Ik moest, na de dienst voor Veek, even alleen zijn, mijn hoofd laten uitwaaien. Ik had gelukkig heel veel larpers gezien met wie ik van gedachten kon wisselen, met wie ik kon meevoelen, maar soms doet alleen zijn ook minstens evenveel deugd.
Ik zocht eerst een cache in de buurt en ging daarna naar de oevers van de Schelde. De zon scheen, het waaide, ik kon doorstappen en mijn gedachten alle kanten uit laten gaan. Het deed deugd.
Tegen half vijf was het welletjes: de rug deed pijn, ik werd moe en ik kreeg ook wel wat honger, ja. De rit naar huis was andermaal pensief, maar al iets minder donker.