Dit is alweer een stevig boek van bijna 700 bladzijden, eentje waarvan ik het doodjammer vind dat er maar één van is, maar waarvan ik de subtitel “Elantris 1” zeer hoopgevend vind.
Ja, Brandon Sanderson is een van mijn favoriete fantasy auteurs, je moet zijn naam hier maar even in de zoekbalk ingeven. Ook met Elantris is hij erin geslaagd een volledig nieuwe wereld te scheppen met eigen accenten, een eigen magie, een eigen geschiedenis. Blijkbaar was de stad Elantris ooit een prachtige, onvergelijkbare stad, draaiend op magie en met een speciaal soort magiërs: gewone mensen werden plots wakker met extra krachten en konden dan in Elantris gaan wonen. Tot het plots fout ging en de hele stad verwerd tot een soort zombieland, met de Elantrianen die niet konden sterven maar elk pijntje – stoot maar eens je teen – bleven voelen tot ze uiteindelijk gek werden van pijn en angst.
En dan krijg je binnen dat kader natuurlijk opnieuw een knap verhaal, een goeie plot, politieke intriges, een sterke vrouwenfiguur, de nefaste invloed van religie… Het zijn intussen wel vertrouwde ingrediënten, dat wel, maar telkens weer op een nieuwe manier gebracht. Ik ben eigenlijk vooral pokkejaloers op die mens zijn fantasie en zijn vertelkracht, en ik kijk reikhalzend uit naar deel twee.