Eindelijk weer koor!

Het was weer heel erg lang geleden, maar eindelijk konden we weer opstarten met Cantandum! Het zal nodig zijn, want eind maart hebben we een concert. Helaas kan ik daar zelf niet bij zijn, al heb ik echt lang getwijfeld. Maar datzelfde weekend is er Omen, een volledig weekend, en als ik dan de afweging moet maken tussen één avond en een volledig weekend… Maar het was dus echt met hartzeer dat ik die beslissing genomen heb, want Jaarringen zal echt wel een fijn concert worden.

Op voorhand was er een doodle rondgegaan: we beginnen met een koordag, en of we liever de zaterdag of de zondag hadden? Goh, de zondag is de dag voor mijn pa, en vorige zondag was hij al thuis gebleven omdat wij corona hadden en volgende zondag gaan Bart en ik gaan eten in The Jane. Zondag was dus geen optie, vond ik. Tot het bericht binnenkwam dat het enkel zondagvoormiddag ging zijn, van half tien tot half een, hier in Wondelgem in de Zulle waar ook ons concert zal doorgaan. Hah, ideaal! Allez, tenminste als mijn liefste dan mijn pa wilde ophalen, en dat zag hij helemaal zitten, gelukkig maar.

Deze ochtend om half tien zat ik dus vrolijk op mijn fietsje in de winterkou met mijn koormap en een thermos koffie richting de Zulle, en ik heb mijn hart uit mijn lijf gezongen.

Ik geef het toe: soms heb ik het lastig met het koor en moet ik me er op donderdagavond naartoe slepen, maar man, ik zing graag… En ik weet ook dat, als ik zou stoppen, dat ik het keihard zou missen. Dus ja, ik blijf zingen, maar dan helaas wel zonder concert. Grr…

Van gitaren en versterkers. En blijkbaar ook basgitaren.

Wolf heeft vijf of zes jaar klassieke gitaar gespeeld, maar is gestopt door de rugperikelen: gitaar spelen deed gewoon veel te veel zeer. Hij is daarna nog een jaartje herbegonnen, maar het was hem wat te veel.

Nu wilde hij dit schooljaar herbeginnen, maar aan de academie zou dat er nog een uur samenspel en een uur muziekcultuur bij betekend hebben, en dat, in combinatie met een 6 Wiskunde-Wetenschappen, rugby en een sociaal leven, was gewoon voor hem te veel.

Hij is dan les beginnen volgen hier wat verderop bij Ars Musica, wat eigenlijk neerkomt op privéles. Een pak duurder, ja, maar veel meer op maat, eigenlijk. Hij vindt het in elk geval leuk.

Nu had ik een paar maanden geleden mijn oude, oude elektrische gitaar meengenomen uit Zomergem, meer voor de lol dan voor wat anders, en omdat het wel een fijne decoratie is voor op Wolf zijn kamer. Het ding is een merkloos stratocastermodel, maar heb ik destijds, toen ik 14 jaar was of zo, tweedehands gekocht voor een appel en een ei. De frets zijn afgesleten, de microfoons verroest en er zit ergens een slecht contact op. Brol, met andere woorden. Maar ik moest toch nieuwe snaren meebrengen voor Wolfs akoestische gitaar en had ook een setje voor die elektrische meegenomen, want een gitaar zonder snaren, dat ziet er niet uit.

Blijkbaar is hij er toch op beginnen spelen en nam hij die zelfs mee naar zijn gitaarles. Zonder versterker, weliswaar, ik zou dat ook niet aangeraden hebben, gegarandeerd kortsluiting. Maar eigenlijk was hij dus wel toe aan een deftige elektrische gitaar. En een van mijn credo’s is: muziekinstrumenten moet je niet zelf kopen, dat zijn eigenlijk niet eens cadeaus, dat zijn gewoon… basisgegevens. Merel heeft ook haar gewone fluit (150 euro) en een altblokfluit (380 euro), Kobe heeft zelfs een eigen fagot van, jawel, 7500 euro.

Vandaag hadden we dus afgesproken met Nikolaas, collega Engels en vooral gitaaraficionado, om samen een gitaar en versterker te gaan kopen bij Van de Moer. Hij kent er alles van, we gaan dus zeker niet bedrogen uitkomen.

En jawel, ze keken rond, we keken vooral ook naar de prijs, we luisterden, Nikolaas speelde eventjes, en we kwamen uit op een Squier Affinity Strat als gitaar en een stevig versterkertje van Blackstar. En toen zag ik een schattige basgitaar staan, en die kostte nu eens geen geld, en het zou toch zonde geweest zijn om die te laten staan, en ik was nu toch geld aan het uitgeven, en… Enfin, het werd een zwarte Ibanez. Reken daar dan nog twee draagriemen bij, en twee kabels, en het werd een stevige rekening.

