Half zes wakker, het is een trend intussen. Maar bon, zeven uur geslapen, dus erg is het niet. Kwart over negen stonden de kinderen bij ons, nog wat later waren we aan het ontbijtbuffet in een hotel een paar huizen verderop. Vooral Merel kan daar intens van genieten, maar jarige Kobe – eindelijk 17! – zag dat ook helemaal zitten.
We pakten ons boeltje in, staken alles in de auto en reden naar Ile Sainte-Hélène, waar nog de remnanten van de Wereldtentoonstelling uit 67 staan. Wat we vooral zagen, is dat het hele eiland gewoon één en al evenmentenplein is geworden, waar ze nu ook alles aan het opzetten waren voor een groots festival. Bewoning is er blijkbaar niet: vanop de brug zagen we ook een immens pretpark. We staken een brugje over naar een tweede eiland, en dat bleek zowaar het Formule 1-racecircuit te zijn van Montréal! Wijs!
We wandelden rond de Biosfeer, gingen even tot aan het water aan de andere kant van het eiland, en reden toen terug de stad zelf in om er een Tim Hortons te zoeken: dat is zowat het Canadese equivalent van de McDonalds, maar dan met wraps, pizza en broodjes.
Daarna reden we al naar het noorden van de stad, naar het Oratoire de Saint-Joseph, een immense basiliek op het hoogste punt van Montréal. De basiliek is de grootste kerk van Canada, maar vooral het uitzicht is schitterend.
En toen begonnen we aan onze road trip: anderhalf uur naar het noorden, met een fijne playlist.
We reden verder naar het kleine stadje Saint-Alexis-des-Monts, om daar proviand in te slaan en dan een kwartier verder naar de Pourvoirie du Lac Blanc te gaan. Dat is een soortement vakantieparkje, maar dan op zijn Canadees: een centraal huis/restaurant met een zwembad en hot tub, gelegen aan het meer waar je naar hartenlust kan varen met een kano, kayak of pedalo of gewoon zwemmen. Tegen betaling kan je ook paardrijden, beren gaan spotten en dat soort dingen.
We kwamen aan onze chalet, en man, wat een luxe! Volledig in hout, maar voorzien van een volledig uitgeruste keuken, een overdekt terras – een echte ‘porch’ dus – en vier kamers, elk met een eigen badkamer met bad of douche en toilet. We hebben dan eens vier kamers, slapen Wolf en Kobe toch wel samen zeker! Maar ze mogen uiteraard kiezen.
En onze kamer, wel, die heeft gewoon bijna rondomrond uitzicht, waarvan een stuk op het meer.
We genoten even van de rust en de stilte, Bart maakte op verzoek van Kobe worst met appelmoes en puree, en we eindigden de dag met een kaartspelletje dat Merel glansrijk won.
En toen was het na tienen en meer dan welletjes voor ons…
mooi mooi
god ja, er is die F1 track in Montréal. Wij hebben daarop gefietst en zijn een vos gekruisd daarop. Ik was dat compleet vergeten. Blijkbaar waren we toch meer tijd in Montréal dan ik eerst dacht.
Oh Tim Hortens… nu wil ik zo’n egg wrap als ontbijt.