Gullegem, begot

Ons koor Cantandum is niet vies van een uitdaging. Of liever: ons bestuur en onze dirigent zijn redelijk ambitieus.

In november houden we een concert in Wevelgem met maar liefst acht koren en een harmonieorkest, en het hangt aan de ribben!

Niet alleen zingen we “The Armed Man” van Karl Jenkins, wat op zich nog wel meevalt, maar zingen we ook nog een werk van Willy Soenen, de vader van dirigent Geert. Dit werk, “Oratorio”, is nog nooit uitgevoerd, het ligt al enige jaren op een plank, en ik snap waarom. Ik schreef het al eerder: het is pokkemoeilijk en klinkt behoorlijk atonaal: ik hoor het echt niet graag.

Maar Geert bleef volhouden dat dat is omdat we het geheel niet horen: met het orkest en de solisten erbij, zou het helemaal anders moeten klinken. Blijkbaar denkt ook het orkest er zo over, want ook zij zien het niet echt zitten, hoorden we. Vandaag was er dus een extra repetitie in Gullegem met enkel de twee Gentse koren die dit werk zullen zingen – de West-Vlaamse koren doen hier niet mee – en het orkest dus.

Resultaat? Meh.

Ik hoor het nog steeds echt niet graag en het blijft klote om te zingen, om eerlijk te zijn. Ja, het is een pak beter nu het allemaal samen komt, maar mooie muziek? Nope. Het is dan ook nog eens serieus druk op school, ik ben moe, zodat ik eigenlijk weinig zin heb in het koor momenteel.

Ach ja…

Een engagement is iets waar je moet achter staan, ook als het wat minder gaat, toch?

Extra repetitie

Zoals ik eerder schreef, is het koorjaar wel degelijk begonnen. Geert, onze dirigent, meende het meteen ook heel hard: vandaag zat ik dus de hele prachtig zonnige middag in een grote hal in Wevelgem, waar je zelfs niet zag of de zon scheen of het regende…

Het was de eerste gezamenlijke repetitie voor de acht koren en het orkest, maar ik was niet bepaald onder de indruk. We hebben alleen de Jenkins doorgenomen, en dat doornemen dekt zo ongeveer de lading: we hebben elk deeltje twee keer gezongen, één keer al zittend, één keer al staand – allez, ik bleef zitten – en dat was het. Geen aanwijzingen, geen verbeteringen, geen regie, niks. We hebben stapels, tònnen fouten gezongen maar dat deerde blijkbaar niet. Ja, dat stipje in de verte op de foto was de dirigente.

Het resultaat: een zeer onbevredigd gevoel en vooral een compleet verloren middag, want het is drie kwartier rijden. Ik was dus al weg om kwart over een en was pas thuis tegen zeven uur, tijd die ik zo in het begin van het schooljaar eigenlijk wel beter kon gebruiken.

Tsja. Volgende keer beter, zeggen we dan.

Een nieuw koorseizoen

Strikt genomen is dat vorige week al begonnen met een extra repetitie op dinsdag, maar een op twee dinsdagen zijn voor mij ingenomen door Masks, en dat is ook een vast engagement, dus nee, voor mij begon pas vandaag weer het koorseizoen.

En onze dirigent, samen met de stuurgroep, is behoorlijk ambitieus dit jaar. We zingen in november samen met zeven andere koren en een harmonieorkest twee grote werken: The Armed Man van Karl Jenkins, en Oratorio van Willy Soenen. Dat laatste is een wereldcreatie, maw. het is nog nooit eerder uitgevoerd. En ik snap waarom, om eerlijk te zijn: het is pokkemoeilijk en ik hoor het ook echt niet graag, laat staan dat ik het graag zing.

Maar Geert blijft volhouden dat dat is omdat het voorlopig nog zeer atonaal klinkt omdat we het geheel niet horen: met het orkest en de solisten erbij, zou het helemaal anders moeten klinken.

Hmmm, ik ben benieuwd. Maar bon, we zijn dus wel weer aan het zingen ^^

Kampeerstoel

Ik had ooit eens een kampeerstoeltje gekocht om te gebruiken op mijn toezicht op school: ik kan geen half uur aan een stuk rechtstaan, zeker niet als ik daarna nog moet lesgeven en niet kan gaan liggen.

Kobe had die daarop ooit eens meegenomen op kamp, maar het stoeltje had dat niet overleefd. Vorig jaar waren we samen naar de Decathlon getrokken en had ik een nieuwe, iets grotere en duurdere voor mezelf gekocht en had Kobe de standaard vuilblauwe gekocht. Wolf had die in het begin van de vakantie mee naar Assen, voor UGent Racing, en daar was het stoeltje verdwenen. Niet verwonderlijk: iedereen heeft daar dezelfde, en wie zegt dat dat specifieke stoeltje het uwe is?

Soit, vorige week gingen ze dan op kosten van Wolf een nieuwe halen – dat was de afspraak: kapot of kwijt? Nieuwe voorzien – en dat werd meteen een beige, steviger geval voor hen beiden. Maar ze hadden geen zin om er hun naam op te zetten, en dus kwam de vraag of ik dat niet wilde ‘versieren’, zodat het eigenaarschap niet ter discussie kwam.

Wolf gaf me een tekening en ik zette die er met de vrije hand op. Niet dat het moeilijk was, het steekt niet zo nauw bij een bergketen, maar bon.

Het stoeltje is alleszins levend en wel van een scoutsweekend in de Hoge Rielen terug meegekomen, dus dat zit wel snor.

Scoutshemdentekeningenbezigheden

(Ge wilt het mogen gebruiken bij Scrabble, toch?)