Maar die lichtjes in Wolfs ogen, en die brede grijns, daar doe je het toch gewoon voor? En daarbij, het zijn instrumenten. Duh.

 

2021 in beeld

Wat zou nieuwjaarsdag zijn zonder een filmpje waarin al mijn foto’s van de dag gebundeld worden? Het laat de kleine dingen zien die me opvielen, de dag typeerden, of die me gewoon blij maakten: een prachtige lucht, een bloem, de glimlach van de kinderen… En het is mooi om de dingen te zien veranderen en de kinderen groter te zien worden.

De filmpjes van vorige jaren zijn trouwens ook ongelofelijk fijn om opnieuw te bekijken: je ziet de kinderen gewoon opgroeien! Dit was 2020, 2019, 2018, 2017, 2016, 2015, 2014, 2013 en 2012.

De muziek is opeenvolgend “Zitti e buoni” van Eurosongwinnaars
Måneskin en “Shum” van de Oekraïense Eurosonginzending Go-A.

Getekende zeeslangen

Om het voor mezelf wat plezanter te maken, maar ook omdat ze op die manier tonen of ze hun tekst begrepen hebben, heb ik mijn vijfdes op hun examen een stukje doen tekenen. Ja ik weet het, ik heb een slecht karakter. Let wel, het gaat hier absoluut niet over hun tekenkunsten, wel over het kunnen uitbeelden wat er in de tekst staat.

Het gaat over het paard van Troje, en hoe de priester Laocoön, als hij durft twijfelen aan de goede bedoelingen van de Grieken met dat paard, verscheurd wordt door twee enorme zeeslangen. De tekst van Vergilius gaat als volgt:

Ecce autem gemini a Tenedo tranquilla per alta
(horresco referens) immensis orbibus angues
incumbunt pelago pariterque ad litora tendunt;
pectora quorum inter fluctus arrecta iubaeque
sanguineae superant undas; pars cetera pontum
pone legit, sinuatque immensa volumine terga.
Fit sonitus spumante salo; iamque arva tenebant,
ardentesque oculos suffecti sanguine et igni,
sibila lambebant linguis vibrantibus ora.

Mijn eigen vertaling: “En kijk, daar kwamen echter uit de richting van Tenedos over de kalme zee (ik krijg nog koude rillingen bij de gedachte alleen al) twee slangen in enorme kronkels. Ze stortten zich in de zee, en trokken zij aan zij naar de kust. Hun tussen de golven opgerichte borst en hun bloedrode kammen staken boven het zeeoppervlak uit; de rest van hun lijf streek achteraan over de zee, en deed hun enorme ruggen kronkelen in een bocht; je kon het geluid horen in het schuimen van de zee. En reeds bereikten ze de kust, en hun brandende ogen waren doorlopen met bloed en vuur. Ze likten met hun trillende tongen hun sissende muilen.”

Opdracht: teken minstens één beest. Ik wilde dus zien: een kam, een uit het water opgerichte borst, rode vlammende ogen, een tong, en een lijf dat achteraan kronkelde over het wateroppervlak.

Juist ja. Ik heb me een breuk gelachen met sommige van de amechtige meelwormen die ik gekregen heb, maar dat maakte niet uit voor hun punten: het is per slot van rekening Latijn, en geen tekenles. Ik heb dat trouwens in 2012 ook al eens gedaan, en toen kreeg ik dit, en in 2018 werd het dit.

Maar je moet echt eens kijken: er is er eentje bij die meer op een krokodil lijkt, eentje heeft een Fabiolakapsel en er zijn er zelfs bij met lachende smileys. Juist ja.

Dit is hoe ik ze doorgaans aan bord zet. Een beetje afgelikt, misschien, maar bon.

Raamconcert

Een van de pedagogische doelen van het muziekonderwijs is ervoor zorgen dat de leerlingen regelmatig op een podium staan, dat ze geen podiumvrees meer hebben. Nu, in deze coronajaren valt zo goed als alles weg, ook de hele kleine luistermomentjes voor de ouders.

Tomma, Merels blokfluitlerares, organiseert regelmatig klasconcertjes waarbij de ouders kunnen komen luisteren. Vorig jaar op het einde van het jaar hadden we zo’n concertje in een grote tent in de binnentuin, ook coronaveilig dus.

