Zoals altijd ging ik ook vandaag ons pa ophalen in Zomergem. Hij had me gewaarschuwd: het is Vette Veemarkt, ge kunt niet parkeren.
En toen stond ik in zijn straat en zag ik de melkkoeien al lopen op ’t dorp, en zijn we nog even tot ginder gewandeld.
Op het ene plein stonden de melkkoeien met hun overvolle uiers klaar voor keuring, op de markt stonden de prijsbeesten onder de dikbillen. Jeroen stond er, zoals altijd, met een soortement tombola: je moet het gewicht van twee varkens raden en wie er het dichtst bij zit, wint een half varken, of zoiets.
Naar de tractors, de schapen en kleine huisdieren zijn we niet meer gaan kijken, daarvoor was het te koud en te veel wind. Maar het is echt nog een andere wereld: zo is er een wedstrijd “om ter langst aan de pijpen van een boerenoveral blijven hangen” en dergelijke.
Het gaf me een enorm gevoel van nostalgie, maar tegelijk ben ik blij dat ik er weg ben, uit dat dorp. Ik ben duidelijk meer een stadsmens, zoveel is duidelijk.
Haha, same feelings here (al denk ik dat ik volgend jaar misschien ook nog eens naar de Vette Veemarkt moet gaan samen met mijn vader) 🙂