Jaren, maar echt jàren geleden heb ik me een set tarotkaarten aangeschaft. Ik heb er lang naar gezocht, maar zo’n set moet je passen. Moet je aanspreken. Moet, tsja, van jou zijn, heel typisch.
Mijn set is de Fantastical Tarot geworden, blijkbaar tegenwoordig gewoon te koop op bol, maar destijds niet zo makkelijk te vinden.
Ik heb hem destijds gebruikt om heks te spelen op de Hippe Heksen-kampen van Ideekids, en de meisjes keken er altijd met grote ogen naar.
Deze week heb ik hem, geen idee waarom, nog eens boven gehaald. Nee, ik geloof er niet in, maar ik vind het wel leuk om te doen, de kaarten leggen. Ik hoef er ook zelf niet in te geloven, dat ligt bij de raadpleger, toch?
Enfin, ik heb ze eens gelegd voor Merel, maar een klein beetje vals gespeeld want ze zaten gewoon rechtop geschud en konden dus niet omgekeerd – lees: negatief – liggen. Merels reactie was zalig: “Mama, je zou me er nog bijna in doen geloven!”
Misschien is dit nog wel eens een ideetje om te doen op een van de fun projectjes van school, compleet met zigeuneroutfit en kaarsen en alles. Of voor een larp. Maar dan ga ik toch eerst eens mijn kaarten grondig moeten bestuderen en van buiten leren, want met zo’n boekje is dat vrij idioot.