Negentien

Lieve Wolf

je bent vandaag gewoon negentien, en man, je bent zo hard veranderd dit laatste jaar! Man is inderdaad ook het juiste woord: al het kind is eruit, je bent echt een volwaardige student geworden, een man. Al kunnen je ogen wel nog blinken als een kind wanneer je van plan bent je broer of zus voor de gek te houden, maar dat heb je van je papa, want die heeft die lichtjes in zijn ogen ook nog steeds.

Je hebt intussen je eerste zit achter de rug, en dat is geen onverdeeld succes te noemen, maar ook niet slecht. Een eerste keer eerste zit aan ’t unief, dan weet je gewoonweg niet wat je overkomt, zeker niet in een loodzware richting als burgerlijk ingenieur. Ik weet het wel, de tijden zijn veranderd, maar ik heb toch sterk het gevoel dat het in mijn tijd, in de Klassieke, niet zo zwaar was. Ik had in elk geval niet elke dag les van half negen tot zeven, en op woensdag en vrijdag dan tot ’s middags. Zoals je zelf al aangaf: veel sociaal leven heb je dit semester eigenlijk niet gehad: na je les ging je afgepeigerd naar je kot, at iets en hield de lessen van die dag bij zodat je de volgende dag opnieuw meekon. En ook je blokperiode was de moeite: je zat hier gezellig thuis bij ons, maar veel hebben we je niet gezien, want plichtsgetrouw zat je elke dag aan je bureau te studeren. De 17 voor je project, die had je zien aankomen want dat was ook echt goed geweest. Met de 10 voor chemie en de 11 voor discrete wiskunde, daar was je best wel blij mee. De 6 voor fysica had je keihard zien aankomen, en de 9 voor basiswiskunde, daar zit je ook niet zo mee in: het was je laatste examen en het was een beetje op. Maar die 9 voor analyse, daar was je gewoonweg boos om: je had dat examen echt goed gekund, zei je. Gelukkig is er zoiets als inzagerecht, en dat leerde je dat je heel veel stomme kleine fouten hebt gemaakt, zodat die 9 jammer genoeg terecht is. Je had er nochtans keihard voor gestudeerd.

Maar ik heb je zien veranderen, Wolf, en ik kan niet goed omschrijven waar het zit. Speels, ja, ergens ook onbezorgd, maar aan de andere kant ook heel erg ernstig en verantwoordelijk. Dat laatste ben je altijd al geweest, dat speelse komt nu gewoon iets meer naar boven, en ik vind het wel leuk, ja. Ik heb het gevoel dat je je plaatsje wat aan het vinden bent: we laten je vrij en je doet je ding, en daar voel je je goed bij. Ik denk ook dat je in de ideale richting zit: weg met alle taalvakken, en een groep van gelijkgestemde zielen om je heen. Ik herinner me dat ik dat ook heel erg had, toen ik in ’t begin van ’t unief plots Gwen, Erik en Yanick vond.

En verder? Ik leer met kleine stapjes je los te laten. Ik heb het er niet altijd makkelijk mee, je bent en blijft mijn Wolfje, maar het is tegelijk zo mooi om je te zien openbloeien, je enthousiast horen te vertellen over Punthoofd en over andere lessen, je bepaalde ideeën te horen uitleggen en wij die wanhopig proberen er iets van te snappen – met uitzondering van Kobe, want het is eigenlijk aan hem dat je zo’n dingen uitlegt, ons beschouw je al lang als verloren zaken.

Je leeft precies met volle goesting, Wolf, meer dan in het middelbaar, en dat doet deugd. En daarom vind ik het niet erg om je op zondagavond met een zak vol verse kleren, ovenschotels van je vader en potjes kruidenkaas naar je kot te brengen, terwijl we in de auto altijd wel een fijne conversatie hebben. Daar teer ik dan de rest van de week op, tot je op vrijdagavond plots weer in ons huis verschijnt.

Ik zie je graag, Wolf. En ik kijk ongelofelijk uit naar de man die je aan het worden bent, maar blijf toch ook maar nog een beetje mijn Wolfie.

Kus

mama

Een reactie achterlaten

Je e-mailadres zal niet getoond worden. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *