Wie hier al een tijdje volgt, weet dat ik een enorme lezer ben. De laatste paar jaar lees ik zo’n 60 boeken per jaar, en dat allemaal elektronisch op mijn Kindle. Ik ben daar dan ook gigantisch fan van, ik lees eigenlijk niet graag meer op papier omdat dat te weinig aanpasbaar is.
Ik sleep dat ding dan ook nonchalant overal mee, gewoon los in mijn tas, in mijn jaszak of op de achterbank van de auto, zonder beschermhoes of iets. Elke avond pluk ik hem van tussen de kussens in de zetel en pak ik hem mee naar boven, ik lees nog in mijn bed, en elke morgen pak ik die gewoon weer mee naar beneden. Routinematig dus. Ik leg hem helaas ook zonder nadenken gewoon uit mijn handen waar het op dat moment past.
Gisterenavond had ik hem blijkbaar niet zomaar zien liggen en was ik naar de badkamer vertrokken zonder boek. Omgekleed, in mijn bommaslaapkleed dus, stel ik daar vast dat ik mijn Kindle niet mee heb. Terug naar beneden dus, naar de zetel, om hem daar in de zetel te zoeken. Hmmm. Geen Kindle. Alle kussens twee keer opgetild, achter de zetel gekeken, onder de dekentjes, geen Kindle. Terug naar boven want ik zal hem wellicht ergens op een rare plaats in de badkamer uit mijn handen gelegd hebben. Geen Kindle. Helemaal naar boven, naar de slaapkamer, ook al weet ik dat ik hem vandaag beneden heb gehad. Geen Kindle. Terug naar beneden. Nog eens de zetel en ook alle tafels doorzocht. De boekenkast. Op de kast onder de tv. In de berging. God, zelfs in de koelkast. Geen Kindle.
Oh, had ik hem niet mee in de auto naar de kine? In mijn bommaslaapkleed op mijn blote voeten naar de auto. Geen Kindle. Oh, en ik heb Barts auto toch gebruikt om naar Wolfs kot te rijden? Terug naar binnen om de sleutels van de Ford, terug naar buiten naar Barts auto. Geen Kindle.
Halve paniek, dikke dikke zucht. De Kindle zal dan morgenvroeg wel uitkomen, zeker? Ik heb nog een Tolkien liggen – De Legende van Sigurd en Gudrun – die ik op papier kan lezen.
Helemaal ontmoedigd kruip ik in mijn bed.
En dan krijg ik ’s morgens een fotootje toegestuurd van mijn lief. Wat ligt er, perfect matzwart op een matzwarte achtergrond, te prijken op zijn dashboard? Jawel. Ik had het ding in het donker – de Ford steekt blijkbaar geen lichten aan bij het openen van de deuren – absoluut niet zien liggen en ik was nochtans gaan kijken.
Diepe zucht.
Van zowel frustratie als opluchting.