In oktober krijgen we altijd een nieuw lesrooster. In september starten we op basis van de studierichtingen die de leerlingen op het einde van vorig schooljaar hebben opgegeven, maar daar zitten altijd massa’s veranderingen in: zittenblijvers, leerlingen met een B-attest die dus de geplande richting niet mogen volgen, dat soort dingen. Daarnaast zijn er ook leerkrachten die wegvallen, erbij komen, op meerdere scholen staan of een andere ambtsverdeling krijgen. Resultaat: een nieuw rooster dus.
Mijn rooster voor de rest van het jaar is zeker niet slecht, maar wel een beetje vreemd. Nu, de roostermakers weten dat ik liever elke dag kom – ik woon ook maar op 5 kilometer – dan dat ze me veel uren op een dag geven, want dat kan mijn lijf gewoon niet aan. Ze weten ook dat ik, als ik kan, ’s middags naar huis ga. Maar dit jaar is het dus wel extreem: op maandag en vrijdag geef ik les van 9.20 uur tot 11.00 uur (met aansluitend een uur studietoezicht tot 12.05 uur) en dan in de namiddag van 13.45 uur tot 15.25 uur, op dinsdag van 10.10 uur tot 12.05 uur en dan in de namiddag, en op donderdag van 9.20 tot 12.55 uur. Op donderdagnamiddag en woensdag ben ik lesvrij, zodat ik administratie kan doen en voor de website werken.
In principe kan ik dus elke middag thuis gaan eten. Soms is het wel wat nipt: ik heb regelmatig een vergadering (met de zesdes) op maandag om 13.15 uur, op dinsdag heb ik op datzelfde uur breiclub en op vrijdag heb ik dan toezicht, maar ik kan altijd in principe om 12.20 uur thuis zijn, en dan om 13.00 uur weer vertrekken. Zelf koken zal er dus niet in zitten, maar ik kan wel op het gemak in alle rust eten, eventjes liggen en een echte middagpauze hebben.
Mja. ’t Is eens wat anders.