Toen ik na school naar huis reed, ging mijn telefoon: de huisdokter van ons pa. Hij had die ein-de-lijk laten komen omdat hij al een ganse tijd meer piept en rochelt dan anders, nog minder adem heeft, en tegenwoordig soms wat misselijk loopt ook. Hij wilde dat eerst uiteraard niet, maar toen ik hem voor de voeten wierp wat hij anderen zou aanraden met die symptomen op hun 81ste, zei hij ook dat misschien toch wel best de dokter zou komen.
Euhm… De dokter zei dat ze het helemaal niet vertrouwde: ons pa had ook kramp in zijn borst gehad, wat zou kunnen wijzen op een hartaanval, en zijn saturatie was veel te laag. Zijn longen moesten dringend onderzocht worden. “Oké”, zei ik, “we moeten dus een afspraak maken bij de longarts?”
“Neenee, hij moet nú binnen!”
“Euhm, nu als in vandaag?”
“Ja, via spoed! Desnoods kan ik een ambulance laten komen?”
Bon, ik reed naar huis, at snel iets, nam een boek en wat schoolwerk mee, reed naar Zomergem, sommeerde ons pa om weer naar binnen te gaan – hij stond klaar aan de voordeur – en pakte een valiesje voor hem. Hij vond dat absoluut onnodig, maar ik was er zeker van dat hij minstens een nacht gaat moeten blijven, want tegen dat we vanzeleven op spoed zijn, is het vijf uur. Bepaalde onderzoeken zullen onmiddellijk gebeuren, maar sommige zullen voor morgen zijn. Soit, een pyjama, wat vers ondergoed, een toilettasje, de oplader van zijn hoorapparaten, een boek, reservekleren, dat soort dingen dus.
Tegen vijf uur waren we goed en wel gesettled op spoed en liepen de eerste onderzoeken al. Na een tijdje werden we van een spoedbox naar de algemene wachtkamer gebracht waar een achttal bedden kan staan en waar, gelukkig maar, ook prima relaxzetels staan voor de begeleiders. Ik zat op mijn gemak en pijnvrij, want de stoelen in de spoedboxen zijn archislecht. Ons pa kreeg het ene onderzoek na het andere en ook de resultaten druppelden binnen: zijn hart was in orde, de saturatie te laag en hij heeft dus eigenlijk een acute bronchitis, bovenop zijn chronische bronchitis.
De rest van de onderzoeken is voor morgen, dus tegen kwart na negen was hij effectief op een kamer, in zijn pyjamaatje, met alles erop en eraan. Al een chance dat ik een valiesje had voorzien.
Geen idee hoe lang hij zal moeten blijven, toch een paar dagen, vermoed ik. Tsja…
Roken, nergens goed voor.