Lieve Wolf
helemaal licht was het nog niet, toen je deze morgen opstond en aan de ontbijttafel kwam. Die was intussen helemaal versierd door je zusje, er hingen slingers op en je broer was pancakes aan het bakken. Je moest zelf niet naar school, maar je had wel online les om half negen, en vooral: Merel moest om acht uur de deur uit.
Erg vond je het dus niet. Met slaapdronken kop opende je eerst het cadeautje van je zusje, en ze glunderde toen je meteen zei: “Oh, zo cool!” Ze had woensdag speciaal lopen zoeken naar iets en had zo’n klein plastieken kauwgomautomaatje gevonden. Van Marleen had ik ook iets mogen kopen voor jou, en ik had toen maar meteen Maltezers, M&Ms en van die Lion bolletjes gekocht voor in dat machien. Je vond het leuk.
En van papa en mij had je eerder al je gewichten gekregen, maar kreeg je nu ook nog een kick ass toetsenbord, eentje dat je zelf had uitgekozen.
Je wordt nu eenmaal niet elke dag zeventien, liefje. Ik keek met een glimlach naar jou, en zag in niks meer dat kleine jongetje van vroeger, maar zag een heuse man. Je bent volwassen aan het worden, Wolf, en ik zie het met gemengde gevoelens aan.
Zeventien jaar geleden mocht ik je voor het eerst in mijn handen houden, en man, wat een rollercoaster was me dat zeg! Ik geef toe: ik besefte niet helemaal waar ik aan begon, maar ik heb ervan genoten, en ik geniet er nog steeds van. Zeventien jaar, van onthaalmoeder naar kleuterklas, naar lagere school naar middelbaar. Van turnlessen tot rugby, met de nodige blessures. Van muziekles op zaterdag om half negen, tot gitaarles, tot een experiment met elektrische gitaar. Van scouts en surfkampen, van vrienden en een heus lief, al meer dan drie jaar. Van een klein afhankelijk jongetje tot een flinke scholier tot een matige puber tot een heuse kerel.
Ik kijk naar jou, en ik ben trots, liefje. Je doet het goed. Je bent een stevige kerel in 5 wetenschappen-wiskunde met een hele fijne vriendengroep, een heel leuk lief, een zeker zelfbewustzijn, een volwassen ingesteldheid, een ongelofelijke zorg voor je omgeving en – laten we wel wezen – best wel een knap snoetje. Ik krijg vaak complimentjes over jou van mijn collega’s: dat je echt een fijne, attente leerling bent.
Wat ik ook vooral zo fijn vind aan jou, is dat je hulp durft vragen. Aan mij, aan je papa, aan je omgeving… Dat is iets wat ikzelf nog steeds te weinig doe en waarmee ik uiteindelijk vooral mezelf in de problemen steek. Een misplaatste trots, vermoed ik. Jij bent trots, maar op de juiste manier. Je bent volhardend, maar je kent ook vooral je eigen limieten. Je probeert die wel te verleggen, gelukkig maar, maar je weet als geen ander waar je sterktes en zwaktes liggen.
En af en toe ben je gelukkig ook nog steeds mijn kleine ondeugende jongen, zeker als ik zie hoe je iets aan het plannen bent om je broer mee in de val te lokken, en hoe je ogen dan glinsteren. Dan lijk je immens op je papa.
Ik weet het, Wolf, ik ga je binnen afzienbare tijd moeten loslaten. Daar ben ik nu al mee bezig: je blijft regelmatig slapen bij Arwen, je spreekt af met je vrienden, je bent de hort op. Ik probeer keihard om geen helicoptermoeder te zijn, om je je onafhankelijkheid en je zelfstandigheid te gunnen. Maar soms maak ik me zorgen: ik heb je niet voor niets bijna een jaar moeten afstaan aan het Zeepreventorium, en ik weet maar al te goed hoe fragiel je soms kan zijn, zowel fysiek als mentaal. Maar ik probeer er vooral te zijn voor jou, dat je weet dat je altijd op ons kan terugvallen.
En gelukkig kom je me nog altijd op dezelfde manier slaapwel zeggen: door gewoon lekker languit bovenop me te komen liggen, en dan knuffelen we even en praten we even. Ik hou je dan vast alsof je weer zes jaar was, en daar geniet ik intens van. Ik hoop dat je dat toch nog wel even zal doen met je kleine mamaatje. Want ja, je bent uiteraard groter dan ik intussen.
Lieve Wolf, verander maar niet te hard. Je bent een zalige kerel geworden in die zeventien jaar dat ik je mocht begeleiden. Ik weet niet in hoeverre ik daar verdienste aan heb, ik denk dat dat gewoon al altijd in jou heeft gezeten.
Voorlopig ben je nog even mijn zalige kerel. En je zal altijd mijn Wolfje blijven.
Gelukkige verjaardag, liefje!