Nu was Tomma zelf ziek, maar haar vervangster, Rein, ging voor een raamconcert. De blokfluitklas heeft grote ramen en het was de bedoeling dat wij als ouders met een mondmasker op straat kwamen luisteren. Op het moment zelf bleek het nog iets praktischer om het venster aan de binnentuin te gebruiken, aan een ander klaslokaal. Alleen had de leerkracht niet helemaal door, vermoeden we, dat er rondom de binnentuin nog andere ramen openstonden met andere instrumenten, zoals een zeer enthousiaste drum en en twee toeterende trompetten. Een blokfluit of twee kan daar moeilijk tegenop, maar bon.

Kooravond op verplaatsing

Wat doe je, wanneer je repetitielokaal op het parcours van het Lichtfestival ligt en je dus in geen velden en wegen parkeerplaats zal vinden? De repetitie verplaatsen naar de kerk van De Pinte.

De nieuwe leden – en dat zijn er wel een pak – waren grotendeels verontschuldigd: het zijn vaak studenten zonder vervoer en vooral met een lang weekend en dus niet in Gent. Goh, voor een keertje kon dat wel, vond dirigent Geert Soenen.

Het was dus vooral de harde kern, maar we zongen op niveau, zei Geert, en hij was meer dan tevreden. Dat belooft voor ons concert op 30 januari!

Maar ik wilde nog even de adrenaline die zingen me toch altijd oplevert, uit het systeem en deed een korte wandeling in De Pinte centrum om er een paar – of wat had u gedacht? – labcaches te vinden. Op een klein half uurtje stond ik terug aan mijn auto, en ik wist nog maar eens hoe graag ik ’s nachts eigenlijk rondloop in een stad of dorp.

 

Lights on Van Eyck

Bart weet waar hij me mee naartoe moet nemen. Hij krijgt als CEO namelijk alle mogelijke uitnodigingen, zoals pakweg de voetbal. Dat is aan mij niet besteed. Alle culturele evenementen daarentegen, daar mag hij me altijd voor uitnodigen. Soms valt dat al eens tegen, op andere momenten geniet ik met volle teugen, zoals hier of hier.

Vandaag waren we op uitnodiging van advocatenkantoor De Groot De Man in de Sint-Niklaaskerk voor een walking dinner en de show van Lights on Van Eyck, een projectie op het interieur van de kerk.

We deden aan netwerken, aten prima, kregen een deskundige uitleg van een Gentse gids en dan in twee delen de lichtshow. Deel een werkte vooral met grote beweegbare panelen op robotarmen, maar daar zag ik niet zo meteen de meerwaarde van de locatie: die werd amper gebruikt. In deel twee kwam dat meer tot uiting en werd er op het volledige interieur geprojecteerd. Knap, maar om eerlijk te zijn was ik niet zo onder de indruk. Ik mag dan misschien een snob zijn, maar als je Klimt gezien hebt in La Base Sous-Marine in Bordeaux, dan weet je pas goed wat zo’n projectie kan doen.

Al bij al een fijne avond, daar niet van, met vooral een gesprek met twee oudere zussen, kunstgericht, de ene een schilderes, de andere een advocate. Amusante conversatie, interessante dames.

 

En vooral: tegen tien uur waren we weer thuis ^^

Concert: Lucie Horsch & Thomas Dunford — Bach, Couperin, Debussy & Windelinckx

Tomma, de lerares blokfluit van Merel, stuurt regelmatig concerten van blokfluitisten en blokfluitensembles door. Meestal zie ik dat niet zitten of past het gewoon niet.

Deze keer dus wel, en dus stonden Merel, Wolf en ik gisteren om acht uur aan de Miry concertzaal. 20 euro voor ons drietjes, daarvoor moet ge het alvast niet laten.

Lucie Horsch is een jonge Nederlandse blokfluitiste van wereldfaam intussen, die tal van prijzen gewonnen heeft, en Thomas Dunford is dan weer een Fransman en luitvirtuoos. Samen brachten ze toch wel een gevarieerd programma: vaak samen, soms alleen zij, soms alleen hij, soms echt klassieke stukken zoals Bach, dan weer hypermoderne en vrij atonale dingen… Ik heb in elk geval wel geleerd dat je soms ongelofelijke geluiden uit een blokfluit kan halen, en dat een luit een prachtig instrument is…

Het was uiteraard niet de bedoeling om opnames van het concert te maken, maar het bisnummer, waarin ze beiden zongen onder fluitbegeleiding, heb ik dan wel weer even gefilmd. Nee, het geeft absoluut niet weer wat het concert inhield en wat de mogelijkheden zijn van blokfluiten, maar het was op zich ook bijzonder mooi.