In het kader van: “Ne mens moet zich toch met iets bezighouden en ik doe binst geen ander kwaad” heb ik me de afgelopen weken toegespitst op het illustreren van scoutshemden. Jawel. Uiteraard met textielverf, maar ook met een textielstift tegenwoordig.

Elke scout die lang genoeg meedraait, krijgt eerst een totemdier, dan een adjectief, en uiteindelijk bij de JIN – het laatste jaar voor ze leiding worden – een kleur dat verwijst naar hun reis dat jaar.

Kobes hemd had ik al eerder versierd en er op zijn nieuwe hemd voor de Jamboree ook al zijn totem en adjectief opgezet. Nu heb ik er ook zijn kleur aan toegevoegd, iets van geen vijf minuten werk. Best goed gelukt, in een robuuste stijl.

Voor Rhune had ik er al eerder zijn Berner Sennen opgezet, maar nu dus ook zijn volledige scoutsnaam:

Ik vind dat amusant, dus ik wil dat eigenlijk gerust voor gans zijn leiding doen – leden liever niet, want die wisselen vaak nog van hemd – en dus kreeg ik nog aanvragen. De voorwaarde is dat ze me een duidelijke zwart-wittekening bezorgen van hun dier.

En uiteraard ook hun volledige totem, en daar liep het eventjes mis… Ik had voor een van Kobes jaar vol enthousiasme een kolibrie getekend, en ik vond die ook echt goed gelukt. En toen wilde ik in al mijn haast daar ook nog snel haar naam aan toevoegen.

Alleen… is het niet Vrolijke, maar Zonnige. Juist ja. Hemd verpest dus. Ik kon mezelf wel slaan en ging vloekend douchen. En daar zag ik het licht, gelukkig maar. Want zonnige, dan kan je iets met een zon, toch?

Gelukkig vond ze het zo zelfs nog beter dan zonder! Nog die chance!

Maar toen bleek wel de toon gezet: eerst volgde nog een simpele tekening zonder de naam:

Toen kwam Andres met de vraag of ik inderdaad nog iets extra kon doen: hij wilde eerst echt zijn dier niet op zijn hemd – “Zo nen berglemming ziet er toch gewoon uit als nen mottige cavia???” – maar vond uiteindelijk toch een tekening naar zijn goesting, en wilde ook graag zo’n zon. Maar dan een specialleke. Kobe ging om extra geel en oranje naar de winkel, en ik ging aan de slag.

Hij is gelukkig mega content! Ja, ze gaan opvallen dit weekend op de HerfstOntmoeting van de Scouts in de Hoge Rielen, een vormingsweekend voor leiding van gans Vlaanderen.

En ja, laat die hemden maar komen! Alleen wil ik er vanaf nu wel een bloemetje voor. Néh.

Vertelsessie in ’t park

Nee, je kon het bezwaarlijk een succes noemen vandaag…

Living in ’t Park is een supergezellig klein festivalletje hier op Wondelgem Dries, van de zaterdagmiddag tot de zondagnamiddag, met gezellige muziek, dansinitiaties, activiteiten voor de kleintjes zoals slijm maken of knutselen, zetels en hangmatten tussen de bomen, verschillende soorten eten… Heel tof dus om te blijven hangen. Merel is gisteren dan ook tot na middernacht met haar vriendinnen blijven rondlopen, en ja, dat mocht omdat de ouders van Lieze allebei in organisatie zitten en daar dus ook rondliepen.

Nu, ik had Jurgen vorige week toevallig gezien en gezegd dat ik gerust ook wilde vertellen, maar dan liefst niet alleen voor kinderen, en nog het best van al Griekse mythologie. Prima, had hij gezegd, op zaterdagmiddag dan. Bleek uiteindelijk zondagmiddag te worden, en dat is dan al een pak minder volk. Niet erg, ik ging een klein podiumpje krijgen en een micro en zo, dat kwam wel goed.

Tot ik zondagmiddag een half uur op voorhand ginder stond en ze me van het kastje naar de muur stuurden. Uiteindelijk, na veel vijven en zessen kreeg ik een miniplaatsje toegewezen met enkele matten op de grond, naast het grote podium waar ze hele fijne folk aan het spelen waren, zonder micro, en waar ik dus hoegenaamd niet boven het geluid ging uitkomen met mijn stem. Hmmm.

Na een korte evaluatie werd besloten me te verhuizen naar de tuin van de pastorie en werd er inderhaast toch iets van micro voorzien, en had ik vijf luisteraars: Max was afgekomen, en Eilish en Sabine – een oud-leerlinge met haar moeder – en dan nog twee kinderen, die wel superenthousiast waren en volledig meegingen in de verhalen.

Ach ja. Vier man en een paardenkop, en Max was de paardenkop in kwestie, zeker? Jammer, maar ik heb toch mijn best gedaan.

Wie weet volgend jaar beter?

Mutsje

Louise-Anne, een hoogzwangere collega én oud-leerlinge, grapte toen ze me bezig zag voor de breiclub dat ze wel een mutsje wilde voor haar dochter.

U vraagt, wij draaien: met zo’n breiring is zo’n mutsje bijzonder snel gemaakt, dat duurt geen uur. Ik zocht even en vond een zeer fijn patroontje voor zowel een bloemetje als de blaadjes, en een half uurtje later was ook dat in orde. En zeg nu zelf: dat is toch mega schattig? Ik heb het voor de foto eventjes op een  knuffel gezet.

Ik gaf het cadeautje mee aan haar oudste zoon die bij ons zit, en kreeg prompt een heel enthousiast antwoord terug. Dus yup, geslaagd!