Merel is nooit een held geweest in fietsen. Correctie, ze kàn fietsen, maar ze durft gewoon niet. Allez ja, toch tot voor kort. Want ze is veel veranderd de laatste tijd – ik knik richting psycholoog – en heeft veel meer zelfvertrouwen gekregen.
De voorbije dagen heeft ze doorgebracht in het stralende weer bij haar vriendinnetjes in de Lange Velden, met de fiets. Ik ben maandag nog met haar meegereden, heen en terug, net zoals vorige woensdag, en zag dat ze dat prima deed. Op het enige plekje waar ze zich niet zeker voelt, heb ik haar geleerd dat ze beter gewoon afstapt, te voet oversteekt, en dan verder fietst.
Gisteren is ze alleen gegaan, met een heel bang hartje, maar ze heeft dat fantastisch gedaan.
Vandaag wilde ik met haar eerst tot aan de bibliotheek fietsen en daarna helemaal tot in Mariakerke, naar de Action. Ze heeft namelijk een nieuwe hobby, scrapbooken – later daarover meer- en kon dus wat extra knutselspullen gebruiken.
Alles ging prima tot we ongeveer ter hoogte van de Delhaize waren, op een ambetant, druk stuk zonder fietspaden, en toen sloeg ze plots in paniek. Ik was een tiental meter achter haar – vergeet eens uw elektrische fiets aan te zetten, dan geraakt ge geen meter vooruit – en ze was me kwijt. Enfin, een beetje verder gereden, zij al huilend, en dan had ze kramp in haar rechtervoet toen we iets of wat voorbij de Groenestaakstraat waren. Ik probeerde haar te troosten en vroeg haar om nog een klein beetje verder te rijden, zodat we op een bankje konden zitten aan het dienstencentrum. Koppig als haar moeder ging ze dan maar meteen ook de brug over en hadden we een kwartiertje – ook de Action is op afspraak – op een bankje aan ’t veld. En toen kwam het er plots allemaal uit: dat ze zelf naar Lieze was gefietst, maar dat er in het klein straatje een eikel haar omver had getoeterd en had geroepen naar haar, en dat ze helemaal haar kluts was kwijt geweest. Yup. Omdat een klootzak in een ministraatje geen tien seconden langer kan wachten – het straatje is misschien vijftig meter lang – en een meisje van tien op een kleurige fiets per se moet voorbijsteken. Ik wens hem veel jeuk en korte armpjes.
Bon, toen kalmeerde ze helemaal, gingen we vrolijk een ganse bak knutseldinges kopen en fietste ze vrolijk – jawel! – met mij terug via de Lange Velden, langs autoluwe en autovrije straten.
Ze was moe van die tien kilometer, haar poep deed pijn van het zadel, maar eigenlijk heeft ze dat fantastisch gedaan, die dochter van mij. En ja, ik weet dat veel kinderen op hun tiende veel verder fietsen, maar dan hebben ze niet die ongelofelijke onzekerheid van de mijne, en fietsen de ouders wellicht ook zelf meer.
En morgen? Morgen gaat ze wellicht weer op haar eentje naar Lieze of Julie. En steekt ze een denkbeeldige middelvinger op naar idioten in kleine straatjes.