Mathias, die ik al meer dan een jaar niet meer gezien heb door die kutcorona, liet me weten dat hij vandaag vanuit Balen naar Roeselare of all places moest, een ritje van 2,5 uur… Hij volgt een stage werfleider, en blijkbaar kon dat op zaterdag enkel ginder. Hij had zich ingeschreven omdat de hoofdzetel in Genk is, maar verschoot nogal toen hij hoorde dat hij op zaterdag naar Roeselare moest. En dus was hij om half zes opgestaan. Uiteraard moest hij ook nog terug en vanuit West-Vlaanderen rij je dan het makkelijkst over Gent.
Een en ander zorgde er dus voor dat hij om half zes bij ons op het terras zat, lekker ingeduffeld, met een soepje en wat knabbels, en we hebben maar liefst tot na acht uur zitten kletsen. Héérlijk gewoon, pas nu ik het terug heb, merk ik pas hoe hard ik dat sociale contact heb gemist, en dan ben ik nog in se een asociaal iemand…
Wolf kwam er eventjes bijzitten tussen het studeren door, en ook dat was aangenaam.
Toen Mathias rond een uur of acht doorreed – hij had nog anderhalf uur auto te gaan – vond ik het wel jammer, maar aan de andere kant: mijn voeten hadden intussen steenkoud – een fenomeen dat LARPers wel herkennen – en ik had behoorlijk wat honger ook.
Maar vooral: ik voelde me helemaal warm vanbinnen.
Bedankt, Mathias! Tot de volgende!