Vorige week hebben we uiteindelijk de knoop doorgehakt en Spanje afgezegd. Voor Bart, mij en Merel was er eigenlijk geen probleem: wij zijn beide volledig gevaccineerd en Merel is nog geen twaalf. Maar voor de jongens gingen we door allerhande hoepels moeten springen om überhaupt te kunnen vertrekken en weerkeren. We hadden Spanje namelijk echt tussen de kampen van de jongens geprangd: vertrekken de dag na Kobes kamp, en terugkomen de dag voor Wolfs kamp.
Nu ging dat betekenen dat ik Kobe eventjes moest ‘ontvoeren’ van zijn kamp voor een PCR-test, en dat we Wolf ginder in Spanje een PCR-test moesten laten ondergaan om hem dan hier in België terug te kunnen laten vertrekken. Als het al geen quarantaine moest worden, en we dus ginder een extra nachtje hotel voor hem moesten zoeken, zonder ons, wat als minderjarige misschien ook niet evident was.
Een en ander zorgde ervoor, samen met het risico uiteraard, dat we het echt niet meer zagen zitten. Met spijt in het hart (en de portemonnee) dan maar alles afgezegd.
Maar ik wilde eigenlijk echt wel nog iets doen als gezin samen. Ik was beginnen kijken, maar de kust en de Ardennen waren ofwel vol ofwel onbetaalbaar. Dingen van Centerparcs, Landal of Roompot idem, en we wilden niet in een stampvol park zitten.
Hmmm.
Even had ik nog een viertal dagen Reims overwogen, maar toen dacht ik plots – geen idee vanwaar dat precies kwam – aan een boot. Zo’n boot waarvoor je geen vaarbewijs moet hebben, waarin je kan slapen en koken en hele fijne routes varen. Zoals ik ooit, in een ver verleden, als student met onder andere Gwen en Erik heb gedaan.
Op een halve dag was dat geregeld: vijf dagen, vier nachten op een boot voor zes personen, vanuit Nieuwpoort. Dat ding vaart amper 10 km. per uur, maar dat is heerlijk ontspannend. En een kleine keuken, twee slaapkamers, een slaapbank in de living, en twee mini badkamertjes met elk een toilet en een douche. Zo eentje waarbij je je toiletzak best even ergens anders zet als je wil douchen, maar bon.
Het is geen tien dagen aan een zwembad onder de Spaanse zon, maar bon, toch ook een paar dagen echt vakantie met het gezin. En Arwen, uiteraard.
Deze middag stonden we dus met zijn allen om twee uur aan de ‘jachthaven’ van LeBoat in Nieuwpoort, onder toch wel een zonnetje, ja. Het is dan geen 25°, maar het zag er wel goed uit.
Na het nodige papierwerk, de nodige instructies én een rondje van een vijftal minuten om te leren hoe je draait, hoe je een noodstop maakt en dergelijke, waren we weg. We wilden op die vier dagen eerst naar Veurne varen, de volgende dag naar Ieper, de derde avond in Diksmuide, en dan terug op zaterdagmiddag om 12.00 uur, de “late” check-out in plaats van 09.00 uur.
Wij vrolijk op weg, half uurtje wachten voor de zeesluis richting Veurne, tot een schipper ons vraagt: “Gaan jullie naar Veurne?” “Euh, ja?” “Jullie weten dat je niet verder kan dan? De sluis van Fintele is kapot en zal zeker morgen ook nog dicht zijn.”
Euh… Tot zover onze planning, en blijkbaar hadden ze dat bij LeBoat niet nodig gevonden om te zeggen. Hmpf. Dan maar de route in de andere richting, met het grote probleem van de zeesluis. Die is namelijk onderhevig aan de getijden en dus maar open 2.5 à 3 uur voor en na hoog water, en wordt maar bediend tussen negen uur ’s morgens en zeven uur ’s avonds. Deze namiddag was dat dus geen probleem, in het terugkeren wel. Maar bon, dat gingen we dan wel oplossen.
Met enige moeite – we werden voortdurend weggeblazen door de harde wind – keerden we de boot en voeren dan maar naar Diksmuide: een hele fijne tocht, waarbij ook Wolf en zelfs Merel even stuurden.
En toen hadden we een klein acro’tje: Wolf wilde de boot vastleggen aan de wal, maar zijn touw zat verstrengeld – iets waar ze nochtans zwaar voor waarschuwen – waardoor zijn hand geklemd zat. Resultaat: helemaal geschaafd en gekneusd en behoorlijk veel pijn. Ik heb geen risico genomen en toch maar de dokter van wacht gebeld: het was een paar minuten na zevenen natuurlijk.
Bon, twintig minuten later kwam de dokter gewoon afgewandeld daar op de kade, onderzocht Wolfs hand, en wilde toch liefst een foto laten maken omdat er een van de middenhandsbeentjes toch wel erg gevoelig was en misschien gebarsten zat. We kregen een voorschrift voor de radioloog 100 meter verderop met de raad morgenvoormiddag even langs te gaan, en dat was dat.
Intussen was Bart even gaan zoeken naar iets om te eten en had hij op de markt tal van restaurantjes gevonden. Zalig zitten, trouwens.
Tegen tien uur zaten we allemaal in ons bed, doodop. Maar ik heb er echt wel van genoten. ’t Is geen zuiders land met prachtig weer, maar ’t is heerlijk ontspannend.
ja ik zag het op FB en het concept klinkt wel heel ontspannend. ‘k hebt prompt ook opgezocht waar jullie mee vaarden en het aan Jan gezegd.
ideetje voor ooit eens. Maar eerst moeten beide jongens kunnen zwemmen. En dan misschien eerder ergens in Frankrijk of zo. Mja, het ziet er aanlokkelijk uit. Is het binnen ruim genoeg bij slecht weer?
Ja, ik vond dat ruim genoeg. Misschien eerder voor vier dan voor zes, want dat bankbed in de living is niet zo praktisch natuurlijk.
Voor jullie vier zeker goed te doen.
Frankrijk was een no go met de coronamaatregelen, vandaar dat we hier zijn gebleven. Maar we gaan dat zeker nog opnieuw doen, al was het Bart en ik.