: Bart had zoals altijd gekookt voor ons.

Kobe had dan weer om twee uur een miniconcert voor fagot. Al zat daar ook wel enige miscommunicatie tussen mij en mijn zoon. Hij had gezegd: een tiental minuten om een stukje op te nemen met een pianiste, in het Guislain.

Om zeker te zijn – het Guislain heeft nogal wat ingangen – vroeg ik het exacte adres tijdens het eten. Bleek het de Sint-Juliaanstraat te zijn, een zijstraat van de Ottergemsesteenweg, aan de andere kant van Gent in plaats van hier in Wondelgem. Oh yo, best dat we het nog even nakijken of we waren grandioos verkeerd geweest.

Enfin, wij daarnaartoe. Er was niet meteen parkeerplaats, dus zei ik tegen de uiterst behulpzame verpleegster aan de ingang dat ik wel in de auto zou wachten. Euh, zei die, dat is wel lang, toch? Er ging een wenkbrauw omhoog. Blijkbaar was het geen opname maar een heus miniconcert van twee fagotten en een zanger voor de geriatrische patiënten in het centrum. Eerst even inspelen en dan om half drie het concertje. Ah bon. De verpleegster heeft me op de privéparking van de instelling geposteerd en ik ben dus uiteraard komen luisteren.

Omdat ik dus onverwacht aan de andere kant van Gent zat en iets langer werd opgehouden, heb ik Kobe dan maar verplicht om mee even een drietal caches in orde te zetten en ééntje te zoeken. Ik had niet echt de indruk dat hij het erg vond ^^ Het was overigens lang geleden dat ik nog eens op zwier was met mijn jongste zoon, en dat deed wel eens deugd, ja.

Enfin, terug thuis was er tijd voor een vieruurtje, wat verbeterwerk, en dan richting Vinderhoute voor een sessie bij de psycholoog met Merel. Deze keer was het niet de bedoeling dat ik erbij was, maar ik zag het ook niet zitten om de wandeling te doen van de Oude Kale – mijn heup, waarvan de slijmbeurs quasi nonstop overbelast is door mijn rug, deed pijn – en dus heb ik een stoel gevraagd en heb ik me gewoon aan de kant van de weg zetten lezen. De Molenstraat is plaatselijk verkeer, maar man, volk dat daar woont en werkt, niet te geloven! Er moeten daar een paar vakkundig verborgen gigantische woontorens en kantoorgebouwen staan, dat kan niet anders.

En toen ik thuis kwam, viel mijn euro dat morgen alles dicht was, en dat ik eigenlijk mijn zinnen gezet had op een deftige partytent, want morgen is er DND  buiten. Ik dus nog richting Brico, waarbij dezelfde bijzonder behulpzame  jongeman van de vorige keer me uitlegde waarom hij die van 110 euro duidelijk meer aanraadde dan die van 40. En nee, die gast krijgt daar geen commissie op. Die van 40 is plastiek met plastieken buizen, die duurdere is in stof met stevige metalen buizen en véél makkelijker op te zetten. Ha bon, die dus. En meteen ook alles netjes in mijn kar gelegd, want hij herinnerde zich zelfs nog dat ik een kapotte rug heb.

Aan de kassa werd er afgerekend door een iets oudere dame, die meteen ook vroeg of het wel zou gaan om het in mijn koffer te leggen. Toen ik zei dat ik wel behulpzame handen ging vinden op de parking, riep ze meteen een van de jonge gasten om het ding in de auto te leggen.

Mooi, mooi.

Nu nog een paar dagen goed weer, en we kunnen er weer tegen.

 

Lectuur: “Alice in Wonderland” van Lewis Carroll

In één woord: nee.

Ugh.

Ik kende het verhaal uiteraard, van tekenfilms en andere dingen, maar, ugh, nee. Geen idee wat die mens gepakt had toen hij dit schreef, maar het was zelfs geen goeie trip. De tekenfilm van Disney heeft er eigenlijk nog het beste van gemaakt, want het is niet eens zo boeiend geschreven. Uiteraard is het verhaal behoorlijk onlogisch want een droom, maar mijn dromen zijn beter.

Eigenlijk kan ik hier kort over zijn: geen idee waarom dit als een absolute klassieker gerekend wordt. Het taalgebruik is kinderlijk – wellicht inderdaad op kinderen afgestemd –  en het hele verhaal kon me voor geen meter boeien. Best dat het een kort verhaal is, want ik zou het anders gewoon niet uitgelezen hebben, denk ik.

Meh.

Next!

Lectuur: “The Disorderly Knights” (Lymond Chronicles #3) van Dorothy Dunnet

Wat. Een. Boek.

Yup, ik ben meer en meer fan van Dorothy Dunnet, en zeker van haar Lymond Chronicles. Nee, ze leest niet als een trein, zeker niet als je het vergelijkt met pakweg Jim Butcher of Ben Aaronovitch. Daarvoor zitten er veel te veel rare wendingen, ongewone vergelijkingen en totaal vreemde woorden in haar taal: zelfs de Oxford English Dictionary herkent ze belange niet allemaal. Maar er zitten pareltjes tussen, zoals bijvoorbeeld een hearth claith dat je maar verstaat als je 1. het luidop zegt 2. Nederlands kan. Blijkbaar iets dat honderden jaren geleden wel nog gebruikt werd, en zo zit het vol.

Het zorgt ervoor dat ik dubbel zo lang lees aan één boek van haar als aan een gemiddeld ander boek, dat heb ik al vast kunnen stellen. Maar eigenlijk is dat gewoon een verlenging van het leesplezier.

Francis Crawford of Lymond, niet langer Master of Culter maar wel Comte de Sévigny, verzeilt deze keer op missie in Malta waar hij in een bloedige oorlog terechtkomt tussen de Hospitaalridders van Sint-Johannes van Jeruzalem en de Turken. Dunnet weet het bij momenten ongewoon spannend te maken, en ergens is het zelfs jammer dat je weet dat Lymond zelf het hoe dan ook zal overleven omdat er anders geen zes boeken kunnen zijn. Ze maakt er echter totaal geen punt van om hem extreem te laten afzien en sympathieke nevenpersonages zonder meer af te maken. Veel hilarische passages zitten er hier niet in, maar wel des te meer diepgaande psychologische analyses, prachtige nieuwe personages, twijfel, verrukking…

Als lezer weet je eigenlijk niet meer of je nu wel of niet mee moet voelen met Lymond. Hij is ongelofelijk intelligent, knap, charmant, maar ook bij momenten gewetenloos, wreed en vooral arrogant. En toch, toch blijkt hij altijd het morele gelijk te halen, ook al is de weg ernaartoe niet altijd even… rooskleurig. En toch zou je hem met open armen en een gezonde dosis achterdocht ontvangen.

Na Malta en vooral ook een heftige belegering in Tripoli komt hij terug naar Schotland om daar een eliteleger op te richten dat hij wil verhuren. Maar tegelijk blijft hij moeilijkheden rond zich opstapelen en blijkt hij vooral een aartsvijand in zijn onmiddellijke omgeving te hebben opgenomen. Pas doorheen het boek wordt je duidelijk wie dat is, wat die persoon al allemaal heeft ondernomen en vooral wat Lymond daartegen in stelling heeft gebracht.

De spanning druipt ervan af, en “eind goed al goed” is niet bepaald een frase die je vlotjes met Dunnet in verband brengt, zo blijkt. Altijd is er nevenschade, zijn er betreurenswaardige doden, is er onherstelbare emotionele beschadiging.

Maar net dat heeft ervoor gezorgd dat ik zowel donderdagavond als vrijdagavond tot half drie heb liggen lezen in mijn bed. Het is vakantie, ik kan het me permitteren, maar by Jove, ik doe dat lang niet voor elk boek.

Scrapbooking

Merel was al een tijdje aan het knutselen geslagen met kaartjes en zo, en ze kwam me een pagina tonen die ze gemaakt had als vakantie-agenda, zo heel netjes overzichtelijk met kleuren en vakjes.

Meteen introduceerde ik haar in het concept scrapbooking en kreeg ze mijn bullet journal, iets wat ik een aantal jaren geleden gekregen had van Bart in de hoop mijn chaotische geest een beetje meer onder controle te krijgen, maar wat aan geen kanten werkt voor mij, integendeel, ik word er zenuwachtig van.

Er staan allerlei voorbeelden in van leuke kadertjes, titels, grafiekjes, en de blaadjes zelf hebben heel lichte puntjes zodat je perfect rechte lijnen kan trekken en dergelijke. Merel was meteen door het dolle heen: ze zag het helemaal zitten!

Ze ging meteen aan de slag en maakte al een paar pagina’s met het materiaal dat ze had. Woensdag reden we dan ook even tot aan de Action om er extra materiaal te halen, zoals stickertjes en vooral heel veel soorten washi tape.

Helaas doen we nu echt vrijwel niks, zodat er ook niks te scrapbooken valt, zoals bv de impressie en het toegangsticketje van een museum of zo. Ze maakt dan maar moodboards, zoals je hierboven kan zien. Eentje voor pasen, eentje in grijstinten, eentje voor een zeemeermin en een zomerimpressie.

En toen zat ze zonder inspiratie en deed ik haar een kort nonsensgedichtje aan de hand, en ging ze nog voor de herfst en de liefde ook.

Intussen is er weer papier voor zo’n heel klein fotoprintertje dat je rechtstreeks op je telefoon aansluit en kan ze ook daarmee aan de slag.

Ik heb echt wel het gevoel dat ons dochter een nieuwe hobby heeft ^^

 

Lectuur: “Atonement” van Ian McEwan

Terug naar de klassiekerslijst van de BBC met deze Atonement.

Vol goeie moed begon ik aan het boek, maar meteen was ik eigenlijk wat teleurgesteld: is dit het? Het verhaal van een meisje van dertien dat vastloopt in haar fantasie, op het moment tussen kind en puber? Herkenbaar, dat wel, maar ik had eigenlijk geen behoefte aan de kinderlijke fantasie, terwijl je er meermaals aan herinnerd wordt dat ze een fout zal begaan, een misstap zal maken die niet alleen haar eigen leven, maar ook dat van een ander bijzonder grondig zal beïnvloeden. Het feit dat de auteur behoefte voelt om dat onheil aan te kondigen, om zo zijn lezer aan te sporen verder te lezen, is voor mij veelzeggend. En het is niet alsof het feit op zich niet voorspelbaar is. Hmm. Een beetje in de stijl van Jane Austen, maar dan veel minder briljant.

Deel twee krijgt dan het gezichtspunt van het slachtoffer van voorgaande fout, terwijl hij zich in het leger bevindt op het moment dat dat terugtrekt naar de Franse kust in volle WO II. Uiteraard loopt hij in de oorlog de nodige trauma’s op, maar ook de fout uit deel I heeft hem beschadigd achtergelaten.

In deel III kom je dan opnieuw in de leefwereld van Briony, het meisje uit deel I, maar dan wanneer ze een pak ouder is en een opleiding tot verpleegster volgt, deels uit schuldgevoel voor haar gemaakte fout. Ze probeert contact te zoeken met haar slachtoffer, maar vergeving zit er niet echt in.

Deel IV volgt dan dezelfde dame, maar wanneer ze al een eind in de 70 is en terugkijkt op haar leven als succesvolle schrijfster, een ambitie van het jonge meisje. Dan pas merk je dat zij eigenlijk zelf de voorgaande delen heeft geschreven, wordt een en ander ook duidelijker, en vooral de beweegredenen en motieven voor bepaalde acties komen aan het licht. Ook de stijl is anders per deel, het wordt moderner qua structuur, maar het is niet alsof een traditionele stijl me tegen de borst stuit, verre van.

Nope, het boek kon me niet echt bekoren. Niet slecht, uiteraard niet, of het zou geen klassieker zijn, maar ik vond het geen topliteratuur, om eerlijk te zijn. Het taalgebruik is niet bovengemiddeld en de psychologie, wel, goh…

3/5, wat mij betreft. Maar da’s volledig persoonlijk, natuurlijk.